Nadere regel Subsidie wijkcultuurhuis Merwedekanaalzone

Geldend van 05-02-2021 t/m heden

Intitulé

Nadere regel Subsidie wijkcultuurhuis Merwedekanaalzone

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

- gelet op artikel 156 lid 1 Gemeentewet;

- gelet op artikel 3 lid 2 van de ASV;

- gelet op het Coalitieakkoord Utrecht: ruimte voor iedereen;

- gelet op Sectoranalyse Amateurkunst, amateurkunsteducatie en cultuur in de wijken, januari 2018;

- gelet op de Cultuurvisie 2030 & Cultuurnota 2021-2024 Kunst kleurt de stad, het Adviesrapport adviescommissie Cultuurnota 2021-2024 en de Nota Subsidieverdeling Cultuurnota 2021-2024;

Besluit vast te stellen de nadere regel Subsidie wijkcultuurhuis Merwedekanaalzone.

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • a.

    Actieve cultuurparticipatie: het zelf beoefenen, maken of uitvoeren van kunstzinnige activiteiten in de vrije tijd;

  • b.

    Adviescommissie: een door het college van b en w ingestelde onafhankelijke commissie van externe deskundigen, die de aanvragen met betrekking tot het wijkcultuurhuis Merwedekanaalzone op integrale wijze inhoudelijk en financieel beoordeelt en het college van b en w adviseert over het wel of niet verlenen van een subsidie en de hoogte van het subsidiebedrag.

  • c.

    ASV: Algemene Subsidieverordening (ASV) gemeente Utrecht.

  • d.

    Culturele infrastructuur: het geheel van organisaties en voorzieningen die een bijdrage levert aan het culturele aanbod.

  • e.

    Meerjarenbeleidsplan: plan dat inzicht verschaft in de voorgenomen culturele activiteiten van een aanvrager voor de periode vanaf oplevering van het wijkcultuurhuis inclusief één volledige cultuurnota-periode, plus de daarbij behorende informatie over bedrijfsvoering, begroting en dekkingsplan.

  • f.

    Placemaking: vanuit het wijkcultuurhuis bijdragen aan het in goede banen leiden van de fysieke transformatie van het gebied en het faciliteren van het menselijke, gevoelsmatige en mentale transformatieproces.

  • g.

    Wijkgerichte cultuurprogrammering: het ontwikkelen, organiseren en faciliteren van kunstzinnig programma voor, met en door de wijk.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd is om een bijdrage te leveren aan de Utrechtse culturele infrastructuur, binnen het kader van het cultuurbeleid zoals opgenomen in de Cultuurvisie 2030 & Cultuurnota 2021-2024 ‘Kunst kleurt de stad’, en specifiek om invulling te geven aan een nieuwe te realiseren wijkcultuurhuis aan de zuidzijde van de stad, met als voorkeurslocatie de Merwedekanaalzone.

Utrecht wil een vitale en gezonde stad zijn en blijven, waar iedereen zijn of haar talenten kan ontwikkelen, bewoners zelfredzaam zijn, kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien, alle inwoners prettig kunnen wonen en zoveel mogelijk mee kunnen doen aan het ‘gewone’ leven. De gemeente zet in op wijken met een sterke sociale en culturele basis, waarbij de actieve cultuurparticipatie een belangrijk onderdeel vormt. De wijkcultuurhuizen zijn daarin belangrijke spelers.

Het wijkcultuurhuis is een laagdrempelige cultuurvoorziening in de wijk die werkt voor, door en met inwoners en partners uit de wijk en stad en waar mensen actief en passief kunnen deelnemen aan kunst en cultuur. Het is goed toegankelijk, welkom, uitnodigend, veilig en gastvrij. Het heeft een professionele organisatie die aanspreekpunt is, de sfeer bewaakt, zorgt voor goed contact met de wijk en een belangrijke bijdrage levert aan optimaal gebruik van het wijkcultuurhuis op alle dagen van de week. De staf bewaakt de artistieke kwaliteit en diversiteit en zorgt dat het programma aansluit bij de omgeving. Een participatieve aanpak waarbij in co-creatie met de omgeving programma wordt ontwikkeld en gemaakt, is kenmerkend. In het wijkcultuurhuis streeft men naar een maximaal haalbaar artistieke kwaliteit. Ook kunnen maatschappelijke doelen gediend worden. Samenwerking met verschillende domeinen binnen de samenleving lopen als vanzelfsprekend door elkaar heen en zijn met elkaar vervlochten. Het gaat dan naast kunst en cultuur ook om verbinding met domeinen als onderwijs, sport en welzijn.

