Regeling vervallen per 29-02-2020

Telecommunicatieverordening Westland 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 28-02-2020

Intitulé

Telecommunicatieverordening Westland 2010

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009, betreffende vaststellen van de telecommunicatieverordening Westland 2010;

gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op het positieve advies van de commissie EFO d.d. 2 december 2009;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Telecommunicatieverordening Westland 2010

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Wet: Telecommunicatiewet;

b. Openbaar elektronisch Telecommunicatienetwerk als bedoeld in communicatienetwerk: artikel 1.1, onder h, van de wet;

c. Kabels: Kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

d. Voorzieningen: Ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

e. Openbare gronden: Openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;

f. Aanbieder: Aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;

g. Werkzaamheden: Werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

h. Gedoogplichtige: Degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

i. College: College van burgemeester en wethouders;

j. Melding: Melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

k. Instemmingsbesluit: Besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet;

l. Huisaansluiting: Het gedeelte van een kabel van minder dan 10 m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;

m. Werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

- het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

- reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 1 meter en niet vallend onder artikel 3;

- het maken van huisaansluitingen.

n. A.V.K.L. Algemene Voorwaarden voor het leggen, hebben en onderhouden van kabels en leidingen in de gemeente Westland en Midden-Delfland.

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld (digitaal) formulier.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met een daartoe gemachtigde ambtenaar teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een telefonische melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een door de burgemeester vast te stellen (digitaal)formulier aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

Artikel 4: Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    a. Naam, (e-mail)adres en telefoonnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert;

    b. Op verzoek dient een een uittreksel van de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te worden overhandigd;

    c. Een opgave van:

    de soort kabel en het beoogde gebruik;

    het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    de belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden.

    d. Een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

    een opgave van het gewenste tracé; een kaart met het tracé van de kabel, met een schaal niet groter dan 1 : 500;

    een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

    een exacte omschrijving van de eventuele opbrekingen van de weg;

    het aantal m2 openbare grond dat wordt gebruikt;

    de doorsnede van de kabel of kabelgoot;

    de lengte en breedte van de kabelsleuf, alsmede de locaties van proefsleuven;

    de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

    of de werkzaamheden omleidingen voor het verkeer tot gevolg hebben en indien van toepassing een omleidingsvoorstel;

    de wijze waarop de parkeervoorziening van werknemers wordt geregeld;

    het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    naam, (e-mail)adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemers(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden;

    alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen.

  • 2.

    Het college kan aan de aanbieder vragen dat hij de in de vorige leden genoemde gegevens zoveel mogelijk in digitale vorm verstrekt, inclusief revisiegegevens.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt.

Artikel 5: Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van 6 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 6 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 3. Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de:

    a. Openbare orde;

    b. Het voorkomen of beperken van schade of overlast voor de omgeving;

    c. De bruikbaarheid van de openbare gronden;

    d. Het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    e. Het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden.

    f. De belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    g. De bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    h. De bescherming van groenvoorzieningen.

  • 4. Indien binnen 3 jaar na groot onderhoud of herinrichting van openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

  • 5. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 6. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels dient te geschieden conform de meest actuele versie van de A.V.K.L.

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 8: Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 9: Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening gemeente Westland, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 10: Overgangsrecht

  • 1. De verordening Telecommunicatieverodening gemeente Westland blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de verordening Telecommunicatieverordening gemeente Westland maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 11: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Artikel 12: Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening Westland 2010.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 15 december 2009,
de griffier - N. Broekema
de voorzitter - J. van der Tak

Toelichting Telecommunicatieverordening Westland 2010

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen sluiten voor zover nodig aan bij de wettelijke bepalingen uit de Telecommunicatiewet (hierna: Tw).

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

Lid 1: De algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient te geschieden acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden, in samenhang met artikel 6, lid 1, van de verordening en artikel 5.3, vierde lid, Tw. Hierin wordt gesteld dat het instemmingsbesluit uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding moet worden genomen. Dit is in overeen-stemming met de termijn genoemd in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) artikel 4:13.

Lid 2 wijst de aanbieder uitdrukkelijk op de mogelijkheid om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.

Lid 4 geeft de mogelijkheid van een eenvoudige melding van twee dagen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de hand van een nader vast te stellen (digitaal) formulier.

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Tw voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. Het gemeentebestuur zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt.

Artikel 5.6, lid 5 van de Tw geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is.

Artikel 4: Gegevensverstrekking

Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid, van de Tw.

Artikel 5: Beslistermijn en aanhouding

Lid 1 bepaalt dat – aansluitend op artikel 4:13 van de Awb – het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing neemt. Indien dit niet mogelijk is noemt het college een redelijke termijn waarbinnen de beslissing tegemoet kan worden voorzien.

