Regeling vervallen per 01-01-2024

Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018

Geldend van 01-01-2019 t/m 07-06-2019

Intitulé

Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Gemeentewet;

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Toepassingsbereik

  • 1. De begrippen die in deze algemene voorwaarden worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Wegenverkeerswet 1994 en de daarop gebaseerde voorschriften.

  • 2. Deze algemene voorwaarden maken deel uit van de overeenkomst met de gemeente Nissewaard voor het parkeren van een motorvoertuig op het vrachtwagenparkeerterrein aan de Mosterweg te Spijkenisse, aangeduid op de als bijlage I bij deze algemene voorwaarden behorende kaart.

Artikel 1.2 De parkeerovereenkomst

  • 1. De gemeente stelt het parkeerterrein ter beschikking voor het parkeren van:

    • a.

      een personenauto;

    • b.

      een autobus;

    • c.

      een bestel- of vrachtauto, of

    • d.

      een bestel- of vrachtauto met aangekoppelde aanhangwagen;

    in een parkeervak, bestemd voor de voertuigcategorie of groep voertuigen die op het verkeersbord bij de parkeergelegenheid is aangegeven, zoals aangeduid op de als bijlage I bij deze algemene voorwaarden behorende kaart. De gemeente bewaakt een voertuig niet en houdt geen toezicht op personen of zaken die zich op het parkeerterrein bevinden.

  • 2. De overeenkomst komt tot stand:

    • a.

      door bij de inrit van het parkeerterrein de automaat waaraan de slagboom is verbonden, te bedienen en de door de automaat vervaardigde parkeerkaart uit te nemen;

    • b.

      door bij de afdeling Stadswinkel van de gemeente een parkeerabonnement aan te schaffen.

  • 3. Een parkeerkaart en -abonnement, en een dagkaart als bedoeld in artikel 2.2, worden in deze algemene voorwaarden ook aangeduid als parkeerbewijs.

  • 4. In afwijking van het tweede lid komt een overeenkomst tot stand met een weggebruiker of een persoon die zich verplaatst met behulp van een voorwerp, niet zijnde een voertuig, die zonder een parkeerbewijs gebruik maakt of heeft gemaakt van het parkeerterrein.

  • 5. Een persoon die een motorvoertuig wil parkeren, en een gebruiker als bedoeld in het vierde lid, zijn voor het gebruik van het parkeerterrein een geldsom verschuldigd, die moet worden voldaan volgens deze algemene voorwaarden.

  • 6. Na de aanschaf van een parkeerbewijs kan de gemeente tijdelijk een parkeervak ter beschikking stellen op een ander parkeerterrein, als dat noodzakelijk is wegens het plegen van onderhoud, een bedrijfsstoring of onvoorziene omstandigheden.

Artikel 1.3 Toegang met geldig parkeerbewijs

  • 1. Het parkeerterrein mag alleen worden gebruikt met een geldig parkeerbewijs.

  • 2. Een parkeerbewijs blijft eigendom van de gemeente. Bij het beëindigen van het gebruik van het parkeerterrein moet dit parkeerbewijs direct worden teruggegeven.

  • 3. Een gebruiker als bedoeld in artikel 1.2, vierde lid, is verplicht op het parkeerterrein bij de betaalautomaat een dagkaart aan te schaffen voor elke dag of deel daarvan waarop hij het parkeerterrein gebruikt of heeft gebruikt.

Artikel 1.4 Toegangstijden

  • 1. Het parkeerterrein is te allen tijde op te rijden, als er een parkeervak beschikbaar is. Het parkeerterrein is te allen tijde af te rijden.

  • 2. De gemeente kan de toegangstijden wijzigen zonder voorafgaande aankondiging. Deze wijziging wordt bekendgemaakt bij de in- en uitrit van het parkeerterrein.

Artikel 1.5 Gebruik van het parkeerterrein en boetebeding bij 'treintje rijden'

  • 1. Op het parkeerterrein zijn de Wegenverkeerswet 1994 en de daarop gebaseerde voorschriften van toepassing, met dien verstande dat de bestuurder van een motorvoertuig:

    • a.

      niet sneller mag rijden dan 5 kilometer per uur;

    • b.

      alleen de aangegeven rijrichting mag volgen.

  • 2. Een aanhangwagen mag niet worden afgekoppeld van een bestel- of vrachtauto.

