Uitstallingen binnenstad Tilburg

Geldend van 12-09-2019 t/m heden

Intitulé

Uitstallingen binnenstad Tilburg

Collegebesluit van 18 mei 2019

Het college stemt in met de volgende aanpassingen van de beleidsregels uitstallingen als uitwerking van artikel 13 lid 11 sub c APV:

o Willem II straat en Telefoonstraat uit het verbodsgebied halen;

o Stoepborden, ballonobjecten en straatbekleding in kernwinkelstraten en gebied tussen kernwinkelstraten en cityring (dwaalgebied) verbieden;

o In kernwinkelstraten het plaatsen van een stoel/bank, plantenbak of uitstalling (bv een wijnton) toe te staan met restricties aan de afmeting;

o In kernwinkelstraten koopwaar zijnde bloemen en planten toe te staan. Andere koopwaar verbieden.

o Een en ander zoals verwoord in de als bijlage 1 bijgevoegde 'Algemene regels zonneschermen en uitstallingen op grond van artikel 13 APV' en de daarbij behorende kaarten;

Bijlage 1

Algemene regels zonneschermen en uitstallingen op grond van artikel 13 APV

Algemene regels o.g.v. van artikel 13 lid 11 sub c APV over het gebruik van de weg voor zonneschermen en uitstallingen.

Artikel 1 Begripsbepaling

Uitstalling: een verplaatsbaar en niet permanent verankerd object wat direct voor de gevel van een pand op straat wordt geplaatst met als doel om de aandacht te vestigen op de winkel die in dat pand gevestigd is. Hier wordt niet onder verstaan - hierop ziet dit document ook niet – uithangborden of reclame dat is vastgehecht aan het pand (daarvoor is een Omgevingsvergunning noodzakelijk).

Een uitstalling is onder andere (niet limitatief):

- Stoepbord of aanverwant

- Koopwaar: bv rek met kleding

- Planten-/bloemenbak

- Bank/stoel (geen horeca)

- Vlag: bv staande vlag

- Ballonobject: bv ballonboog, ballonpilaar

- Speeltoestel voor kinderen

- Bedekking van bestrating: bv rode loper

- Overige objecten die al dan niet winkel gerelateerd zijn (bv een wijnton).

Centrumgebied - kernwinkelstraten: het gebied zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1.

Centrumgebied - tussen kernwinkelstraten en cityring (beide zijden): het gebied zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1.

Winkelgebieden: winkels in buurt- en wijkwinkelcentra en binnenstedelijke winkelstraten.

Overige gebieden: gebieden voorzover niet eerder genoemd.

Winkel: winkel als bedoeld in de Winkeltijdenwet en dienstverlenende bedrijven, zoals reisbureaus en afhaalzaken zoals pizzeria's en snackbars (zonder exploitatievergunning).

Artikel 2 Zonneschermen

Indien een zonnescherm wordt geplaatst tegen een (voor)gevel die aansluit op openbaar terrein, dient de onderzijde van het scherm te zijn aangebracht minimaal 4,20 meter boven de weg indien het betreffende gedeelte van de weg mag worden gebruikt voor motorvoertuigen, motoren, fietsen en bromfietsen e.d.. Die minimale afstand bedraagt 2,20 meter indien het betreffende gedeelte van de weg alleen door voetgangers mag worden gebruikt. In dit laatste geval dient de afstand tussen de voorzijde van het scherm en de zijkant van de weg minimaal 0,50 meter te bedragen.

1. Zonneschermen mogen geen overlast of hinder veroorzaken voor weggebruikers en omwonenden.

2. Zonneschermen mogen het uitzicht niet zodanig belemmeren dat daardoor de verkeersveiligheid in gevaar komt.

3. In voetgangersgebieden dient tijdens de uren dat er bevoorrading plaatsvindt het scherm te worden ingedraaid.  

4. Het zonnescherm dient stevig aan de gevel bevestigd te zijn en in goede staat te worden gehouden.

5. Omdat zonneschermen het gewenste straatbeeld kunnen verstoren is het algemene uitgangspunt de gevels gelegen binnen de beschermde stadsgezichten (Welstandsniveau 1) zo veel mogelijk vrij te houden van toegevoegde vergunningplichtige zonneschermen. Het horecaconcentratiegebied vormt hierin een uitzondering en in overige gevallen zal per pand beoordeeld worden of afgeweken kan worden van het algemene uitgangspunt.

