Regeling vervallen per 01-08-2021

Nadere subsidieregels Euregionaal Onderwijs 2020-2021

Geldend van 18-07-2020 t/m 31-07-2021

Intitulé

Nadere subsidieregels Euregionaal Onderwijs 2020-2021

Gedeputeerde Staten van Limburg,

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 7 juli 2020 hebben vastgesteld:

Nadere subsidieregels Euregionaal Onderwijs 2020-2021

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Basisschool: een school waar primair onderwijs (PO) wordt gegeven, gevestigd in de provincie Limburg.

  • 2. Curriculum: leer- en onderwijsplan. Het beschrijft de inhoud en doelen van een opleiding of schoolloopbaan en vormt zo een fundering voor de te onderwijzen vakken of competenties.

  • 3. DELF certificaat: internationaal erkend certificaat met betrekking tot de beheersing van de Franse taal.

  • 4. Euregionaal Onderwijs: onderwijs waarin, meer dan regulier, aandacht wordt besteed aan de taal (Frans en/of Duits) en interculturaliteit, competenties en vakgerichte vaardigheden zoals die in de buurlanden (België en/of Duitsland) gangbaar zijn.

  • 5. Euregionalisering: het toevoegen van aspecten van Euregionaal Onderwijs (buurtaalcompetenties, interculturele competenties of ondernemendheid) aan lesprogramma’s of het uitvoeren van activiteiten in het lesprogramma in een Euregionale ontmoeting of uitwisseling.

  • 6. Goethe certificaat: internationaal erkend certificaat met betrekking tot de beheersing van de Duitse taal.

  • 7. HBO: hoger beroepsonderwijs.

  • 8. Innovatief: de ontwikkeling en succesvolle invoering van nieuwe en/of verbeterde onderwijsproducten en/of onderwijsdiensten, gericht op Euregionaal Onderwijs in Limburg.

  • 9. MBO: middelbaar beroepsonderwijs.

  • 10. Onderwijssector: het PO, VO, MBO of HBO.

  • 11. PO: primair onderwijs.

  • 12. Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van activiteiten, met een duidelijk geformuleerd doel en eindresultaat.

  • 13. Schoolbestuur: eindverantwoordelijk orgaan voor de beslissingen die in verband met de school worden genomen over het onderwijs dat wordt gegeven, en over de school als geheel.

  • 14. STE(A)M: Wetenschap (Science), Technologie (Technology), Bouwkunde (Engineering), Kunst (Arts) en Wiskunde (Math). In het STEAM-onderwijs worden deze verschillende gebieden met elkaar verbonden.

  • 15. VMBO: Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs.

  • 16. VO: voortgezet onderwijs.

Artikel 2 Doelstelling van de regeling

In het Missiegedreven Economisch Beleidskader agendeert de Provincie Limburg het belang van euregionale cultuuraspecten en buurtalen bij de onderwijspartners in de doorlopende leerlijn van PO, naar V(MB)O en MBO. Waar de focus in buurtaalonderwijs voorheen lag op de taal als zodanig, verschuift die nu ook naar de cultuur en actualiteiten van de buurlanden. De Provincie Limburg wil onderwijsinstellingen graag stimuleren om Euregionaal Onderwijs naar een volgend niveau te brengen met een nieuwe impuls rondom buurtalen (zoals integratie in andere vakken) en het bevorderen van kennis over culturen aan weerszijde van de landsgrenzen. Dit onder meer in de vorm van uitwisselingprogramma’s met onderwijsinstellingen over de grens. Voor beroepsonderwijs gaat het dan om euregionale loopbaanoriëntatie, leerwerkplekken bij Belgische en Duitse ondernemers en het opleidingsaanbod.

Met deze regeling wil de Provincie Limburg een goede voorbereiding op de euregionale arbeidsmarkt bevorderen, die begint namelijk in het onderwijs. Om te zorgen dat leerlingen goed toegerust zijn om over de grens aan de slag te gaan, is het van belang om op alle niveaus en in alle fasen aandacht te besteden aan taal, cultuur, competenties en vakgerichte vaardigheden zoals die in de buurlanden gangbaar zijn.

