Regeling vervallen per 07-01-2017

Beleidsregel borden op of aan de weg gemeente Westervoort

Geldend van 01-12-2011 t/m 06-01-2017

Intitulé

Beleidsregel borden op of aan de weg gemeente Westervoort

Nummer : MenO2Datum : 7 november 2011

Onderwerp : Beleidsregel borden op of aan de weg

Het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 2.10 van de Algemeen Plaatselijke Verordening gemeente Westervoort 2009;

overwegende dat het op 8 september 2011 het voornemen tot het vaststellen van de Beleidsregel borden op of aan de weg bekend heeft gemaakt in Westervoort Post;

dat daarbij eenieder in de gelegenheid is gesteld gedurende zes weken, met ingang van 8 september 2011 tot 21 oktober 2011, zijn of haar zienswijze op het voornemen kenbaar te maken;

dat geen reacties op het voornemen zijn ontvangen;

besluit vast te stellen:

Beleidsregel borden op of aan de weg gemeente Westervoort

Deel 1 Inleiding

Inleiding

Organisatoren (verenigingen, bedrijven) van evenementen hebben behoefte deze op een zo goed mogelijke wijze onder de aandacht van het publiek te brengen. Dit gebeurt vaak door het plaatsen van tijdelijke reclame- en aankondigingsborden, zoals driehoeksborden, sandwichborden en zogenaamde bordbusters in de bermen.In het algemeen kan reclame worden onderscheiden naar commerciële en ideële reclame. Ideële reclame wordt grondwettelijk beschermd: artikel 7 van de Grondwet bepaalt dat geen voorafgaand verlof nodig is om via drukpers gedachten of gevoelens te openbaren. Het is de gemeente weliswaar niet toegestaan om bij ideële reclame beperkingen op te leggen ten aanzien van de inhoud, maar dit is wel mogelijk met betrekking tot de verspreiding. Daartoe heeft de gemeente op een drietal locaties aanplakborden geplaatst, waar vrijelijk gebruik van kan worden gemaakt. Deze borden zijn te vinden op de hoek Dorpstraat/ Zuidelijke Parallelweg, De Broeklanden (winkelcentrum) en op de hoek Emmerik/Klapstraat (ter hoogte van Sports Planet).

Een willekeurige, overmatige plaatsing van tijdelijke reclame- en aankondigingsborden kan tot onoverzichtelijke situaties leiden, waardoor een onveilig gebruik van de openbare weg kan ontstaan. Een veelheid aan aankondigingsborden in de berm kan bovendien een aantasting betekenen van het uiterlijk aanzien van de gemeente. Het waarborgen van het veilig gebruik van de weg, het beschermen van het uiterlijk aanzien van de gemeente en de behoefte aan een duidelijk en handhaafbaar beleid, vormen redenen voor het opstellen van regels met betrekking tot het plaatsen van tijdelijke reclame- en aankondigingsborden aan of op de openbare weg.

Artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Westervoort 2009 (APV) biedt hier de wettelijke grondslag voor. Onder desbetreffende bepaling valt ook het aanbrengen van spandoeken en het plaatsen van containers op of aan de weg, maar hiervoor zijn nadere regels opgenomen in het Aanwijzingsbesluit behorend bij de Algemene plaatselijke verordening gemeente Westervoort 2009.

Titeldeel 2 Regels voor het plaatsen van borden op of aan de weg

Regels voor het plaatsen van borden op of aan de weg Gelet op het voorgaande zijn burgemeester en wethouders voornemens de navolgende regels vast te stellen voor het plaatsen van borden op of aan de weg

Artikel I

Onder “borden” wordt in deze beleidsregel verstaan: sandwichborden, driehoeksborden en aankondigingsborden.

Artikel 2

Voor het plaatsen van borden aan of op de weg in de gemeente Westervoort, hierna te noemen gemeente, wordt ontheffing verleend indien:

  • a.

    een aanvraag is ingediend, met gebruikmaking van het door de gemeente vastgestelde aanvraagformulier;

  • b.

    dit volledig ingevulde en ondertekende formulier minimaal tien werkdagen voorafgaand aan het plaatsen van een bord is ontvangen door de gemeente;

  • c.

    de aanvrager niet binnen 5 werkdagen voorafgaand aan de datum van plaatsing van de gemeente een bericht heeft ontvangen waarin het plaatsen van borden wordt verboden;

  • d.

    de aanvrager conform de onderstaande voorschriften borden op of aan de weg plaatst:

Voorschriften met betrekking tot het plaatsen van tijdelijke reclame- en aankondigingsborden, zoals sandwichborden of driehoeksborden

Algemeen

  • 1.

    alle aanwijzingen en bevelen die door het bevoegd gezag (politie, brandweer, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen (GHOR) of medewerk(st)ers van de gemeente worden gegeven in het belang van de openbare orde en veiligheid moeten onmiddellijk worden opgevolgd.

  • 2.

    De gemeente of de nutsbedrijven moet(en) te allen tijde reparatiewerkzaamheden kunnen uitvoeren, waarbij degene die ter plaatse van de werkzaamheden bezig is, voor de bereikbaarheid zorgt.

