Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011

Geldend van 25-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011

De raad van de gemeente Nederweert;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2011, nummer B&W-10-00860;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B e s l u i t :

vast te stellen de: ‘Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011’.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1   perceel: een gebouwde onroerende zaak, of een gedeelte ervan, die blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt;

met perceel wordt gelijk gesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding.

2   groep van percelen: een groep van meerdere percelen, waar gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meerdere mono-bakken;

3   kalenderweek: een aaneengesloten periode van zeven dagen, beginnende met een maandag en eindigend met een zondag;

4   container: het van gemeentewege voor de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval verstrekt inzamelmiddel in de vorm van een 25 liter emmer, 180 liter duo-bak of 240 liter duo-bak of 240 liter mono-bak,

5   huishoudelijk afval: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen, behoudens of voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreffen, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen;

6   medische indicatie: een schriftelijke verklaring van een huisarts, medisch specialist of apotheker waaruit blijkt dat als gevolg van een ziekte of handicap extra afval moet worden aangeboden.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

1    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

2    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

1    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel:

b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1     De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 1.1 en 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van de overige leden van dit artikel.

2     Voor de berekening van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt uitgegaan van de gewichten die zijn vastgesteld met behulp van de weegapparatuur op de wegende inzamelauto.

3     Het gewicht van het per kalenderweek ingezamelde huishoudelijke afval wordt per perceel, danwel groep van percelen, vastgesteld op het verschil van het gewicht van de ter lediging aangeboden container voor en na lediging.

3.1  Het gewicht per perceel dat behoort tot een groep van percelen wordt vervolgens vastgesteld op een, naar het aantal percelen van de betrokken groep van percelen, evenredige gedeelte van het totale gewicht van de betrokken groep van percelen.

4     De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de afvalstoffenheffing van een perceel vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval van dit perceel in het betreffende belastingtijdvak, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo’s naar beneden.

4.1 De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de afvalstoffenheffing van een perceel behorende tot een groep van percelen vindt plaats door een optelling van de, voor dat perceel, op grond van artikel 3.1 vastgestelde gewichten in het betreffende belastingtijdvak, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo’s naar beneden.

5   Indien tijdens een inzamelbeurt door een calamiteit of technische storing aan de wegende inzamelauto, de herkennings-, wegings- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de berekening van de belasting bij alle betrokken percelen, waar zich deze storing heeft voorgedaan, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per perceel vastgesteld, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt. Het forfaitair gewicht wordt vastgesteld overeenkomstig het gestelde in de leden 6 en 7.

6   Het forfaitair gewicht als bedoeld in lid 5 wordt bepaald op het totaal over het voorafgaande belastingtijdvak bij het betrokken perceel vastgestelde gewicht van de afvalstoffen gedeeld door het aantal inzamelbeurten gedurende het voorafgaande belastingtijdvak.

7   Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, of indien om andere redenen geen forfaitair gewicht als bedoeld in lid 6 kan worden vastgesteld, wordt het forfaitair gewicht vastgesteld op 8 kilogram.

Artikel 5 Belastingtijdvak

1    Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2    Met betrekking tot de belasting die per kilogram wordt geheven is het belastingtijdvak een aaneengesloten periode van zesentwintig kalenderweken.

3    Het eerste belastingtijdvak gaat in op de datum van de ingang van de heffing.

Artikel 6 Wijze van heffing

1   De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

2   De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1   De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2   De belasting in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingtijdvak.

3   Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4   Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

5   Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1   De op grond van artikel 6, eerste lid, verschuldigde belasting moet worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.

2   In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 1.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

3   De op grond van artikel 6, tweede lid, verschuldigde belasting moet worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

4   In afwijking van het derde lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de nota’s moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

Artikel 9 Vrijstelling

Vrijstelling kan worden verleend van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel voor het afval dat wordt aangeboden als gevolg van ziekte of handicap, zulks blijkend uit een medische indicatie.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt voor maximaal € 35,00 per nota kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1   De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2002’ van 11 december 2001, laatstelijk gewijzigd 24 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2   Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

3   De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

4   Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2011’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2010.
De raad voornoemd,
De raadsgriffier,       De voorzitter,
 
E.G. Schrier               H.F.M. Evers

Tarieventabel 1

Behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2011’

Hoofdstuk 1.1 Maatstaf en jaarlijks tarief afvalstoffenheffing

1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar                           € 87,36

Hoofdstuk 1.2 Maatstaf en overig tarief afvalstoffenheffing

1.2 onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de

belasting voor:

groente-, fruit- en tuinafval en restafval, welke periodiek

in een container wordt ingezameld, per kilogram                                        €  0,14

 

Behoort bij besluit van de raad van 14 december 2010

De raadsgriffier van de gemeente Nederweert,

 

E.G. Schrier