Regeling vervallen per 31-07-2019

Uitvoeringsregeling subsidie bedrijfsverplaatsing Groene Uitweg Noord-Holland 2016

Geldend van 05-04-2017 t/m 30-07-2019

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie bedrijfsverplaatsing Groene Uitweg Noord-Holland 2016

G edeputeerde S taten van Noord-Holland,

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie bedrijfsverplaatsing Groene Uitweg Noord-Holland 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijfsverplaatsing: verplaatsing van een bedrijf waarbij de bedrijfsactiviteiten op de oorspronkelijke locatie worden beëindigd;

  • b.

    landbouwbedrijf: eenheid die grond, gebouwen en voorzieningen omvat die voor primaire landbouwproductie worden gebruikt;

  • c.

    Landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L193/1);

  • d.

    MKB-onderneming: kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid van dendbouwvrijstellingsverordening;

  • e.

    MKB-verklaring: verklaring waarmee aanvrager verklaart een MKB-onderneming te zijn;

  • f.

    onderneming: entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd;

  • g.

    primaire landbouwproductie: productie van de in bijlage I bij het Verdrag betreffende de Europese Unie vermelde producten van de bodem en veehouderij die geen verdere bewerking hebben ondergaan die de aard van deze producten wijzigt.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan landbouwbedrijven.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de subsidie minder bedraagt dan € 5.000,- ;

  • b.

    de activiteit financieel niet haalbaar is;

  • c.

    de uitvoering van de activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen, als bedoeld in artikel 6 van dendbouwvrijstellingsverordening;

  • d.

    aanvrager een onderneming is die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Communautaire richtsnoeren inzake reddings -en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU, 2014/C 249/01);

  • e.

    tegen aanvrager een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt;

  • f.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd verband houdt met de uitvoer naar derde landen of andere lidstaten van de Europese Unie als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c, van de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • g.

    de aanvrager voor de gronden die worden achtergelaten vanwege de bedrijfsverplaatsing, een volledige schadeloosstelling ontvangt in het kader van onteigening, of;

  • h.

    aanvrager voor de bedrijfsverplaatsing subsidie kan aanvragen op grond van de Uitvoeringsregeling subsidie bedrijfsverplaatsing en kavelruil Natuur Netwerk Noord-Holland 2017.

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor bedrijfsverplaatsing.

  • 2.

    Om voor subsidie als bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      aanvrager is een MKB-onderneming;

    • b.

      de bedrijfsverplaatsing is gericht op het verplaatsen van een landbouwbedrijf;

    • c.

      het te verplaatsen bedrijf bevindt zich binnen het Groene Uitweggebied zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1, en;

    • d.

      de bedrijfsverplaatsing is gericht op verbetering van de agrarische structuur ten behoeve van kwaliteit van het landschap.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      voorbereidingskosten voor zover deze rechtstreeks en direct verbonden zijn met de subsidiabele activiteit;

    • b.

      kosten van het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties en faciliteiten;

    • c.

      kosten van modernisering van de voorzieningen als bedoeld in artikel 16, vierde lid van de Landbouwvrijstellingsverordening;

    • d.

      kosten van verhoging van productiecapaciteit van de voorzieningen als bedoeld in artikel 16, vierde lid van de Landbouwvrijstellingsverordening.

  • 2

    De kosten van modernisering, bedoeld in het eerste lid, onder c, worden berekend door waardestijging van de voorzieningen na de verplaatsing

  • 3.

    De kosten van verhoging van productiecapaciteit, bedoeld in het eerste lid onder d, worden berekend op de met die verhoging gepaard gaande uitgaven, waarbij de kosten van grond subsidiabel zijn tot maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten.

Artikel 6 Niet- subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten van aankoop van agrarische productierechten,

  • b.

    kosten van aankoop van dieren;

  • c.

    kosten van zaai- en pootgoed van jaarlijks gewassen, alsmede kosten voor het planten daarvan.

Artikel 7 Vereisten aanvraag

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    een begroting van de kosten van de activiteit;

  • b.

    een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

  • c.

    een inhoudelijke beschrijving van de activiteit, en;

  • d.

    een MKB-verklaring.

Artikel 8 Subsidiehoogte

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100 % van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a en b, tot een totaal maximum van €400.000,-.

  • 2.

    Onverminderd het totaal maximum, bedoeld in het eerste lid, wordt de subsidie vermeerderd met:

    • a.

      40% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c, indien sprake is van modernisering als bedoeld in artikel 16, vierde lid van de Landbouwvrijstellingsverordening;

    • b.

      40% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder d, indien sprake is van verhoging van de productiecapaciteit als bedoeld in artikel 16, vierde lid van de Landbouwvrijstellingsverordening.

  • 3.

    In afwijking van de voorgaande leden, wordt, indien reeds uit andere hoofde subsidie wordt verstrekt voor dezelfde subsidiabele kosten, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan op grond van artikel 16 van de Landbouwvrijstellingsverordening is toegestaan.

Artikel 9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen subsidieplafonds en de periode waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend, vast.