Lid 2 regelt dat het college de beslissing aanhoudt indien er een andere vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan nodig is, zoals een vergunning op basis van de Woningwet (bouwvergunning) en/of Wet Milieubeheer. Deze vergunningen kunnen noodzakelijk zijn indien bijvoorbeeld “kasten” een dergelijke omvang hebben dat een bouwvergunning is vereist en/of een milieuvergunning nodig is vanwege het geluid van de ventilatieapparatuur in de kast. Ook kunnen vergunningen noodzakelijk zijn op grond van een plaatselijke verordening bijvoorbeeld een kapvergunning. Artikel 5.5 van de Tw bepaalt dat het college zorgdraagt voor inhoudelijke afstemming tussen de betrokken bestuursorganen.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

Lid 1 bepaalt dat de werkzaamheden moeten starten binnen zes maanden na afgifte van het instemmingsbesluit en worden voltooid binnen zes maanden na deze start. Indien hier niet aan wordt voldaan, vervalt het instemmingsbesluit. Immers het intussen gewijzigde gebruik van de openbare gronden kan het aanleggen van een telecomkabel onwenselijk maken.

Leden 2,3 en 6 geven aan welke voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit kunnen worden verbonden. Het gaat in hoofdzaak om belangen van de openbare orde, beheer en onderhoud alsmede de bestemmingen van openbare gronden, verkeersbelangen en afstemming met andere werken. Voorts dienen bij de aanleg van de telecommunicatie-voorzieningen de voorschriften uit de meest recente versie van de Algemene voorwaarden voor het leggen, hebben en onderhouden van kabels en leidingen in de gemeente Westland en Midden-Delfland (hierna: A.V.K.L.) te worden gehandteerd.

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

De Tw stelt in artikel 5.2, zevende lid, dat de gemeente bij verordening regels opstelt voor het bevorderen van medegebruik van voorzieningen. Het medegebruik beperkt immers het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Medegebruik is verder in de Tw niet uitgewerkt. Wel bepaalt artikel 5.12 Tw dat de aanbieders van openbare elektronische communicatiewerken over en weer verplicht zijn te voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik, maar dit artikel handelt over de verhouding tussen de aanbieders. Hier staat de gemeente buiten.

Lid 1 hanteert als algemeen uitgangspunt dat zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van reeds aangelegde voorzieningen, hetzij door andere aanbieders hetzij door of vanwege de gemeente.

Lid 2 bepaalt – voortvloeiende uit het eerste lid – dat de in artikel 2, tweede lid, van de verordening aangegeven mogelijkheid tot vooroverleg met de gemeente het onderwerp 'gebruik maken van reeds aanwezige voorzieningen' uitdrukkelijk ter sprake dient te komen. Ook kan van de zijde van de gemeente naar aanleiding van een melding vooroverleg worden geëntameerd.

Lid 3 verplicht de aanbieder tot het gebruiken van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

Lid 4 behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen zoals vastgelegd in de A.V.K.L. geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels. De aanbieder dient met het gekozen alternatieve tracé de toegankelijkheid te kunnen waarborgen van andere aanbieders naar hun eigen netwerken.

Artikel 8: Melding wijziging voorzieningen

De rechter heeft uitgesproken dat de werking van het instemmingsbesluit eindigt zodra de werkzaamheden waarvoor instemming is gevraagd zijn beëindigd. Dit betekent dat het college geen verplichtingen op basis van het instemmingsbesluit aan de aanbieder kan opleggen nadat deze zijn werkzaamheden heeft beëindigd. Het instemmingsbesluit dient voor de gemeente evenwel ook om haar registratie up-to-date te houden van de in openbaar gebied liggende kabels en de beheerders c.q. eigenaren daarvan.

Artikel 9: Intrekking oude verordening

De oude verordening moet worden ingetrokken zodat de nieuwe verordening in werking treedt.

Artikel 10: Overgangsrecht

Het moment van afgeven van het instemmingsbesluit bepaalt of de oude of nieuwe verordening van kracht is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.

Artikel 11: Inwerkingtreding

Tenzij de gemeenteraad anders besluit treedt de verordening in werking met ingang van de achtste dag na publicatie. Op hetzelfde tijdstip dient de oude telecommunicatieverordening te worden ingetrokken. De nog lopende instemmingsbesluiten voor kabel(s) die nog niet of niet volledig zijn gelegd blijven van kracht met dien verstande dat zij vallen onder de nieuwe verordening.

Artikel 12: Citeerartikel

Door toevoeging van de naam van de gemeente aan de citeertitel is het voor een ieder die de verordening opvraagt duidelijk dat dit de verordening betreft van die met name genoemde gemeente.