Verordening plaatsingsvolgorde Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) gemeente Westland

Geldend van 01-08-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2008

Intitulé

Verordening plaatsingsvolgorde Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) gemeente Westland

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van het college van 20 mei-2008, betreffende Verordening plaatsingsvolgorde Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw);

gelet op artikel 12, tweede lid wet sociale werkvoorziening;

gezien het positieve advies van de commissie Maatschappelijke Omgeving van 9 juni 2008;

besluit de ‘Verordening plaatsingsvolgorde Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) gemeente Westland’ vast te stellen.

Verordening plaatsingsvolgorde Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) gemeente Westland

Artikel 1: Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Wsw: Wet sociale werkvoorziening;

b. Stichting: Stichting Patijnenburg:.De stichting heeft ten doel het oprichten, exploiteren en instandhouden van een of meer sociale werkplaatsen ter voorziening in de werkgelegenheid voor moeilijk in het normale arbeidsproces plaatsbare inwoners van de Gemeente Westland, waarbij tevens wordt voldaan aan de voorwaarden die hieraan worden gesteld in de Wet sociale werkvoorziening. De stichting is, op grond van het bepaalde in artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening, bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Westland aangewezen om voornoemde wet uit te voeren.

c. ingezetene: persoon die in de gemeente woonplaats heeft, als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

d. Wsw-geïndiceerde: degene die op grond van een indicatiebeschikking of een herindicatiebeschikking, als bedoeld in artikel 11 van de Wsw, uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat is;

e. Wsw-dienstbetrekking: dienstbetrekking voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wsw;

f. wachtlijst: overzicht, als bedoeld in artikel 12, eerste lid van de Wsw, van Wsw-geïndiceerde ingezetenen, die geen Wsw-dienstbetrekking hebben en beschikbaar zijn om een dergelijke dienstbetrekking te aanvaarden;

g. plaatsing: het aangaan van een arbeidsovereenkomst met een Wsw-geïndiceerde;

h. begeleid werken: werken door een Wsw-geïndiceerde bij een reguliere werkgever, waarvoor subsidie aan de werkgever wordt verstrekt als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wsw;

Artikel 2: Plaatsingsvolgorde

  • 1. Om in aanmerking te komen voor een Wsw-dienstbetrekking volgens het ‘first-in-first-out’ principe geldt de volgorde van plaatsing op de wachtlijst, waarbij de datum van de indicatiebeschikking bepalend is.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden, bij ruimte in de taakstelling, groepen wachtlijstkandidaten met voorrang in een Wsw-dienstbetrekking geplaatst. Hierbij geldt de volgende prioriteitsstelling:

    1. Wsw-geïndiceerden die in het kader van een voortraject reeds werkzaam zijn bij of via Patijnenburg (leerwerkbaan)

    2. Wsw-geïndiceerden die vallen onder de sluitende aanpak jongeren in de leeftijdscategorie jonger dan 27 jaar voor zover zij niet al onder lid 2.1.1. vallen.

    3. Zulks met een maximum van 25 % van het totaal aantal te verwachten jaarlijkse plaatsingen door Stichting Patijnenburg;

    4. WWB-clienten met een SW-indicatie.

  • 3. Onverminderd het tweede lid kan de directeur/bestuurder van Patijnenburg in overleg met de gemeente Westland in bijzondere gevallen afwijken van het in het tweede lid bepaalde, indien toepassing van dit lid naar haar oordeel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. In alle andere voorkomende gevallen wordt gewerkt volgens de ‘FIFO’ systematiek (first-in-first-out).

Artikel 3: Bekendmaking te verwachten plaatsingen

Het aantal te verwachten plaatsingen door de stichting wordt voor de aanvang van elk kalenderjaar bekendgemaakt in een binnen het werkgebied van de Stichting verschijnend regionaal blad op de gemeentepagina.

Artikel 4: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.

Artikel 5: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening plaatsingsvolgorde Wsw gemeente Westland’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 24 juni 2008
de griffier N. Broekema
de voorzitter - J. van der Tak

Toelichting Verordening plaatsingsvolgorde Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) gemeente Westland

Algemeen

Op 1 januari 2008 zijn wijzigingen in de Wsw in werking getreden (modernisering Wsw). De moderniseringsvoorstellen vragen gemeenten om, meer dan tot dan het geval was, invulling te geven aan regie en sturing van de sociale werkvoorziening en deze een plaats te geven binnen het gemeentelijk participatie- en arbeidsmarktbeleid.

Gemeenten krijgen nadrukkelijk de regierol bij de uitvoering van de Wsw. In die rol is de gemeente expliciet belast met het wachtlijstbeheer en kan hierop sturen. Desgewenst kan de gemeente beleid voeren met betrekking tot de plaatsingsvolgorde op de wachtlijst van de Wsw-geïndiceerden zonder dienstbetrekking. Daartoe dient de gemeente een verordening vast te stellen. Bij het ontbreken van een verordening over de plaatsingsvolgorde wordt de FIFO-systematiek gehanteerd.

Regie op de wachtlijst

De gemeente Westland heeft ervoor gekozen om de uitvoerende werkzaamheden met betrekking tot de wachtlijst aan de stichting Patijnenburg te mandateren. De gemeente maakt met de stichting Patijnenburg afspraken over het te voeren beleid en de uitvoerende werkzaamheden van het wachtlijstbeheer. De uitvoering valt onder de verantwoordelijkheid van Patijnenburg. Door de vastomlijnde formatieruimte vanuit het Rijk is de wachtlijst financieel niet weg te werken. In de nieuwe wet kan de gemeente een verordening opstellen om bepaalde groepen met voorrang te plaatsen van de wachtlijst naar de formatie. Stelt de gemeente geen beleid op dan is het principe van first-in-first-out van toepassing. Verder zijn er mogelijkheden tot het verwijderen van mensen op de wachtlijst. Dit kan leiden tot een opgeschoonde en kortere wachtlijst. De omvang van de wachtlijst blijft meetellen voor de financiering.

Doelgroepenbeleid

De nieuwe wet biedt de mogelijkheid keuzes te maken ten aanzien van plaatsingsbeleid van de wachtlijst. Er kan gekozen worden bepaalde doelgroepen voorrang te verlenen bij instroom in de Wsw. De keuze voor een doelgroepenprioritering maakt het mogelijk de Wsw te laten aansluiten bij het lokale beleid ten aanzien van sociale zaken, werkgelegenheid en welzijn.

Plaatsingsvolgorde Wachtlijst Wsw

Het wachtlijstbeleid regelt in welke volgorde mensen van de wachtlijst in aanmerking kunnen komen voor beschikbare Wsw-plekken. Standaard geldt het ‘FIFO’-principe (First-in-First-Out). Wie het langst op de wachtlijst staat, komt als eerste in aanmerking voor een dienstbetrekking.

Een grote wachtlijst wil overigens niet zeggen dat al deze mensen thuis zitten te wachten tot er ruimte is om hun een Wsw-plek aan te bieden. Voor mensen op de wachtlijst met een WWB-uitkering en een WAjong regeling zijn er diverse arrangementen om via Patijnenburg actief aan het werk te zijn.

Bijvoorbeeld via een leerwerkbaan (WWB-klanten met een Wsw-indicatie werkzaam op een Wsw-werkplek via een WWB-detachering) en Wajongers op basis van contracten UWV. Verder worden momenteel mensen met een Begeleid Werken-indicatie bemiddeld door de consulenten van Patijnenburg.

Voor een aantal bijzondere groepen wordt een voorrangsbeleid bij het plaatsen op een SW-plek gevoerd. Het voorrangsbeleid wordt vormgegeven

in artikel 2 van de verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

Dit artikel geeft de omschrijving van een aantal begrippen in de verordening. De Wsw-geïndiceerde is degene die uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat is. Deze indicatie wordt gesteld door het Centrum van Werk en Inkomen.

De werkvoorziening is bevoegd de indicatiebeschikking in een aantal gevallen in te trekken, bijvoorbeeld als de betrokkene passende arbeid onder aangepaste arbeid weigert (artikel 12, derde lid, van de Wsw). De Wsw regelt ook in welke omstandigheden de indicatiebeschikking vervalt, zoals bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. De betrokkene kan rechtstreeks in dienst zijn bij een Wsw-uitvoeringsorganisatie of bij een reguliere werkgever waarbij deze Wsw-financiering krijgt in het kader van Begeleid Werken.

Artikel 2 Plaatsingsvolgorde

De gemeente kent een aantal voorrangsgroepen voor het bemiddelen van Wsw-geïndiceerden. Artikel 2 geeft hier duidelijkheid over.

