Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2020

Geldend van 24-12-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2020

De raad van de gemeente Tilburg;

- gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

- gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2011;

Besluit

vast te stellen de 'Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2020'.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    houder: degene op wiens naam het motorrijtuig, ten tijde van het parkeren in het kentekenregister bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Tilburg een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats, niet zijnde een parkeerapparatuur-plaats, die is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 al dan niet voorzien van een onderbord, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    vergunninghoudersplaats: een parkeerapparatuurplaats waarop het tevens is toegestaan om er met een vergunning te parkeren;

  • h.

    vergunning: een van gemeentewege verleende (parkeer)vergunning voor het parkeren op een parkeerapparatuur of belanghebbendenplaats;

  • i.

    belanghebbendenvergunning: vervallen;

  • j.

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

  • k.

    hulpverlenersvergunning: speciale vergunning ten behoeve van personen die werkzaam zijn als huisarts of verloskundige in een in Tilburg gevestigde praktijk danwel als hulpverlener bij een professionele zorg- of hulpverlenersinstelling zoals nader geregeld in de 'Beleidsregels parkeervergunningen Tilburg';

  • l.

    terreinvergunning: een parkeervergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen gelegen op één van de parkeerterreinen zoals opgenomen in de Beleidsregels parkeervergunningen Tilburg;

  • m.

    5-daags zakelijke vergunning: een parkeervergunning voor uitsluitend overdag op werkdagen ten behoeve van voertuigen die worden ingezet voor met het bedrijf verbonden activiteiten;

  • n.

    bezoekersApp: een parkeerrecht bestaande uit een digitale aanmelding van een kenteken in de centrale computer dat is verkregen via de 'BezoekersApp';

  • o.

    cityring: de ring rondom het stadscentrum van Tilburg, gevormd door de straten Spoorlaan, Heuvelring, Paleisring, Schouwburgring en Noordhoekring;

  • p.

    autodatevergunning: vergunning ten behoeve van aanbieders van deelauto's;

  • q.

    week-, of maandkaart: Een tijdelijke vergunning geldig voor een week of maand, waarmee op alle parkeerapparatuurplaatsen geparkeerd mag worden;

  • r.

    dagkaart: uit parkeerapparatuur, internet, belparkeren of via app verkregen parkeerrecht voor het parkeren voor de duur van een aaneengesloten periode van maximaal 24 uur voor het parkeren op een parkeerapparatuurplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

  • a.

    degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

  • b.

    zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

  • i.

    1e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

  • ii.

    2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door via het gebruik van een (stads)pas, een telefoon, webapplicatie of vergelijkbare producten, inloggen op de centrale computer;

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betalen

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door via het gebruik van een (stads)pas, een telefoon, webapplicatie of vergelijkbare producten inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald voorafgaand aan de verstrekking van de vergunning.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 3.

    De 'Verordening parkeerbelasting 2019' met bijbehorende tarieventabel van 8 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2020'.

De tarieventabel zoals bedoeld in artikel 4 van de Verordening parkeerbelastingen 2020

Hoofdstuk 1 Parkeerapparatuur plaatsen

1.1

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van deze verordening voor het parkeren op parkeerapparatuur plaatsen in onderstaande tariefzones bedraagt:

afbeelding binnen de regeling

*1. Het tarief van € 2,20 is alleen van toepassing ingeval een naheffingsaanslag parkeerbelasting wordt opgelegd. Het parkeertarief op straat betreft een dagkaart tarief van € 16,50.

1.2

De parkeerplaatsen gelegen aan de Besterdring, Besterdplein, NS-Plein en Korvelseweg vallen in tariefzone 3, waarbij de eerste 15 minuten parkeren gratis zijn (Stop&shop).

1.3

Een uitbreiding van een parkeerrayon valt onder tariefzone 3.

Hoofdstuk 2 Parkeervergunningen

2.1

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening voor het parkeren met een vergunning of kaart bedraagt:

afbeelding binnen de regeling

2.2

De bewonersvergunning en volledig zakelijke vergunning als bedoeld in hoofdstuk 2.1, met een toeslag van

€ 65,- per kwartaal, maakt het mogelijk om ieder willekeurig kenteken aan de vergunning te koppelen en/of onbeperkt het kenteken te wijzigen (voorheen betrof dit de 'vergunning op naam').

Hoofdstuk 3 Administratieve handelingen en restitutie

3.1

Bij opzegging van de vergunning wordt restitutie verleend over de volledige maand(en) die resteren na het moment van opzegging.

Hoofdstuk 4 Kosten naheffingsaanslag

4.1

De kosten van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a en b, van deze verordening bedragen € 54,- plus heffing van het geldende parkeertarief.

