Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening declaratiefonds gemeente Oisterwijk 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening declaratiefonds gemeente Oisterwijk 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: Participatiewet;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk;

    • c.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Oisterwijk;

    • d.

      Financiële tegemoetkoming: een bijdrage in de kosten voor sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten, die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken;

    • e.

      Inkomen: totaal van het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, en de algemene bijstand. Niet tot het inkomen wordt gerekend de individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de wet;

    • f.

      Geldende norm:

      • i.

        norm gehuwden: de norm zoals genoemd in artikel 21 sub b Participatiewet;

      • ii.

        norm alleenstaande ouder: 90% van de norm gehuwden;

      • iii.

        norm alleenstaanden: 70% van de norm gehuwden;

    • g.

      Vermogen: het vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de wet. Het vermogen in de eigen woning wordt hierbij buiten beschouwing gelaten;

    • h.

      Aanvraag: een aanvraag voor een financiële tegemoetkoming op basis van deze verordening, die ingediend wordt middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier;

    • i.

      Peildatum: datum waartegen een persoon een financiële tegemoetkoming op basis van het Declaratiefonds aanvraagt, voor zover deze datum niet ligt vóór de datum aanvraag;

    • j.

      Referteperiode: periode van 6 maanden voorafgaand aan de peildatum.

Artikel 2 Doel

Het doel van het Declaratiefonds is, door het verstrekken van een financiële tegemoetkoming voor sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten, voorkomen of doorbreken dat inwoners van de gemeente Oisterwijk met een laag inkomen in een sociaal-maatschappelijk isolement raken als gevolg van het om financiële redenen niet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    Voor een financiële tegemoetkoming komt in aanmerking de persoon van 18 jaar of ouder, die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de geldende norm, zoals opgenomen in artikel 1, onder f, van deze verordening, en geen in aanmerking te nemen vermogen, zoals opgenomen in artikel 1, onder g, van deze verordening, heeft.

  • 2.

    Bij het vaststellen van het vermogen wordt van het saldo op de lopende rekening een bedrag vrijgelaten in verband met lopende uitgaven ter hoogte van:

Gehuwden € 1850,00

Alleenstaande ouder € 1650,00

Alleenstaande van 23 jaar of ouder € 1300,00

Alleenstaande van 22 jaar € 1100,00

Alleenstaande van 21 jaar € 950,00

Alleenstaande van 18-21 jaar, uitwonend € 950,00

Alleenstaande van 18-21 jaar, thuiswonend € 350,00

3.De tegemoetkoming geldt voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden/samenwonenden en hun ten laste komende kind(eren) tot 18 jaar en geldt voor ieder gezinslid afzonderlijk.

Artikel 4 Uitsluitingen doelgroep

Van een financiële tegemoetkoming zijn de volgende categorieën inwoners uitgesloten:

  • a.

    studenten die een studie volgen waarvoor studiefinanciering op basis van de Wet Studiefinanciering 2000 mogelijk is;

  • b.

    vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel.

Artikel 5 Vergoedbare kosten

Voor declaratie komen in aanmerking de kosten die zijn gemaakt voor of in verband met sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten. Het college stelt hier nadere regels over vast.

Artikel 6 Hoogte financiële tegemoetkoming

De financiële tegemoetkoming op grond van deze regeling bedraagt maximaal voor:

kinderen: € 316,00 per kind per jaar;

aanvrager/partner: € 153,00 per persoon per jaar.

Artikel 7 Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager kan een financiële tegemoetkoming aanvragen voor zichzelf, zijn of haar partner en zijn of haar kind(eren).

  • 2.

    Op de aanvraag wordt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing genomen.

  • 3.

    De aanvraag kan gedaan worden t/m 31 december 2017.

Artikel 8 Procedure

  • 1.

    Een aanvraag kan eenmaal per 12 maanden en uiterlijk 31 december 2017 worden ingediend middels een door het college vastgesteld formulier. Wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt de aanvraag per peildatum toegekend.

  • 2.

    Na toekenning van de aanvraag wordt de financiële vergoeding aan aanvrager overgemaakt.

  • 3.

    Uitgave van de financiële vergoeding dient aan het einde van de periode waarover deze is toegekend verantwoord te worden door middel van een door het college vastgesteld declaratieformulier. Hierbij moeten bonnen/facturen worden bijgevoegd. Deze verantwoording wordt steekproefsgewijs gecontroleerd. Gedurende een controle moet de aanvrager/partner ten minste 50% van het uitgekeerde bedrag verantwoorden.

  • 4.

    Het college vordert het gedeelte van de toegekende en verstrekte vergoeding waarvoor in de controle geen declaraties zijn ingediend terug, met dien verstande dat het wel gedeclareerde bedrag zal worden verdubbeld en slechts het meerdere wordt teruggevorderd. Het college kan op grond van bijzondere omstandigheden van terugvordering afzien.