Artikel 10 Aanvraag- en beslistermijnen

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de periode, bedoeld in artikel 9.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 11 Verdeelcriteria

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt de dag waarop de aanvraag om subsidie volledig is als datum van ontvangst.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, dan wordt de aanvraag met het hoogste aantal hectares agrarische structuurverbetering als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 12 Vaststelling

  • 1. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

  • 2. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13 Slotbepaling

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de elfde dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze uitvoeringsregeling vervalt op 31 juli 2019.

  • 3. Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie bedrijfsverplaatsing Groene Uitweg Noord-Holland 2016.

Ondertekening

Haarlem, 1 november 2016.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

BIJLAGE 1

behorende bij de Uitvoeringsregeling subsidie bedrijfsverplaatsing Groene Uitweg Noord-Holland 2016

afbeelding binnen de regeling

TOELICHTING

bij de Uitvoeringsregeling subsidie bedrijfsverplaatsing Groene Uitweg Noord-Holland 2016

Algemeen

Doelstelling van deze regeling is de verbetering van de agrarische landbouwstructuur als drager van het landschap. Door een bedrijfsverplaatsing ontstaat ruimte voor structuurverbetering van de achterblijvende bedrijven.

Een bedrijfsverplaatsing gaat vaak samen met kavelruil waardoor de agrarische kavelstructuur verder verbetert. Voor kavelruil en verbetering van kavelstructuur binnen het Groene Uitweg gebied bestaat de Uitvoeringsregeling POP 3 subsidies Noord-Holland.

Juridisch kader

De regels van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011(Asn) zijn op deze uitvoeringsregeling van toepassing. De Asn is een kaderverordening en bevat procedurevoorschriften. Voorts passen Gedeputeerde Staten bij het verstrekken van subsidies de Aanwijzingen voor de subsidieverstrekking Noord-Holland toe .

Onderwerpen die zijn geregeld in de Awb en in of bij de Asn worden niet herhaald in de regeling, waaronder de verplichting tot het plaatsen van het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit. Dit laat onverlet de mogelijkheid andere verplichtingen op te nemen in de beschikking tot subsidieverlening, zoals verplichtingen met betrekking tot de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn gestart of zijn afgerond.

Europees recht

Bij subsidieregeling op grond van deze uitvoeringsregeling is sprake van staatssteun. De aanvragers zijn ondernemingen in de zin van het Europese recht en voor het overige wordt voldaan aan de criteria van staatssteun.

Ter rechtvaardiging van de staatssteun wordt in deze uitvoeringsregeling gebruik gemaakt van vrijstellingen uit de Landbouwvrijstellingsverordening. Artikel 16, steun voor investeringen in verband met de verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen, wordt toegepast voor paragraaf 2, bedrijfsverplaatsing. Voor zover mogelijk zijn de vereisten die in de Landbouwvrijstellingsverordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor de desbetreffende vrijstelling, vertaald en opgenomen in deze uitvoeringsregeling.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Vanwege leesbaarheid van de regeling is daar waar begripsbepalingen uit de Landbouwvrijstellingsverordening zijn overgenomen, soms gekozen voor citeren van de Landbouwvrijstellingsverordening in plaats van alleen aanhalen en verwijzen.

Onder e. MKB- verklaring

Met de verklaring, verklaart aanvrager te voldoen aan de vereisten in artikel 2, tweede lid en bijlage I van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Onder g. primaire landbouwproductie

De begripsbepalingen uit de Landbouwvrijstellingsverordening worden overgenomen. Vanwege leesbaarheid van de regeling is gekozen voor het citeren uit de Landbouwvrijstellingsverordening in plaats van verwijzing naar artikel 2, onderdeel 5 van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 2 Doelgroep

Deze doelgroep laat onverlet dat andere organisaties als gemachtigde op kunnen treden.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Dit artikel bevat alle weigeringsgronden voor bedrijfsverplaatsing.

Omdat voor de rechtvaardiging van staatssteun, gebruik wordt gemaakt van artikel 16 van de Landbouwvrijstellingsverordening, is bij de weigeringsgronden inzichtelijk gemaakt dat de weigeringsgronden uit het algemene deel van de Landbouwvrijstellingsverordening zijn overgenomen.

Onder d. financiële moeilijkheden

Artikel 1, zesde lid van de Landbouwvrijstellingsverordening bepaalt dat de Landbouwvrijstellingsverordening niet van toepassing is op ondernemingen in moeilijkheden.

Onder e. terugvorderingsbevel

Artikel 1, vijfde lid van de Landbouwvrijstellingsverordening bepaalt dat de Landbouwvrijstellingsverordening niet van toepassing is op ondernemingen waartegen een terugvorderingsbevel uitstaat.

Onder f. uitvoer

Artikel 1, vierde lid, onder c van de Landbouwvrijstellingsverordening bepaalt dat de Landbouwvrijstellingsverordening niet van toepassing is activiteiten die verband houden met uitvoer naar derde landen of lidstaten.

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

Eerste lid

De bedrijfsverplaatsing vangt aan met de daadwerkelijke verplaatsing

Tweede lid

De toets of voldaan wordt aan de vereisten vindt plaats naar de datum van indienen van de aanvraag.

