Regeling vervallen per 30-12-2020

Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent begrotingssubsidies Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant

Geldend van 30-05-2018 t/m 29-12-2020

Intitulé

Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent begrotingssubsidies Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de wens hebben om de verstrekking van begrotingssubsidies, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant op uniforme wijze te regelen, met name voor wat betreft de reservevorming en bevoorschotting;

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    begrotingssubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, van de Asv, die naar haar aard aangemerkt kan worden als een exploitatiesubsidie;

  • d.

    bestemmingsreserve: reserve in de zin van artikel 4:71, eerste lid onder g, van de Awb, waaraan het bestuur van een subsidieontvanger een beperktere bestedingsmogelijkheid heeft gegeven dan gezien de doelstelling van de subsidieontvanger zou zijn toegestaan;

  • e.

    egalisatiereserve: egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Awb;

  • f.

    exploitatiesubsidie: subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen, verleend voor een bepaald tijdvak, ten behoeve van de geheel of gedeeltelijke dekking van de exploitatie van een subsidieaanvrager.

  • g.

    [vervallen]

  • h.

    [vervallen]

  • i.

    [vervallen]

Artikel 2 Doelgroep

Gedeputeerde Staten passen deze beleidsregel toe op aanvragers van begrotingssubsidies die naar hun aard aangemerkt worden als een exploitatiesubsidie.

Artikel 3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten passen deze beleidsregel toe op begrotingssubsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Verplichtingen egalisatiereserve

  • 1 Bij de verlening van een begrotingssubsidie van € 125.000 en hoger bepalen Gedeputeerde Staten dat artikel 4:72 van de Awb wordt toegepast.

  • 2 Gedeputeerde Staten verbinden aan de beschikking tot verlening van een begrotingssubsidie van € 125.000 en hoger in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      de subsidieontvanger, die tevens activiteiten verricht die niet met provinciale middelen worden gefinancierd, houdt een administratie aan waarin vermogens van provinciale en andere herkomst afzonderlijk verantwoord worden;

    • b.

      de subsidieontvanger vormt een egalisatiereserve;

    • c.

      bij begrotingssubsidies tot € 250.000 bedraagt de egalisatiereserve, bedoeld onder b, ten hoogste € 25.000 van de verleende subsidie voor het desbetreffende boekjaar;

    • d.

      bij begrotingssubsidies van € 250.000 en hoger bedraagt de egalisatiereserve, bedoeld onder b, maximaal 10% van de verleende subsidie voor het desbetreffende boekjaar.

Artikel 5 Verplichtingen bestemmingsreserve

  • 1 Indien de subsidieaanvrager bij de aanvraag tot verlening van een begrotingssubsidie van € 125.000 en hoger toestemming vraagt voor een bestemmingsreserve, beoordelen Gedeputeerde Staten dit op grond van een beheers- en beleidsplan.

  • 2 Het beheers- en beleidsplan maakt onderdeel uit van de aanvraag voor een begrotingssubsidie.

  • 3 In de beschikking tot verlening van een begrotingssubsidie kunnen Gedeputeerde Staten met de gevraagde bestemmingsreserve instemmen.

  • 4 Indien Gedeputeerde Staten instemmen met de gevraagde bestemmingsreserve wordt in de beschikking tot verlening van de begrotingssubsidie opgenomen dat de met provinciale middelen gevormde bestemmingsreserve kan worden teruggevorderd indien:

    • a.

      de subsidiabele activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

    • b.

      de subsidieverlening of –vaststelling wordt ingetrokken;

    • c.

      de subsidierelatie wordt beëindigd;

    • d.

      de rechtspersoon die de begrotingssubsidie ontving wordt ontbonden.

Artikel 6 Bevoorschotting en betaling

  • 1 Gedeputeerde Staten verstrekken voor begrotingssubsidies van € 25.000 en hoger een voorschot op het verleende subsidiebedrag.

  • 2 Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 3 Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in vier gelijke termijnen in vier kwartalen, tenzij de liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger een andere verdeling noodzakelijk maakt.

Artikel 7 Overgangsrecht

[vervallen]

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 april 2013.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 19 maart 2013
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten