Regeling vervallen per 27-03-2014

Verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid

Geldend van 30-03-2007 t/m 26-03-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid

De raad van de gemeente Maasgouw, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van  27

februari 2007; gelet op de artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, besluit vast te stellen de volgende Verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. cliëntenparticipatie Wmo-beleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de

zelforganisaties van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie

van de Wet maatschappelijke ondersteuning en het gemeentelijk Wmo-beleid;

b. Wmo-platform: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen en in deze

gemeente actief zijnde zelforganisaties van belanghebbenden op het gebied van de Wmo. De

vertegenwoordigers zijn voor deze taak voorgedragen door de zelforganisaties.

Artikel 2 Doelstellingen

De cliëntenparticipatie Wmo-beleid heeft de volgende doelstellingen: 1. het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wet maatschappelijke ondersteuning en het gemeentelijk Wmo-beleid door zelforganisatie vanuit onafhankelijk positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid;

2. het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk Wmo-beleid.

Artikel 3 Beleidsterreinen

Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo bestaande uit beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo. Hieronder wordt in ieder geval de advisering begrepen aangaande:

a. het vierjaarlijks op te stellen Wmo-beleidsplan;

b. de vaststelling en wijziging van de verordeningen m.b.t. de uitvoering

van dit plan;

c. de wijze waarop de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning gewaarborgd wordt;

d. de wijze waarop cliënten (materieel/immaterieel) keuzevrijheid wordt geboden;

e. de prestatievelden van de Wmo;

f. het cliëntentevredenheidsonderzoek.

Artikel 4 Samenstelling Wmo-platform

1. Het Wmo-platform is samengesteld uit 2 divisies, namelijk:

a. De divisie zorg/welzijn

b. De divisie jeugd 2. De divisie zorg/welzijn bestaat uit vertegenwoordigers van representatieve organisaties aan de

kant van de vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, in concreto:

a. Ouderen

b. Mensen met een functiebeperking, een verstandelijke handicap of chronische ziekte

c. GGZ-cliënten

d. Mantelzorg/vrijwilligers

e. Cliëntenraden

f. Verslaafden, dak- en thuislozen en vrouwen (vrouwenopvang)

g. Verenigingsleven en/of maatschappelijk leven 3. De advisering van de divisie zorg/welzijn aangaande de beleidsterreinen zoals beschreven in artikel 3 heeft daarmee in ieder geval betrekking op de prestatievelden 1 en 3 tot en met 9, zoals genoemd in de Wet onder artikel 1 lid g. 4. De divisie jeugd bestaat uit vertegenwoordigers van representatieve organisaties aan de kant van de vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, in concreto:

a. Jeugdigen

b. Ouders

c. Jeugdverenigingen

d. Jeugdzorginfrastructuur

e. Onderwijsveld, w.o. peuterspeelzaalwerk 5. De advisering van de divisie jeugd aangaande de beleidsterreinen zoals beschreven in artikel 3 heeft daarmee in ieder geval betrekking op prestatieveld 2 en waar zij dit noodzakelijk acht op de prestatievelden 1 en 3 tot en met 9, zoals genoemd in de Wet onder artikel 1 lid g. 6. Het college kan besluiten het aantal divisies uit te breiden indien zij dit gelet op de beleidsvoorbereiding en -uitvoering wenselijk acht. 7. De represenatieve organisaties zoals genoemde in lid 2 en 4 van dit artikel vaardigen in ieder geval 1 en maximaal 2 leden af in de divisie. 8. In ieder van de divisies wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met een vertegenwoordiging die zo veel als mogelijk verdeeld is over de verschillende kernen van de gemeente Maasgouw. 9. De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban.

Artikel 5 Voordracht, benoeming, zittingsduur, dagelijks bestuur

 1. De leden van de beide divisies kiezen uit hun midden één dagelijks bestuur, dit bestaat uit de voorzitter, de secretaris en een penningmeester aangevuld met minimaal 2 (algemene) leden.

2. Het dagelijks bestuur kent in ieder geval een afgevaardigde uit beide divisies.

 

3. Het dagelijks bestuur regelt de waarneming van deze functies.

 

4. Bij de werving van leden wordt de volgende procedure gevolgd: de betreffende representatieve organisatie draagt de kandidaat voor aan de betreffende divisie van het Wmo-platform. Het dagelijks bestuur nodigt de kandidaat uit voor een een gesprek in brengt daarvan in de betreffende divisie verslag uit. De betreffende divisie besluit of zij met de kandidaat kan instemmen en draagt de kandidaat voor aan het college van burgemeester en wethouders;

5. Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van het college.

 

6. Het dagelijks bestuur en alle leden van het platform worden door het college benoemd voor een periode van 4 jaar, gelijk lopend aan de raadsperiode. Benoemingen kunnen één keer voor eenzelfde periode worden verlengd.

 

Artikel 6 Werkwijze

1. In het kader van de cliëntenparticipatie Wmo-beleid vragen burgemeester en wethouders het platform om advies;

 

2. Het platform is ook gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders;

 

3. Burgemeester en wethouders vragen het platform in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3;

 

4. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van belang kan zijn op het te nemen  besluit en dat het uitgebrachte advies met een  reactie van burgemeester en wethouders toegevoegd kan worden aan de aan de Raad ter beschikking te stellen stukken;

 

5. Indien burgemeester en wethouders afwijken van het advies van het platform, wordt aangegeven op welke gronden van dit advies wordt afgeweken;

 

6. Burgemeester en wethouders voorzien het platform van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van het platform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen;

 

7. Burgemeester en wethouders wijzen een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de communicatie met het platform;

 

8. Tussen de in het zevende lid genoemde contactambtenaar, de verantwoordelijk wethouder en het platform vindt periodiek, doch ten minste twee maal per jaar, overleg plaats;

 

9. Van het overleg wordt een schriftelijk rapportage gemaakt, die burgemeester en wethouders binnen 4 weken aan de participanten doen toekomen ter goedkeuring. Na goedkeuring zal de raad worden geinformeerd;

 

10. De samenwerking tussen de gemeente en het platform wordt jaarlijks geëvalueerd;

 

11. Indien er geen platform binnen de gemeente actief is, zullen burgemeester en wethouders de totstandkoming van het platform bevorderen.

Artikel 7 Faciliteiten

1. Burgemeester en wethouders stellen middelen ter beschikking aan het platform om hen in staat te stellen uitvoering te geven aan hun taken;

2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting en een activiteitenplan;

3. Voor niet reguliere activiteiten kan het platform bij burgemeester en wethouders een projectsubsidie aanvragen. Burgemeester en wethouders geven aan wat ze redelijk vinden om beschikbaar te stellen.

Artikel 8 Slotbepalingen

1. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid gemeente Maasgouw 2007';

 

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 29 maart 2007.

 

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw op 29 maart 2007.