Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2014

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2014.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. de begraafplaats

- de begraafplaats gelegen aan de Eperweg 22 in Nunspeet;

- de begraafplaats gelegen aan de Eperweg 51 in Nunspeet;

- de begraafplaats Nunspeet-West gelegen aan de Van Oordstraat 110;

- de begraafplaats gelegen aan de Uddelerweg 72 in Elspeet;

b. een eigen graf

- een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitslui-tend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

c. een algemeen graf

- een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

- eigen urnengraf

- een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitslui-tend recht is verleend tot:

d. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- eigen urnennis

- een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

e. een asbus

- een bus ter berging van as van een overledene;

- een urn

- een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

f. verstrooiingsplaats

- een plaats waarop as wordt verstrooid;

g. gedenkplaats

- een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

h. grafbedekking

- gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, of een gedenkteken op een gedenkplaats.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van daarop betrekking hebbende diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het:

a. lichten van een lijk, asbus of urn op rechterlijk gezag;

b. begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1 Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in bepaling 4.3 van de tabel is gelijk aan de periode waarover wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en -heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 Het onderhoudsrecht zoals bedoeld in de bepalingen 4.2 en 4.3 van de tarieventabel, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht zoals bedoeld onder bepaling 4.2 van de tabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de rechten in 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,--.

  • 4 Belastingbedragen van minder dan € 5,-- worden niet opgelegd.

Artikel 9 Termijn van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Verordening begraafrechten 2010' van 17 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening begraafrechten 2014'.

Ondertekening

Vastgesteld ter openbare vergadering
van 19 december 2014,
de griffier,                         de voorzitter,