Regeling vervallen per 31-12-2022

Subsidieregeling gevelverbetering Tilburg 2019

Geldend van 05-02-2019 t/m 30-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 11-01-2019

Intitulé

Subsidieregeling gevelverbetering Tilburg 2019

Collegebesluit van 8 januari 2019 - 14

Besluit

Het college besluit

  • 1.

    Na raadpleging van de raad op 17 december 2018 de 'Subsidieregeling gevelverbetering Tilburg 2019' vast te stellen voor de periode 2019-2022, waarmee gebiedsgewijs wordt bijgedragen aan verbetering van omgevingskwaliteit.

  • 2.

    Voor het beoordelen, verlenen en vaststellen van de subsidie in het kader van de "Subsidieregeling gevelverbetering Tilburg 2019" een mandaat aan de algemeen directeur te verlenen. Ondermandaat is toegestaan.

Subsidieregeling gevelverbetering Tilburg 2019

Artikel 1 Karakter regeling

  • 1.

    Deze regeling is een regeling als bedoeld in artikel 2, lid 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg;

  • 2.

    De bepalingen uit de in artikel 1 eerste lid genoemde verordening zijn van toepassing, voor zover daar in deze regeling niet van wordt afgeweken.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gebied: een omgrensd terrein waarop deze gebiedsgerichte regeling van toepassing is. In artikel 3 wordt de reikwijdte aangegeven.

  • 2.

    Stadsgezicht: een door rijk of gemeente beschermd gebied op grond van Monumentenwet 1988, Erfgoedwet 2016, dan wel de Monumentenverordening Tilburg.

  • 3.

    Monument: een onroerende zaak die is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988/Erfgoedwet 2016, dan wel een onroerende zaak die is beschermd op grond van de Monumentenverordening Tilburg en gelegen is in het gebied. In het geval een monument meerdere adressen heeft, wordt het beschouwd als 1 monument.

  • 4.

    Cultuurhistorisch waardevol pand: een onroerende zaak welke als beeldbepalend en/of cultuurhistorisch waardevol pand of ensemble is aangeduid in een stadsgezicht en/of in een vigerend bestemmingsplan van het gebied.

  • 5.

    Indifferent pand: een onroerende zaak niet zijnde een rijksmonument, een gemeentelijk monument of een cultuurhistorisch waardevol pand in het gebied.

  • 6.

    Historisch object: een onroerende zaak zijnde een bouwwerk of ornament in het gebied dat staat in en zichtbaar is vanuit het publieke domein en welke niet valt onder bestaande instandhoudings- of onderhoudsprogramma's.

  • 7.

    Gevel: een wanddeel of -delen inclusief dakvlak van een onroerende zaak welke staat in en zichtbaar is vanuit het publieke domein.

  • 8.

    College: het college van B&W van de gemeente Tilburg.

  • 9.

    Aanvrager: natuurlijk persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op de in artikel 1, lid 3 t/m 7 bedoelde onroerende zaken en die een subsidie aanvraagt.

  • 10.

    Subsidiabele kosten: kosten van werkzaamheden die gemaakt worden om de boven bedoelde onroerende zaak op sobere en doelmatige wijze te verbeteren, te herstellen of te vernieuwen.

  • 11.

    Plan: een helder plan van aanpak met een omschrijving van de te verrichten werkzaamheden inclusief tekeningen en foto's die inzicht geven in de bestaande situatie, de gebreken en de gewenste situatie.

  • 12.

    Goedgekeurd plan: een plan dat is getoetst, vergund en voldoet aan redelijke eisen van welstand (Niveau 1) en/of geen schade toebrengt aan een monument; dan wel een plan met niet vergunningplichtige, maar niettemin voor de aanvraag getoetste en door de gemeente akkoord bevonden werkzaamheden.

  • 13.

    Gevelverbetering: bouwkundige en daaruit voortvloeiende esthetische maatregelen waarbij gebreken worden gerestaureerd of gerenoveerd en waarbij het gevelbeeld wordt vernieuwd, hersteld en/of gereconstrueerd op basis van een goedgekeurd plan.

  • 14.

    Restauratie: noodzakelijk herstel van waardevolle onderdelen van een gevel.

  • 15.

    Reconstructie: het op basis van historische documenten terugbrengen van een oorspronkelijke situatie welke past in het beeld van de gevel en het straatbeeld.

  • 16.

    Renovatie: noodzakelijke vernieuwing van onderdelen van een gevel welke passen in het beeld van de gevel en het straatbeeld.

  • 17.

    Redelijke eisen van welstand: conform de in de Welstandsnota 2017 van de gemeente Tilburg opgenomen richtlijnen dan wel een positief advies van de Omgevingscommissie.

  • 18.

    Monumententoets: toets om te beoordelen of het belang van de monumentenzorg wordt geschaad.

  • 19.

    Omgevingscommissie: de door de raad ingestelde commissie die de raad en het college adviseert over omgevingskwaliteit, redelijke eisen van welstand en monumentenzorg.

