Regeling vervallen per 24-06-2021

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent de ambtelijke organisatie (Organisatieregeling Noord-Holland 2006)

Geldend van 01-01-2020 t/m 23-06-2021

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent de ambtelijke organisatie (Organisatieregeling Noord-Holland 2006)

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

overwegende dat de Verordening omtrent de ambtelijke organisatie van de provincie Noord-Holland, waarin regels zijn vastgelegd over de inrichting van de ambtelijke organisatie, aangepast dient te worden aan de Provinciewet zoals die luidt na inwerkingtreding van de Wet dualisering provinciebestuur;

overwegende dat de Verordening omtrent de ambtelijke organisatie van de provincie Noord-Holland aangepast dient te worden aan de gewijzigde organisatiestructuur in verband met de reorganisatie (GS 9 maart 2004);

gezien het Concerninrichtingsplan (GS 23 november 2004);

gelet op artikel 158, lid 1 onder c en artikel 100, lid 2 van de Provinciewet;

besluiten vast te stellen de navolgende regeling:

Organisatieregeling Noord-Holland 2006.

Besturingsfilosofie

Artikel 1

  • 1. De missie van de provincie Noord-Holland is het leveren van een concrete bijdrage aan de kwaliteit van de Noord-Hollandse samenleving op alle terreinen van de publieke dienstverlening.

  • 2. De inrichting van de ambtelijke organisatie heeft als doel de producten efficiënt en de organisatie slagvaardig te maken en beoogde maatschappelijke effecten te realiseren. Uitgangspunten:

    • a.

      Het realiseren van de producten staat centraal;

    • b.

      De scheiding tussen beleid en uitvoering is de basis van de hoofdstructuur;

    • c.

      Ten aanzien van managementverant- woordelijkheden en bevoegdheden geldt het ‘eye over eye principe’, hetgeen inhoudt dat bij een structuur met meer dan twee lagen de onderste managementlaag een uitvoerende verantwoordelijkheid heeft;

    • d.

      Het INK-model (INK: Instituut Nederlandse Kwaliteit) wordt, in opdracht van provinciale staten, in principe gehanteerd als hulpmiddel in het kader van een permanente verbetering vanbedrijfsvoering;

    • e.

      De Directie kan besluiten dat bepaalde activiteiten in de vorm van een programma of project worden uitgevoerd;

    • f.

      Verscheidenheid in de eenheid en eenheid in de verscheidenheid: binnen elke directie is een indeling gekozen die past bij het type werk en het type producten.

De provinciesecretaris als hoofd van de ambtelijke organisatie

Artikel 2

  • 1. De secretaris als bedoeld in de Provinciewet, voert de titel van provinciesecretaris van Noord-Holland.

  • 2. De provinciesecretaris is tevens algemeen Directeur en is belast met de leiding van de ambtelijke organisatie als geheel.

  • 3. Gedeputeerde staten wijzen de secretaris en zijn plaatsvervanger aan

  • 4. Waar hierna gesproken wordt over de provinciesecretaris wordt tevens zijn plaatsvervanger bedoeld.

Artikel 3

  • 1. De provinciesecretaris draagt zorg voor de bewaking van de integriteit binnen de ambtelijke organisatie.

  • 2. Gedeputeerde Staten gaan een arbeidsovereenkomst aan met, schorsen en ontslaan de directeuren op voordracht van de provinciesecretaris.

  • 3. De Directie bestaat uit de provinciesecretaris en de directeuren. De provinciesecretaris is voorzitter van de Directie en draagt zorg voor de samenwerking.

  • 4. In buitengewone omstandigheden neemt de provinciesecretaris, zo mogelijk in overleg met gedeputeerde staten, adequate maatregelen.

  • 5. De provinciesecretaris beslist, overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de Verordening ambtelijke bijstand Provinciale Staten van Noord- Holland 2003, over de inzet van ambtelijke bijstand.

Artikel 4

  • 1. De provinciesecretaris dient gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning gevraagd en ongevraagd van advies.

  • 2. De provinciesecretaris zorgt voor een gecoördineerde en tijdige advisering door de ambtelijke organisatie aan gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning. Hij ziet erop toe dat voorstellen zorgvuldig zijn voorbereid, van voldoende kwaliteit en besluitrijp zijn.

  • 3. De provinciesecretaris is bevoegd in het kader van de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden ten opzichte van gedeputeerde staten bij de aan gedeputeerde staten ondergeschikte ambtenaren inlichtingen in te winnen en hen aanwijzingen te geven.

Artikel 5

De provinciesecretaris draagt zorg voor een regelmatige en goede afstemming met de griffier.

Organisatie

Artikel 6

  • 1. De ambtelijke organisatie bestaat uit drie directies: een beleidsdirectie, een uitvoerende directie en een middelendirectie.

  • 2. De directies zijn onderverdeeld in sectoren en voorzover nodig in units.