De rol van het wijkcultuurhuis in de Merwedekanaalzone is:

  • Het betrekken van inwoners uit de wijk, bij zowel de ontwikkeling en exploitatie van de voorziening als de invulling en organisatie van het artistiek inhoudelijk programma. Hierbij kan een cultuurcoach een rol spelen.

  • Te zorgen en duurzaam te borgen dat de inwoners en organisaties elkaar kunnen vinden en ontmoeten en er ruimte en aandacht is voor diversiteit en inclusie.

  • Het bieden van ruimte voor beoefening van amateurkunst(educatie) en bewonersinitiatieven, eigen programmering alsook programmering van professioneel aanbod van andere Utrechtse culturele instellingen.

  • Onder professionele leiding ontwikkelen en uitvoeren van cultuuractiviteiten in diverse disciplines en mengvormen, passend bij de behoefte van bezoekers, deelnemers, organisaties en omgeving.

  • Het stimuleren, faciliteren en aangaan van verbindingen tussen en met culturele instellingen in de stad, met de nadruk op de direct omliggende buurten.

  • Spil zijn in de samenwerking tussen initiatieven en instellingen in de stad en wijk, uit het domein kunst en cultuur alsook uit andere domeinen als welzijn, sport en onderwijs.

  • Bijdragen aan de synergie tussen de maatschappelijke voorzieningen en het meervoudig ruimtegebruik in het gebied.

  • Bijdragen aan de versterking van de culturele infrastructuur en de leefbaarheid in de wijk.

De ontwikkeling en realisatie van het wijkcultuurhuis in de Merwedekanaalzone is onderdeel van een grootschalige gebiedsontwikkeling. Wijzigingen in de planvorming, planning, besluitvorming en realisatie van deze gebiedsontwikkeling kunnen dus effect hebben op de ontwikkeling, invulling en voortgang van het wijkcultuurhuis. Bovendien is de investeringsbeslissing over de realisatie van het wijkcultuurhuis nog niet definitief geautoriseerd; ook die beslissing vindt plaats op een later moment. Van de geselecteerde partij wordt verwacht dat deze zich hierin adaptief opstelt en meebeweegt. Indien de realisatie van het wijkcultuurhuis vertraagt of niet doorgaat, kan dit eveneens het vertragen of stopzetten van de subsidieverlening betekenen.

De Merwedekanaalzone is de voorkeurslocatie voor de realisatie van dit wijkcultuurhuis, maar op het moment van publicatie van deze nadere regel is deze locatie nog niet definitief vastgelegd. Wanneer onverhoopt geen positieve besluitvorming over de plannen in de Merwedekanaalzone plaatsvindt, kan het wijkcultuurhuis niet worden gerealiseerd in de Merwedekanaalzone en zullen we samen met de geselecteerde partij op zoek gaan naar een andere geschikte locatie voor een wijkcultuurhuis aan de zuidzijde van de stad.

In de huidige uitgangspunten voor het gebouw is een omvang van minimaal 1000 en maximaal 1500 vierkante meters opgenomen. Als kader bij het indienen van de aanvraag binnen deze nadere regel wordt een omvang van 1500 vierkante meters aangehouden. Indien deze omvang bijgesteld wordt naar een lager aantal vierkante meters, wordt de maximale subsidie voor programmering, exploitatie en beheer eveneens omlaag bijgesteld.

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager van subsidie

  • 1. De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2. De aanvrager heeft geen winstoogmerk met het geheel van haar activiteiten die het algemeen belang dienen. Winst uit commerciële taken van de aanvrager komt ten goede aan de kernactiviteit.

  • 3. De aanvrager heeft aantoonbare kennis van en ervaring met het realiseren van een cultuurgebouw alsook met wijkgerichte cultuurprogrammering en actieve cultuurparticipatie.

  • 4. De aanvrager is per direct na de subsidieverlening in staat tot en beschikbaar voor het fungeren als volwaardige gesprekspartner bij de ontwikkeling van het nieuw te bouwen wijkcultuurhuis, de daarbij horende placemaking in het gebied, het aangaan van verbinding met relevante partijen in de Merwedekanaalzone en omliggende wijken en zodra deze opgeleverd is de programmering, de exploitatie en het beheer van het wijkcultuurhuis.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

  • 1. Voor de periode waarin de inhoudelijke en ruimtelijke ontwikkeling van het wijkcultuurhuis plaatsvindt, zoals genoemd in artikel 5 eerste lid, is maximaal 30.000 euro per jaar beschikbaar.

