Regeling vervallen per 01-01-2017

Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn

Geldend van 19-05-2017 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 05-07-2016

Intitulé

Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn

Het college van burgemeester en wethouders gemeente Westland;

Gelet op 10d van de Participatiewet;

Gelet op de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten;

Besluit:

Vast te stellen de tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor

schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

    • b.

      Dienstverband: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking;

    • c.

      Doelgroep loonkostensubsidie: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a onder 1, 2, 3, 5 of 6 van de Participatiewet, van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben;

    • d.

      Loonkostensubsidie; de subsidie zoals bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet;

    • e.

      Wet(ten): de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

    • f.

      Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz);

    • g.

      WML: Wettelijk minimumloon;

    • h.

      Loonkostensubsidie: een compensatie voor het feit dat de werknemer een verminderd arbeidsvermogen heeft en bedraagt het verschil tussen de loonwaarde van de medewerker en 70% van het wettelijk minimumloon;

    • i.

      Loondispensatie: werkgever betaalt loon op basis van een vooraf vastgestelde loonwaarde;

    • j.

      banenafspraak: het creëren van extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking;

    • k.

      Jongere: de persoon die de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt;

  • 2. Alle overige begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 TIJDELIJKE BELEIDSREGELS FORFAITAIRE LOONKOSTENSUBSIDIE

Artikel 2. Forfaitaire loonkostensubsidie

  • 1. De forfaitaire loonkostensubsidie geldt voor personen die behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikel 10d van de Participatiewet).

  • 2. De gemeente heeft de mogelijkheid (niet de plicht) om een forfaitaire loonkostensubsidie toe te kennen in plaats van de loonkostensubsidie op basis van loonwaarde. De keuze voor de vorm van loonkostensubsidie wordt bepaald op basis van overleg tussen gemeente en werkgever;

  • 3. Bij de keuze voor forfaitaire loonkostensubsidie heeft de werkgever in ieder geval de intentie om bij gebleken geschiktheid een dienstverband voor een jaar aan te bieden;

  • 4. De forfaitaire loonkostensubsidie bedraagt 50% van het totale bedrag van het wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag, vermeerderd met een vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten;

  • 5. De forfaitaire loonkostensubsidie wordt voor maximaal 6 maanden ingezet vanaf de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst;

  • 6. Na toekenning van forfaitaire loonkostensubsidie, wordt uiterlijk in maand 5 van het dienstverband, de loonwaarde op de werkplek vastgesteld;

  • 7. De forfaitaire loonkostensubsidie kan niet worden ingezet voor personen die al een dienstverband hebben

  • 8. Bij het verlengen van het dienstverband van 6 maanden bij dezelfde werkgever op dezelfde werkplek of functie wordt niet opnieuw een forfaitaire loonkostensubsidie ingezet. Een verlenging wordt gezien als voortzetting van hetzelfde dienstverband;

HOOFDSTUK 3 TIJDELIJKE BELEIDSREGELS LOONKOSTENSUBSIDIE VOOR SCHOOLVERLATERS DIE BIJ EEN WERKGEVER IN DIENST ZIJN

Artikel 3. Loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn

  • 1. Loonkostensubsidie kan worden ingezet voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn als;

    • a.

      de jongere behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is niet in staat om met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen; of

    • b.

      al een vorm van beschut werk verricht in de zin van artikel 10b van de Participatiewet, maar dan zonder een vorm van subsidie aan de werkgever;

  • 2. De jongere heeft recent, binnen een periode van zes maanden na het verlaten van het onderwijs, de overgang van school naar werk gemaakt;

  • 3. De jongere is woonachtig in de gemeente Westland;

  • 4. Er is sprake van een dienstverband bij een werkgever (arbeidsovereenkomst) voor de duur van minimaal 6 maanden en voor minimaal 12 uur per week;

  • 5. Er mag geen sprake zijn van een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2 en 7 van de Wet sociale werkvoorziening;

  • 6. De jongere heeft direct voorafgaande aan de dienstbetrekking deelgenomen aan:

    • a.

      het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • b.

      het voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra; of

    • c.

      de entreeopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2., onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

  • 7. De loonkostensubsidie wordt verstrekt na vaststelling van de loonwaarde op basis van artikel 10d, lid 1 van de Participatiewet. Het toekennen van een forfaitaire loonkostensubsidie is niet mogelijk. Ook het toekennen van een loonkostensubsidie met terugwerkende kracht is niet mogelijk;

  • 8. Er wordt geen loonkostensubsidie verstrekt in de perioden waarin recht bestaat op ziekengeld op grond van artikel 29b van de Ziektewet (no-riskpolis);

  • 9. Een loonkostensubsidie wordt niet verstrekt aan de werkgever indien hij voor de werknemer waarvoor hij de loonkostensubsidie aanvraagt al een andere loonkostensubsidie ontvangt van de gemeente;

  • 10. Er wordt geen loonkostensubsidie verstrekt indien de werkgever een beroep kan doen op loondispensatie via het UWV (voorliggende voorziening);

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met terugwerkende kracht op 5 juli 2016.