Hoofdstuk 2 van deze subsidieregeling is er op gericht om het Euregionaal Onderwijs te implementeren binnen scholen in het PO en om leerlingen in het VMBO de kans te bieden om hun niveau Duits en/of Frans volgens de internationale normen te laten certificeren.

Hoofdstuk 3 van deze subsidieregeling is er op gericht om het curriculum te euregionaliseren. Dit kan enerzijds door taalonderwijs te integreren in lessen en projecten zoals techniek en geschiedenis en anderzijds door in lessen aandacht te besteden aan geschiedenis, kennis en cultuur van de buurlanden. Hierdoor is een betere verbinding met andere onderwijsprogramma’s waarbij meer aandacht gegeven kan worden aan stages, bedrijfsbezoeken en uitwisseling naast de taalvaardigheden.

Hoofdstuk 4 van deze subsidieregeling is er op gericht om scholen in het PO, VO, MBO en HBO te ondersteunen in het op een innovatieve manier vormgeven van ketensamenwerking/creëren van een doorlopende leerlijn (dus bijvoorbeeld school uit PO met school uit VO) op het gebied van Euregionaal Onderwijs. Hierbij kan gedacht worden aan thema’s als innovatief talenonderwijs, het versterken van het talenonderwijs, het verbinden van de Euregionale interculturele component in het onderwijs los van de taalvakken, Euregionaal ondernemerschap en het vormgeven van euregionale beroepenoriëntatie en stages.

Het gaat hier om nieuwe vormen van samenwerkingen, producten en onderwijsprogramma’s.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor deze regeling voor de looptijd van de regeling vast.

  • 2. De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Hoofdstuk 2 Impuls Euregionaal Onderwijs in PO en VMBO

Artikel 4 Doelgroep/aanvrager

  • 1. De doelgroep bestaat uit alle leerlingen in het PO en VMBO.

  • 2. Voor subsidie komen in aanmerking schoolbesturen van één of meerdere basisscholen en/of scholen waar VMBO onderwijs wordt gegeven gelegen in de provincie Limburg.

Artikel 5 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende criteria:

  • 1.

    Voor basisscholen:

    Per basisschool neemt minimaal één docent deel aan de scholing Duits en/of Frans die vervolgens het Euregionaal Onderwijs in het curriculum implementeert.

  • 2.

    Voor VMBO scholen:

    De aan het project deelnemende leerlingen hebben een aantoonbaar hoger niveau in de taal Duits en/of Frans behaald dan dat zij in het reguliere programma zouden behalen. Dit wordt aangetoond door het overleggen van de door de deelnemende leerlingen tijdens het schooljaar 2020-2021 behaalde certificaten voor Goethe of Delf examens bij respectievelijk het (door) Goethe (gedelegeerde) Instituut of het Institut Français.

Artikel 6 Verplichtingen basisscholen

  • 1. De docent(en) sluit(en) de scholing met succes af op het volgende niveau van het Europees Referentie Kader:

    • voor Frans minimaal niveau A2 voor lees- en schrijfvaardigheid en voor luister- en spreekvaardigheid minimaal niveau B1;

    • voor Duits minimaal niveau B2 voor lees- en schrijfvaardigheid en voor luister- en spreekvaardigheid.

  • 2. De implementatie van het Euregionaal Onderwijs in het curriculum dient uiterlijk 1 jaar na de datum van de subsidietoekenning te starten.

Artikel 7 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a)

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels en de doelstelling van hoofdstuk 2 zoals gesteld in artikel 2;

  • b)

    het project niet is gericht op de doelgroep en/of de aanvraag niet is ingediend door een schoolbestuur, zoals gesteld in artikel 4;

  • c)

    niet wordt voldaan aan het voor de betreffende school van toepassing zijnde criterium in artikel 5;

  • d)

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

  • e)

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 23.

Artikel 8 Subsidiebedrag

Voor basisscholen:

  • 1.

    Het subsidiebedrag bedraagt niet meer dan 75% van de totale subsidiabele projectkosten.

  • 2.

    Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 3.000,00 per school indien één docent aan de scholing deelneemt en maximaal € 4.500,00 per school bij twee of meer docenten.