  • 3.

    De voorwerpen mogen niet op een brandput (wateraansluiting brandweer) staan.

Aansprakelijkheid

  • 1.

    De vergunninghouder doet bij voorbaat afstand van alle aanspraken die hij/zij tegenover de gemeente zou kunnen doen gelden wegens schade aan de krachtens de vergunning aanwezige materialen, door welke oorzaak dan ook ontstaan;

  • 2.

    De vergunninghouder vrijwaart de gemeente voor alle vorderingen die derden mochten doen gelden tot vergoeding van schade die in enigerlei verband staat met het plaatsen van een bord in de openbare ruimte, tenzij die schade is ontstaan door of op vordering ontstaat uit schuld aan de zijde van de gemeente;

  • 3.

    De vergunninghouder aanvaardt iedere aansprakelijkheid voor schade die ten gevolge van het plaatsen van borden in de openbare ruimte kunnen voortvloeien.

Driehoeks- en sandwichborden

  • 1.

    De vergunning wordt verleend voor maximaal 15 borden per evenement/ activiteit, uitsluitend te plaatsen langs doorgaande routes: Zuidelijke Parallelweg, Kerkstraat, Klapstraat, Hoge Eind, Rivierweg.

  • 2.

    Het plaatsen van borden is maximaal 10 dagen voorafgaand aan het evenement of activiteit toegestaan.

  • 3.

    Bij plaatsing van borden moet aan één zijde van het bord een minimale ruimte overblijven van 1.00 meter voor voetgangers en/of andere weggebruikers.

  • 4.

    De maximale afmeting van een bord bedraagt 1.25 meter hoog en 80 cm breed.

  • 5.

    De borden moeten uiterlijk op de laatste dag van de vergunningsdatum worden verwijderd.

  • 6.

    Buiten de aangegeven locaties geplaatste borden, te vroeg geplaatste of niet tijdig verwijderde borden, of borden die, om wat voor een reden dan ook gevaar opleveren voor de verkeersveiligheid, worden op kosten van de vergunninghouder door de gemeente verwijderd.

  • 7.

    De borden moeten zodanig zijn bevestigd dat wegwaaien of omklappen wordt voorkomen.

  • 8.

    Het is niet toegestaan dat er borden worden geplaatst voor politieke belangen (hiervoor zijn aangewezen plakplaatsen beschikbaar).

  • 9.

    Er wordt voor maximaal 4 evenementen/activiteiten tegelijkertijd vergunning verleend.

  • 10.

    De vergunningen worden verleend op volgorde van aanvragen.

Aankondigingsborden (bordbusters)

  • 1.

    Als aankondigingsborden worden aangemerkt: verplaatsbare klapborden met een betonnen voet, met een minimale omvang van 4m² en een maximale omvang van 16m².

  • 2.

    overeenkomstig de bij dit onderdeel behorende kaart:a. op de hoek Brugweg /Dorpstraat/ Zuidelijke Parallelwegb. op noordwestelijke oksel rotonde Liemersallee/Klapstraat/Broeklandenc. op noordwestelijke oksel kruising Rivierweg/Hamersestraat richting Nieuwgraafd. op noordoostelijke oksel kruising Rivierweg/Hamersestraat richting Het Ambacht, echter slechts een aankondigingsbord van maximaal 2 bij 2 meter (minibordbuster);e. op de Brugweg ter hoogte van de splitsing fietspaden echter slechts een aankondigingsbord van maximaal 2 bij 2 meter (minibordbuster)f. op noordelijke oksel rotonde Rivierweg/Broeklandeng. kruising de Rosmolen/Rivierweg

  • 3.

    De vergunning wordt verleend voor maximaal twee van de aangewezen locaties

  • 4.

    Het plaatsen van aankondigingsborden is met een maximum van vier weken voorafgaand aan het evenement of de activiteit toegestaan.

  • 5.

    De aankondigingsborden moeten binnen drie werkdagen na het evenement of de activiteit te zijn verwijderd.

  • 6.

    Buiten de vastgestelde locaties geplaatste aankondigingsborden, te vroeg geplaatste of niet tijdig verwijderde borden worden op kosten van de vergunninghouder door de gemeente verwijderd.

  • 7.

    Bordbusters mogen worden geplaatst ten behoeve van regionale evenementen/activiteiten

  • 8.

    De vergunningen worden verleend op volgorde van binnenkomst.

Routeborden/Verwijzingsborden

  • 1.

    Indien nodig wordt vergunning verleend voor het plaatsen van routeborden/verwijzingsborden voor de duur van een evenement/activiteit.

  • 2.

    Het plaatsen van deze borden mag nimmer verkeersgevaarlijke situaties veroorzaken en ook het zicht bij rotondes, kruisingen e.d. mag niet worden belemmerd.

  • 3.

    Het plaatsen van deze borden is maximaal 1 dag voorafgaand aan het evenement toegestaan.

  • 4.