  • 2. Voor de periode waarin de programmering, de exploitatie en het beheer van het wijkcultuurhuis plaatsvindt, zoals genoemd in artikel 5 tweede lid, is bij een omvang van 1500 vierkante meter gebouw maximaal 300.000 euro per jaar beschikbaar. In dit bedrag is de compensatie voor huurkosten niet inbegrepen (zie artikel 4 derde lid). De definitieve hoogte van het subsidieplafond wordt bepaald op basis van het definitieve aantal vierkante meters van het opgeleverde gebouw. Bij een lager aantal vierkante meter wordt dit subsidieplafond in evenredigheid verlaagd.

  • 3. Het verleende subsidiebedrag voor de programmering, de exploitatie en het beheer van het wijkcultuurhuis wordt verhoogd gelijk de omvang van het jaarlijkse huurbedrag dat u bij in gebruik name van het wijkcultuurhuis verschuldigd bent aan de Utrechtse Vastgoed Organisatie.

  • 4. Bij vaststelling van het definitief aantal vierkante meters ontvangen wij van u een aangepast activiteitenplan en begroting. Vanaf dit moment dient u jaarlijks vóór 1 oktober een activiteitenplan en begroting in voor het daaropvolgende jaar.

  • 5. Bovenstaande bedragen zijn een indicatie, het college van b en w stelt jaarlijks het daadwerkelijke subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van de nadere regel Subsidie wijkcultuurhuis Merwedekanaalzone subsidieert de gemeente Utrecht de volgende activiteiten:

  • 1. de (verdere) inhoudelijke en ruimtelijke ontwikkeling van het wijkcultuurhuis en placemaking in het gebied, waarbij omwonenden, gebruikers in het stadsdeel en culturele en andere partijen betrokken worden, gedurende de periode tot de oplevering van het wijkcultuurhuis; en

  • 2. de meerjarige programmering, exploitatie en beheer van het wijkcultuurhuis (de huurkosten buiten beschouwing gelaten), gedurende de periode vanaf de oplevering en start van de programmering van het wijkcultuurhuis tot en met het laatste jaar van de eerstvolgende volledige cultuurnota-periode.

  • Een aanvraag betreft beide subsidiabele activiteiten. Deze activiteiten kunnen niet afzonderlijk van elkaar aangevraagd worden.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

Aan de subsidieaanvraag wordt een aantal eisen gesteld. De inhoud van de subsidieaanvraag is gericht op zowel de ontwikkeling van het wijkcultuurhuis (zoals genoemd in artikel 5 eerste lid) als de programmering, de exploitatie en het beheer van het wijkcultuurhuis (zoals genoemd in artikel 5 tweede lid). Voor de gelijke beoordeling van de subsidieaanvragen, dient de aanvrager uit te gaan van het volgende kader voor diens subsidieaanvraag:

  • start van de inhoudelijke en ruimtelijke ontwikkeling van het wijkcultuurhuis per 1 augustus 2021,

  • oplevering van het wijkcultuurhuis en start van de programmering per 1 januari 2024,

  • programmering, exploitatie en beheer tot en met 31 december 2028,

  • een omvang van het gebouw van 1500 vierkante meter en het daarvoor opgestelde eerste programma van eisen,

  • en een locatie in het Merwedekanaalzone gebied, gelegen aan een levendig plein waar o.a. cultuur, retail en horeca plaatsvindt.

De subsidieaanvraag bestaat uit:

  • a.

    Een beknopt plan en een sluitende begroting voor de subsidiabele activiteit zoals genoemd in artikel 5 eerste lid. U geeft inzicht in uw kennis van en ervaring met het realiseren van een cultuurgebouw en in de manier waarop u in de periode tot de oplevering van het wijkcultuurhuis invulling geeft en bijdraagt aan de inhoudelijke en ruimtelijke ontwikkeling van de voorziening. Daarbij is aandacht voor het proces van placemaking in het gebied en het leggen van verbinding met en betrekken van omwonenden, gebruikers in het stadsdeel en culturele en andere partijen in de omliggende buurten.

  • b.

    Een meerjarenbeleidsplan die aansluit op de subsidiabele activiteiten en voor de periode zoals genoemd in artikel 5 tweede lid, met een gedetailleerde uitwerking voor het eerste programmajaar. Dit beleidsplan is inclusief een artistiek-inhoudelijk plan met aandacht voor de criteria en uitgangspunten zoals beschreven in deze nadere regel. Voor het indienen van de aanvraag is het kennis nemen van het functioneel programma van eisen een vereiste. Deze is opvraagbaar via subsidie@utrecht.nl. Het meerjarenbeleidsplan heeft in totaal maximaal 10.000 woorden en bestaat uit genummerde pagina’s.

  • c.

    Een ingevuld begrotingsformat ‘Subsidie wijkcultuurhuis Merwedekanaalzone’ als financiële vertaling van het meerjarenbeleidsplan. Het format bestaat uit een meerjarenbegroting inclusief toelichting op de diverse posten en een weergave van de personele organisatie. Het jaarverslag en de jaarrekening 2019 en het (concept) jaarverslag 2020 zijn als bijlage aan de aanvraag toegevoegd.

Artikel 7 Indiening subsidieaanvraag

Alle aanvragen moeten uiterlijk 3 mei 2021 om 17:00 uur worden ingediend bij het college van b en w. Dit kan uitsluitend digitaal via www.utrecht.nl/subsidie. Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Subsidieaanvragen die worden ingediend na 3 mei 2021 17:00 uur worden geweigerd.

Er is vooraf aan de indiendatum gelegenheid tot het stellen van vragen over deze nadere regel. Die kan de aanvrager digitaal toesturen aan subsidie@utrecht.nl. De antwoorden op algemeen relevante vragen worden binnen een redelijke termijn gepubliceerd op www.utrecht.nl.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

  • 1. De aan te vragen subsidie bedraagt maximaal 30.000 euro per jaar voor de verdere inhoudelijke en ruimtelijke ontwikkeling van het wijkcultuurhuis, zoals genoemd in artikel 5 eerste lid.

  • 2. De aan te vragen subsidie bedraagt maximaal 300.000 euro per jaar voor de programmering, exploitatie en beheer, zoals genoemd in artikel 5 tweede lid.

  • 3. Er wordt binnen deze nadere regel aan maximaal één aanvrager subsidie verleend.

  • 4. De subsidie wordt per jaar verstrekt.

Artikel 9 Beoordeling van de subsidieaanvraag

De aanvragen die tijdig en volledig zijn ontvangen worden op basis van de volgende criteria beoordeeld. Voor de beoordeling hanteert de adviescommissie beoordelingscriteria in lijn met de beoordelingscriteria zoals genoemd in de Cultuurnota 2021-2024 ‘Kunst kleurt de stad’, op onderdelen toegespitst op specifiek dit wijkcultuurhuis. De beoordelingscriteria zijn:

  • 1. Artistiek-inhoudelijke kwaliteit (10 punten)

  • Centraal staan de visie en missie van de organisatie en de concrete vertaling hiervan in een meerjarig activiteitenplan. Dit vormt de basis voor de beoordeling van de artistiek-inhoudelijke kwaliteit.

  • Waar het de artistieke output betreft, wordt de kwaliteit beoordeeld aan de hand van de (klassieke) kernbegrippen vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid.

    • Vakmanschap; op welke manier komen activiteiten en culturele uitingen tot stand en ligt daar vakmanschap aan ten grondslag?

    • Zeggingskracht; welke betekenis heeft het plan voor specifieke groepen?

    • Oorspronkelijkheid; is er sprake van authenticiteit en uniciteit van de culturele uitingen?

  • Voor de beoordeling wordt ook gekeken naar de kwaliteit en betekenis van de organisatie in bredere context. Specifiek voor het wijkcultuurhuis wordt gekeken naar:

    • De mate waarin de organisatie in staat zal zijn tot de inhoudelijke en ruimtelijke ontwikkeling van het wijkcultuurhuis, de placemaking en het aangaan van verbindingen met omwonenden en andere organisaties in de fase richting de oplevering alsook de programmering, exploitatie en het beheer.

    • De betekenis van de organisatie binnen het culturele veld en in het bijzonder het veld van de wijkgericht cultuurprogrammering en actieve cultuurparticipatie; hoe wordt de organisatie door vakgenoten in het veld gezien en welke rol speelt de organisatie binnen het lokale, landelijk en eventueel internationale veld?

    • De betekenis van de organisatie en diens activiteiten voor de cultuurdeelnemers en het (potentiele) publiek; wat is de visie op het creëren van een zo groot en divers mogelijk bereik en de visie op publiekswerking, -verbreding en -verdieping?

    • De samenwerking met relevante culturele partners en organisaties in andere domeinen; is hier sprake van binnen het eigen gebied, met de omliggende buurten en breder binnen de stad Utrecht?

    • Het draagvlak voor de culturele organisatie; zijn er relevante samenwerkingspartners (binnen en buiten de stad) en wat is de – te verwachten – belangstelling van deelnemers of publiek?

    • De visie van de organisatie op inclusie geformuleerd aan de hand van de (actuele) Code Diversiteit en Inclusie.

  • 2. Zakelijke kwaliteit (10 punten)

  • Centraal staat hierbij of en hoe de organisatie in staat is de activiteiten op professionele wijze te realiseren. Daarin spelen de volgende aspecten een rol:

    • De kwaliteit van bedrijfsvoering.

    • Een realistische raming van kosten en inkomsten.

    • Een sluitende begroting.

    • Een evenwichtige financieringsmix.

    • De risico- en beheerstrategie bij afwijkende exploitatie.

    • De verhouding tussen het gevraagde bedrag, de activiteiten en het verwachtte resultaat.

    • De marketing- en communicatiestrategie.

    • De toepassing van de Code Cultural Governance.

    • De toepassing van de Fair Practice Code volgens het principe pas toe en leg uit.

    • Een visie op duurzaamheid.

  • 3. Betekenis voor de stad (10 punten)

  • Concreet wordt in dit criterium getoetst in hoeverre een bijdrage wordt geleverd aan de pijlers voor het cultuurbeleid zoals die geformuleerd zijn in de Cultuurnota 2021-2024 ‘Kunst kleurt de stad’.

    • Pluriformiteit: Is er in het plan sprake van een visie op de positionering van het wijkcultuurhuis binnen Utrecht, in landelijk en eventueel internationaal perspectief en op de duurzame bijdrage die zij aan de culturele sector wil leveren?

    • Inclusie: Is er sprake van een integrale, duurzame visie op diversiteit en inclusie, vanuit het eigen artistieke en inhoudelijke profiel geformuleerd en passend bij de aard en werking van de organisatie?

    • Creatief vermogen: Is sprake van een visie op het gebied van (het faciliteren van) cultuureducatie, amateurkunstbeoefening en -educatie, talentontwikkeling en publiekswerking en is deze voldoende uitgewerkt?

    • Ontwikkelruimte: Is er sprake van het bieden van artistieke, fysieke of financiële ruimte aan de ontwikkeling van makers? Is sprake van een bijdrage aan internationale ontwikkeling? Wordt door (op termijn) eerlijke beloning te hanteren gewerkt aan de ontwikkeling van de eigen organisatie en sector?

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1. Alle aanvragen worden getoetst aan de formele vereisten zoals deze zijn opgenomen in de ASV en deze nadere regel.

  • 2. Het college van b en w stelt voor de beoordeling van de aanvragen een onafhankelijke adviescommissie van deskundigen in.

  • 3. Het college van b en w neemt een besluit op basis van het advies van de adviescommissie.

  • 4. Zoals toegelicht in artikel 9 worden bij de kwalitatieve toets punten toegekend waarbij de maximale totaalscore 30 punten is. De subsidieaanvraag die door de adviescommissie met het hoogst aantal punten wordt gewaardeerd en waarbij voor elk afzonderlijk criterium minimaal 60% van het maximaal te halen aantal punten is gescoord, krijgt de subsidie verleend.

  • 5. De adviescommissie adviseert het college van b en w binnen het subsidieplafond over de hoogte van het subsidiebedrag.

  • 6. De gemeente houdt de in de ASV vermelde beslistermijn van 13 weken aan.

Artikel 11 Voorwaarden aan de subsidieverlening

De subsidieverlening voor de programmering, exploitatie en beheer van het wijkcultuurhuis is onder voorbehoud van vaststelling van de programmabegroting door de gemeenteraad in het jaar voorafgaand aan de exploitatie van het wijkcultuurhuis.

Artikel 12 Monitoring en evaluatie

  • 1. Jaarlijks wordt op basis van een jaarverslag en jaarrekening, met goedkeurende accountantsverklaring, getoetst of de inzet bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen.

  • 2. Er vindt een tussentijdse visitatie van de instelling plaats conform de systematiek van de cultuurnota-periode.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze nadere regel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Er kan naar deze nadere regel worden verwezen als de nadere regel Subsidie wijkcultuurhuis Merwedekanaalzone.

Ondertekening

Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 2 februari 2021.

De secretaris, De burgemeester,

Gabrielle G.H.M. Haanen Sharon A.M. Dijksma