Kostprijs Naheffingsaanslag

afbeelding binnen de regeling

Tariefzonekaart Centrum en Stappegoor 2020

afbeelding binnen de regeling

Toelichting tariefzones Centrum en Stappegoor

Tariefzone 1

  • De straten gelegen binnen de Cityring (excl. parkeerterrein Noordhoekring);

  • De straten gelegen binnen de begrenzing van de volgende straten: Heuvelring, Spoorlaan, Professor Dondersstraat, Sint Josephstraat (t.h.v. huisnummer 107), Lanciersstraat (incl. deze straat), Piushaven, Koopvaardijstraat, Piusstraat en Piusplein (excl. parkeerterrein Schoenerstraat.

Tariefzone 2

  • Parkeerplaatsen gelegen aan de Cityring, inclusief het Mauritshof en de parkeerterreinen Louis Bouwmeesterplein, Noordhoekring en Spoorlaan Oost;

  • De straten: Anna Paulownahof, Bisschop Zwijsenstraat (ten noorden van Varkensmarkt), Gildebroedersstraat, Handbooghof, Kloosterstraat (ten oosten van Louis Bouwmeesterplein), Koningsplein, Koopvaardijstraat, Oude Dijk, Oude Kerkstraat, Piusplein (ten zuiden van Paleisring), Piusstraat (ten noorden van Stevenzandsestraat), Primus van Gilspark, Primus van Gilstraat, Sint Sebastiaanstraat, Stadstraat, Van Doorenstraat, Ververstraat, Vorstenhof, Zwijsenplein.

Tariefzone 3

Alle overige parkeerplaatsen die niet vallen onder tariefzone 1, 2, of 4, zoals opgenomen in het Aanwijzingsbesluit betaald parkeren.

Tariefzone 4

Gebied Stappegoor: Stappegoorweg (parkeerterrein voor Ireen Wüst IJsbaan) en Apennijnenweg.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 november 2019

de griffier,

de voorzitter,

Memorie van toelichting behorende bij de 'Verordening parkeerbelastingen 2020'

Verordening parkeerbelastingen

Artikel 1 Definities

In de definities zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd:

• De definitie voor 'belanghebbendenvergunning' is vervallen. De definitie voor 'vergunning' omvat zowel een parkeervergunning voor het parkeren op een vergunninghouderplaats en/of belanghebbendenplaats. Een belanghebbendenvergunning noemen we daarom ook een vergunning.

• De definitie voor het dagtarief is aangepast naar dagkaart. Een dagkaart maakt het vanaf heden mogelijk te parkeren voor een aaneengesloten periode van 24 uur en eindigt niet bij aflopen van de (aaneengesloten) reguleringstijd.

• De definitie voor autodatevergunning is aangepast. In de definitie was opgenomen dat met deze vergunning geparkeerd kon worden op parkeerplaats gereserveerd voor 'autodate'. De verwachting is dat in de nabije toekomst deelauto's niet altijd op dezelfde (belanghebbenden)parkeerplaats zullen parkeren, maar ook naar andere plaatsen mogen uitwijken.

Tarieventabel

Hoofdstuk 1

1.3

Expliciet is gemaakt dat ingeval een parkeerrayon wordt uitgebreid of toegevoegd, deze valt onder tariefzone 3.

Hoofdstuk 2

2.1

• De mantelzorgvergunning is toegevoegd aan de tarieventabel. Deze vergunning is bedoeld voor degene die mantelzorg uitvoert en is gekoppeld aan degene die mantelzorg ontvangt. Daarmee is het product vergelijkbaar met een bewonersvergunning (met toeslag). De vergunning wordt verstrekt voor het laagste bewonerstarief, maar ontbrak in de tarieventabel;

• De overige tarieven voor vergunningen worden ongewijzigd voorgezet.

Hoofdstuk 3

• Onderdeel 3.2 wordt 3.1 (3.1 was eerder vervallen)

Hoofdstuk 4

Het tarief voor de naheffingsaanslag parkeerbelasting bedraagt in 2020 € 54,00. (=excl. de kosten voor één uur parkeren). De werkelijke kosten blijkens de kostenberekening (zie bijlage Kostprijs naheffingsaanslag) bedraagt € 54,89 op basis van een gemiddelde over de ramingen van 2017 tot en met 2020.

Tariefzonekaart

• De uitbreiding van de parkeerregulering in de wijk St. Anna valt binnen tariefzone 3. Zoals opgenomen in de tarieventabel (hoofdstuk 1) is deze tariefzone tevens van toepassing in wijken waar de parkeerrayons worden uitgebreid.