LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot onderverdeling en nadere uitwerking van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur

Geldend van 29-10-2014 t/m 23-01-2017

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot onderverdeling en nadere uitwerking van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur

HOOFDSTUK I: Taken

Artikel 1

Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur heeft ten minste de volgende algemene taken:

  • a.

    de voorbereiding van beleid met betrekking tot aangelegenheden welke het ministerie raken;

  • b.

    de voorbereiding van wet- en regelgeving met betrekking tot aangelegenheden welke het ministerie raken;

  • c.

    de coördinatie en uitvoering van hetgeen bij of krachtens wettelijke regeling aan het ministerie in het bijzonder is opgedragen of geacht moet worden daartoe te behoren;

  • d.

    de coördinatie en uitvoering van hetgeen krachtens medeondertekening valt onder de verantwoordelijkheid van de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het ministerie;

  • e.

    het monitoren, controleren en evalueren van het beleid en de uitvoering hiervan door de afdelingen en uitvoerende organisaties. In dit kader wordt gekeken naar de effectiviteit en efficiëntie van beleid.

Artikel 2

Onverminderd artikel 1 heeft het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur de volgende hoofdtaken:

  • a.

    de zorg voor stadsvernieuwing;

  • b.

    de zorg voor kwaliteit van het leefmilieu en de natuur;

  • c.

    de zorg voor ruimtelijke ontwikkeling in de ruimste zin des woords (volkshuisvesting, milieu, natuur, infrastructuur en planologie);

  • d.

    de zorg voor grondbeleid;

  • e.

    de zorg voor het onroerend goed van Sint Maarten en daarin de bestuursorganen te ondersteunen;

  • f.

    de zorg voor civieltechnische werken, openbare begraafplaatsen, openbare gebieden en straat- en verkeersmeubilair en straatverlichting;

  • g.

    de zorg voor aangelegenheden op het gebied van ondergrondse infrastructuur, afwateringsvoorzieningen, bouw-, utiliteits- en civieltechnische projecten en aanverwante projecten;

  • h.

    de zorg voor civiel- en bouwtechnische aangelegenheden;

  • i.

    de zorg op het gebied van ROV, milieu en natuur, domein en veiligheid, beheer en exploitatie van gronden, gebouwen en terreinen van Sint Maarten;

  • j.

    de zorg voor onderhoud aan gebouwen en civieltechnische werken van Sint Maarten;

  • k.

    de zorg voor effectief beleid op het gebied van vast en vloeibaar afval;

  • l.

    de zorg voor een effectieve huur- en grondbeleid;

  • m.

    de zorg voor het vertegenwoordigen van Sint Maarten op het gebied van VROMI lokaal en Internationaal;

  • n.

    de zorg voor het verlenen van huursubsidies en tegengaan van grondspeculaties;

  • o.

    de zorg voor territoriale wateren en bodemschatten;

  • p.

    het tegengaan van hinder die het klimaat verontreinigt;

  • q.

    de zorg voor de vertaling van de internationale verdragen in beleid op het gebied van VROMI voor Sint Maarten;

  • r.

    het adviseren en ondersteunen van de overheidsorganisatie in Koninkrijksverband inzake VROMI aangelegenheden.

HOOFDSTUK II: Onderverdeling

Artikel 3

  • 1. Er is een stafbureau ter ondersteuning van de secretaris-generaal.

  • 2. Onverminderd de algemene taak, genoemd in het eerste lid, is het stafbureau belast met de algemene aandachtsgebieden en programma’s die binnen het ministerie afdeling- of dienstoverstijgend zijn.

Artikel 4

Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur bestaat naast een stafbureau ter ondersteuning van de Secretaris-Generaal bij al diens taken en verantwoordelijkheden, uit de volgende afdelingen en uitvoerende organisaties:

  • a.

    afdelingen:

  • i.

    de afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur;

  • b.

    uitvoerende organisaties:

  • i.

    dienst Beheer;

  • ii.

    dienst Domeinbeheer;

  • iii.

    dienst Inspectie;

    iv. dienst Nieuwe Werken;

  • v.

    dienst Vergunningen.

Artikel 5

Het formatieplan, alsmede alle functiebeschrijvingen van het gehele ministerie worden beschreven in bijlage 1: Functieboek Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur, en vormen een integraal onderdeel van dit besluit.

Artikel 6

  • 1. Het hoofd van een afdeling is belast met de leiding van de afdeling en is de eerstverantwoordelijke voor het functioneren van de afdeling.

  • 2. Het afdelingshoofd neemt de uitvoering van deze taak de door de secretaris-generaal gegeven aanwijzingen in acht.

  • 3. Het afdelingshoofd rapporteert over de uitvoering van de dagelijkse managementtaken aan de secretaris-generaal.

  • 4. Het afdelingshoofd heeft voor wat betreft de totstandkoming van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering een informatieplicht ten aanzien van de secretaris-generaal.

  • 5. Het afdelingshoofd neemt kennis van alle inkomende stukken.

  • 6. Alle uitgaande adviezen worden door het afdelingshoofd ondertekend.

  • 7. Het afdelingshoofd brengt diens bevindingen, alsmede alle gewichtige voorvallen, de belangen van de afdeling betreffende ten spoedigste ter kennis van de secretaris-generaal.

  • 8. De secretaris-generaal wijst op aanbeveling van het afdelingshoofd een plaatsvervangend afdelingshoofd aan.

Artikel 7

  • 1. Het hoofd van een sectie is belast met en verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de sectie.

  • 2. Het sectiehoofd neemt bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, de aanwijzingen van het afdelingshoofd in acht.

  • 3. Het sectiehoofd is voor de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, verantwoording verschuldigd aan het afdelingshoofd.

  • 4. Het sectiehoofd neemt kennis van alle inkomende stukken de sectie betreffende.

  • 5. Alle uitgaande stukken van de sectie worden door het sectiehoofd ondertekend en ter accordering en ondertekening voorgelegd aan het afdelingshoofd.

  • 6. Het sectiehoofd brengt diens bevindingen, alsmede alle gewichtige voorvallen, de belangen van de sectie of afdeling betreffende ten spoedigste ter kennis van het afdelingshoofd.

Artikel 8

  • 1. Het afdelingshoofd draagt zorg voor het stafoverleg met de sectiehoofden en ziet toe op het doen plaatsvinden van werkoverleg binnen de secties.

  • 2. Het afdelingshoofd legt de Administratieve Organisatie voor de afdeling en de overige werkinstructies voor het personeel schriftelijk vast.

  • 3. Het afdelingshoofd brengt de Administratieve Organisatie en werkinstructies, als bedoeld onder lid 2, onverwijld ter kennis van de secretaris-generaal.

  • 4. Het afdelingshoofd ziet al dan niet door tussenkomst van het sectiehoofd op gepaste wijze toe op het gedrag en de wijze van dienstvervulling van het personeel werkzaam bij de afdeling.

Artikel 9

Het afdelingshoofd brengt jaarlijks vóór 15 januari schriftelijk verslag uit aan de secretaris-generaal betreffende de werkzaamheden die door de afdeling in het voorafgaande jaar zijn uitgevoerd en van andere vermeldenswaardige zaken die in aanmerking komen voor opneming in het jaarverslag van het ministerie.

Artikel 10

  • 1. Het diensthoofd van een uitvoerende organisatie is belast met de leiding van de dienst en is de eindverantwoordelijke voor het functioneren van de dienst.

  • 2. Het diensthoofd sluit jaarlijks een managementovereenkomst af met de secretaris-generaal waarin de kwaliteit en kwantiteit van de te leveren diensten worden vastgelegd alsmede de financiële en beleidskaders waarbinnen deze gerealiseerd moeten worden.

  • 3. Het diensthoofd neemt bij de uitvoering van deze taak de aanwijzingen en werkprocessen ten aanzien van financiën, personeel, facilitaire zaken en ICT in acht.

  • 4. Het diensthoofd neemt op basis van een overeenkomst ondersteunende diensten af van de Dienst Middelen en Ondersteuning (DMO) met betrekking tot: personeel en organisatie, automatisering, archief- en informatievoorziening en facilitaire zaken.

  • 5. De artikelen 7, 8 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing op uitvoerende diensten.

  • 6. Het diensthoofd verleent medewerking aan eventuele onderzoeken naar het functioneren van de dienst door een inspectiedienst of andere instanties voor de secretaris-generaal aangewezen.

