Verordening rechtspositie raadsleden en burgerraadsleden 2019

Geldend van 30-09-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening rechtspositie raadsleden en burgerraadsleden 2019

De raad van de gemeente Tilburg;

- gezien het voorstel van het presidium;

- gelet op de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

Besluit

1. De Verordening rechtspositie raadsleden en burgerraadsleden 2018 in te trekken.

2. De Verordening rechtspositie wethouders gemeente Tilburg 2017 intrekken.

3. De Verordening rechtspositie raadsleden en burgerraadsleden 2019 vast te stellen, luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder burgerraadslid: een door de raad als zodanig benoemd persoon.

Artikel 2 Reis- en verblijfskosten

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 van de Gemeentewet, worden aan raadsleden en burgerraadsleden vergoed:

  • a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b. bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt, alsmede parkeer- veer- en tolkosten;

  • c. de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfskosten.

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Als een raadslid of burgerraadslid een (tijdelijke) functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

Artikel 2 Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1.

    Aan een raadslid wordt jaarlijks een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, als bedoeld in artikel 3.1.1., lid 1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

Artikel 3 Informatievoorzieningen

  • 1.

    Het college stelt aan een raadslid en burgerraadslid, voor de duur van de uitoefening van zijn functie, informatievoorzieningen (in de vorm van een iPad) in bruikleen ter beschikking, met de daarbij behorende abonnementen.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op raadsleden en burgerraadsleden die op grond van artikel 5 van de Verordening rechtspositie raadsleden en burgerraadsleden 2018 een tegemoetkoming hebben ontvangen voor de aanschaf van computerapparatuur c.a. Voor hen blijft artikel 5 van de Verordening rechtspositie raadsleden en burgerraadsleden 2018 van kracht, gedurende de raadsperiode 2018 - 2022.

Artikel 4 Opleiding, vorming en training

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid of burgerraadslid aan opleiding, vorming en training (zoals cursussen, congressen, seminars en symposia) die in het gemeentebelang door of in opdracht van de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid of burgerraadslid dat wil deelnemen aan opleiding, vorming en training, anders dan bedoeld in lid 1, dient daartoe, door tussenkomst van de griffier, een gemotiveerde aanvraag in bij het presidium. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en kostenspecificatie.

  • 3.

    Het presidium kan een raadslid of burgerraadslid toestemming geven om op gemeentekosten een opleiding, vorming en training te volgen voor zover de hieruit voortvloeiende kosten in redelijkheid niet gedekt kunnen worden uit het fractiebudget op grond van de Verordening tegemoetkoming raadsfracties 2017. Het presidium kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • Het presidium kan de in dit lid genoemde bevoegdheid mandateren aan de griffier.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag van de afkondiging.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening rechtspositie raadsleden en burgerraadsleden 2019.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 april 2019.

de griffier,

de voorzitter,

Ondertekening