Onder d.

Hiermee wordt voldaan aan het vereiste van artikel 16 van de Landbouwvrijstellingsverordening dat in de regeling tot uitdrukking moet worden gebracht welk doel van algemeen belang wordt nagestreefd.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Alleen de kosten die genoemd worden in artikel 16 derde tot en met vijfde lid van de Landbouwvrijstellingsverordening zijn subsidiabel. Andere kosten dan daar genoemd, kunnen niet als subsidiabele kosten worden opgenomen in de uitvoeringsregeling.

Onderdeel a.

Artikel 16, derde lid bepaalt dat de werkelijk gemaakte kosten van demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties en faciliteiten subsidiabel zijn. Dit betekent dat alle kosten die rechtstreeks en direct verbonden zijn met het demonteren, verhuizen en weer opbouwen subsidiabel zijn. Dit zijn niet alleen de kosten van de fysieke verplaatsing maar ook de kosten van de voorbereidingshandelingen. Deze kosten worden alleen gemaakt ten behoeve van de subsidiabele activiteit en zouden niet zijn gemaakt als geen bedrijfsverplaatsing zou hebben plaatsgevonden. Het betreft onder andere notariskosten, kadastrale kosten, kosten voor het opstellen van een financieel plan met een begroting, inclusief accountantsverklaringen.

Onderdeel b

Alleen de kosten die direct samenhangen met de verhuisbeweging worden gesubsidieerd. Het betreft ook de kosten die in dit kader voor advies, organisatie , administratie en toezicht gemaakt worden na de subsidieaanvraag.

Tot de kosten van het weer opbouwen van bestaande installaties en faciliteiten behoren onder andere de investeringen in de faciliteiten die bedoeld zijn voor agrarische productie op de nieuwe bedrijfslocatie zoals landbouwbedrijfsgebouwen als stallen en ruimtes voor mest en voederopslag. De in of aan het bedrijf gelegen woning en de inboedel uit die woning behoren niet tot de landbouwbedrijfsgebouwen mogelijk wel de aparte kantoorruimte in of aan de woning ten behoeve van de agrarische bedrijfsboekhouding en zakelijke transacties. De aanvrager dient dit gebruik aan te tonen bij de aanvraag.

Onder installaties wordt de apparatuur verstaan die nodig is om een bedrijf goed te laten werken, onder andere automatische mestschuiven in de stal, melkrobots en computerprogrammatuur voor voerafstelling en klimaatbeheersing.

Onderdelen c en d

In paragraaf 164 onder b, van de Richtsnoeren met betrekking tot staatssteun en landbouw is bepaald dat loutere vervanging van een bestaand gebouw of van bestaande voorzieningen door een nieuw, modern gebouw of nieuwe, moderne voorzieningen waarbij de betrokken productie of technologie niet fundamenteel wordt gewijzigd, niet met modernisering gepaard gaat.

Tweede lid

Een taxatie van de situatie voor modernisering en na modernisering ondersteunt de berekening van de kosten. De waardestijging van installaties of faciliteiten is te meten op basis van taxaties of de prijs van de verkooptransacties, indien deze lager uitvallen dan de taxatiewaarde. Indien de verkoop- transacties zijn afgerond, wordt de definitieve subsidie aan de hand van deze laatste waarde vastgesteld.

Derde lid

De beperking dat de kosten van verwerving van grond maximaal 10% is van de totale subsidiabele kosten past binnen de doelstelling van de uitvoeringsregeling, omdat hiermee ook een algemeen belang is gediend. Op eerste plaats betreft dit landbouwstructuurverbetering voor meerdere partijen. Ook is een bijkomend algemeen belang gediend met vergroting van de verkeersveiligheid in kleine kernen door afname van landbouwverkeer als gevolg van bedrijfsconcentratie en vaak bijkomende kavelruilen.

Artikel 6 Niet-subsidiabele kosten

Het uitsluiten van de kosten van aankoop van agrarische productierechte, dieren, zaai- en pootgoed van jaarlijkse gewassen alsmede het planten daarvan, is expliciet benoemd als niet subsidiabele kosten. Evenwel zijn deze reeds niet-subsidiabel omdat deze niet rechtstreeks en direct verbonden zijn met de subsidiabele activiteit.

Artikel 8 Subsidiehoogte

Eerste lid

Op grond van artikel 16 van de Landbouwvrijstellingsverordening is het maximumpercentage in algemene zin 100%. Het absoluut maximum van € 400.000 per aanvraag, past binnen de drempelbedragen van artikel 4, eerste lid, onder b van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Tweede lid

Voor modernisering of verhoging van productiecapaciteit geldt op grond van artikel 16, vierde lid van de Landbouwvrijstellingsverordening het maximum genoemd in artikel 14, 12e en 13e lid van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 13 Slotbepaling

Eerste lid

Op grond van artikel 9 van de Landbouwvrijstellingsverordening moet deze uitvoeringsregeling uiterlijk 10 dagen vóór de datum van inwerkingtreding aangemeld worden bij de Europese Commissie. Om te voldoen aan deze bepaling treedt de regeling pas in werking op de 11e dag na publicatie.