Artikel 3 Uitstallingen - algemene voorwaarden

Voor alle uitstallingen in alle gebieden gelden de volgende voorwaarden:

1. Een uitstalling mag alleen voor de winkel tegen de gevel worden geplaatst.

2. Een uitstalling heeft een directe relatie met de eigen winkel.

3. Een uitstalling mag alleen tijdens de openingstijden van de winkel buiten staan.

4. De plaatsing van een uitstalling mag niet leiden tot overlast of hinder voor weggebruikers en omwonenden.

5. Een uitstalling mag niet leiden tot verkoop buiten de winkel.

Artikel 4 Uitstallingen - voorwaarden per gebied

I Centrumgebied - kernwinkelstraten

1. In het Centrumgebied - kernwinkelstraten zijn uitstallingen toegestaan, met uitzondering van koopwaar, stoepbord, ballonobject, bedekking van bestrating en staande vlag. Deze type uitstallingen zijn niet toegestaan. Een uitzondering is koopwaar in de vorm van bloemen of planten. Dit is wel toegestaan.

2. De diepte van een uitstalling mag maximaal 0,5 meter zijn en de hoogte maximaal 1,25 meter.

3. Een uitstalling is niet toegestaan indien er geen sprake is van een obstakelvrije doorloopruimte van minimaal 1,80 meter.

4. Reclameuitingen op uitstallingen zijn niet toegestaan

II Centrumgebied - tussen kernwinkelstraten en cityring (beide zijden)

1. In het Centrumgebied - tussen kernwinkelstraten en cityring - zijn uitstallingen toegestaan met uitzondering van stoepbord, ballonobject, bedekking van bestrating en staande vlag. Deze type uitstallingen zijn niet toegestaan.

2. Reclameuitingen op uitstallingen zijn niet toegestaan.

3. De regels zoals opgenomen onder III Winkelgebieden lid 3 tot en met 7 zijn van toepassing.

III Winkelgebieden

1. In winkelgebieden zijn uitstallingen toegestaan.

2. Er is maximaal één (1) stoepbord per winkel toegestaan. Bij hoekpanden geldt een maximum van twee stoepborden.

3. Een uitstalling is niet toegestaan indien er geen sprake is van een obstakelvrije doorloopruimte van minimaal 1,50 meter.  

4. De diepte van een uitstalling mag bij een trottoirbreedte van 3 meter of meer en in de voetgangersgebieden maximaal 1 meter zijn.

5. De diepte van een uitstalling mag maximaal 0,5 meter zijn bij een trottoirbreedte van 2 meter tot 3 meter.

6. Geen uitstallingen zijn toegestaan bij een trottoirbreedte van minder dan 2 meter.

7. De hoogte van de uitstalling mag maximaal 1,25 meter zijn.

IV Overige gebieden

De regels, zoals genoemd in sub III voor winkelgebieden zijn ook van toepassing voor overige gebieden met uitzondering van de volgende regels:

1. De obstakelvrije doorloopruimte in de overige gebieden dient minimaal 1,20 meter te zijn;

2. De maximale diepte van de uitstalling mag nooit meer zijn dan 1 meter.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Voor alle gevallen geldt de volgende hardheidsclausule: indien het vasthouden aan deze regels en normen naar het oordeel van de gemeente in een concreet geval leidt tot een niet-gerechtvaardigde hardheid en in dat geval de intentie van de regels en normen ook niet wordt geschaad, kan de gemeente van deze regels en normen afwijken.

afbeelding binnen de regeling