  • 3. Het parkeerterrein mag voor geen ander doel worden gebruikt dan waarvoor dit is bestemd. Daarbij mag geen hinder, gevaar, overlast of schade worden veroorzaakt.

  • 4. De bestuurder van een motorvoertuig is verplicht bij het op- of afrijden van het parkeerterrein de nodige afstand tot een voorgaand motorvoertuig aan te houden. Hij moet wachten op zijn beurt om de automaat waaraan de slagboom bij de in- en uitrit is verbonden, te bedienen. Als hij het parkeerterrein op- of afrijdt door direct achter een voorgaand motorvoertuig aan onder de slagboom door te rijden (treintje rijden), dan is hij een boete verschuldigd van € 300,00.

  • 5. Aanwijzingen van het personeel van de gemeente en aanwijzingen die staan vermeld bij of op het parkeerterrein en op de daar opgestelde apparatuur moeten onmiddellijk worden opgevolgd.

  • 6. Om het parkeerterrein te verlaten, kan hulp van het personeel van de gemeente worden gevraagd. Als dat wordt gevraagd tussen 22.30 uur en 07.00 uur, dan worden kosten ad € 55,00 in rekening gebracht.

Artikel 1.6 Niet-nakoming

  • 1. Als een houder van een parkeerbewijs of een gebruiker als bedoeld in artikel 1.2, vierde lid, tekortschiet in de nakoming van enige verplichting die op hem rust, dan is de gemeente gerechtigd:

    • a.

      de overeenkomst zonder schriftelijke ingebrekestelling onmiddellijk te ontbinden;

    • b.

      hem de toegang tot het parkeerterrein te ontzeggen, of

    • c.

      voor zijn rekening en risico het door hem gebruikte of te gebruiken voertuig op het parkeerterrein te verplaatsen of daarvan te verwijderen.

  • 2. De houder of gebruiker is verplicht aan de gemeente alle schade en kosten te vergoeden die zij lijdt of heeft geleden als gevolg van de tekortkoming of de ontbinding van de overeenkomst.

Artikel 1.7 Aansprakelijkheid

De gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid voor:

  • a.

    schade aan eigendommen, waaronder diefstal of het verloren gaan van eigendommen, van een persoon;

  • b.

    lichamelijk letsel of enige andere schade van een persoon, direct of indirect veroorzaakt door of ten gevolge van het gebruik van het parkeerterrein.

Hoofdstuk 2 Voorwaarden voor eenmalig parkeren

Artikel 2.1 Parkeren met een bij de inrit van het parkeerterrein vervaardigde parkeerkaart

  • 1. Direct na de uitname van een parkeerkaart uit de automaat bij de inrit van het parkeerterrein is parkeergeld verschuldigd, dat wordt samengesteld door de som van een starttarief en een tarief aan de hand van de werkelijke parkeertijd.

  • 2. Het starttarief bedraagt € 3,00.

  • 3. Het tarief aan de hand van de werkelijke parkeertijd bedraagt € 1,00 per uur.

  • 4. Het berekende tarief wordt afgerond naar boven op eenheden van € 0,10.

  • 5. Het starttarief en het daarbij op te tellen tarief dat wordt berekend aan de hand van de werkelijke parkeertijd bedraagt ten hoogste € 15,00 per kalenderdag.

  • 6. Een houder van een parkeerkaart kan het parkeerterrein alleen afrijden nadat hij het verschuldigde parkeergeld heeft betaald.

  • 7. Een houder kan alleen betalen bij de betaalautomaat op het parkeerterrein. De door de automaat bepaalde gegevens zijn bindend voor partijen. De betaling vindt plaats door de volgende handelingen of gebeurtenissen:

    • a.

      eerst voert de houder de parkeerkaart in de daarvoor bestemde automaat in;

    • b.

      de automaat stelt het einde van de parkeertijd vast en berekent de parkeerduur en het daarvoor verschuldigde parkeergeld;

    • c.

      vervolgens betaalt de houder op de wijze als bij of op de automaat is vermeld.

  • 8. De na betaling uit de automaat te nemen parkeerkaart moet een bestuurder, om het terrein af te rijden, bij de uitrit van het parkeerterrein invoeren in de automaat waaraan de slagboom is verbonden. Hiervoor heeft hij gedurende een periode van vijf minuten de gelegenheid.