  • 5.

    Het college kan het op grond van lid 4 terug te vorderen bedrag verrekenen met de in een volgend jaar toegekende vergoeding. Verrekening van het Declaratiefonds 2017 is niet meer mogelijk in 2018, omdat de regeling vanaf 1 januari 2018 niet meer kan worden aangevraagd.

  • 6.

    De verantwoording van het declaratiefonds aangevraagd in 2017 loopt door tot en met 31 december 2018.

Artikel 9 Intrekking/wijziging

  • 1.

    Het college kan de beschikking tot het verlenen van een financiële tegemoetkoming intrekken of wijzigen indien;

    • a.

      De aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid;

    • b.

      De beschikking anderszins onjuist was en de ontvanger van de financiële tegemoetkoming dit wist of redelijkerwijs kon weten;

    • c.

      Uit controle achteraf blijkt dat er geen recht was op verstrekking van de financiële tegemoetkoming.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de financiële tegemoetkoming is verstrekt.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan afgeweken worden van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Intrekken oude verordening

De “Verordening declaratiefonds 2015” wordt met de inwerkingtreding van de “Verordening declaratiefonds 2017” ingetrokken. Besluiten genomen op grond van de Verordening Declaratiefonds 2015 worden gelijkgesteld met besluiten op basis van deze verordening.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Declaratiefonds 2017.

Toelichting

Algemeen

Het declaratiefonds is een maatwerkvoorziening op grond van de Gemeentewet. Mensen die deelnemen aan sociale, culturele, sportieve of educatieve activiteiten krijgen, binnen de door de gemeente gestelde kaders, de daadwerkelijke kosten van deelname aan genoemde activiteiten vergoed.

Met het declaratiefonds wordt beoogd dat mensen die leven van een minimuminkomen toch deel kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer door middel van lidmaatschappen, cursussen, et cetera. Dit kan een sociaal isolement voorkomen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepaling

Normbedragen

De ‘geldende norm’ verdient een toelichting. Per 1 januari 2015 is de kostendelersnorm ingevoerd. Hierdoor wordt de uitkering lager al naar gelang er meer volwassenen in dezelfde woning wonen. Als we het recht op een financiële tegemoetkoming koppelen aan de kostendelersnorm komen veel werkenden niet in aanmerking, omdat zij minimaal het wettelijk minimumloon verdienen en bij inwoning dus een hoger inkomen hebben dan de kostendelersnorm. Dit willen we voorkomen. Daarom koppelen we het recht op de financiële tegemoetkoming aan een percentage van de norm gehuwden voor respectievelijk gehuwden (100%), alleenstaande ouders (90%) en alleenstaanden (70%). Dit is dus bewust niet de toepasselijke bijstandsnorm.

Artikel 2 Doel

Onder deelname aan het maatschappelijk verkeer kunnen tal van activiteiten worden verstaan. Te denken valt onder meer aan het onderhouden van sociale contacten, contacten met lotgenoten en vrijetijdsbesteding zoals ontspanning, recreatie, het uitoefenen van hobby’s en het volgen van cursussen.

Artikel 3 Voorwaarden

Dit artikel beschrijft wie in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds.

Iemand kan pas aanspraak maken op de financiële tegemoetkoming als hij gedurende 6 maanden voorafgaand aan de peildatum, een inkomen heeft van maximaal 120% van de voor die persoon geldende norm.

Norm gehuwden: 100% norm gehuwden;

Norm alleenstaande ouder: 90% norm gehuwden;

Norm alleenstaande: 70% norm gehuwden.

Bij het vaststellen van het vermogen wordt, afhankelijk van leefvorm en leeftijd, een bedrag vrijgelaten in verband met lopende uitgaven.

Ieder gezinslid heeft afzonderlijk recht op een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds.

Artikel 4 Uitsluitingen doelgroep

Dit artikel beschrijft welke personen geen aanspraak kunnen maken op een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds. Het gaat om studenten die een beroep (kunnen) doen op de Wet Studiefinanciering 2000 en vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel.

Artikel 5 Vergoedbare kosten

Verschillende kostensoorten voor sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten komen voor vergoeding in aanmerking. Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen. Hierin zal ook richting worden gegeven aan de verschillende kostensoorten die voor vergoeding in aanmerking komen.

Artikel 8 Procedure

Een aanvraag kan eenmaal per 12 maanden worden ingediend, met uiterste datum 31 december 2017. De verantwoording vind na deze 12 maanden plaats. Dit gebeurd steekproefsgewijs.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

In onvoorziene, bijzondere omstandigheden kan afgeweken worden van het gestelde in deze verordening.