Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Aanvrager staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) op het adres waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt gevraagd;

Aanvrager beschikt over een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart-bestuurder;

Aanvrager beschikt over een rijbewijs dat nog minimaal 6 maanden geldig is op de dag van aanvraag; 

De auto waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd staat op naam van aanvrager, tenzij het kenteken op naam van een leasemaatschappij of bedrijf staat. In dat geval is een verklaring van de kentekenhouder nodig dat de aanvrager de dagelijkse bestuurder is;

Aanvrager heeft binnen 100 meter van de woning geen mogelijkheid om op eigen terrein, erf of (parkeer)garage te parkeren. Een voor de aanvrager toegankelijk privéparkeerterrein of een privéterrein dat in te richten is voor een parkeerplek wordt voor de toepassing van dit artikel als eigen parkeergelegenheid beschouwd;

Er zijn geen (verkeers)technische bezwaren tegen aanleg van de parkeerplaats;

De verkeersveiligheid en bereikbaarheid komen door de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken niet in het geding.

Werkgever vraagt de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan voor de eigen werknemer;

Werknemer beschikt over een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart bestuurder;

Werknemer beschikt over een rijbewijs dat nog minimaal 6 maanden geldig is op de dag van aanvraag;

De auto waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd staat op naam van werknemer, tenzij het kenteken op naam van een leasemaatschappij of bedrijf staat. In dat geval is een verklaring van de kentekenhouder nodig dat de werknemer de dagelijkse bestuurder is;

Het bedrijf dat de aanvraag doet staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK) en is blijkens het uittreksel van de KvK gevestigd binnen de gemeente Purmerend;

Werkgever heeft binnen 100 meter van waar werknemer werkzaam is geen mogelijkheid om op eigen terrein, erf of (parkeer)garage te parkeren. Een voor de werknemer toegankelijk privéparkeerterrein of een privéterrein dat in te richten is voor een parkeerplek wordt voor de toepassing van dit artikel als eigen parkeergelegenheid beschouwd;

Werkgever levert een bewijs aan dat werknemer bij werkgever in dienst is;

Werknemer is werkzaam op het adres waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd; 

Er zijn geen (verkeers)technische bezwaren tegen aanleg van de parkeerplaats;

De verkeersveiligheid en bereikbaarheid komen door de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken niet in het geding;

De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt alleen afgegeven voor de werktijd van de werknemer; deze tijden worden vermeld op het onderbord. Buiten deze tijden kan iedereen op deze parkeerplaats parkeren.

Een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart bestuurder is voorwaarde voor het behouden van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. De houder van de gehandicaptenparkeerkaart dient zelf voor een tijdige aanvraag van een nieuwe kaart zorg te dragen;

Indien geen nieuwe gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven, bestaat er geen recht meer op de plaats en zal de aanwijzing van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden ingetrokken en de GPP op kenteken worden verwijderd;

Een geldig rijbewijs is voorwaarde voor het behouden van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Indien men niet langer in het bezit is van een geldig rijbewijs zal aanwijzing van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden ingetrokken en de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden verwijderd;

Indien degene aan wie de parkeerplaats was toegewezen verhuisd is, wordt de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken verwijderd;

Indien degene aan wie de parkeerplaats was toegewezen overleden is, wordt de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken verwijderd.

Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt.

De 'Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats op kenteken' zoals die door het college op 6 oktober 2020 zijn vastgesteld worden op de in lid 1 genoemde datum ingetrokken.