  • 9. Als een bestuurder het parkeerterrein niet afrijdt binnen vijf minuten, dan is hij parkeergeld verschuldigd voor de tijd na de betaling van het parkeergeld, bedoeld in het achtste lid. Hij kan dit resterende parkeergeld alleen betalen door de parkeerkaart opnieuw in te voeren in de daarvoor bestemde betaalautomaat.

Artikel 2.2 Parkeren met een dagkaart

  • 1. Een dagkaart geldt voor het parkeren gedurende een kalenderdag. Het tarief bedraagt € 15,00.

  • 2. Een dagkaart kan worden aangeschaft bij de betaalautomaat op het parkeerterrein. De betaling vindt plaats op de wijze als bij of op de automaat is vermeld. De na betaling uit de automaat te nemen dagkaart kan alleen worden gebruikt op de dag van aanschaf.

  • 3. Een houder van een dagkaart kan direct het parkeerterrein afrijden, door deze dagkaart bij de uitrit van het parkeerterrein in te voeren in de automaat waaraan de slagboom is verbonden.

  • 4. Teruggave van parkeergeld wegens ongebruikte kaarten vindt niet plaats.

Artikel 2.3 Onbruikbaar geworden of verloren parkeerbewijs

Als een parkeerbewijs onbruikbaar is geworden of is verloren, dan kan een bestuurder alleen het parkeerterrein afrijden met een nieuwe dagkaart.

Hoofdstuk 3 Voorwaarden voor het parkeren met een parkeerabonnement

Artikel 3.1 Parkeerabonnement

  • 1. Een ieder kan een parkeerabonnement aanschaffen voor het parkeren van:

    • a.

      een personenauto;

    • b.

      een autobus;

    • c.

      een bestel- of vrachtauto, of

    • d.

      een bestel- of vrachtauto met aangekoppelde aanhangwagen.

  • 2. Een parkeerabonnement kan worden gebruikt voor het parkeren van het in het eerste lid bedoelde motorvoertuig en van een personenauto die wordt gebruikt voor het verkeer tussen de woning van de abonnementhouder en het parkeerterrein, als het parkeren van beide voertuigen tegelijk niet langer duurt dan 15 minuten. Als het parkeren van beide voertuigen tegelijk langer duurt dan 15 minuten, dan is de abonnementhouder als gebruiker van het parkeerterrein voor het parkeren van het tweede voertuig parkeergeld verschuldigd overeenkomstig artikel 2.1, derde lid.

  • 3. Een parkeerabonnement kan alleen worden aangeschaft voor het parkeren op alle dagen van de week.

  • 4. Een parkeerabonnement is niet overdraagbaar.

  • 5. Het tarief voor een parkeerabonnement bedraagt € 230,90 per jaar.

Artikel 3.2 Op- en afrijden parkeerterrein: toegangspas, bruikleenovereenkomst en waarborgsom

  • 1. Een houder van een parkeerabonnement kan een parkeerterrein alleen op- en afrijden door hiervoor een toegangspas te gebruiken.

  • 2. De gemeente geeft bij de aanschaf van een parkeerabonnement een toegangspas in bruikleen tegen betaling van een waarborgsom ad € 50,00. De waarborgsom kan alleen worden voldaan door betaling bij de afdeling Stadswinkel.

  • 3. De houder van het parkeerabonnement is verplicht te zorgen voor de bewaring en het behoud van de toegangspas. Als de toegangspas niet meer kan worden gebruikt, dan moet de houder dit onmiddellijk melden bij de afdeling Stadswinkel. Direct na de melding wordt een beschadigde, verloren of gestolen toegangspas geblokkeerd. Tegen betaling van € 50,00 kan een nieuwe toegangspas worden verstrekt.

  • 4. Bij de beëindiging van het parkeerabonnement is de houder verplicht om de toegangspas onmiddellijk in te leveren bij de afdeling Stadswinkel.

  • 5. De waarborgsom:

    • a.

      wordt terugbetaald als de toegangspas in ongeschonden staat wordt ingeleverd bij de afdeling Stadswinkel;

    • b.

      wordt, als terugbetaling mogelijk is, verrekend met het abonnementsgeld dat de houder op de datum van inlevering van de toegangspas nog verschuldigd is aan de gemeente;

    • c.

      wordt niet terugbetaald bij beschadiging, verlies of diefstal van de toegangspas.

Artikel 3.3 Abonnementsperiode, wijziging en opzegging

  • 1. Een parkeerabonnement wordt alleen overeengekomen voor onbepaalde tijd. Het kan niet eerder ingaan dan de dag na die waarop het is overeengekomen.

  • 2. Een parkeerabonnement kan tussentijds worden gewijzigd. Een houder is verplicht elke wijziging in omstandigheden die van belang is voor de geldigheid van het abonnement onmiddellijk schriftelijk te melden bij de afdeling Stadswinkel.

  • 3. Een houder van een parkeerabonnement en de gemeente kunnen de overeenkomst alleen schriftelijk opzeggen per de eerste dag van de maand, met inachtneming van een opzegtermijn van een maand.

Artikel 3.4 Maximumaantal parkeerabonnementen en wachtlijst

  • 1. Er worden maximaal 83 parkeerabonnementen voor gebruik in dezelfde periode overeengekomen.

  • 2. Als het maximumaantal parkeerabonnementen is overeengekomen, dan wordt de volgende persoon die een parkeerabonnement wil aanschaffen op zijn verzoek op een wachtlijst ingeschreven. Bij de inschrijving wordt de datum van zijn verzoek vermeld.

  • 3. Zodra een wachtlijst is aangelegd, biedt de afdeling Stadswinkel een parkeerabonnement dat is beëindigd aan degene aan die het eerst op de wachtlijst is ingeschreven.

  • 4. Een ingeschrevene wordt op zijn verzoek van de wachtlijst geschrapt. In elk geval wordt hij geschrapt als hij een aanbod van een parkeerabonnement weigert.

Artikel 3.5 Betaalmogelijkheden en terugbetaling teveel betaald abonnementsgeld

  • 1. Het abonnementsgeld kan alleen worden betaald:

    • a.

      per maand, door middel van automatische incasso, of

    • b.

      per jaar, door girale betaling binnen dertig dagen na ontvangst van een factuur.

  • 2. Voor de berekening van het abonnementsgeld wordt een jaar verdeeld in twaalf maanden van dertig dagen.

  • 3. Als het abonnementsgeld per maand wordt betaald, dan wordt de eerste termijn berekend over de periode vanaf de ingangsdatum van het parkeerabonnement tot en met het einde van de maand waarin deze datum valt. Dit termijnbedrag wordt eerst geïncasseerd, waarna maandelijks een twaalfde deel van het tarief, bedoeld in artikel 3.1, wordt geïncasseerd.

  • 4. Als het abonnementsgeld per jaar wordt betaald, dan wordt de eerste termijn berekend over de periode vanaf de ingangsdatum van het parkeerabonnement tot en met het einde van het jaar waarin deze datum valt. Dit termijnbedrag wordt eerst gefactureerd, waarna jaarlijks het tarief, bedoeld in artikel 3.1, wordt gefactureerd.

  • 5. Na de beëindiging van de overeenkomst wordt het teveel betaalde abonnementsgeld terugbetaald.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Diverse bepalingen

  • 1. Op de parkeerovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.

  • 2. De gemeente kiest voor de uitvoering van de overeenkomst woonplaats aan de Raadhuislaan 106 te 3201 EL Spijkenisse.

  • 3. De in deze algemene voorwaarden genoemde tarieven zijn inclusief BTW.

Artikel 4.2 Wijziging algemene voorwaarden

  • 1. De gemeente behoudt zich het recht voor om deze algemene voorwaarden te wijzigen, onder meer voor de aanpassing van de in dit reglement genoemde tarieven.

  • 2. Een wijziging van de algemene voorwaarden zal worden bekendgemaakt in het gemeenteblad.

  • 3. Een houder van een parkeerbewijs heeft na de inwerkingtreding van een wijziging veertien dagen de gelegenheid de overeenkomst op te zeggen. Als hij hiervan geen gebruik maakt, dan wordt hij geacht in te stemmen met de wijziging.

Artikel 4.3 Intrekking oude regeling

De Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse worden ingetrokken.

Artikel 4.4 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt in het gemeenteblad geplaatst, en zij treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 4.5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 19 december 2017.

De secretaris

M.L.M. Weerts

De burgemeester

M. Salet

Bijlage 1 Kaart Mosterweg vrachtwagenparkeerterrein, verkeersborden

Kaart bij de Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse, genoemd in artikel 1.1, tweede lid, en in artikel 1.2, eerste lid, tek. nr. 17-30-2002