HOOFDSTUK III: Doelstellingen en taken per afdeling of dienst

Artikel 11 Afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur

  • Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het ministerie is de afdeling verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het zorgdragen voor de planning van projecten gericht op stadsvernieuwing;

    • b.

      het bevorderen van een duurzame kwaliteit van het leefmilieu en de natuur;

    • c.

      het zorgdragen voor het ontwikkelen van programma’s en activiteiten gericht op het bevorderen van eigen woningbezit enerzijds en het opruimen van illegale bouwwerken anderzijds;

    • d.

      het ontwikkelen van een ruimtelijk ordeningsbeleid waarbij doelstellingen op het gebied van volkshuisvesting, milieu, infrastructuur en planologie worden geïntegreerd;

    • e.

      het entameren van programma’s gericht op voeren van een actief grondbeleid (met specifieke aandacht voor bijzondere gevallen);

    • f.

      het begeleiden en monitoren van publieke investeringen;

    • g.

      het behartigen en coördineren van de aangelegenheden op het gebied van de ruimtelijke ordening, de volkshuisvesting, het milieu- en natuurbeheer en het beheer van de openbare ruimte en voorzieningen alsmede de uitvoering van medebewindstaken ter zake;

    • h.

      het bevorderen van een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling;

    • i.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van tot de fysieke infrastructuur behorende voorzieningen;

    • j.

      het zorgdragen voor de planning van civieltechnische werken, openbare begraafplaatsen, openbare (groen) gebieden en straat- en verkeersmeubilair en straatverlichting;

    • k.

      het ontwikkelen van en adviseren over beleidskaders dan wel technische beleidskaders op het gebied van ondergrondse infrastructuur, afwateringsvoorzieningen, bouw-, utiliteits- en civieltechnische projecten en aanverwante projecten;

    • l.

      het waarborgen van beleid op het gebied van civiel- en bouwtechnische taakvelden;

    • m.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving met betrekking tot bouwveiligheid, bouwtechnische veiligheid, elektra- en bedrijfsveiligheid;

    • n.

      het houden van toezicht op de uitvoering van het beleid op het gebied van ROV, milieu en natuur, domein en veiligheid, beheer en exploitatie van gronden, gebouwen en terreinen van Sint Maarten;

    • o.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving op het gebied van milieubeheer en milieuverontreiniging en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • p.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving op het gebied van “waste management” en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • q.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake de volkshuisvesting alsmede het toezicht hiervan;

    • r.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake beheer en exploitatie van domeingronden en onroerende goederen van Sint Maarten alsmede het toezicht hiervan;

    • s.

      het zorgdragen voor het bedrijfseconomisch verantwoord aan- en verkopen van grond en opstallen;

    • t.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving van openbare stranden, kust- en binnenwateren alsmede het toezicht op de naleving van de uitvoering hiervan;

    • u.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake territoriale wateren en bodemschatten, en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • v.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving op het gebied van milieu- en natuurbescherming en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • w.

      het zorgdragen voor een effectief precariobeleid;

    • x.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake huur-, huursubsidie– en grondbeleid, en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • y.

      het vertegenwoordigen van Sint Maarten op het gebied van VROMI lokaal en internationaal;

    • z.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving voor het tegengaan van hinder.

Artikel 12 Dienst Nieuwe Werken enBeheer

  • 1. De algemene doelstellingen van de dienst zijn:

    • a.

      het inrichten en proactief beheren van het openbaar gebied teneinde de kwaliteit van het leefklimaat voor het publiek te waarborgen.

    • b.

      [vervallen]

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het aandragen van aandachtspunten voor beleid, wet- en regelgeving en het zorgdragen voor de uitvoering op het gebied van ondergrondse infrastructuur, afwateringsvoorzieningen, bouw-, utiliteits- en civieltechnische projecten en aanverwante projecten;

    • b.

      [vervallen]

    • c.

      [vervallen]

    • d.

      het zorgdragen voor het beheren en onderhoud van gebouwen, gronden, civieltechnische werken, openbare begraafplaatsen, openbare gebieden, straat- en verkeersmeubilair en straatverlichting en aanverwante werken en gebieden;

    • e.

      het bevorderen van de instandhouding van objecten van monumentale en historische waarde door onderhoudswerkzaamheden te verrichten;

    • f.

      het zorgdragen voor het beheren van gronden, water, gebouwen en terreinen van Sint Maarten;

    • g.

      het zorgdragen voor het onderhoud van openbare stranden, parken, accommodaties, kust- en binnenwateren;

    • h.

      het zorgdragen voor het beheren, inzamelen en verwerken van afvalwater;

    • i.

      het zorgdragen voor afvalbeheer, afvalinzameling en de afvalverwerking;

    • j.

      [vervallen]

    • k.

