Destructieverordening

Geldend van 20-03-1995 t/m heden

Intitulé

DESTRUCTIEVERORDENING

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet:

    de Destructiewet;

  • b.

    aangifteplichtige:

    degene die als houder of eigenaar van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen;

  • c.

    destructiemateriaal:

    dode honden, dode katten en het krachtens artikel 2, tweede lid, van de wet aangewezen dierlijke afval.

Artikel 2

Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.

Artikel 3

De aangifteplichtige is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar de naastbijgelegen verzamelplaats en het daar aan te geven en af te staan.

Artikel 4

Tot het tijdstip van afgifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.

Artikel 5

De artikelen 3 en 4 vinden geen toepassing voor zover artikel 6 van het Destructiebesluit van toepassing is.

Artikel 6

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Destructieverordening.

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking (artikel 142 Gemeentewet).