Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Voorschoten houdende regels omtrent de verstrekking van subsidies (Algemene Subsidieverordening Voorschoten 2019)

Geldend van 28-06-2019 t/m 26-06-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Voorschoten houdende regels omtrent de verstrekking van subsidies (Algemene Subsidieverordening Voorschoten 2019)

De raad der gemeente Voorschoten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 mei 2019;

gelet op de artikelen 147, eerste lid en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

  • Vast te stellen de volgende Algemene subsidieverordening Voorschoten 2019:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager of organisatie: een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zonder winstoogmerk.

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten.

  • c.

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op artikelen 106, derde lid, 107, 108 en 109 van het Verdrag heeft vastgesteld.

  • d.

    Jaarlijkse subsidie: subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt.

  • e.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Voorschoten.

  • f.

    Subsidieplan: het door de raad periodiek vastgestelde subsidiebeleid, waarin voor te subsidiëren activiteiten en uitvoerende organisaties algemene en specifieke voorwaarden zijn opgenomen.

  • g.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op verstrekking van subsidies door het college, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23 lid 3 van de wet (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).

  • 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is, kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3 Subsidieregelingen

Het college kan bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) voor te subsidiëren activiteiten en uitvoerende organisaties voorwaarden vaststellen welke niet in het door de raad vastgestelde subsidieplan zijn opgenomen.

Artikel 4 Europees steunkader

  • 1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het toepasselijke steunkader.

  • 3. Bij subsidies waar een Europees steunkader op van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

Artikel 5 Subsidieplafonds en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college kan subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepaalt het bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 2. Het college kan een subsidieplafond verlagen als:

    • a.

      het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; en

    • b.

      de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 6 Meerjarige subsidies

  • 1. Het tijdvak waarvoor een subsidie wordt verleend is maximaal vier jaar.

  • 2. Een meerjarige subsidie wordt verleend onder het voorbehoud dat jaarlijks voldoende financiële middelen ter beschikking worden gesteld.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de wet weigert het college de subsidie in ieder geval, wanneer:

    • a.

      de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate zijn gericht op of ten goede komen aan de gemeente Voorschoten of haar ingezetenen;

    • b.

      de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • c.

      de te subsidiëren activiteiten en uitvoerende organisaties niet voldoen aan de algemene en specifieke voorwaarden, zoals opgenomen in het door de raad vastgestelde subsidieplan, dan wel door het college vastgestelde (nadere) subsidieregelingen;

    • d.

      voor de activiteit al gemeentelijke subsidie is verstrekt;

    • e.

      de subsidieaanvraag wordt ingediend na het plaatsvinden van de activiteit c.q. de aanvangsdatum van de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • f.

      het redelijkerwijs te verwachten is dat de subsidieontvanger winst beoogt;

    • g.

      de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteit heeft of niet aannemelijk is dat deze zullen worden verkregen;

    • h.

      de aanvrager doelen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet en/of het algemeen belang of de openbare orde;

    • i.

      de aanvrager een vrij besteedbaar vermogen heeft dat ten minste vier keer zo hoog is als het subsidiebedrag waarvoor hij op grond van een positieve beoordeling in aanmerking zou komen als het eigen vermogen niet meetelt. Subsidies tot en met € 50.000 zijn uitgezonderd van deze weigeringsgrond.

  • 2. Het college kan subsidie weigeren, wanneer:

    • a.

      de organisatorische en/of financiële continuïteit van de aanvrager en/of de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd onvoldoende is gewaarborgd;

    • b.

      de aanvrager geen sluitende begroting heeft ingediend;

    • c.

      er geen evenwichtige verhouding is tussen de verwachte resultaten en de gevraagde bijdrage;

    • d.

      al in voldoende mate wordt voorzien in de activiteit en/of het doel dat wordt nagestreefd;

  • 3. Bij nadere subsidieregeling kunnen aanvullende weigeringsgronden worden gesteld.

Hoofdstuk 2 Aanvraagproces

Artikel 8 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in de periode van 1 juli tot en met 15 september voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 9 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college.

  • 2. Het college kan een standaard aanvraagformulier vaststellen.

  • 3. De aanvraag tot € 5.000,- bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      Een beschrijving van de activiteiten waarvoor aanvrager subsidie aanvraagt;

    • b.

      Het maatschappelijk doel waaraan wordt bijgedragen;

    • c.

      Een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben op de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 4. Een aanvraag vanaf € 5.000,- bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      Een beschrijving van de activiteiten (activiteitenplan) waarvoor aanvrager subsidie aanvraagt;

    • b.

      Een beschrijving van de maatschappelijke doelen en resultaten die met de activiteit(en) wordt nagestreefd;

    • c.

      Een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      Bij een aanvraag om subsidie boven de € 50.000 de stand van de algemene of egalisatiereserve of andere voorziening(en) op het moment van de aanvraag.

  • 5. Indien voor het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar geen subsidie werd aangevraagd, dient bij de aanvraag ook te worden ingediend:

    • a.

      Een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de meest actuele versie van de statuten;

    • b.

      De laatst opgemaakte jaarrekening dan wel de balans van de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, als deze documenten ontbreken, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag.

  • 6. Subsidie kan worden aangevraagd voor een periode van maximaal vier jaar.

  • 7. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 11 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen en vaststelling

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De ontvanger van de subsidie stelt het college onmiddellijk schriftelijk of per e-mail op de hoogte:

    • a.

      als duidelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b.

      van wijzigingen van de statuten voor zover het de vorm van de rechtspersoon betreft;

    • c.

      als de organisatie die de subsidie ontvangen heeft, ophoudt te bestaan.

  • 2. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer, gebruik en beschikbaar stellen en kenbaar maken aan derden van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.

  • 3. Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.

Artikel 13 Eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000

  • 1. Het college stelt subsidies tot en met € 5.000,- per jaar direct vast. Wel zal het college steekproefsgewijs om een verantwoording vragen.

  • 2. De subsidie wordt jaarlijks vóór 1 maart uitbetaald.

Artikel 14 Eindverantwoording subsidies van meer dan € 5.000

  • 1. Bij een subsidie hoger dan € 5.000 dient de aanvrager uiterlijk 22 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat in ieder geval:

    • a.

      Een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt in hoeverre de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, hebben plaatsgevonden;

    • b.

      Een financieel verslag met in ieder geval de eindafrekening van de activiteit, waarin is toegelicht aan welke kostenposten de subsidie is besteed;

    • c.

      Bij een subsidie boven de € 50.000 bevat de verantwoording ook een balans van het (einde van het) afgelopen jaar, een resultatenrekening met een toelichting daarop en een onafhankelijke accountantsverklaring. Bij subsidies hoger dan € 50.000 wordt in de beschikking tot subsidieverlening de vorm van de accountantsverklaring bepaald.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.

Artikel 15 Besluit tot subsidievaststelling

  • 1. Algemeen: het college stelt de subsidie vast binnen 13 weken nadat de aanvraag tot vaststelling is ingediend.

  • 2. Het college kan de beslissing als bedoeld in het eerste lid uiterlijk zes weken verdagen; de subsidieontvanger wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 3. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zijn verricht;

    • b.

      de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 4. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in artikel 14, eerste lid, is ingediend, kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 4 Hardheidsclausule en slotbepalingen

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan deze verordening, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 4, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor die subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

  • 2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 17 Slotbepalingen, citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. De “Algemene subsidieverordening Voorschoten 2016” wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening Voorschoten 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Voorschoten,

gehouden op 13 juni 2019

de griffier,

M. Elkerbout

de voorzitter,

P.J. Bouvy-Koene