Plaatsing is alleen aan de orde wanneer dat binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde financiële middelen mogelijk is en de taakstelling niet overschreden wordt. De gemeente krijgt elk jaar van het Rijk een uitkering voor het realiseren van een minimumaantal Wsw-plaatsen (uitgedrukt in arbeidsjaren), de zogenoemde taakstelling.

Om in aanmerking te komen voor een werkplek in het kader van de Wsw geldt in principe de volgorde van de Wsw-wachtlijst. Dit staat verwoord in het eerste lid van dit artikel.

Het tweede lid van dit artikel maakt voor drie categorieën een uitzondering op het algemene uitgangspunt van lid 1. De volgorde van opsomming bepaalt daarbij de prioritering:

  • 1.

    Wsw-geïndiceerden die in het kader van een voortraject reeds werkzaam zijn bij of via Patijnenburg (leerwerkbaan) Onder een voortraject wordt verstaan een met re-integratiegelden van het UWV of de gemeente gesubsidieerde werkplek (leerwerkbaan) voor de duur van minimaal één jaar bij of via Patijnenburg voor een persoon met een Wsw-indicatie. Tijdens een voortraject wordt de Wsw-geïndiceerde voorbereid op een plaatsing in het kader van de Wsw. Wanneer voor deze groep geen voorrangsregeling wordt getroffen zal deze groep instromen naar een WSW plaats volgens het ‘FIFO’-systeem. De consequentie is dat deze Wsw-geïndiceerden na dit tijdelijke traject zonder naadloze overgang in een WSW dienstverband weer uit de activering gaan. Er is dan sprake van ongewenst terugplaatsen in een niet actieve situatie (‘achter de geraniums’) en verworven arbeidsvaardigheden gaan weer verloren. Door deze groep, zodra de duur van het voortraject verlopen is met voorrang te plaatsten in een Wsw-dienstbetrekking c.q. op een begeleid werkenplek, kan dit worden voorkomen.

  • 2.

    Wsw-geïndiceerden die vallen onder de sluitende aanpak jongeren, in de leeftijdscategorie jonger dan 27 jaar voor zover zij niet al onder 1. vallen. Dit met een maximum van 25 % van het totaal aantal te verwachten jaarlijkse plaatsingen door Stichting Patijnenburg.

    Het kabinet heeft een sluitende aanpak voor jongeren op het gebied van opvoeding, onderwijs en arbeidstoeleiding hoog op de agenda staan. Zij wil jongeren die niet leren en/of werken activeren en bijstandsafhankelijkheid tegen gaan. Het is sociaal niet aanvaardbaar en economisch niet verantwoord dat jongeren langs de lijn blijven staan. Het kabinet acht het verbeteren van de maatschappelijke positie van jongeren noodzakelijk. Daarom is een substantiële verhoging van de arbeidsparticipatie van deze jongeren van belang. Arbeidsparticipatie beschermt jongeren tegen sociale problemen zoals armoede, sociale uitsluiting, criminaliteit en integratieproblemen.

    In dit kader vraagt de gehandicapte jongeren (Wajong) en specifiek de gehandicapte jongeren met een Wsw-indicatie extra aandacht.

  • 3.

    WWB-clienten met een SW-indicatie.

    Uitstroom naar werk is de belangrijkste doelstelling van de Wwb. Wwb-cliënten met een Sw-indicatie kunnen niet naar regulier werk worden geleid. Zij kunnen uitsluitend naar een Wsw-omgeving uitstromen. Uitstroom dient daarom te worden verwezenlijkt door plaatsing op een Sw-plaats. De cliënt is dan in de omgeving van Patijnenburg op zijn plaats.

  • 4.

    Uitzonderingen.

    Dit punt maakt het mogelijk dat in bijzondere situaties van het onder lid 2.1,2.2 en 2.3 kan worden afgeweken.

Artikel 3 Bekendmaking te verwachten plaatsingen

Dit artikel regelt dat de kandidaten op de wachtlijst vooraf voldoende inzicht hebben in het te verwachten aantal plaatsingen. Hiermee wordt informatie verstrekt aan de hand waarvan de geïndiceerde, zo nodig, kan controleren of hem op het juiste moment een Wsw-dienstbetrekking wordt aangeboden.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting

Artikel 5: Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting