Regeling vervallen per 01-01-2018

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2016

Geldend van 01-04-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2016

Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;

bijeen in de vergadering d.d. 16 december 2015;

overwegende, dat:

  • a.

    het algemeen bestuur belast is met de uitoefening van bestuursbevoegdheden;

  • b.

    de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015 onder andere een nadere regeling bevat van de verdeling van de bevoegdheden van en tussen de organen van openbare lichamen op grond van deze wet;

  • c.

    het met het oog op een doelmatige besluitvorming en een vlotte afdoening van zaken gewenst is om nader te benoemen bevoegdheden over te dragen aan het dagelijks bestuur;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 12 november 2015;

gelet op de artikelen 33 en 33a van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de artikelen 10:13 tot en met 10:21 van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;

besluit:

vast te stellen het volgende delegatiebesluit:

Artikel 1 Delegatie

Aan het dagelijks bestuur zijn overgedragen de in het bij dit besluit behorende overzicht genoemde bevoegdheden.

Artikel 2 Algemene beperking

De overgedragen bevoegdheden kunnen slechts worden uitgeoefend voor zover ter zake, blijkens de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting, voldoende financiële middelen beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 3 Mandaat

  • 1. Het dagelijks bestuur kan de uitoefening van de in dit besluit overgedragen bevoegdheden onder het stellen van nadere regels opdragen aan door hem aan te wijzen ambtenaren.

  • 2. Mandatering dient gemeld te worden aan het algemeen bestuur.

Artikel 4 Intrekking

Het delegatiebesluit, vastgesteld door het algemeen bestuur op 20 maart 2013 en het delegatiebesluit, vastgesteld door het algemeen bestuur op 18 december 2013, worden ingetrokken.

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking, na bekendmaking, per 1 januari 2016.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Delegatiebesluit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2016’.

Ondertekening

Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland,
De voorzitter
drs. J.C.G.M. Berends
De bestuurssecretaris
mr. M. Assies
Apeldoorn, 16 december 2015

Overzicht van overgedragen bevoegdheden ex artikel 1 van het Delegatiebesluit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2016

I Wet veiligheidsregio’s

  • a.

    Het uitnodigen voor zienswijzen ten behoeve van de vaststelling van het regionaal risicoprofiel (artikel 15, vierde en vijfde lid);

  • b.

    Voorbereidingen in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3:4, met uitzondering van artikel 3:18 Algemene wet bestuursrecht) met betrekking tot het vaststellen van rampbestrijdingsplannen (artikel 17 jo artikel 6.1.4, eerste lid Besluit veiligheidsregio’s);

  • c.

    Het sluiten van een convenant met de korpschef en de hoofdofficier van justitie met het oog op de samenwerking bij branden, rampen en crises (artikel 19);

  • d.

    Het zorgdragen voor de inrichting van een uniforme informatie- en communicatievoorziening, daaronder begrepen het vaststellen van de informatiebehoefte en het vaststellen van kaders, standaarden en kwaliteitseisen met het oog op de informatie-uitwisseling binnen en tussen de in artikel 10, onder i, Wet veiligheidsregio’s bedoelde organisaties (artikel 22);

  • e.

    Het vaststellen van het kwaliteitszorgsysteem dat de veiligheidsregio hanteert (artikel 23);

  • f.

    Het aanwijzen van een inrichting als bedrijfsbrandweerplichtig (artikel 31 en Hoofdstuk 7 Besluit veiligheidsregio’s). Hiertoe behoort ook het na beoordeling afzien van het aanwijzen;

  • g.

    Het maken van schriftelijke afspraken met de Regionale Ambulancevoorziening en de in die regio werkzame instellingen, zorgaanbieders en diensten over de inzet van deze instellingen, zorgaanbieders en diensten bij de uitvoering van hun taak en op de voorbereiding daarop (artikel 33);

  • h.

    Het in overleg treden met een instelling of zorgaanbieder, indien de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening of de voorbereiding daarop naar het oordeel van het bestuur van de veiligheidsregio tekort schiet (artikel 34);

  • i.

    Het vaststellen van eisen waaraan de Regionale Ambulancevoorziening moet voldoen met betrekking tot de meldkamer voor de daadwerkelijke ambulancezorg (artikel 35, vierde lid);

  • j.