    De borden moeten uiterlijk de dag na het evenement/de activiteit , niet zijnde een zon-of feestdag, te worden verwijderd.

  • 5.

    Borden die te vroeg zijn geplaatst of niet tijdig zijn verwijderd worden op kosten van de vergunninghouder door de gemeente verwijderd.

Openbare ruimte

  • 1.

    De openbare ruimte wordt na het weghalen van de driehoeks-, sandwich-, aankondigings- of route-/verwijzingsborden schoon en onbeschadigd opgeleverd.

  • 2.

    Alle werken of eigendommen van de gemeente die ten gevolge van het plaatsen van genoemde borden zin beschadigd worden door de gemeente op kosten van de vergunninghouder hersteld.

Weigeringsgronden

Het bevoegd bestuursorgaan kan het plaatsen van voorwerpen verbieden

  • a.

    indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

  • b.

    indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand

  • c.

    in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

  • d.

    indien de activiteit als omschreven in de vergunningaanvraag niet voldoet aan één of meerdere van de bovenstaande voorwaarden.

Ondertekening

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in Westervoort Post en kan worden aangehaald als
“Beleidsregel borden op of aan de weg gemeente Westervoort”.
Vastgesteld op 15 november 2011,
Burgemeester en wethouders van Westervoort,
de secretaris, de burgemeester,
A. Vink mr. J.J.G.M. Geukers

1

Juridisch kader

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Westervoort 2009

Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan

1. Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

2. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

  • a.

    indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • b.

    indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

  • c.

    in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor:

  • a.

    evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

  • b.

    terrassen als bedoeld in artikel 2:27;

  • c.

    standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17.

4. Het verbod in het eerste lid geldt tevens niet voor voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard.

  • a.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.

  • b.

    De weigeringsgrond van het tweede lid, onder a, geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet.

  • c.

    De weigeringsgrond van het tweede lid, onder b, geldt niet voor bouwwerken;

  • d.

    De weigeringsgrond van het tweede lid, onder c, geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

Het college kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor het verbod in het eerste lid niet geldt.

Wijziging artikel 2:10 d.d. 1 oktober 2010

F Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, wordt een vierde lid ingevoegd dat luidt:“4. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.”

Wet administratieve bepalingen omgevingsrechtArtikel 2.2

1. Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:

  • a.

    een bouwwerk te slopen,

  • b.

    een monument als bedoeld in een zodanige verordening:1°. te slopen, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen of2°. te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht,

  • c.

    een bouwwerk te slopen in een krachtens een zodanige verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht,

  • d.

    een weg aan te leggen of verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg, voor zover daarvoor tevens een verbod geldt als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b,

  • e.

    een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen,

  • f.

    in, op of aan een onroerende zaak een alarminstallatie te hebben die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren,

  • g.

    houtopstand te vellen of te doen vellen,

  • h.

    op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats,

  • i.

    als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toe te staan of te gedogen dat op of aan die onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats,

  • j.

    in een daarbij aangewezen gedeelte van de provincie of de gemeente roerende zaken op te slaan of

  • k.

    als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak in een daarbij aangewezen gedeelte van de provincie of de gemeente toe te staan of te gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, geldt een zodanige bepaling als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.

2. Bij provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordening kan worden bepaald dat het in daarbij aangewezen categorieën gevallen verboden is projecten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit andere activiteiten die behoren tot een daarbij aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.

Aanwijzigingsbesluit APV Westervoort 2009

Artikel 3. Voorwerpen op de weg.Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2:10, zesde lid (zevende lid ae), APV gelden voor de volgende categorieën van voorwerpen het verbod van artikel 2:10, eerste lid, APV niet.

1. Containers, mits aan alle hierna genoemde criteria wordt voldaan:

  • a.

    de container bevindt zich alleen op of langs de rijbaan als dat geen gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert;

  • b.

    er bestaat geen gevaar voor de verkeersveiligheid als bestuurders de rijbaan over voldoende afstand kunnen overzien en voldoende tijd hebben om op het obstakel te reageren;

  • c.

    ongemotoriseerd en langzaam verkeer moet voldoende doorgangsruimte hebben;

  • d.

    onverlichte containers op of langs de rijbaan dienen te worden gemarkeerd door middel van het aanbrengen van retroreflecterende markeringstrepen op de container;

  • e.

    op de container dient duidelijk leesbaar, ter tracering, de naam en het telefoonnummer van de verhuurder te staan;

  • f.

    de container mag niet langer dan twee weken op de weg worden geplaatst.

2. Bouwmaterialen, mits aan alle hierna genoemde criteria wordt voldaan:

  • a.

    bakstenen, mits op het trottoir, niet los gestapeld en met een maximale inhoud van1m³;

  • b.

    bouwzand, mits op het trottoir en met een maximale inhoud van 1m³.

3. Spandoeken, mits deze worden aangebracht op de volgende locaties;

  • a.

    Het kruispunt Dorpstraat/Zuidelijke Parallelweg;

  • b.

    Het kruispunt Hamersestraat/Rivierweg.