Regeling vervallen per 01-01-2024

ALGEMENE NADEELCOMPENSATIEVERORDENING VLISSINGEN

Geldend van 01-12-2007 t/m 31-12-2023

Intitulé

ALGEMENE NADEELCOMPENSATIEVERORDENING VLISSINGEN

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

Het college:

burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen.

b.

De adviseur:

de door het college aan te wijzen onafhankelijke deskundige of uit onafhankelijke leden bestaande commissie van deskundigen, belast met het adviseren inzake de door het college te nemen beschikking op een verzoek om schadevergoeding.

c.

Verzoek:

een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 2.

d.

Verzoeker:

de indiener van een verzoek om schadevergoeding als bedoeld onder c, dan wel van een verzoek om een voorschot daarop, mits niet zijnde een bestuursorgaan dan wel een dienst of bedrijf van de gemeente Vlissingen dan wel een rechtspersoon met een publiekrechtelijke taakstelling die is gericht op de gemeente Vlissingen en waarvan de activiteiten in hoofdzaak worden gefinancierd door en onder toezicht staan van deze gemeente en waarvan de zeggenschap binnen de rechtspersoon in overwegende mate bij die gemeente berust.

e.

Procedureregeling planschadevergoeding:

de Procedureregeling Planschadevergoeding 2005 (Gemeenteblad nr. IV.11).

Artikel 2. Het recht op schadevergoeding

  • 1. Het recht op schadevergoeding ontstaat slechts bij uitvoering van een gemeentelijk werk, indien de gemeenteraad deze verordening op dat werk van toepassing heeft verklaard.

  • 2. Het college kent degene die schade lijdt of zal lijden als gevolg van een gemeentelijk werk, op verzoek een vergoeding toe, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel ten laste van verzoeker behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.

  • 3. Bij het nemen van een besluit omtrent schadevergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 10 in aanmerking genomen.

  • 4. De vergoeding wordt bepaald in geld. Nochtans kan het college de vergoeding toekennen in andere vorm dan betaling van een geldsom.

Artikel 3 Abnormale en speciale last

  • 1. Binnen het normale maatschappelijk risico of het normale ondernemersrisico vallende schade komt niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 2. Schade als gevolg van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, komt alleen voor vergoeding in aanmerking wanneer deze in belangrijke mate afwijkt van de schade die dientengevolge op een ieder drukt, dan wel wanneer deze schade op een naar verhouding gering aantal natuurlijke of rechtspersonen die in vergelijkbare positie verkeren, drukt.

Artikel 4. Actieve risicoaanvaarding

Schade ten gevolge van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die voor de belanghebbende redelijkerwijs voorzienbaar was ten tijde van de beslissing te investeren in het geschade belang, wordt niet vergoed.

Artikel 5. Voorwerp van voorzienbaarheid

De in artikel 4 bedoelde voorzienbaarheid kan onder meer betrekking hebben op de aard van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, op het tijdstip waarop deze schadeoorzaak zijn werking doet gevoelen, op de plaats waarop ze betrekking heeft, op de wijze van voltrekken of uitvoering daarvan, alsmede op de aard en omvang van de daardoor veroorzaakte schade.

Artikel 6. Passieve risicoaanvaarding

Geen vergoeding wordt toegekend indien de verzoeker heeft nagelaten zijn belang te verwezenlijken toen hij daartoe redelijkerwijs in de gelegenheid was, terwijl hij redelijkerwijs kon voorzien dat een werk uitgevoerd zou worden dan aan dat realiseren in de weg zou komen te staan althans schade zou kunnen toebrengen.

Artikel 7 Schadebeperking

  • 1. Heeft verzoeker nagelaten redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van schade te nemen, dan blijft de schade die door het treffen van zodanige maatregelen voorkomen of beperkt had kunnen worden, ten laste van de verzoeker.

  • 2. De redelijke kosten van maatregelen ter voorkoming of beperking van schade behoren tot de te vergoeden schade

Artikel 8 Verrekenen van voordeel

Heeft een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in aanmerking worden genomen.

Artikel 9 Kosten van deskundigheid

Indien bij de indiening en de behandeling van het verzoek zowel het inroepen van rechts- dan wel andere deskundigenbijstand, als de kosten daarvan, redelijk zijn te achten, kunnen deze kosten als onderdeel van een toe te kennen vergoeding mede voor vergoeding in aanmerking komen.

Artikel 10 Vergoeding van wettelijke rente

Een vergoeding van wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek kan deel uitmaken van de toe te kennen vergoeding. Het tijdstip waarop de wettelijke rente ingaat, wordt gesteld op de datum van ontvangst van het verzoek door de gemeente.

Hoofdstuk 2 Procedurebepalingen

Artikel 11. Termijn voor indiening verzoek

  • 1. Het verzoek om schadevergoeding wordt zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs mogelijk is schriftelijk bij het college ingediend.

  • 2. Het college kan een verzoek afwijzen indien vijf jaren zijn verlopen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de omstandigheid dat deze schade is veroorzaakt door een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bekend is geworden, en in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt.

  • 3. Heeft verzoeker, vóórdat de termijn is verstreken na verloop waarvan het college het verzoek kan afwijzen, een schriftelijke mededeling aan het college gedaan waarin verzoeker zich het recht voorbehoudt om een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 2 in te dienen, dan begint een nieuwe termijn als bedoeld in het tweede lid te lopen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop deze schriftelijke mededeling is gedaan.

Artikel 12. Het verzoek om schadevergoeding

  • 1. Het verzoek wordt ondertekend en bevat ten minste:

    • a.

      de naam en het adres van de verzoeker;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een aanduiding van het werk dat de gestelde schade naar het oordeel van verzoeker heeft veroorzaakt;

    • d.

      een vermelding van de reden of redenen waarom het college gehouden zou zijn de schade te vergoeden die het gevolg is van het onder c bedoelde werk;

    • e.

      zo redelijkerwijs mogelijk een opgave van de aard en de omvang van de schade;

    • f.

      zo redelijkerwijs mogelijk een specificatie van het bedrag van de schade;

    • g.

      een omschrijving van de wijze waarop de schade naar het oordeel van verzoeker dient te worden vergoed en, zo een vergoeding in geld wordt gewenst, een opgave van het schadebedrag dat naar het oordeel van verzoeker vergoed dient te worden.

  • 2. Het college bevestigt de ontvangst van het verzoek zo spoedig mogelijk, doch tenminste binnen twee weken na de ontvangst ervan en stelt de verzoeker in kennis van de te volgen procedure.

Artikel 13. Overige bepalingen betreffende de behandeling van het verzoek

Op de behandeling en afdoening van een verzoek zijn van toepassing de artikelen 4, 5, 6, 7 en 8 van de procedureregeling planschadevergoeding, met dien verstande dat de termijn, genoemd in artikel 8, eerste lid, van de procedureregeling planschadevergoeding, wordt gesteld op acht weken.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 14. Voorschot

  • 1. Het college kent de verzoeker die naar redelijke verwachting in aanmerking komt voor een vergoeding in geld als bedoeld in artikel 2 en wiens belang naar het oordeel van het college vordert dat aan hem een voorschot op deze vergoeding wordt toegekend, op diens schriftelijk verzoek een voorschot toe. Het college beslist op het verzoek, gehoord de adviseur.

  • 2. Indien het college beslist tot het verlenen van een voorschot wordt daarmee geen aanspraak als bedoeld in artikel 2 erkend.

  • 3. Het voorschot kan uitsluitend worden verleend indien de verzoeker schriftelijk de verplichting aanvaardt tot gehele en onvoorwaardelijke terugbetaling van hetgeen ten onrechte als voorschot is uitbetaald, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente over het teveel betaalde te rekenen vanaf de datum van betaling van het voorschot. Het college kan daarvoor zekerheidstelling, bij voorbeeld in de vorm van een bankgarantie, verlangen.

Artikel 15. Hardheidsclausule

  • 1. Indien een strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een beslissing die onmiskenbaar als onredelijk moet worden aangemerkt, kan het college, de adviseur gehoord, in bijzondere gevallen van deze verordening afwijken.

  • 2. Het horen van de adviseur als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing ingeval met toepassing van dit artikel wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 2, eerste lid van deze verordening.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Algemene nadeelcompensatieverordening Vlissingen’.

Artikel 17. Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 december 2007.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Vlissingen op 6 november 2007

De griffier, De voorzitter,

mr. F. Vermeulen A. van Dok- van Weele