Regeling vervallen per 02-05-2019

Verordening op de raadscommissies gemeente Weert 2016

Geldend van 18-02-2016 t/m 01-05-2019

Intitulé

Verordening op de raadscommissies gemeente Weert 2016

De raad van de gemeente Weert;

gezien het voorstel van het FVO van 6 januari 2016;

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de raadscommissie Bedrijfsvoering-Inwoners;

besluit vast te stellen de “Verordening op de raadscommissies gemeente Weert 2016”.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissielid: lid van een raadscommissie;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • -

    BIS: Bestuurlijk Informatie Systeem: systeem op de gemeentelijke website waar de raadsinformatie, waaronder de vergaderstukken, te raadplegen is.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

Er is een:

  • a.

    raadscommissie Bedrijfsvoering en Inwoners, waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen: Algemene Zaken, openbare orde en veiligheid, personeel, integriteit, communicatie, wijken dorpsraden, financiën, duurzaamheid (natuur- en milieu-educatie), regionale samenwerking (algemeen), Welzijn, arbeid en inkomen, decentralisaties participatie, jeugdhulp en WMO-begeleiding, zorg en WMO, volksgezondheid, onderwijs, accommodatiebeleid, cultuur en sport;

  • b.

    raadscommissie Ruimte, waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen: Economische zaken, regionale samenwerking, openbaar gebied, verkeer, toerisme en recreatie, stadspromotie, evenementen, Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, stadsontwikkeling, rondzaken, agrarische zaken, milieu en duurzaamheid, demografische ontwikkeling.

Artikel 3. Taken

  • a. Een raadscommissie brengt advies uit aan de raad over raadsvoorstellen die tot het taakveld van de commissie behoren.

  • b. Een raadscommissie kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a.

  • c. Een raadscommissie voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit alle raadsleden en daarnaast kan elke fractie in één raadscommissie één commissielid-niet-raadslid laten benoemen.

  • 2. De commissieleden-niet-raadsleden worden door de raad op aangeven van de fracties benoemd.

  • 3. De artikelen 10, 11, 12, 13, 15, 83 en 84 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn. Deze commissieleden hebben daarnaast tijdens de laatste raadsverkiezingen op de kandidatenlijst van de betreffende partij gestaan en zijn in Weert woonachtig.

  • 4. De raad benoemt de (plv.) commissievoorzitters. De (plv.) commissievoorzitter blijft lid van de raadscommissie.

  • 5. (Plv.) commissievoorzitters zijn raadsleden.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een commissielid-niet-raadslid houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens aangeven het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan een (plv.) commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid-niet-raadslid en de (plv.)commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig m ogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op aangeven van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

  • 8. Als een commissielid-niet-raadslid uit de partij stapt waarvoor hij/zij tijdens de laatste raadsverkiezingen op de kandidatenlijst heeft gestaan houdt het commissielidmaatschap voor dat lid op.

Artikel 6. De commissiegriffier

  • 1. De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar aan, als commissiegriffier.

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 7. Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De commissievoorzitter stelt ten minste 10 dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken beschikbaar in het BIS, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden beschikbaar gesteld.

Artikel 8. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het beschikbaar stellen van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden dan eveneens beschikbaar gesteld.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

  • 3. Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 9. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep beschikbaar gesteld in het BIS en op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het beschikbaar stellen van de schriftelijke oproep stukken beschikbaar worden gesteld, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie.

  • 2. Stukken die niet digitaal beschikbaar zijn worden ter inzage gelegd op het gemeentehuis.

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 10. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging op de gemeentelijke website.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 11. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 12. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan een vierde deel van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

  • 2. Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het beschikbaar stellen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan een vierde deel van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 13. Advieslijst

  • 1. Een commissiegriffier draagt zorg voor advieslijsten van vergaderingen.

  • 2. Een advieslijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      de gedane toezeggingen door het college;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 16 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. Vastgestelde advieslijsten worden ondertekend door de commissievoorzitter en commissiegriffier.

Artikel 14. Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies kunnen minderheidsstandpunten worden opgenomen.

  • 3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 15. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. Interrupties zijn niet toegestaan in de eerste spreektermijn. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

Artikel 16. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 17. Rondvraag

In de rondvraag in vergaderingen van de raadscommissies kunnen vragen gesteld worden over:

  • antwoordbrieven van het college op brieven ingevolge artikel 40 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Weert;

  • TILS-stukken;

  • overige aangelegenheden.

Artikel 18. Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de openbare vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten met inachtneming van het gestelde in lid 5 het woord voeren over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen, die het domein van de raadscommissie betreffen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een door het gemeentebestuur genomen besluit waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      de advieslijst.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 24 uur vóór de aanvang van de vergadering aan de griffier dan wel de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. De voorzitter geeft degenen, die het woord wensen te voeren over een op de agenda voorkomend onderwerp, het woord zodra het betreffende agendapunt aan de orde is en voordat het woord wordt gevoerd door de leden. De voorzitter geeft degenen, die het woord wensen te voeren over een niet op de agenda voorkomend onderwerp, het woord na de opening van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De van het spreekrecht gebruik makende burgers dienen zich in eerste instantie te beperken tot het geven van een toelichting. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan sprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een spreker en deelnemers van de vergadering. De voorzitter draagt er zorg voor, dat de sprekers zich niet mengen in de beraadslaging van de commissie. De voorzitter kan aan burgers die gebruik maken van het spreekrecht en zich niet aan de regels houden of zich onbehoorlijk of beledigend uitdrukken het woord ontnemen.

  • 7. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 19. Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 20. Voorstellen van orde

Voorzitter en commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 21. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 22. Advieslijst en beknopt verslag besloten vergadering

  • 1. Van een besloten vergadering wordt een advieslijst en een beknopt verslag opgesteld door de commissiegriffier.

  • 2. Conceptadvieslijsten en verslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

  • 3. Deze advieslijsten en verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van de advieslijst en het verslag.

  • 4. De vastgestelde advieslijsten en verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 23. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25 vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 24. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 25. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 26. Uitleg verordening

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 27. Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening op de raadscommissies gemeente Weert 2016”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking van dit besluit.

  • 3. Op dat tijdstip vervalt de verordening op de raadscommissies vastgesteld bij raadsbesluit van 28 juni 2006.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Weert in zijn openbare vergadering van 27 januari
2016.
De griffier, De plaatsvervangend voorzitter,
Mr. M.H.R.M. Wolfs-Corten P.J.H. Sijben

Toelichting

Toelichting