Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier houdende regels omtrent reiskosten Fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer gemeente Westerkwartier 2019

Geldend van 07-02-2019 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier houdende regels omtrent reiskosten Fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer gemeente Westerkwartier 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier;

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 3 van de CAR-UWO gemeente Westerkwartier 2019,

gelet op het bepaalde in “Regeling belonen en vergoeden gemeente Westerkwartier 2019”,

gelet op overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg d.d. 19 december 2018,

B E S L U I T :

vast te stellen de

Fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer gemeente Westerkwartier 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    CAR-UWO: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst gemeente Westerkwartier;

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier;

  • c.

    Individueel Keuzebudget (IKB): een maandelijks in geld uitgedrukt budget dat de medewerker naar keuze kan gebruiken voor door het college aangewezen doelen;

  • d.

    Doorgaans heen en weer reizen: medewerker met vijf reisdagen per week reist op jaarbasis minimaal 128 dagen naar de plaats van tewerkstelling, voor een medewerker die minder dan vijf dagen per week reist wordt dit aantal dagen naar evenredigheid toegepast;

  • e.

    Medewerker: de medewerker die in vaste of tijdelijke dienst is aangesteld en werkzaam is op grond van hoofdstuk 2 van de CAR-UWO;

  • f.

    Plaats van tewerkstelling: het adres waar de medewerker wordt geacht doorgaans zijn werkzaamheden te verrichten.

Artikel 2 Deelname

  • 1. De medewerker die doorgaans heen en weer reist tussen het woonadres en de plaats van tewerkstelling kan deelnemen aan de fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer door een vaste belastingvrije tegemoetkoming zoals genoemd in de artikelen 4 en 5.

  • 2. De medewerker die niet doorgaans heen en weer reist tussen het woonadres en de plaats van tewerkstelling kan deelnemen aan de fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer door het registreren van werkelijk gereisde kilometers.

  • 3. Deelname aan de fiscale reiskostenregeling is mogelijk ongeacht de wijze van vervoer.

Artikel 3 Bronnen en inhouding

  • 1. De medewerker kan door inlevering van (een deel van) het IKB en het brutosalaris een belastingvrije tegemoetkoming voor reiskosten woon/werkverkeer ontvangen.

  • 2. Inhouding vindt plaats voor zover dit uitstijgt boven het wettelijk minimumloon.

  • 3. De belastingvrije tegemoetkoming wordt, gelijktijdig met de salarisbetaling, afhankelijk van de gemaakte keuze één keer per jaar of verspreid over het jaar overgemaakt.

Artikel 4 Belastingvrije tegemoetkoming

  • 1. De maximale belastingvrije tegemoetkoming in de reiskosten woon/werkverkeer wordt op jaarbasis berekend op basis van de volgende formule: totale reisafstand per dag x maximale onbelaste kilometervergoeding (1 januari 2019: € 0,19) x aantal jaarlijkse reisdagen door de Belastingdienst vastgesteld.

  • 2. De totale reisafstand per dag wordt bepaald door de enkele reisafstand van de postcode van het woonadres naar de postcode van de plaats van tewerkstelling aan de hand van de ANWB routeplanner, uitgaande van de meest gangbare route. De kilometers worden naar boven op hele kilometers afgerond (voorbeeld: 14,2 wordt 15) en vermenigvuldigd met twee.

  • 3. Het aantal reisdagen per jaar bedraagt 214 (260 reguliere reisdagen minus 46 reisdagen in verband met kortstondige afwezigheid) bij vijf reisdagen per week. Indien de medewerker minder dan vijf dagen per week reist wordt dit aantal dagen naar evenredigheid toegepast.

  • 4. Bij het berekenen van de maximale belastingvrije tegemoetkoming per maand dient de tegemoetkoming op jaarbasis te worden gedeeld door twaalf.

Artikel 5 Aanpassen belastingvrije tegemoetkoming

  • 1. In de volgende situaties wordt de maximale belastingvrije tegemoetkoming naar evenredigheid toegepast:

    • a.

      De medewerker reist minder dan vijf dagen per week naar zijn plaats van tewerkstelling;

    • b.

      Het dienstverband begint of eindigt in de loop van het kalenderjaar;

    • c.

      De totale reisafstand verandert door bijvoorbeeld een overplaatsing of verhuizing.

  • 2. De tegemoetkoming wordt verminderd met een eventuele andere tegemoetkoming woon/werkverkeer die de medewerker van het college zal ontvangen.

  • 3. Indien de medewerker meer dan zes aaneensluitende weken afwezig is, wordt de belastingvrije tegemoetkoming van de lopende en de eerstvolgende kalendermaand nog onbelast vastgesteld. Daarna wordt de belastingvrije tegemoetkoming vastgesteld met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarop de medewerker weer aanwezig is.

Artikel 6 Verklaring van deelname

  • 1. Een medewerker die wil deelnemen aan de fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer vult een verklaring van deelname in. Hierin verklaart hij schriftelijk zijn totale reisafstand en het gemiddeld aantal reisdagen.

  • 2. De verklaring van deelname wordt bewaard bij de salarisadministratie.

  • 3. De medewerker levert een nieuwe verklaring van deelname in, indien:

    • a.

      De medewerker minder dan vijf dagen per week naar zijn plaats van tewerkstelling reist;

    • b.

      De totale reisafstand verandert door bijvoorbeeld een overplaatsing of verhuizing.

  • 4. De medewerker is verantwoordelijk voor het juist invullen en tijdig aanleveren van de verklaring van deelname bij HRM.

Artikel 7 Gevolgen

  • 1. Deelname aan de fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer leidt tot verlaging van het loon op jaarbasis. Dit kan gevolgen hebben voor een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering of voor toelages, zoals de huur- en zorgtoeslag.

  • 2. Het college aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor de mogelijk in andere (wettelijke) regelingen opkomende gevolgen van de verlaging van het loon.

Artikel 8 Andere wettelijke en fiscale aspecten

Indien bij een controle door de inspecteur der belastingen blijkt dat alsnog een naheffing aan het college wordt opgelegd als gevolg van een onjuiste gegevensverstrekking door de medewerker in het kader van deze regeling, dan zal de naheffing (inclusief eventuele rente en boete) verhaald worden op de medewerker.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

Het college beslist in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid of billijkheid voorziet.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als “Fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer gemeente Westerkwartier 2019”.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking hiervan en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 3. Wijzigingen in (fiscale) wet- en regelgeving kunnen aanleiding zijn de fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer te wijzigen of in te trekken.

  • 4. Gelijktijdig met het in werking treden van deze regeling worden de volgende regelingen vervallen verklaard:

    • a.

      Regeling reiskosten woon-werkverkeer (2014)

    • b.

      Fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer Gemeente Leek (2010)

    • c.

      Fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer bestuursdienst gemeente Leek 2017

    • d.

      Artikel 3d van Regeling cafetariamodel gemeente Marum

    • e.

      Fiscale reiskostenregeling woon/werkverkeer Gemeente Zuidhorn

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college d.d. 15 januari 2019

F.H. Wiersma, burgemeester

A. Schulting, secretaris