  • 3. De Directie stelt de namen van de directies, sectoren en units vast.

  • 4.

    • a.

      Gedeputeerde staten zijn verantwoordelijk voor de wijzigingen in de hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie;

    • b.

      De provinciesecretaris besluit tot het maken van een wijziging binnen de hoofdstructuur, op voordracht van de directeur.

Management en verantwoordelijkheid

Artikel 7

  • 1. Aan het hoofd van een directie staat een directeur, aan het hoofd van een sector staat een sectormanager en aan het hoofd van een unit staat een unitmanager.

  • 2. De directeur stelt een vervangingsregeling ten behoeve van zijn directie vast.

  • 3. Iedere directeur geeft integraal leiding aan zijn directie en is verantwoordelijk voor het realiseren van door de bestuursorganen bepaalde doelstellingen en prestaties.

  • 4. Het concernbelang is leidend voor het handelen van elke directeur. De directeuren leggen aan de provinciesecretaris verantwoording af binnen de gestelde kaders.

Slotbepalingen

Artikel 8

Voorzover deze regeling niet voorziet in zaken met betrekking tot de ambtelijke organisatie of de ondersteuning van gedeputeerde staten treffen gedeputeerde staten de nodige voorzieningen op voorstel van de provinciesecretaris.

Artikel 9

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: de Organisatieregeling Noord-Holland 2006.

Ondertekening

Haarlem, 13 december 2005.
Gedeputeerde staten voornoemd,
H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.
H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris.

Toelichting bij de Organisatieregeling

 

De reorganisatie en de nieuwe besturingsfilosofie

In 2003 trad er een nieuw college aan. Dit college heeft de ambtelijke organisatie opgedragen “een slagvaardige en kwalitatief hoogwaardige organisatie te bouwen die in staat is (…) de uitvoering van het collegeprogramma te realiseren.” Deze organisatieregeling is een uitvloeisel van de reorganisatie en de nieuwe organisatiestructuur per 1 januari 2006.

De bijbehorende missie is in het eerste lid van artikel 1 van de Organisatieregeling opgenomen, zoals ook verwoord in het concerninrichtingsplan.

Het tweede lid noemt de uitgangspunten bij de inrichting van de ambtelijke organisatie met als doel efficiënte producten en een slagvaardige organisatie, waaronderhet “eye over eye- principe” en het INK-model (zie ook het Concern- inrichtingsplan).

Artikel 2 regelt de positie van de provinciesecretaris/algemeen directeur en zijn plaatsvervanger.

Artikel 3 noemt een aantal taken van de provinciesecretaris.

Tot op heden bestond er een separate Instructie voor de Griffier (lees: provinciesecretaris), deze instructie is nu geactualiseerd en geïncorporeerd in de Organisatieverordening.

Ingevolge het vierde lid neemt de provinciesecretaris ingeval van buitengewone omstandigheden, adequate maatregelen (een recent voorbeeld hiervan is de wateroverlast in het gebouw op het Houtplein). De provinciesecretaris doet dit “...zo mogelijk in overleg met gedeputeerde staten...” (lees: of de commissaris van de Koningin of een of meer gedeputeerden, af hankelijk van het feit wie er op dat moment bereikbaar is).

De provinciesecretaris beslist over de inzet van ambtelijke bijstand binnen de kaders van de Verordening ambtelijke bijstand Provinciale Staten van Noord-Holland 2003.

De provinciesecretaris zorgt er conform artikel 4 voor dat de voorstellen aan GS en de Commissaris van de Koningin zorgvuldig zijn voorbereid, van voldoende kwaliteit en besluitrijp zijn. Dit geldt voor alle voorstellen aan GS, inclusief de Voordrachten c.a. aan PS.

Van een afzonderlijke opdracht om de kwaliteit van de stukken voor PS te verzekeren is daarom afgezien.

Artikel 5 regelt dat de provinciesecretaris en de statengriffier regelmatig afstemmen met elkaar. De nieuwe hoofdstructuur – vier directies, een provinciesecretaris en vier directeuren – is een manier om de slagvaardigheid van de provincie centraal te stellen.

De indeling van de ambtelijke organisatie is weergegeven in artikel 6.

Het vierde lid onder a verwijst naar artikel 158, eerste lid en onder c, van de Provinciewet en is voor alle duidelijkheid in deze regeling opgenomen. In sub b is opgenomen dat de provinciesecretaris binnen de hoofdstructuur tot wijzigingen kan besluiten. Deze bepaling is opgenomen om de flexibiliteit te helpen waarborgen.

Het tweede lid van artikel 7 noemt ‘de bestuursorganen’; hieronder vallen het college van GS, de Commissaris van de Koningin en PS. De directeuren leggen ingevolge het derde lid aan de provinciesecretaris verantwoording af binnen de gestelde kaders.