Regeling vervallen per 30-09-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Rijssen-Holten houdende regels omtrent de rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden (Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Rijssen-Holten 2018)

Geldend van 18-04-2018 t/m 29-09-2020 met terugwerkende kracht vanaf 29-03-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Rijssen-Holten houdende regels omtrent de rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden (Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Rijssen-Holten 2018)

De raad van de gemeente Rijssen-Holten

overwegingen:

•gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 januari 2018;

•gehoord de commissie ABZM van 29 januari 2018;

•gehoord het presidium van 12 maart 2018;

•gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 2, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit:

vast te stellen de 'Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Rijssen-Holten 2018'

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. commissie: commissie ingesteld door de gemeenteraad op grond van de artikelen 82 (raadscommissies), 83 (bestuurscommissies) of 84 (andere commissies dan op grond van artikel 82 en 83) van de Gemeentewet;

  • 2. commissielid: lid van een commissie, als bedoeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

Niet van toepassing.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1.

    Indien de raad, college of burgemeester of grond van artikel 83 en 84 van de Gemeentewet een bestuurs- of andere commissie instelt, wordt in de verordening tot instelling van de commissie de vergoeding van de leden geregeld. Hierbij kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid op grond van artikel een hogere vergoeding worden vastgesteld ten aanzien van:

    • a.

      een commissielid dat op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    • b.

      een commissielid ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

  • 1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in artikel 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 5 Scholing

  • 1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De maximale vergoeding van de scholing bedraagt € 500,- per jaar per persoon.

  • 4. De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 5. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 6 Computer en internetverbinding

  • 1. Aan raads- en commissieleden wordt geen computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Op aanvraag wordt voor de uitoefening van het raads- of commissielidmaatschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Voor de aanschafwaarde wordt uitgegaan van € 600,--. De tegemoetkoming bedraagt voor de duur van het raads- of commissielidmaatschap een vaste maandelijkse vergoeding gedurende 36 maanden, gebaseerd op 1/36e van de aanschafwaarde.

  • 3. Op aanvraag ontvangen raads- en commissieleden voor de duur van hun raads- of commissielidmaatschap € 10,-- per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het raads- of commissielidmaatschap.

  • 4. Een aanvraag om een tegemoetkoming als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier. De griffier beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 7 Collectieve verzekeringen

Niet van toepassing.

Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

HOOFDSTUK III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 9 Reiskosten woon-werkverkeer

Niet van toepassing.

Artikel 10 Zakelijke reis- en verblijfkosten

  • 1. Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 11 Dienstauto

  • 1. Wethouders kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

  • 2. De dienstauto zonder chauffeur kan door de wethouders ook worden gebruikt voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouders vervullen uit hoofde van het ambt.

  • 3. Als de wethouders voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaken van de dienstauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangen wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 12 Computer en internetverbinding

  • 1. Wethouders aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Op aanvraag ontvangen wethouders voor de duur van hun wethouderschap € 10,00 per maand ter vergoeding van de de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het wethouderschap.

  • 3. Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 13 Communicatieapparatuur

  • 1. Wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van bewijsstukken.

Artikel 14 Verhuis-, reis- en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 15 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

HOOFDSTUK IV De procedure van declaratie

Artikel 16 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 17 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling met een gemeentelijke creditcard

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden zo spoedig mogelijk na factuurdatum of betaling door

    • a.

      raads- en commissieleden ingediend bij de griffier

    • b.

      wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris.

Artikel 17a Gebruik creditcard

  • 1. Er is een gemeentelijke creditcard in bezit en beheer van de gemeentesecretaris voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen.

  • 2. De vergoeding van reis- en verblijfkosten in het buitenland kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.

  • 3. Verantwoording van de betaling met de creditcard vindt plaats door de gebruiker door toevoegen van bewijsstukken van gedane uitgaven aan het overzicht van inhouding door de creditcardmaatschappij. De betreffende budgethouder dient de uitgaven ter goedkeuring te accorderen.

  • 4. Verlies of diefstal van de creditcard wordt onverwijld gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt voor rekening van de gemeente, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels.

HOOFDSTUK V Slotbepalingen

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 29 maart 2018

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Rijssen-Holten 2018.

Ondertekening

besluit genomen in de vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 27 maart 2018.

G.H. Veerman, A.C. Hofland

Griffier, voorzitter