Voor VMBO scholen:

  • 3.

    Het subsidiebedrag bedraagt niet meer dan de kosten voor het afnemen van het Goethe of DELF examen, bij respectievelijk het (door) Goethe (gedelegeerde) Instituut of het Institut Français, van leerlingen die het examen behaald hebben.

  • 4.

    Het subsidiebedrag bedraagt maximaal de kosten die gekoppeld zijn aan het examen op niveau A2 voor Frans en Duits.

Artikel 9 Subsidiabele kosten basisscholen

  • 1. Voor basisscholen zijn de volgende kosten subsidiabel:

    • a.

      voorbereiding van de implementatie van het Euregionaal Onderwijs;

    • b.

      de scholing van docenten;

    • c.

      aanschaf van lesmateriaal voor leerlingen en/of docenten;

    • d.

      reis- en verblijfkosten voor uitwisseling met partnerschool / excursie naar de buurlanden België en Duitsland voor de Limburgse scholen.

  • 2. In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet-subsidiabel:

    • a.

      aanschaf van hardware;

    • b.

      kosten die onder andere hoofdstukken van deze regeling subsidiabel of reeds gesubsidieerd zijn. Dat wil zeggen dat dezelfde kosten slechts eenmalig voor subsidie in aanmerking komen.

Hoofdstuk 3 Impuls aan “Euregionalisering curriculum”

Artikel 10 Doelgroep/aanvrager

  • 1. De doelgroep bestaat uit alle leerlingen in het PO, VO, MBO en HBO.

  • 2. Voor subsidie komen in aanmerking schoolbesturen in het PO, VO, MBO en HBO gelegen in de provincie Limburg.

Artikel 11 Subsidiecriteria

  • 1. Het project is gericht op het toevoegen van interculturele thema’s en geschiedenis aan het bestaande curriculum. Dit betreft zowel het kerncurriculum als ook andere, in het curriculum ingebedde, activiteiten zoals STE(A)M of cultuuronderwijs.

    Dit kan door buurtaalonderwijs te integreren in lessen en projecten zoals techniek en geschiedenis en anderzijds door in lessen aandacht te besteden aan geschiedenis, kennis en cultuur van de buurlanden. Hierdoor is een betere verbinding met andere onderwijsprogramma’s waarbij meer aandacht gegeven kan worden aan stages, bedrijfsbezoeken en uitwisseling naast de buurtaalvaardigheden.

  • 2. De aanvrager werkt binnen het project samen met andere scholen in dezelfde onderwijssector of in een voorgaande of opvolgende onderwijssector.

  • 3. Het project moet innovatief zijn en Euregionalisering stevig verbinden met andere thema’s binnen het curriculum.

Artikel 12 Verplichtingen

  • 1. De tijdens het project ontwikkelde producten, diensten en/of lesmethodes dienen na afloop van het project minimaal 3 jaar onderdeel te zijn van het curriculum van de samenwerkende scholen binnen het project.

  • 2. De resultaten van het project moeten kosteloos worden overgedragen aan andere scholen in Limburg indien daarom door die scholen wordt verzocht.

Artikel 13 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels en de doelstelling van hoofdstuk 3 zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    het project niet is gericht op de doelgroep of de aanvraag niet is ingediend door een schoolbestuur, zoals gesteld in artikel 10;

  • c.

    niet wordt voldaan aan alle criteria in artikel 11;

  • d.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert; en/of

  • e.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 23.

Artikel 14 Subsidiebedrag

  • 1. Het subsidiebedrag bedraagt niet meer dan 75% van de totale subsidiabele projectkosten.

  • 2. Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 25.000,00 per project.

Artikel 15 Subsidiabele kosten

  • 1. De volgende kosten zijn subsidiabel:

    • a.

      het ontwikkelen van lesmateriaal;

    • b.

      aanschaf van lesmateriaal;

    • c.

      reis- en verblijfkosten voor uitwisseling met partnerschool / excursie naar de buurlanden België en Duitsland voor de Limburgse scholen.