    Het bevelen dat een inrichting die behoort tot een krachtens artikel 17 aangewezen categorie niet in werking gesteld of gehouden wordt (artikel 48, tweede lid);

  • k.

    Het openbaar maken van gegevens (artikel 49, eerste lid);

  • l.

    Het aanwijzen van ambtenaren, die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de artikelen 30, 31 en 48 bepaalde (artikel 61);

  • m.

    De oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bij of krachtens artikel 31 bepaalde alsmede het bij of krachtens artikel 48 bepaalde ten aanzien van de krachtens artikel 17 aangewezen inrichtingen, tot welke bevoegdheid mede behoort het stilleggen of gedeeltelijk buiten werking stellen of verzegelen van de inrichting dan wel het verzegelen of verwijderen van hetgeen zich in de inrichting bevindt (artikel 63).

II Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2010

De wettelijke taken, zoals vermeld in artikel 10 van de Wet Veiligheidsregio's (artikel 4.)

III Wet openbaarheid van bestuur

a.Het beslissen op aan het algemeen bestuur gerichte verzoeken om informatie, inclusief het opschorten en verdagen, op grond van de artikelen 6 en 7 van de Wet openbaarheid van bestuur.

IV Wet bescherming persoonsgegevens

a.Het beslissen op verzoeken om informatie en het uitoefenen van de overige bevoegdheden als bedoeld bij of krachtens de Wet bescherming persoonsgegevens, die zijn gericht tot het algemeen bestuur.

V Wetboek van Strafvordering

a.Het doen van aangifte van een begaan strafbaar feit (artikel 160 – 166a).

Toelichting

De verdeling van de bestuursbevoegdheden van een openbaar lichaam dat bij gemeenschappelijke regeling is ingesteld is een zaak van de bestuursorganen algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter.

Het algemeen bestuur

Binnen de structuur van de Wet gemeenschappelijke regelingen berusten de bevoegdheden van het openbaar lichaam in beginsel bij het algemeen bestuur. Zo staat het algemeen bestuur aan het hoofd van het openbaar lichaam (artikel 12).

Het algemeen bestuur heeft de bevoegdheden:

  • a.

    die in de gemeenschappelijke regeling door de deelnemende gemeenten aan de veiligheidsregio worden overgedragen (artikel 33 WGR; i.c. zijn dat de bevoegdheden die voortkomen uit artikel 10 van de Wet veiligheidsregio’s);

  • b.

    die het algemeen bestuur niet mag overdragen (artikel 33a WGR: het vaststellen van de begroting en de jaarrekening; het heffen van rechten; het vaststellen van verordeningen);

  • c.

    uit andere wetten, met name de Wet veiligheidsregio’s (dit is attributie).

Het dagelijks bestuur

Met de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015 is een aantal bevoegdheden neergelegd bij het dagelijks bestuur (attributie; artikel 33b WGR):

  • a.

    het voeren van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam;

  • b.

    het voorbereiden en uitvoeren van besluiten van het algemeen bestuur;

  • c.

    het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie;

  • d.

    het benoemen, schorsen en ontslaan van ambtenaren;

  • e.

    het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen;

  • f.

    het voeren van rechtsgedingen

  • g.

    het nemen van conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Daarnaast kan het dagelijks bestuur bevoegdheden ontvangen van het algemeen bestuur (artikel 33a WGR).

Overdracht van bevoegdheden mag niet als de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Dat kan het geval zijn bij bevoegdheden die een kaderstellend karakter hebben. Dit geldt ook voor de vaststelling van de regionale planfiguren (beleidsplan, crisisplan, rampbestrijdingsplan).

Het algemeen bestuur kan beperkingen stellen in geval bevoegdheden worden overgedragen.

Het algemeen bestuur kan daarnaast beleidsregels vaststellen, waarin het aangeeft op welke manier de bevoegdheid wordt uitgevoerd.

De voorzitter

Het derde bestuursorgaan van het openbaar lichaam is de voorzitter. Deze is bevoegd om het openbaar lichaam in en buiten rechte te vertegenwoordigen.