  • 2. Deze beleidsregels eindigen op de dag van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Stroomlijning loonkostensubsidie Participatiewet (wetsvoorstel 34514)

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn.”

Ondertekening

Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 november 2016
Burgemeester en wethouders van Gemeente Westland,
De secretaris, De burgemeester,
M. van Beek J. van der Tak

Toelichting “Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn.”

Inleiding

Door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met sociale partners, gemeenten, de VNG en het UWV om de Participatiewet en de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten te vereenvoudigen. Het doel hiervan is om de praktische uitvoering van de Participatiewet en de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten verder te verbeteren.

De Staatssecretaris wil ten aanzien van een tweetal voorgenomen wetswijzigingen gebruik maken van de mogelijkheid vooruit te lopen op deze wetgeving. Het betreft het mogelijk maken van forfaitaire loonkostensubsidie in de eerste 6 maanden van het dienstverband en het mogelijk maken van loonkostensubsidie voor jongeren van het voortgezet speciaal onderwijs/praktijkonderwijs/de entreeopleiding die al werken. Doel van de maatregelen is dat werkplekken sneller tot stand komen respectievelijk kunnen worden voortgezet. Vooruitlopen op deze wetgeving is mogelijk omdat de maatregelen de realisering van de banenafspraak en beschut werk stimuleren en begunstigend uitwerken voor cliënten met een beperking, van werkgevers, en gemeenten. De Staatssecretaris biedt gemeenten daarom de ruimte om vooruit te lopen op deze 2 maatregelen vanaf 5 juli 2016 (datum waarop wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer). Om gebruik te maken van deze ruimte is tijdelijk beleid opgesteld voor de volgende twee in voorbereiding zijnde wetswijzigingen:

  • forfaitaire loonkostensubsidie; en

  • loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet onderwijs/praktijkonderwijs/de en- treeopleiding die bij een werkgever in dienst zijn.

Deze in voorbereiding zijnde wetswijzigingen zijn in tijdelijk beleid uitgewerkt. Dit tijdelijk beleid is geldig tot de formele vaststelling in beide kamers (vermoedelijk 1 januari 2017).

Forfaitaire loonkostensubsidie

De voorgestelde wetswijziging biedt bij de indiensttreding van personen die tot de doelgroep banenafspraak behoren de keuzemogelijkheid voor het toepassen van een reguliere loonkostensubsidie (op basis van vastgestelde loonwaarde bij aanvang van het dienstverband, met een maximum van 70% van het wettelijk minimumloon) of een forfaitaire loonkostensubsidie (vast percentage van 50% van het wettelijk minimumloon gedurende het eerste halfjaar). Een forfaitaire loonkostensubsidie maakt de start van een dienstverband met iemand uit de doelgroep banenafspraak gemakkelijker voor een werkgever. De forfaitaire loonkostensubsidie houdt in dat tijdens de eerste 6 maanden van een dienstbetrekking een vaste forfaitaire loonkostensubsidie van 50% van het wettelijk minimumloon kan worden ingezet in plaats van de loonkostensubsidie op basis van loonwaarde. Dit bedrag wordt vermeerderd met de aanspraak op vakantietoeslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en met een bij ministeriële regeling vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten.

De loonkostensubsidie wordt naar evenredigheid verminderd, indien de arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Na 6 maanden wordt de loonkostensubsidie voortgezet, maar op basis van een tijdens de forfaitaire periode op de werkplek objectief vastgestelde loonwaarde.

Loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs/het praktijk- onderwijs/de entreeopleiding, die bij een werkgever in dienst zijn

De wetswijziging zorgt ervoor dat gemeenten voortaan ook loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet, kunnen inzetten voor schoolverlaters uit het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of de entreeopleiding MBO. Het gaat om jongeren die al bij een werkgever werkzaam zijn en die tot de doelgroep loonkostensubsidie/banenafspraak behoren en waarbij pas gedurende de arbeidsrelatie blijkt dat er sprake is van verminderde productiviteit. Nu is toekenning van loonkostensubsidie wettelijk alleen mogelijk als de arbeidsovereenkomst nog niet in werking is getreden.

Beperkte geldigheid

Naar aanleiding van signalen van werkgevers en gemeenten is er een wetswijziging voorgesteld waarmee het gemakkelijker wordt om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Gemeenten mogen vast vooruit lopen op deze verbeteringen in de Participatiewet, nog voordat de wijzigingen in werking zijn getreden. Deze beleidsregels verliezen hun geldigheid per datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel luidt voluit: Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkoming loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening in verband met stroomlijning van de loonkostensubsidie op grond de Participatiewet en enkele andere wijzigingen.

Met deze beleidsregels biedt het college de juridische basis om vooruit te kunnen lopen op de wetswijziging