Regeling vervallen per 21-10-2020

Marktverordening gemeente Oisterwijk 2018

Geldend van 16-07-2019 t/m 20-10-2020

Intitulé

Marktverordening gemeente Oisterwijk 2018

De raad van de gemeente Oisterwijk;

• gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2018;

• gelet op de artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeente-wet;

• gezien het advies van de commissie IZ van 13 september 2018;

besluit:

Vast te stellen de:

Marktverordening gemeente Oisterwijk 2018

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden in de kernen Oisterwijk en Moerge-stel. Ze is niet van toepassing op andere markten dan de wekelijkse warenmarkten.

Artikel 2. Inrichtingsplan

1. Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

a. aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

b. aanduiding van de wijze waarop nieuwe vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verstrekt, waarbij het selectiestelsel van artikel 5 van toepassing is.

c. aanduiding van de wijze waarop dagplaatsvergunningen en standwerkvergunningen kunnen worden verstrekt, conform de artikelen 9 en 10.

d. locatie van de markt en de maximale frequentie dat de markt verplaatst mag wor-den.

e. een plattegrond van de markt;

2. Op de plattegrond zijn aangegeven:

a. de grenzen van de markt;

b. de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsver¬gunning;

c. voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-stand¬plaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

3. Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning ui-terlijk een uur na aanvang van de markttijd nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

4. Het inrichtingsplan is digitaal raadpleegbaar op overheid.nl en op oisterwijk.nl

Artikel 3. Vergunningen

1. Het is verboden op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning, dagplaatsvergun-ning of standwerkvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergun-ning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wet-houders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen voor individuele kooplieden en/of voor de gehele markt.

3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

4. Het is verboden op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wet-houders als standwerker op te treden. Onder standwerker wordt verstaan iemand die pu-bliek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

5. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

6. Vergunning als bedoeld in dit artikel kan enkel worden verleend aan een handelingsbe-kwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vaste-standplaatsvergunning heeft voor de betrokken markt.

Artikel 4. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 5. Selectiestelsel

1. Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehan-teerd voor de toekenning van vaste-standplaats¬vergunningen, geldt het volgende.

2. Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-stand¬plaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

3. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving in de plaatselijke weekkrant, op de website van de gemeente Oisterwijk en op overheid.nl.

4. Bij beoordeling van de aanvragen kent de marktcommissie punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal punten:

a. of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassor-timent vormt (20);

b. de uitstraling van de uitstalling (20);

c. het marktverleden van de gegadigde (20);

d. of bij de gegadigde sprake is van duurzaam ondernemen (20)

en legt deze beoordeling ter besluitvorming voor aan burgemeester en wethouders.

Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten en bij gelijke geschiktheid hebben personen op de wachtlijst/anciënniteitenlijst gedurende de overgangstermijn uit artikel 18 van deze verordening voorrang.

Artikel 6. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te ma-ken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burge-meester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreer¬de partner of an-dere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag worden over-geschreven op een door de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator voorgedragen gegadigde. In dat geval kunnen burgemeester en wethouders de overschrijving weigeren als voor de markt een selectiestelsel geldt en de gegadigde naar hun oordeel niet voor een vaste-standplaats¬vergunning in aanmerking komt gelet op de in artikel 5, vierde lid, ge-noemde factoren.

3. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aan-vraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-stand-plaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

6. Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 7. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

a. op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

b. twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 6.

2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

a. als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

b. als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

c. als van de vergunning gedurende ten minste 8 marktdagen op jaarbasis geen ge-bruik is gemaakt. Met uitzondering van de verplaatste markt in Oisterwijk en met uit-zondering van aantoonbare overmacht aan burgemeester en wethouders;

d. als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

3. In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewe-zen standplaats vervalt.

4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 8 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de ver-gunning voor de rest van de dag.

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen stand-plaats persoonlijk in of wijst hiervoor een aantoonbaar personeelslid aan.

2. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wet-houders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verorde-ning gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de -vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkers

Artikel 9. Dagplaatsvergunning

1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend:

- voor zover het inrichtingsplan dat mogelijk maakt, en

- op lege standplaatsen, en

- mits niet in dezelfde branche.

2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die op de marktdag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, vol-doen aan een eventueel van toepassing zijnd branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

a. zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

b. niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadig-den op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikel-soort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voor-rang.

5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 10. Standwerkvergunning

1. Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 9, tweede tot en met vijfde lid en als een gegadigde één artikel of artikelsoort wenst te verkopen dat al op de markt verkrijgbaar is. Er kan slechts één keer in de vier marktdagen een standwerkvergunning verleend worden.

2. Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelsoort.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 11. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 12. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 13. Markttijden in acht nemen

1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 2 uur voor de aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktter-rein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, be-houdens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 14. Markt schoonhouden

1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daar¬door niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

3. Indien een vergunninghouder niet voldoet aan het bepaalde in dit artikel kunnen de kos-ten op hem worden verhaald.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 15. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 16. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 17. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geld-boete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 18. Inwerkingtreding, intrekking oude verordening en overgangsrecht

1. Deze verordening treedt in werking 8 dagen na publicatie onder gelijktijdige intrekking van de marktverordening gemeente Oisterwijk 2007.

2. De krachtens de marktverordening gemeente Oisterwijk 2007 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.

3. Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de anciën-niteitslijst of de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden tot en met 31 december 2018.

4. Een krachtens de marktverordening gemeente Oisterwijk 2007 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Bur-gemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

5. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de marktverordening gemeente Oisterwijk 2007 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Oisterwijk 2018.

Toelichting

Artikel I: Marktverordening gemeente Oisterwijk 2018

Algemeen

Het doel van deze verordening is tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecre-eerd om markten te (her)organiseren zodat zij aantrekkelijk blijven voor zowel consu-menten als marktkooplieden. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en admini-stratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting (waarbij niet elk artikel een toelichting heeft)

Artikel 1. Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet (hier-na: Gemw) kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen in-stellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op der-gelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige

regelmaat plaatsvinden.

Het gaat om de volgende markten: weekmarkt in Oisterwijk en weekmarkt in Moergestel.

Samenloop met APV

De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Model-Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: Model-APV). Artikel 2:25 van de Model-APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals braderieën. Verder bevat hoofdstuk 5 van de Model-APV bepalingen over collecteren (af-deling 2), venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afde-ling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de Model-APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemw ingestelde markten.

Artikel 2. Inrichtingsplan

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen. In dit inrichtingsplan kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voor-zien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.

Artikel 3. Vergunningen

Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid).

Een standwerkvergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.

Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aan-gewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden en bepaalde evenementen.

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de be-perking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 6) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 6) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minder-jarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de ver-gunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 6) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Artikel 5. Selectiestelsel

In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste-standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. Of de verlening overeenkomstig het selectiestelsel plaatsvindt blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt. Er wordt o.a. getoetst op duurzaam ondernemen. Voor de markt bedoelen we daar bijvoorbeeld mee het reduceren van afval, het tegengaan van (voedsel)verspilling en het reduceren van verpakkingen en plastic tasjes.

Artikel 6. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsver¬gun¬ningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waar-onder dus de nader bepaalde individuele standplaats.

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

Het gevolg van lid 1 is dat als iemand anders dan de vergunninghouder de standplaats in-neemt, deze wordt weggestuurd van de markt. Uit het tweede lid volgt dat als er geen aanvraag ligt voor vervanging, vervanging dan ook niet is toegestaan.

Artikel 9. Dagplaatsvergunning

Lid 1. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen; zie artikel 7, vierde lid.

Het in aanmerking nemen van een langere termijn ex artikel 9, derde lid, betekent dat langer dan vier marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld.

Artikel 16. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoe-ring van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuurs-dwang op te leggen. Artikel 20 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunning-houder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtre-dingen van de marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zon-der voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan wor-den afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markveror-dening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 4 oktober 2018

De griffier,

……………………,

De burgemeester,

…………….