Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

Geldend van 29-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

De raad van gemeente Vijfheerenlanden,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet en de Marktverordening Vijfheerenlanden 2021;

Besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

(Verordening marktgelden 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dagstandplaats: een voor één marktdag toegewezen plaats op het marktterrein;

  • -

    vaste standplaats: een voor onbepaalde tijd aan de vergunninghouder toegewezen plaats op het marktterrein, gedurende de tijden die voor de markt zijn bestemd;

  • -

    standwerkerplaats: een dagstandplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

  • -

    marktmeester: de als zodanig door het college aangewezen ambtenaar;

  • -

    jaar: een kalenderjaar;

  • -

    maand: een kalendermaand;

  • -

    dag: een etmaal;

  • -

    marktdag: een marktdag, zoals bedoeld in de Marktverordening Vijfheerenlanden 2021;

  • -

    weekmarkt: een weekmarkt, zoals bedoeld in de Marktverordening Vijfheerenlanden 2021;

  • -

    minimarkt: een minimarkt, zoals bedoeld in de Marktverordening Vijfheerenlanden 2021.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats als bedoeld in de Marktverordening Vijfheerenlanden 2021.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene die een standplaats inneemt, dan wel van degene aan wie een standplaats is toegewezen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. Het marktgeld wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. De maatstaf van heffing voor het marktgeld is het aantal vierkante meters dat met een standplaats wordt ingenomen of het aantal vierkante meters dat is toegewezen, gemeten naar de grootste lengtemaat en de grootste breedtemaat.

  • 3. Voor het innemen van een standwerkerplaats wordt het marktgeld geheven naar het aantal vierkante meters van de ingenomen standwerkerplaats.

  • 4. Bij de berekening van de marktgelden wordt, ter bepaling van de oppervlaktemaat, of een tijdsduur, een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar en belastingtijdvak

  • 1. Voor vaste standplaatsen is het belastingjaar gelijk aan een kalenderjaar.

  • 2. Voor dagstandplaatsen en standwerkerplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een marktdag.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. Het marktgeld voor een vaste standplaats wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dagstandplaats en een standwerkerplaats marktgeld geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of belastingtijdvak of, zo dit later is, bij het begin van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar begint, is het marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde marktgeld als er in dat jaar, na het begin van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde marktgeld als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. Een aanslag moet worden betaald binnen één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Overgangsrecht

De Verordening marktgelden 2023, vastgesteld 13 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van Vijfheerenlanden

in zijn openbare vergadering van 12 december 2023

de raadsgriffier

K.I. (Krista) Goossens

de voorzitter

S. (Sjors) Fröhlich

Bijlage Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening marktgelden 2024’

 

Hoofdstuk 1 Weekmarkten

 

1.1

Voor de weekmarkt bedraagt het marktgeld voor een gehele marktdag:

 

1.1.1

Voor een vaste standplaats per kalenderjaar, van maximaal 12 m2

€ 472,35

1.1.2

Indien de vaste plaats groter is, wordt voor elke m2 extra, het tarief bedoeld in 1.1.1, verhoogd met

€ 39,35

1.1.3

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 145,15

incl. BTW

1.1.4

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 290,35

incl. BTW

1.2

Voor de weekmarkt bedraagt het marktgeld voor een halve marktdag (4 uren):

 

1.2

Voor de weekmarkt bedraagt het marktgeld voor een halve marktdag (4 uren):

 

1.2.1

Voor een vaste standplaats per kalenderjaar, van maximaal 12 m2:

€ 442,25

1.2.2

Indien de vaste plaats groter is, wordt voor elke m2 extra, het tarief bedoeld in 1.2.1, verhoogd met:

€ 36,80

1.2.3

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 72,60

incl. BTW

1.2.4

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 145,15

incl. BTW

 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Minimarkten

 

2.1

Voor de minimarkt bedraagt het marktgeld voor een gehele marktdag:

 

2.1.1

Voor een vaste standplaats per kalenderjaar, van maximaal 12 m2:

€ 363,15

2.1.2

Indien de vaste plaats groter is, wordt voor elke m2 extra, het tarief bedoeld in 2.1.1, verhoogd met:

€ 30,30

2.1.3

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 145,15

incl. BTW

2.1.4

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 290,35

incl. BTW

2.2

Voor de minimarkt bedraagt het marktgeld voor een halve marktdag (4 uren)

 

2.2.1

Voor een vaste standplaats per kalenderjaar, van maximaal 12 m2:

€ 228,50

2.2.2

Indien de vaste plaats groter is, wordt voor elke m2 extra, het tarief bedoeld in 2.2.1, verhoogd met:

€ 19,10

2.2.3

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 72,60

incl. BTW

2.2.4

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 145,15

incl. BTW

2.3

Voor de minimarkt bedraagt het marktgeld voor een marktdag van 2 uren:

 

2.3.1

Voor een vaste standplaats per kalenderjaar, van maximaal 12 m2:

€ 113,90

2.3.2

Indien de vaste plaats groter is, wordt voor elke m2 extra, het tarief bedoeld in 2.3.1, verhoogd met:

€ 9,50

2.3.3

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 72,60

incl. BTW

2.3.4

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per kalenderjaar:

€ 145,15

incl. BTW

 
 
 
 

Hoofdstuk 3 dagstandplaats en standwerkersplaats

 

3.1

Het tarief bedraagt:

 

3.1.1

Voor een dagstandplaats, per hele marktdag, van maximaal 12m2:

€ 22,15

3.1.2

Indien de dagstandplaats groter is, wordt voor elke m2 extra, het tarief bedoelt in 3.1.1 verhoogd met:

€ 1,80

3.1.3

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per hele marktdag:

€ 2,80

incl. BTW

3.1.4

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per hele marktdag:

€ 5,55

incl. BTW

3.1.5

Vrijgesteld zijn plaatselijke verenigingen en maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk tot een maximum van 4 keer per jaar.

 

3.2

Het tarief bedraagt:

 

3.2.1

Voor een dagstandplaats, per halve marktdag, van maximaal 12 m2:

€ 11,40

3.2.2

Indien de dagstandplaats groter is, wordt voor elke m2 extra, het tarief bedoelt in 3.2.1 verhoogd met:

€ 0,95

3.2.3

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per halve marktdag:

€ 1,40

incl. BTW

3.2.4

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per halve marktdag:

€ 2,80

incl. BTW

3.3

Het tarief bedraagt: 

 

3.3.1

Voor een standwerkersplaats, per hele marktdag:

€ 39,35

3.3.2

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per hele marktdag:

€2,80

incl. BTW

3.3.3

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per hele marktdag:

€ 5,55

incl. BTW

3.4

Het tarief bedraagt:

 

3.4.1

Voor een standwerkersplaats, per halve marktdag (4 uren), van maximaal 12 m2:

€ 36,80

3.4.2

Voor het gebruikmaken van de stroomvoorziening per halve marktdag:

€ 1,40

incl. BTW

3.4.3

Voor het gebruikmaken van de kracht stroomvoorziening per halve marktdag:

€ 2,80

incl. BTW

Behorende bij raadsbesluit van 12 december 2023.

de raadsgriffier

K.I. (Krista) Goossens

de voorzitter

S. (Sjors) Fröhlich