  • 20.

    Begroting: een kostenraming op basis van gespecificeerde offertes waaruit duidelijk blijkt welke werkzaamheden worden verricht en wat de geraamde kosten zijn.

  • 21.

    Verantwoording: een aan de aanvraag gerelateerd overzicht waarin eenduidig verantwoording wordt gegeven van de werkelijke gemaakte kosten op basis van de oorspronkelijke begroting en met overlegging van facturen en fotomateriaal welke de verbetering van de gevel tonen.

Artikel 3 Reikwijdte

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing voor de in de kaart opgenomen gebieden, te weten:

    • a.

      het rijksbeschermde stadsgezicht Goirkestraat/Wilhelminapark;

    • b.

      het rijksbeschermde stadsgezicht Stadskern Tilburg;

    • c.

      het gemeentelijk beschermde stadsgezicht Sint Josephstraat;

    • d.

      het in de Structuurvisie Linten opgenomen bedrijvige lint 'Korvel' met de Zomerstraat, Sint Annaplein, Lieve Vrouweplein, Korvelseweg, Korvelplein, Laarstraat en Oude Goirleseweg.

  • 2.

    Deze regeling is van toepassing op onroerende zaken zoals bedoeld in artikel 2, lid 3 t/m lid 7 en liggen in de in artikel 3, lid 1 genoemde gebieden.

  • 3.

    De subsidie heeft betrekking op de bouwkundige en daaruit voortvloeiende werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 lid 10 en artikel 4 met als doel de omgevingskwaliteit van het gebied of straatbeeld te verbeteren en verloedering tegen te gaan.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Onder subsidiabele kosten vallen aantoonbare kosten voor:

    • a.

      het op sobere en doelmatige wijze uitvoeren van bouwkundige werkzaamheden aan zichtbare delen van gevel en dak met als doel verbetering van de gevel.

    • b.

      het op sobere en doelmatige wijze uitvoeren van constructieve werkzaamheden aan gevel en dak met als doel verbetering van de gevel.

    • c.

      energiebesparende maatregelen mits deze zijn gekoppeld aan maatregelen voor gevelverbetering en voor zover deze niet op basis van een andere regeling zijn gesubsidieerd.

    • d.

      materiaalkosten inclusief specifieke extra kosten voor werk en materiaal die aantoonbaar hoger zijn dan wanneer reguliere materialen gebruikt worden onder de voorwaarde van een onderbouwing.

    • e.

      concrete posten (op basis van STABU-codering) welke zijn opgenomen in het digitale aanvraagformulier: stut- en sloopwerken (10); grondwerk (12); betonwerk (21); metselwerk (22); ruwbouwtimmerwerk (24); metaalconstructiewerk (25); kozijnen, ramen en deuren (30); dakbedekkingen (33); beglazing (34); natuur- en kunststeen (35); stukadoorswerk (40); schilderwerk (46); dakgoten en hemelwaterafvoeren (50);

    • f.

      een deel van de subsidiabele kosten voor het realiseren van de werkzaamheden zoals kosten voor bouwterrein steigers, afval, uitvoerderskosten of maatvoering;

    • g.

      een deel van de subsidiabele kosten voor bouwkundig advies en ontwerp.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen;

    • a.

      manuren van werkzaamheden die niet door een bedrijf worden uitgevoerd;

    • b.

      verrekenbare BTW;

    • c.

      legeskosten voor vergunningen

    • d.

      werkzaamheden en kosten waarvoor op basis van andere regelingen al subsidie is verleend.

Artikel 5 Subsidieplafond en hoogte van de subsidie

  • 1.

    Voor de in artikel 4 genoemde kosten is een subsidiebudget beschikbaar van maximaal € 900.000,-.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde budget geldt als subsidieplafond als bedoeld in artikel 4.22 Awb.

  • 3.

    Het subsidiebedrag bedraagt per aanvraag:

    • a.

      70% van de werkelijk gemaakte, subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 4, lid a t/m e;

    • b.

      25% van de totale, werkelijk gemaakte, subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 4, lid f, met een maximum van 10% van totale subsidiabele kosten;

    • c.

      25% van de totale, werkelijk gemaakte, subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 4, lid g, met een maximum van 20% van totale subsidiabele kosten.

  • 4.

    De maximale subsidie bedraagt:

    • i.

      voor monumenten: € 15.000,-;

    • ii.

      voor cultuurhistorisch waardevolle panden: € 9.000,-;

    • iii.

      voor indifferente panden en historische objecten: € 6.000,-.

Artikel 6 Subsidievoorwaarden (criteria)

  • 1.

    Subsidie wordt alleen verleend als aan de volgende criteria wordt voldaan:

    • a.

      De aanvrager is eigenaar van het (bij)gebouw of aan- of uitbouw waarop de subsidie van toepassing is.

    • b.

