Verordening re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet

Geldend van 06-04-2018 t/m 18-10-2018

Intitulé

Verordening re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet

De raad van de gemeente Lisse;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek van 21 oktober 2014,

gelet op de Gemeenschappelijke regeling van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek;

Gelet op de artikelen 6, tweede lid, 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;

Besluit :

vast te stellen:

Verordening re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet ISD Bollenstreek 2015

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Participatiewet;

  • b.

    doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet;

  • c.

    mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

  • d.

    het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de GR K Kust-, Duin- en Bollenstreek (tenzij anders bepaald);

  • e.

    de raad: de gemeenteraad.

  • f.

    Uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Participatiewet, de IOAW of IOAZ jonger dan de pensioen gerechtigde leeftijd.

  • g.

    startkwalificatie: een Havo of VWO-diploma of een diploma van het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) niveau 2.

HOOFDSTUK 2 Beleid en financiën

Artikel 2 Evenwichtige verdeling en financiering

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan aan een persoon uit de doelgroep ondersteuning bieden bij de arbeidsinschakeling en, voor zover het dagelijks bestuur dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen biedt het dagelijks bestuur maatwerk. Daarbij wordt door het dagelijks bestuur een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een klant, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan bij het bepalen van het aanbod van voorzieningen prioriteiten stellen in verband met de wettelijke dan wel financiële, maatschappelijke of economische of conjuncturele mogelijkheden.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      de opvang van ten laste komende kinderen tot vijf jaar, en

    • b.

      de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur zendt (eenmaal per jaar) aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid. Dit verslag kan onderdeel uitmaken van het programmaverslag als bedoeld in de gemeenschappelijke regeling ISD Bollenstreek

Artikel 3 Budget- en subsidieplafonds

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan bij uitvoeringsbesluit een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het dagelijks bestuur ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

HOOFDSTUK 3 Voorzieningen

Artikel 4 Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het dagelijks bestuur in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2.

    Een voorziening kan bestaan uit:

    • a.

      ondersteuning bij het verwerven en behouden van arbeid;

    • b.

      ondersteuning bij het verbeteren of behouden van de positie op de arbeidsmarkt binnen de maatschappij

    • c.

      ondersteuning bij het wegnemen van belemmeringen voor de arbeidsinschakeling;

    • d.

      een loonkosten- of opstapsubsidie

  • 3.

    Onverminderd het tweede lid kan een voorziening tevens bestaan uit:

    • a.

      de noodzakelijke kosten die samenhangen met de deelname aan een voorziening;

    • b.

      de kosten ter bepaling van noodzakelijkheid en inhoud van een voorziening;

    • c.

      de noodzakelijke kosten in verband met loonvormende arbeid.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan een voorziening beëindigen als:

Artikel 5 Werkstage

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een persoon een werkstage gericht op arbeidsinschakeling aanbieden als deze:

    • a.

      behoort tot de doelgroep

    • b.

      nog niet actief is geweest op de arbeidsmarkt of een afstand tot de arbeidsmarkt heeft door langdurige werkloosheid.

  • 2.

    Het doel van de werkstage is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 3.

    Deze werkstage duurt maximaal zes maanden.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur plaatst de persoon als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

  • 5.

    In een schriftelijke overeenkomst wordt in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      het doel van de werkstage, en

    • b.

      de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.

Artikel 6 Proefplaatsing

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan personen behorende tot de doelgroep in staat stellen om voorafgaande aan een regulier dienstverband werkervaring op te doen met behoud van uitkering in de vorm van een proefplaatsing.

  • 2.

    Het doel van de proefplaatsing is de persoon werkervaring op te laten doen in zijn/haar toekomstige functie om daarmee uitval na het dienstverband te voorkomen.

  • 3.

    Deze proefplaatsing duurt niet langer dan twee maanden.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur biedt de persoon alleen een proefplaatsing aan indien hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en hierdoor geen verdringing van reguliere arbeid plaatsvindt.

  • 5.

    In een schriftelijke overeenkomst wordt ten minste vastgelegd het doel van de proefplaatsing alsmede de wijze waarop begeleiding plaatsvindt.

Artikel 7 Work First

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan besluiten aan een persoon die behoort tot de doelgroep werk aan te bieden volgens het zogenoemde work firstmodel.

  • 2.

    Nadere uitvoeringsregels over het gestelde in het eerste lid worden met inachtneming van de hiervoor geldende wet- en regelgeving vastgesteld.

Artikel 8 Sociale activering

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening.

  • 2.

    Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten ter voorbereiding op een traject gericht op arbeidsinschakeling.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van die persoon.

Artikel 9 Detacheringsbaan

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan zorgen voor toeleiding van een persoon die behoort tot de doelgroep naar een dienstverband met een werkgever, gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel de werkgever en inlenende organisatie als tussen de werknemer en inlenende organisatie.

  • 3.

    De werknemer wordt alleen geplaatst als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

Artikel 10 Scholing

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een persoon die behoort tot de doelgroep een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid moet het dagelijks bestuur aan een alleenstaande ouder die niet beschikt over een startkwalificatie en met een ontheffing van de arbeidsplicht als bedoeld in artikel 9a van de wet een scholingsaanbod doen dat de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert tenzij naar het oordeel van het dagelijks bestuur een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de alleenstaande ouder te boven gaat.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid moet het dagelijks bestuur aan een persoon die niet beschikt over een startkwalificatie binnen 6 maanden na aanvang van de onbeloonde additionele werkzaamheden als bedoeld in artikel 10a van de wet een vorm van scholing of opleiding aanbieden, indien dit kan bijdragen aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces, tenzij naar het oordeel van het dagelijks bestuur een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de persoon te boven gaat.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan in een uitvoeringsbesluit nadere regels stellen ten aanzien van de noodzakelijkheid van de scholing, de duur en de maximale kosten.

Artikel 11 Participatieplaats

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan aan de persoon, bedoeld in artikel 2, lid 1, een participatieplaats met behoud van het recht op algemene bijstand, IOAW of IOAZ aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling, waarbij voor tenminste 12 uur per week additionele, onbetaalde werkzaamheden worden verricht.

  • 2.

    In afwijking van hetgeen in dit artikel is bepaald, kan de participatieplaats niet worden ingezet voor de arbeidsinschakeling van belanghebbenden jonger dan 27 jaar.

  • 3.

    Het doel van een participatiebaan is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 4.

    De duur van de participatieplaats is gemaximeerd tot 2 jaar.

  • 5.

    De participatieplaats kan ten hoogste 2 keer voor de duur van één jaar worden verlengd, onder voorwaarde dat deze participatiebaan bij de eerste verlenging bij een andere werkgever wordt ingevuld.

  • 6.

    Een verlenging van de duur van een participatieplaats is slechts mogelijk indien een aanmerkelijke verbetering van de arbeidsmarktpositie van de persoon wordt gerealiseerd.

  • 7.

    Het dagelijks bestuur plaatst de in dit artikel bedoelde persoon alleen dan in een (verlengde) participatieplaats indien deze persoon een schriftelijke overeenkomst vóór het ingaan van de (verlengde) participatiebaan mede heeft ondertekend.

  • 8.

    Deze overeenkomst wordt aangegaan tussen de ISD Bollenstreek, de werkgever bij wie de participatieplaats wordt vervuld en de uitkeringsgerechtigde.

  • 9.

    Voor zover de belanghebbende niet beschikt over een startkwalificatie wordt binnen 6 maanden na aanvang van de participatieplaats door het dagelijks bestuur bekeken in hoeverre scholing of opleiding kan bijdragen aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.

  • 10.

    Het dagelijks bestuur kan bij uitvoeringsbesluit nadere regels stellen m.b.t. de inzet van participatieplaatsen.

Artikel 12 Premie participatieplaats

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een premie toekennen aan personen die gedurende zes maanden een participatieplaats vervullen, als bedoeld in artikel 11 van deze verordening.

  • 2.

    De premie als bedoeld in het eerste lid bedraagt 25% van het in artikel 31, lid 2 sub j van de wet genoemde bedrag.

  • 3.

    Het recht op een premie als bedoeld in het eerste lid wordt elke zes maanden beoordeeld.

  • 4.

    De premie als bedoeld in het eerste lid wordt geweigerd indien bij de beoordeling blijkt dat de belanghebbende de aan de onbeloonde additionele werkzaamheden verbonden verplichtingen in de voorafgaande zes maanden heeft geschonden.

Artikel 13 Participatievoorziening Beschut Werk

  • 1.

    Om de in artikel 10b, eerste lid, van de wet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken worden de volgende voorzieningen op de arbeidsinschakeling aangeboden:

    • a.

      fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving;

    • b.

      uitsplitsing van taken, of

    • c.

      aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.

  • 2.

    Voor zover nodig worden aan personen van wie is vastgesteld dat zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, tot het moment van aanvang van de dienstbetrekking, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet, daarnaast de volgende voorzieningen op de arbeidsinschakeling aangeboden:

    • i.

      arbeidsmatige dagbesteding als bedoeld in artikel […] van de [citeertitel Wmo-verordening];

    • ii.

      sociale activering als bedoeld in artikel 5;

    • iii.

      scholing als bedoeld in artikel 7;

    • iv.

      persoonlijke ondersteuning als bedoel in artikel 11;

    • v.

      schuldhulpverlening als bedoeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 3.

    In de additionele dienstbetrekkingen wordt voorzien in volgorde van vaststelling dat gegadigden uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Per jaar (1 januari – 31 december) krijgen de personen vanuit het VSO-Pro Onderwijs en personen die stonden op de WSW-wachtlijst voorrang. Personen die geen uitkering ontvangen komen onderaan de volgorde van vaststelling van dat tijdsvak.

  • 4.

    In afwijking van artikel 18 (omvang dienstbetrekking waarvoor loonkostensubsidie wordt verstrekt) wordt voor de dienstbetrekking van beschut werk een loonkostensubsidie versterkt dat in beginsel niet meer is dan 31 uur per week.

Artikel 14 Ondersteuning bij leer-werktraject

Het dagelijks bestuur kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het dagelijks bestuur van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:

  • a.

    van 16 of 17 jaar van wie de leerplicht of de kwalificatieplicht, bedoeld in de Leerplichtwet 1969, nog niet is geëindigd, of

  • b.

    van 18 tot 27 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald.

Artikel 15 Persoonlijke ondersteuning

Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het dagelijks bestuur persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.

Artikel 16 Vaststelling doelgroep loonkostensubsidie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

  • 2.

    Hierbij neemt het dagelijks bestuur de volgende criteria in acht:

    • a.

      een persoon ontvangt een algemene bijstandsuitkering PW, IOAW of IOAZ; en

    • b.

      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen; en

    • c.

      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid, sub a. behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie:

    • a.

      een persoon die behoort tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet en van wie is vastgesteld dat hij met voltijdse arbeid niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon; en

    • b.

      de persoon zoals omschreven in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet.

  • 4.

    Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) kan het dagelijks bestuur adviseren met betrekking tot het oordeel of een persoon als bedoeld in het tweede en derde lid sub a. behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Het UWV neemt daarbij de in het tweede lid sub b. en c. neergelegde criteria in acht.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek kan nadere regels stellen omtrent de vaststelling wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort en overige uitvoeringsregels met betrekking tot de loonkostensubsidie.

Artikel 17 Vaststelling loonwaarde

  • 1.

    Het dagelijks bestuur gebruikt de in de bijlage omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.

  • 2.

    Het UWV kan het dagelijks bestuur adviseren met betrekking tot de vaststelling van de loonwaarde van een persoon. Het UWV neemt daarbij de in de bijlage omschreven methode in acht.

Artikel 18 Omvang dienstbetrekking waarvoor loonkostensubsidie wordt verstrekt

  • 1.

    De dienstbetrekking waarvoor loonkostensubsidie wordt verstrekt heeft een omvang van in beginsel niet meer dan (gemiddeld) 25,5 uren per week.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek kan nadere regels stellen omtrent de vaststelling van de omvang van de dienstbetrekking.

Artikel 19 No-riskpolis

  • 1.

    Een werkgever komt in aanmerking voor een no-riskpolis als:

    • a.

      de werkgever voor tenminste de duur van 6 maanden een arbeidsovereenkomst aangaat met een werknemer;

    • b.

      de werknemer voorafgaande aan de aanvang van de arbeid behoort tot de doelgroep;

    • c.

      de werknemer een structurele functionele of andere beperking heeft of de werkgever ten behoeve van de werknemer een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet ontvangt;

    • d.

      artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is, en

    • e.

      de werknemer zijn woonplaats heeft binnen een van de ISD gemeenten.

  • 2.

    De no-riskpolis vergoedt:

    • a.

      het loon van de werknemer tot 120 procent van het minimumloon, en

    • b.

      15 procent boven de dekking voor extra werkgeverslasten.

  • 3.

    Om de werkgever een no-riskpolis te kunnen verstrekken, sluit de ISD Bollenstreek een verzekering af en treedt op als verzekeringnemer. De begunstigde is de werkgever.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur verstrekt de no-riskpolis parallel lopend met de duur van een dienstbetrekking voor bepaalde tijd. Maximaal 1 verlening van de no-riskpolis bij het verlengen van een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd bij dezelfde werkgever is mogelijk met een eigen risico voor de werkgever van twee weken. De no risk polis kan maximaal voor twee jaar worden ingezet.

Artikel 20 Opstapsubsidie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een tijdelijk loonkostensubsidie, de opstapsubsidie, verstrekken aan werkgevers die met een persoon die behoort tot de doelgroep een arbeidsovereenkomst sluiten.

  • 2.

    De subsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

  • 3.

    De opstapsubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur stelt nadere regels ten aanzien van de duur van de subsidie, de hoogte en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

Artikel 21 Voorzieningen schulddienstverlening

Het dagelijks bestuur kan producten als bedoeld in artikel 4 in het kader van schulddienstverlening ten behoeve van een persoon aanbieden. Zoals bijvoorbeeld preventie, intake, cursussen, advies, begeleiding, bemiddeling, nazorg, WSNP-verklaring.

Artikel 22 Afwijkende bepalingen voor jongeren

In afwijking van hetgeen in deze verordening is bepaald, kunnen de volgende voorzieningen bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de wet niet worden ingezet voor de arbeidsinschakeling van belanghebbenden jonger dan 27 jaar:

HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen

Artikel 23 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Participatieverordening ISD Bollenstreek 2013 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Participatieverordening ISD Bollenstreek 2013 , die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Participatieverordening ISD Bollenstreek 2013 voor de duur:

    • a.

      van 12 maanden, gerekend vanaf de inwerkingtreding van deze verordening, of

    • b.

      dat deze is verstrekt, als dat korter is dan de periode als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan na afloop van de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde periode, besluiten of een voorziening wordt voortgezet.

  • 4.

    De Participatieverordening ISD Bollenstreek 2013 blijft van toepassing ten aanzien van een voortgezette voorziening als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 24 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 18 december 2014.
mevrouw M. Verhoev mevrouw A.W.M. Spruit
griffier voorzitter

Bijlagen

Toelichting re-integratie en loonkostensubsidie