  • 2. In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet-subsidiabel:

    • a.

      aanschaf van hardware;

    • b.

      kosten van te ontwikkelen instrumenten die reeds zijn ontwikkeld. Voorbeelden zoals het Euregionale competentieraamwerk en stagehandboek zijn opgenomen in het zogenaamde ontzorgingspakket. Dit pakket is te vinden op de site www.euregioonderwijs.nl;

    • c.

      kosten die onder andere hoofdstukken van deze regeling subsidiabel of reeds gesubsidieerd zijn. Dat wil zeggen dat dezelfde kosten slechts eenmalig voor subsidie in aanmerking komen.

Hoofdstuk 4 Innovatie ketensamenwerking Euregionaal Onderwijs

Artikel 16 Doelgroep/aanvrager

  • 1. De doelgroep bestaat uit alle leerlingen in het PO, VO, MBO en HBO.

  • 2. Voor subsidie komen in aanmerking schoolbesturen in het PO, VO, MBO en HBO gelegen in de provincie Limburg.

Artikel 17 Subsidiecriteria

  • 1. Aanvrager werkt binnen het project samen met minimaal 1 school uit een andere onderwijssector (dus bijvoorbeeld samenwerking tussen PO en VO, VMBO-MBO en VO-HBO).

  • 2. Het project dient innovatief te zijn.

  • 3. Indien voor het welslagen van het project andere stakeholders van belang zijn, dan dienen deze voorafgaand aan de indiening van de subsidieaanvraag reeds betrokken te zijn.

Artikel 18 Verplichtingen

  • 1. De tijdens het project ontwikkelde producten, diensten en/of lesmethodes dienen na afloop van het project minimaal 3 jaar onderdeel te zijn van het curriculum van de samenwerkende scholen binnen het project.

  • 2. De resultaten van het project moeten kosteloos worden overgedragen aan andere scholen in Limburg indien daarom door die scholen wordt verzocht.

Artikel 19 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels en hoofdstuk 4 zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    het project niet is gericht op de doelgroep of de aanvraag niet is ingediend door een schoolbestuur, zoals gesteld in artikel 16;

  • c.

    niet wordt voldaan aan alle criteria in artikel 17;

  • d.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert; en/of

  • e.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 23.

Artikel 20 Subsidiebedrag

  • 1. Het subsidiebedrag bedraagt niet meer dan 75% van de totale subsidiabele projectkosten.

  • 2. Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 25.000,00 per project. Indien alle schoolbesturen van een onderwijssector (PO, VO, MBO of HBO) als projectpartner zijn betrokken bij het project bedraagt het subsidiebedrag maximaal € 50.000,00 per project.

Artikel 21 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

  • 1. De volgende kosten zijn subsidiabel:

    • a.

      de scholing van docenten;

    • b.

      het ontwikkelen van lesmateriaal;

    • c.

      aanschaf van lesmateriaal;

    • d.

      reis- en verblijfkosten voor uitwisseling met partnerschool / excursie naar de buurlanden België en Duitsland voor de Limburgse scholen;

    • e.

      coördinatiekosten, waaronder extra loon- en ondersteuningskosten.

  • 2. In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet-subsidiabel:

    • a.

      aanschaf van hardware;

    • b.

      kosten van te ontwikkelen instrumenten die reeds zijn ontwikkeld. Voorbeelden zoals het Euregionale competentieraamwerk en stagehandboek zijn opgenomen in het zogenaamde ontzorgingspakket. Dit pakket is te vinden op de site www.euregioonderwijs.nl;

    • c.

      kosten die onder andere hoofdstukken van deze regeling subsidiabel of reeds gesubsidieerd zijn. Dat wil zeggen dat dezelfde kosten slechts eenmalig voor subsidie in aanmerking komen.

Hoofdstuk 5 Aanvraagprocedure

Artikel 22 Indienen aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2. Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht) dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 23 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag kan vanaf inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend en dient uiterlijk op 30 juli 2021 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2. Voor de datum van ontvangst per post is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 24 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 25 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1. Deze Nadere subsidieregels treden de dag na publicatie in het Provinciaal Blad in werking.

  • 2. Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 31 juli 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Euregionaal Onderwijs 2020-2021”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 7 juli 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris,

de heer drs. G.H.E. Derks MPA