      [vervallen]

    • l.

      het zorgdragen voor milieu- en natuurbeheer beleid.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 13 Dienst Domeinbeheer

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is het zorgdragen voor de dienstverlening aan interne en externe klanten door het bieden van directe, heldere en accurate informatie en het afhandelen van alle aspecten van het grondbeleid en onroerende goederen.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken;

    • a.

      het zorgdragen voor een optimaal toewijzing en beheren van domeingronden, water en onroerende goederen van Sint Maarten;

    • b.

      het zorgdragen voor beheer en exploitatie van openbare gronden en wateren;

    • c.

      het voeren van het beheer over het onroerend goed (in gebruik zijnde bezittingen) van Sint Maarten en daarin de bestuursorganen te ondersteunen;

    • d.

      het bedrijfseconomisch verantwoord aan- en verkopen van grond en opstallen.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 14 Dienst Inspectie

  • 1. De algemene doestelling van de dienst is: het controleren van domeinen, bouw, (openbare) terreinen, milieu en bedrijfsveiligheid teneinde een milieuvriendelijke, gestructureerde en veilige woon en werkomgeving te waarborgen voor het publiek.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het effectief uitvoeren van een inspectiebeleid dat zich richt op de naleving van bouwbepalingen, milieuverordeningen, erfpachtvoorwaarden en bedrijfsveiligheidseisen:

    • i.

      het uitvoeren van domeininspectie;

    • ii.

      het uitvoeren van bouwinspectie;

    • iii.

      het uitvoeren van milieu-inspectie;

    • iv.

      het uitvoeren van bedrijfsveiligheidinspectie en veiligheid gedurende de bouw;

    • v.

      het uitvoeren van (marine) parken;

    • b.

      het uitvoeren van inspectietaken met betrekken tot openbare stranden, kust en binnenwateren;

    • c.

      het uitvoeren van inspectietaken met betrekking tot milieu- en natuurbeheer;

    • d.

      het uitvoeren van inspectietaken met betrekking tot objecten van monumentale en historische waarde;

    • e.

      het uitvoeren van inspectietaken op het gebied van “waste management”;

    • f.

      het uitvoeren van inspectietaken op het gebied van milieu- en natuurbescherming en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • g.

      het zorgdragen voor het naleven van het precario beleid;

    • h.

      het zorgdragen voor het naleven van ROV wetten/regelingen.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 14a Dienst Nieuwe Werken

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is het op een kwalitatief hoogwaardig niveau

    realiseren van uiteenlopende bouw, utiliteits- en civieltechnische projecten ten

    behoeve van Sint Maarten.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het aandragen van aandachtspunten voor beleid, wet- en regelgeving en het mede waarborgen van beleid op het gebied van civiel- en bouwtechnische taakvelden;

    • b.

      het initiëren, voorbereiden, uitvoeren en overdragen van bouw-, utiliteits- en civieltechnische (verbeterings)projecten en aanverwante projecten;

    • c.

      het zorg dragen voor nieuwbouw en verbouw van gebouwen en installaties in het bezit van Sint Maarten;

    • d.

      het zorg dragen voor de uitvoering en coördinatie van projecten gericht op stadvernieuwing.

Artikel 15 Dienst Vergunningen

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is: het op een professionele, efficiënte en klantvriendelijke wijze uitvoeren van regelgeving op het gebied van VROMI, en het doen van voorstellen voor verbetering.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het bieden van ondersteuning bij het uitvoeren van regelingen op het gebied van VROMI;

    • b.

      het zorgdragen voor een efficiënte verwerking van aanvragen voor vergunningen en toestemmingen en de vlotte afgifte van voorgenoemde;

    • c.

      het zorgdragen voor de correcte toepassing van de wet- en regelgeving bij de advisering;

    • d.

      het ontvangen en assisteren van klantengroepen;

    • e.

      het administreren van de loopgang van verzoeken/aanvragen;

    • f.

      het onderhouden van de (geautomatiseerde) administratie en uitvoeringsinstructies en –procedures;

    • g.

      het adviseren over aanvragen;

    • h.

      het verzamelen, ordenen en verwerken van gegevens ten behoeve van het jaarrapport;

    • i.

      het opmaken van rapportages;

    • j.

      het zorgdragen voor het opmaken van inningopdrachten voor vergunningen of toestemmingen;

    • k.

      het zorg dragen voor het tot stand komen van straatnamen en huisnummers en de registratie

      hiervan.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

HOOFDSTUK IV: Slotbepalingen

Artikel 16

[vervallen]

Artikel 17

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur

Artikel 18

[regelt de inwerkingtreding]

Nota van toelichting AB 2013, no. 67

i244465.pdf [Klik hier om het document te downloaden]