      Indien de aanvrager geen eigenaar is van het (bij)gebouw of de aan- of uitbouw waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via schriftelijke toestemming, zijn akkoord met aanvraag en voorgenomen werkzaamheden.

    • c.

      Het pand is gelegen in het gebied waarvoor deze regeling van toepassing is.

    • d.

      De werkzaamheden waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft zijn nog niet gestart.

    • e.

      Er is sprake van bouwkundige en eventueel daaraan gekoppelde esthetische verbeterpunten die zonder gevelverbetering de omgevingskwaliteit negatief beïnvloeden.

    • f.

      De voorgestelde werkzaamheden zijn sober en doelmatig om de in lid e genoemde punten daadwerkelijk te verbeteren.

    • g.

      De werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurd plan is zoals gedefinieerde in artikel 2, lid 11 en lid 12.

    • h.

      Bij wijziging van het gevelbeeld voldoet het plan aan de redelijke eisen van welstand en/of aan de richtlijn vanuit monumentenzorg dat de karakteristieken van het monument niet onevenredig worden aangetast.

    • i.

      Uit de aanvraag blijkt dat de beoogde werkzaamheden bij monumenten uitgevoerd worden door bij de Kamer van Koophandel ingeschreven bedrijven.

    • j.

      Het plan levert een bijdrage aan verbetering van de omgevingskwaliteit en past in het straatbeeld.

    • k.

      Een combinatie met een rijks-, provinciale of gemeentelijke regeling m.b.t. energiebesparing en/of verduurzaming is toegestaan.

    • l.

      De kosten van het plan bedragen minimaal € 5.000,-.

  • 2.

    De beoogde werkzaamheden dragen bij aan verbetering van het gevelbeeld.

  • 3.

    Het college kan advies inwinnen om te toetsen of een aanvraag aan de gestelde voorwaarden voldoet en de geraamde kosten realistisch zijn.

  • 4.

    Het college kan gemotiveerd afwijken van het bepaalde onder artikel 6, lid 1.

  • 5.

    Er wordt per pand slechts één keer subsidie verleend.

  • 6.

    De aanvrager gaat akkoord met de voorwaarden.

Artikel 7 Eisen aan de subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend door de eigenaar met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier voor 'Subsidie gevelverbetering Tilburg 2019' waarop is vermeld welke stukken moeten worden overlegd.

  • 2.

    De in de aanvraag opgenomen begroting dient te worden opgesteld door of gebaseerd te zijn op een bijgesloten gespecificeerde offerte van een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven bedrijf.

Artikel 8 Onvolledige aanvraag

  • 1.

    Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, verzoekt het college de aanvrager schriftelijk of per email deze aan te vullen binnen een termijn van vier weken, te rekenen vanaf de dagtekening van het verzoek van het college.

  • 2.

    Als een ingediende subsidieaanvraag nog niet volledig is , dan wordt het tijdstip van binnenkomst bepaald door de datum waarop de subsidieaanvraag wel volledig is.

  • 3.

    Het college besluit een aanvraag niet in behandeling te nemen, indien de in het eerste lid genoemde termijn is verstreken zonder dat de gevraagde aanvulling is ontvangen.

Artikel 9 Beoordeling aanvraag

  • 1.

    De aanvragen worden behandeld en getoetst in volgorde van binnenkomst.

  • 2.

    Het college kan advies aanvragen bij externe deskundigen.

  • 3.

    Het college beslist op de aanvraag voor een subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De aanvrager gaat akkoord met de voorwaarden.

  • 2.

    De aanvrager draagt zorg voor de noodzakelijke vergunningen.

  • 3.

    De start van de werkzaamheden wordt gemeld bij de gemeente.

  • 4.

    De werkzaamheden worden overeenkomstig de aanvraag en subsidieverlening uitgevoerd binnen 26 weken na het besluit tot subsidieverlening.

  • 5.

    Er kan een schriftelijk verzoek worden ingediend om deze termijn eenmalig met 13 weken te verlengen.

  • 6.

    De aanvrager draagt zorg voor een eenduidige verantwoording van de werkelijk gemaakte kosten gekoppeld aan de eerder ingediende kostenraming.

  • 7.

    Als de uiterste termijn voor indiening van de verantwoording is verstreken komt de subsidie automatisch te vervallen.

Artikel 11 Vaststellen van de subsidie

  • 1.

    Binnen 4 weken na afronding van de werkzaamheden dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend op het daartoe beschikbaar gestelde formulier, waarop is vermeld welke bijkomende stukken moeten worden bijgevoegd.

  • 3.

    In aanvulling op deze gegevens kan het college vragen om een nadere onderbouwing en verantwoording.

  • 4.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de verantwoording tot vaststelling.

  • 5.

    Betaling vindt plaats binnen 6 weken na de subsidievaststelling .

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan de bepalingen in deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en beëindiging

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 11 januari 2019 en eindigt op 31 december 2022.

Artikel 14 Citeertitel

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de 'Subsidieregeling gevelverbetering Tilburg 2019'.

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening