Regeling vervallen per 15-02-2019

Besluit van de commissaris van de Koning houdende het Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2017

Geldend van 29-06-2017 t/m 14-02-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Besluit van de commissaris van de Koning houdende het Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2017

Besluit van de commissaris van de Koning van Zeeland d.d. 21 juni 2017, kenmerk 17013680 tot vaststelling van het Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2017.

De commissaris van de Koning in Zeeland,

  • overwegende dat het enerzijds vanwege een doorontwikkeling van de ambtelijke organisatiestructuur, anderzijds vanwege gewijzigde wetgeving en inzichten wenselijk is om een wijziging aan te brengen in de uitoefening van bevoegdheden die in naam van de commissaris van de Koning worden uitgeoefend;

  • gelezen het advies van de Ondernemingsraad d.d. 8 juni 2017, hierbij opmerkend dat invulling wordt gegeven aan de overweging inzake de communicatie van besluitvorming;

  • gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • gelet op art. 176, tweede lid van de Provinciewet

  • gelet op artikel 25, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de ondernemingsraden;

  • gelet op artikel 3.42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht

besluit vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2017:

Artikel 1

  • 1.

    De commissaris van de Koning verleent volgens de bij dit besluit behorende bijlage toestemming tot de uitoefening in zijn naam van:

    • a.

      alle bevoegdheden in onderdeel I van de bijlage aan de secretaris/algemeen directeur en, voor zover van toepassing, aan de directeur Organisatie en aan de directer Programma's en projecten.

    • b.

      de afzonderlijke bevoegdheden aan de daarbij vermelde functionarissen.

  • 2.

    De uitoefening van een in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geschiedt met inachtneming van het in de artikelen 2 tot en met 8 bepaalde.

Artikel 2

  • 1.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van de secretaris/algemeen directeur geldt de directeur Programma's en projecten als 1ste waarnemend secretaris/algemeen directeur, en geldt de directeur Organisatie als 2de waarnemend secretaris/algemeen directeur.

  • 2.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van de directeur Programma's en projecten geldt als 1ste waarnemend directeur Programma's en projecten de secretaris/algemeen directeur en als 2de waarnemend directeur Programma's en projecten, de directeur Organisatie.

  • 3.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van de directeur Organisatie geldt als 1ste waarnemend directeur Organisatie de secretaris/algemeen directeur en als 2de waarnemend directeur Organisatie de directeur Programma's en projecten.

  • 4.

    Een programma- of projectleider wordt bij afwezigheid of ontstentenis vervangen door een andere programma- of projectleider binnen de betreffende lopende programma's of projecten.

  • 5.

    In de vervanging van een afdelingshoofd bij afwezigheid of ontstentenis is voorzien door horizontale vervanging door een ander afdelingshoofd.

  • 6.

    In de vervanging van een unithoofd bij afwezigheid of ontstentenis is voorzien door vervanging door een afdelingshoofd.

  • 7.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van een budgethouder die deze bevoegdheid uitoefent in de functie van secretaris/algemeen directeur, directeur Programma's en projecten, directeur Organisatie, programma- of projectleider, afdelingshoofd of unithoofd, vindt vervanging plaats analoog aan het bepaalde in de leden 1 tot en met 6.

Artikel 3

De uitoefening van een bevoegdheid geschiedt slechts in gevallen die routinematig, administratief, procedureel of formeel van aard zijn.

Artikel 4

De gemandateerde verschaft de commissaris van de Koning tijdig die informatie die redelijkerwijs voor de commissaris van de Koning van belang geacht moet worden.

Artikel 5

Een van de commissaris van de Koning uitgaand stuk wordt ondertekend als volgt:

  • -

    de commissaris van de Koning in Zeeland,

    namens dezen,

gevolgd door:

  • -

    de functieaanduiding,

  • -

    de handtekening, en

  • -

    de naam van de gemandateerde.

Artikel 6

Het besluit van 1 september 2016, houdende vaststelling van het 'Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2016' (Provinciaal Blad nummer 4983 van 2016), wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als "Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2017".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de commissaris van de Koning op 21 juni 2017.

Drs. J.M.M. Polman

Uitgegeven 28 juni 2017

De secretaris, A.W. Smit

Onderdeel I

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE, DE DIRECTEUR PROGRAMMA’S EN PROJECTEN, ALLE AFDELINGSHOOFDEN EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS;

ALGEMEEN DEEL

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

 Provinciewet

 

 

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening van:

  • a

    overeenkomsten met externe deskundigen, advies-/onderzoeksbureaus

  • b

    aankoopopdrachten en aan- en verkoopovereenkomsten inzake roerende goederen, huur- en ingebruikgeving van apparatuur, programmatuur, machines, gereedschap en andere roerende zaken

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofden;

 Unithoofden

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening  van een vaststellingsovereenkomst in het kader van een verzekeringskwestie

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

 

 

 

 

Provinciewet/ Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

 

 

 

 

Het ondertekenen van die overeenkomsten waartoe hij als budgethouder door gedeputeerde staten gemandateerd is tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten tot levering, werk of dienst  voor de provincie

mits:

  • -

    budget beschikbaar is gesteld;

  • -

    passend binnen de doeleinden waartoe het budget is toegewezen;

  • -

    passend binnen een o.g.v. het budget vooraf door gs vastgesteld globaal bestedingsplan/conform de jaarlijks vastgestelde ramingen, uitgesplitst per onderwerp

  • -

    na afstemming en zo nodig advies JIS (Inkoop- en aanbesteding) en Financiën wat betreft overeenstemming met provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid en het relevante wettelijk kader.

 

Artikel 176, tweede lid Provinciewet; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

 

budgethouder

Ingevolge de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer zijn als budgethouder aangewezen:

  • a.

    de secretaris/algemeen directeur;

  • b.

    de directeur Programma’s en projecten;

  • c.

    de directeur Organisatie;

  • d.

    de afdelingshoofden;

  • e.

    de unithoofden;

  • f.

    de programma- en projectleiders;

  • g.

    de statengriffier;

  • h.

    de secretaris van de Algemene Rekenkamer.

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

CONCERNSTAF

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Ontheffing aan burgemeesters t.b.v. in artikel 15, eerste lid, onder d, Gemeentewet genoemde verboden handelingen.

Artikel 69 Gemeentewet, art. 3:43 BW

Afdelingshoofd

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

KABINET

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Wet op de Veiligheidsregio's

 

 

 

Het verstrekken van inlichtingen aan de voorzitter van de veiligheidsregio en de Minister van Veiligheid en Justitie ten behoeve van hun rol bij de toepassing van de artikelen 41 en 42.

Artikel 43 Wet op de Veiligheidsregio's

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

Het geven van een reactie op de uitgevoerde werkzaamheden van de Inspectie Veiligheid en Justitie in het kader van artikel 57 (toetsen en onderzoek plegen) t.b.v. de Minister van Veiligheid en Justitie.

Artikel 58, eerste lid Wet op de Veiligheidsregio's

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

 

 

 

 

Ambtsinstructie cvdK

 

 

 

Inlichtingen inwinnen en overleggen met in de provincie werkzame rijksambtenaren en medewerkers van de krijgsmacht.

Artikel 2, eerste lid Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

Er op toezien dat het bestuur van de veiligheidsregio passende maatregelen neemt om de tekortkomingen, zoals genoemd in de rapportage van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, weg te nemen.

Artikel 5d Ambtsinstructie cvdK, eerste lid juncto artikel 59, derde lid Wet op de Veiligheidsregio's

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

Het onverwijld in kennis stellen van de Minister van BiZa van een gegeven aanwijzing als bedoeld in artikel 41 van de Wet op de Veiligheidsregio's.

Artikel 5a, tweede lid Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard ter voorbereiding op bezoeken van de cvdK aan gemeentes.

Artikel 3 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef;

Medewerker Kabinet

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van de benoemingsprocedure burgemeester.

Artikel 6 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van de herbenoemingsprocedure burgemeester.

Artikel 7 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van de ontslagprocedure burgemeester.

Artikel 7a Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard met het Kapittel voor de civiele orden in het kader van het verlenen van onderscheidingen.

Artikel 8 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef;

Beleidsondersteunend medewerker Kabinet

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van verzoeken om bericht en raad aan personen die belast zijn met bevoegdheden in de openbare dienst in de provincie.

Artikel 10 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

 

 

 

 

Gemeentewet

 

 

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van het voorzien in de waarneming van de burgemeester in afwijking.

Artikel 78 Gemeentewet

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

 

 

 

 

Besluit politiegegevens

 

 

 

Het opvragen van politiegegevens in het kader van de adviserende taak inzake het verlenen van een Koninklijke onderscheiding op grond van het Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje Nassau.

Artikel 4:3, eerste lid, sub i van het Besluit Politiegegevens van 14-12-2007, houdende bepalingen ter uitvoering van de Wet Politiegegevens.

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef;

Beleidsondersteunend medewerker Kabinet

 

 

 

 

 

Besluit justitiële gegevens

 

 

 

Het opvragen van justitiële gegevens t.b.v. het dienen van advies inzake:- de benoeming van burgemeesters en- de verlening van een Koninklijke onderscheiding aan een burgemeester op grond van het Reglement op de orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje Nassau.

Artikel 30, eerste lid, sub c van het Besluit van 25-3-2004 tot vaststelling van de justitiële gegevens alsmede tot uitv. van enkele bepalingen van de Wet justitiële gegevens.

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef;

Beleidsondersteunend medewerker Kabinet

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR EN DE DIRECTEUR ORGANISATIE;

AFDELING WATER, BODEM EN NATUUR

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden

 

 

 

Gelasten de houder van de inrichting deze te sluiten, onderscheidenlijk en zwemverbod instellen, ingeval voor gezondheid of veiligheid van bezoekers gevaar dreigt; gehoord de cvdK.

Artikel 11, tweede lid Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden

Directeur Organisatie

 

Opheffen, onderscheidenlijk intrekken van gegeven last of gesteld verbod ex artikel 11, tweede lid; gehoord de cvdK

Artikel 11a, eerste lidWet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden

Directeur Organisatie

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

AFDELING PLANVORMING EN REALISATIE

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening overeenkomsten betreffende:

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    aan- en verkopen van onroerende zaken alsmede het ruilen, vervreemden, bezwaren van provinciale eigendommen

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    verpachten en/of verhuren van provinciale eigendommen

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    ontbinding van pachtovereenkomsten en/of verhuurovereenkomsten provinciale eigendommen

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    vestiging beperkte rechten

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening notariële akten betreffende:

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

 

  • -

    aan- en verkopen van onroerende zaken

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

 

  • -

    ruilen, vervreemden, bezwaren van provinciale eigendommen

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

 

  • -

    vestiging van beperkte rechten. Houdt tevens de bevoegdheid in om een volmacht tot ondertekening te geven

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

AFDELING BEHEER EN ONDERHOUD

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening overeenkomsten betreffende alle beheersaangelegenheden, afdeling beheer en onderhoud.

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd;

Unithoofd

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

AFDELING FINANCIEN

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Ondertekening van:

  • -

    rekening-courant overeenkomsten

  • -

    geldleningsovereenkomsten

  • -

    overeenkomsten betreffende vestigingen van beperkte rechten

  • -

    overeenkomsten betreffende het verrichten van diensten door externe deskundigen en adviesbureaus e.d.

  • -

    koopovereenkomsten betreffende roerende zaken

  • -

    verzekeringscontracten en verzekeringsbewijzen

  • -

    automatiseringscontracten

  • -

    volmachten voor vervallenverklaring hypotheek t.b.v. doorhalen verstrekte hypotheek in het hypotheekregister

  • -

    akten van cessie

Artikel176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd;

Unithoofd

 

Optreden als rekeninghouder van de door de provincie aangehouden bankrekeningen en creditkaart.

 

Afdelingshoofd; Unithoofd

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

AFDELING INFORMATIEVOORZIENING EN AUTOMATISERING

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Bevoegdheid tot het ondertekenen van ICT overeenkomsten om niet, benodigd voor het aansluiten op de landelijke ICT basisvoorzieningen

Artikel 176 tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd;

Unithoofd ICT-GEO

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

AFDELING FACILITAIR

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening van overeenkomsten betreffende bruikleen van ruimten en terreinen binnen het Abdijcomplex.

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

T.a.v. bruikleen geldt: indien en voor zover met dat gebruik het provinciaal belang is gediend en voor zover met de activiteit waarvoor deze provinciale eigendommen in bruikleen worden gegeven geen commerciële belangen worden nagestreefd.

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

AFDELING COMMUNICATIE

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Het ondertekenen van overeenkomsten tot overdracht van auteursrechten en het verlenen van een gebruiksrecht op auteursrechten.

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

Wordt o.a. gehanteerd bij (raam)overeenkomsten met fotografen, vormgevers, filmmakers

 

Toelichting behorende bij het Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2017

1. ALGEMEEN

Aanleiding voor het nieuwe mandaatbesluit

Het besluit tot wijziging van de topstructuur heeft onder meer wijziging tot gevolg gehad van de indeling van de ambtelijke organisatie als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016. De wijziging van de indeling van de ambtelijke organisatie omvatte eveneens het aanwijzen van programma- en projectleiders ter uitvoering van het streven meer opgaven gestuurd en resultaatgericht te werken.

De aanstelling van de directeur Organisatie en van de directeur Programma's en Projecten heeft in 2016 een wijziging van zowel het mandaatbesluit gedeputeerde staten als van het mandaatbesluit commissaris van de Koning noodzakelijk gemaakt. Dit heeft geresulteerd in de respectievelijke besluiten Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2016’ en Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2016 .

In de periode daarna is meer fundamenteel gekeken naar de gewenste reikwijdte van de bevoegdheden en verantwoordingsverplichtingen van de budgethouder, vooral in de hoedanigheid van programma- en projectleider, en de mandaten die hiermee samenhangen. Dit heeft geleid tot een nieuwe budgethoudersregeling en twee nieuwe mandaatbesluiten (Mandaatbesluit gs 2017 en Mandaatbesluit cvdK 2017).

De wijziging van het mandaatbesluit commissaris van de Koning 2016 heeft met name betrekking op de toekenning van toereikende mandaten aan project- en programmaleiders om opgaven gestuurd en resultaatgericht te kunnen werken, en ziet op het ondertekenen van die overeenkomsten waartoe hij als budgethouder door gedeputeerde staten gemandateerd is tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten tot levering, werk of dienst voor de provincie.

Tevens zijn alle overige mandaten geactualiseerd aan gevolgen van nieuwe wet- en regelgeving en/of beleid.

Onderscheid mandaat, machtiging en volmacht

Bijna dagelijks worden er allerlei beslissingen door de commissaris van de Koning (hierna te noemen: cvdK) genomen. Het zou niet werkbaar zijn als de cvdK al die beslissingen steeds zelf moet nemen en afdoen. Daarom bestaat al sinds jaar en dag de mogelijkheid dat de CvdK aan een ander de bevoegdheid toekent om dit namens hem te doen. Er is dus sprake van vertegenwoordiging van het bestuursorgaan (lees: de cvdK). Er zijn verschillende vormen van vertegenwoordiging (mandaat, machtiging en volmacht). Hieronder wordt uitleg gegeven over het onderscheid tussen de begrippen mandaat, machtiging en volmacht.

Mandaat

In de Algemene wet bestuursrecht is een algemene regeling opgenomen over mandaat, en wel in afdeling 10.1.1. In artikel 10.1 van deze Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder mandaat verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (de cvdK) besluiten te nemen. Met andere woorden: degene aan wie mandaat wordt verleend (= de gemandateerde) krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend. Het door de gemandateerde genomen besluit geldt dan ook als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische gevolgen als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit. Mandaat heeft alleen betrekking op het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In deze wet wordt onder besluit verstaan "een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling". Het gaat hier om typische overheidsbeslissingen, zoals bijvoorbeeld het verlenen van ontheffing aan een burgemeester op grond van artikel 69 van de Gemeentewet. Het bestuursorgaan dat mandaat heeft verleend (= de mandaatgever) blijft volledig verantwoordelijk voor het besluit dat in mandaat is genomen.

Machtiging

Van machtiging is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Feitelijke handelingen zijn geen privaatrechtelijke handelingen of besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.

Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie of het voeren van het woord in een juridische procedure. De schakelbepaling van artikel 10:12 van de Awb bepaalt dat de bepalingen in de Awb die betrekking hebben op mandaat (afdeling 10.1.1) tevens van toepassing zijn indien het bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Soms wordt het begrip machtiging ook wel gebruikt als verzamelbegrip voor de verschillende vormen van vertegenwoordiging.

Volmacht

Volgens het Burgerlijk wetboek wordt onder volmacht verstaan: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (artikel 3:60 lid 1 Burgerlijk wetboek). Een door de gevolmachtigde "binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de volmachtgever" (artikel 3:61 lid 1 Burgerlijk wetboek). Volmacht heeft altijd betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals bijvoorbeeld het ondertekenen van een overeenkomst of convenant. Evenals bij machtiging geldt dat de mandaatregeling van afdeling 10.1.1 van de Awb van overeenkomstige toepassing is wanneer een bestuursorgaan volmacht verleent.

Het aangaan van een overeenkomst

Het aangaan van een overeenkomst is een privaatrechtelijke rechtshandeling waarbij in de regel de provincie partij is. Het gaat daarbij om de provincie als privaatrechtelijke rechtspersoon en niet om gs of de cvdK als bestuursorganen. Omdat de provincie als bestuursorgaan niet bestaat, zijn gs op grond van de Provinciewet bevoegd om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 158, eerste lid sub e). Gs zullen dus moeten besluiten om een bepaalde overeenkomst aan te willen gaan. Vervolgens is bepaald dat de cvdK de provincie in en buiten rechte vertegenwoordigt (artikel 176 Provinciewet). Dit houdt zowel formele procesvertegenwoordiging (in rechte) als vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (buiten rechte). De cvdK is daarom degene die de overeenkomst namens de provincie ondertekent.

Voor het aangaan van een overeenkomst is dus zowel een mandaat nodig van gs (voor het beslissen om een overeenkomst aan te gaan) als een volmacht van de cvdK om de overeenkomst te ondertekenen. Het mandaat van gs is geregeld in het mandaatbesluit gs en de volmacht van de cvdK is te vinden in het onderhavige besluit.

Dit laat onverlet dat naast het contracteren inzake privaatrechtelijke bevoegdheden ook sprake kan zijn van het middels privaatrechtelijke overeenkomst vastleggen van afspraken inzake (het gebruik van) publiekrechtelijke bevoegdheden door het bestuursorgaan. In dat geval komt de bevoegdheid tot ondertekening van de bedoelde overeenkomst toe aan het bestuursorgaan. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.

Relatie met de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland 2017 enhet Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2017

Algemeen

De Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016 is de algemene 'kapstok' waarin het organisatorische uitgangspunt wordt uitgewerkt dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd. In de regeling wordt in dat verband een link gelegd naar het mandaatbesluit van gedeputeerde staten en de regeling voor budgetbeheer (de budgethoudersregeling ). Er is voorzien in een algemene vervangingsregeling voor leidinggevenden. Daarnaast geldt een specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder. De grondslag voor het aanwijzen van budgethouders is de budgethoudersregeling. Toereikende mandaten voor deze functionarissen zijn vervolgens opgenomen in het mandaatbesluit gs. Toekenning van ondertekeningsbevoegheden inzake privaatrechtelijke overeenkomsten m.b.t. levering werk of dienst door afdelingshoofd, unithoofd en/of programma-/projectleider, in de hoedanigheid van budgethouder, is geregeld in het Cvdk-mandaatbesluit en –register.

Ten aanzien van programma- en projectleiders:

Programma- en projectleiders maken deel uit van de ambtelijke organisatiestructuur als beschreven in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016. Aan functionarissen die de rol van programma- of projectleider vervullen komen specifieke bevoegdheden toe ter uitvoering van hun leidinggevende taken in het betreffende programma of project. Zij kunnen in dat kader tevens worden aangewezen als budgethouder als bedoeld in de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer. Als budgethouder zijn zij bevoegd binnen de grenzen van het toegewezen budget en deze regeling al datgene te doen en te besluiten ter uitvoering van het programma of project op grond van het betreffende programma- of projectplan.

Programma- of projectleider is de formele aanduiding voor de leidinggevende functionaris van een programma of project. In artikel 1, van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016, is een definitie opgenomen van programma en project. In de dagelijkse praktijk van de provinciale organisatie kan het voorkomen dat andere benamingen worden gebruikt, zoals die van opgavemanager. Een opgavemanager geldt naar de aard van zijn functie als programmaleider in de zin van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016. Zo zijn er ook andere benamingen denkbaar die steeds moeten worden gekwalificeerd als programma- of projectleider. Het verdient de voorkeur de formele functiebenaming te hanteren, maar als dat onder de gegeven omstandigheden niet is gewenst, dan dient men zich te realiseren wat het formele kader is.

Om te beoordelen of een functionaris de rol van programma- of projectleider vervult wordt aangesloten bij de procedure uit het Handboek Projecten en Programma’s. Dit betekent dat bij de start van een project/programma een startnotitie wordt opgesteld. In die startnotitie wordt ingevuld wie programmaleider en/of projectleider is. De vaststelling van de startnotitie wordt gezien als ‘aanwijzingsbesluit’. Eventueel wordt aanvullend door de ambtelijke opdrachtgever nog een bevestiging van de aanwijzing naar de programma- of projectleider gestuurd.

Uitgangspunten mandaatbesluit cvdK 2017

Voor een adequate functie-uitoefening dienen functionarissen over toereikende mandaten van zowel gs als van de cvdK te beschikken. De mandatering van gs bevoegdheden wordt geregeld in het Mandaatbesluit gedeputeerde staten 201 7. De bevoegdheden die de cvdK namens hem laat uitvoeren door genoemde functionarissen wordt geregeld in het onderhavige Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2017. In de regel gaat het om het geven van volmacht tot het ondertekenen van privaatrechtelijke overeenkomsten (al dan niet in de hoedanigheid van budgethouder – zie hierna onder Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2017 ).

De bevoegdheid tot ondertekening van privaatrechtelijke overeenkomsten waarbij de provincie Zeeland partij is, is wettelijk toegekend aan de cvdK, die op zijn beurt toestemming heeft gegeven aan één of meerdere provinciale functionaris(sen) om dit namens hem te doen. Dit laatste is mogelijk op grond van artikel 176, tweede lid Provinciewet. Juridisch gezien is dit geen mandatering maar verleent de cvdK volmacht aan een functionaris.

Voor de onderlinge vervanging van functionarissen wordt verwezen naar de algemene vervangingsregeling van artikel 14 van Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016, welke van toepassing wordt verklaard op het onderhavige mandaatbesluit.

Ook in het nieuwe besluit is getracht een algemeen kader aan te geven waarbinnen kan worden beoordeeld of een bevoegdheid namens de cvdK kan worden uitgeoefend. In de bij dit besluit behorende bijlage (register cvdK) wordt concreet aangegeven om welke bevoegdheden het gaat. Of deze besluiten c.q. (rechts)handelingen inderdaad 'in mandaat' kunnen worden afgedaan, kan worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 2 genoemde criteria.

Er wordt in het besluit en register geen onderscheid gemaakt tussen mandaten, volmachten en machtigingen, omdat dit voor de werkwijze geen consequenties heeft. Als verzamelnaam hanteren we het begrip 'mandaat' maar wanneer wordt gesproken over mandaat zou het dus best kunnen zijn dat het in feite een volmacht (bijvoorbeeld tot het onderteken van een overeenkomst).

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2017

Om het mandaatbesluit en -register zo volledig mogelijk te maken zijn ook de mandaten voortvloeiend uit de budgethoudersregeling hierin opgenomen. Deze zijn te vinden in Onderdeel I, Algemeen deel, onderdeel ‘Provinciewet/ Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland’ van het M andaatbesluit c vdK 2017 . Het is vanuit praktisch oogpunt belangrijk dat in één register kenbaar is wie als budgethouder is aangemerkt en bevoegd is om de actie uit te voeren.

In de hoedanigheid van budgethouder kunnen gs beschikken over budgetten voor bepaalde activiteiten en/of projecten. In die hoedanigheid kunnen zij, onder voorwaarden, ingevolge artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet besluiten inzake het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten tot levering, werk of dienst. Ingevolge de budgethoudersregeling is separaat mandaat verleend aan ambtelijke functionarissen tot het beschikken over bepaalde budgetten en voorts in het kader daarvan tot het besluiten inzake het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten. De bevoegdheid tot het geven van volmacht door de cvdK aan de budgethouder inzake het ondertekenen van privaatrechtelijke overeenkomsten tot levering, werk of dienst is geregeld in het onderhavige Mandaatbesluit cvdK 2017.

Als gevolg van de nieuwe organisatiestructuur is in de Regeling budgetbeheer provincie Zeeland 201 6 budgethouderschap toegekend aan de directeur Organisatie, de directeur Programma's en Projecten en aan programma- en projectleiders. In de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2017 (de budgethoudersregeling ) is een heroverweging gemaakt van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de budgethouder ter zake van het voeren van een transparant en goed budgetbeheer. De vervanging van budgethouders is te vinden in artikel 15 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016.

2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Verlenen mandaat

Uitgangspunten mandaatbesluit en –register

  • -

    uitgangspunt is het toekennen van meervoudig mandaat. (=de bevoegdheid komt aan meerdere functionarissen toe). Mandaten worden verleend aan de secretaris/algemeen directeur, de directeur Organisatie, de directeur Programma's en Projecten, de afdelingshoofden en unithoofden. De eerste functionaris is de secretaris/algemeen directeur, de tweede de directeuren (directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten) en de derde de functionaris in de organisatie die daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van die bevoegdheid gebruik maakt: afdelingshoofd, unithoofd en in sommige gevallen programma-/projectleider in de hoedanigheid van budgethouder of een (senior-)beleidsmedewerker. De secretaris/algemeen directeur en beide directeuren fungeren als vangnet.

    Uitzondering:

    • een aantal mandaten is uitsluitend aan de directeur Organisatie toegekend:

      voorbeeld: het sluiten van een zwembadinrichting.

  • -

    Voor de onderlinge vervanging van functionarissen wordt verwezen naar de algemene vervangingsregeling van artikel 14, en de specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder van artikel 15 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016, welke van toepassing wordt verklaard op het onderhavige mandaatbesluit cvdK door middel van het daarin opnemen van een gelijkluidende vervangingsregeling.

  • -

    Ondermandaat is niet toegestaan, enkel in uitzonderlijke gevallen.

Artikel 2. Beperking

In dit artikel wordt de begrenzing van het verleende mandaat aangegeven. Het betreft immers een bevoegdheid. Naast de wettelijke begrenzing die artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht aangeeft somt dit artikel criteria op waardoor het voor de gemandateerde mogelijk wordt om te beoordelen of hij een bevoegdheid c.q. beslissing in mandaat kan uitoefenen en/of nemen.

Mandaat kan enkel worden verleend indien het gevallen betreft die routinematig administratief, procedureel of formeel van aard zijn. Onder ‘routinematig’ wordt verstaan die gevallen waarvan onomstotelijk vaststaat dat zij passen binnen het vastgestelde beleid. Bij zaken die het routinematig karakter te boven gaan valt te denken aan gevallen die politiek of bestuurlijk gevoelig liggen of die leiden tot afwijking of aanvulling van het vastgestelde beleid, en/of er precedentwerking te verwachten is. Bij twijfel overlegt de gemandateerde met de bestuurder.

 

Artikel 3. Inlichtingen en verantwoording

Omdat de cvdK, ook al heeft deze mandaat verleend, verantwoordelijk blijft voor de 'in mandaat' genomen beslissing of handeling is het van belang dat hij op de hoogte wordt gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming van belang is.

 

Artikel 4. Ondertekening

In dit artikel wordt concreet aangeven hoe de ondertekening plaats dient te vinden. In het onderhavige mandaatbesluit en –register wordt er wanneer mandaat aan een ambtelijk functionaris wordt verleend, vanuit gegaan dat die zowel het besluit neemt als ondertekent. Het besluit en register gaan derhalve uit van zgn. 'afdoeningsmandaten'. Kenbaarheid speelt hierbij een rol, dat wil zeggen dat naar buiten toe duidelijk is wie de beslissing of (rechts)handeling 'in mandaat' heeft genomen of verricht.

 

3. TOELICHTING REGISTER

De algemene mandaten zijn vastgelegd in een register. In bijzondere gevallen kan de CvdK (buiten het register om) besluiten om een mandaat te verlenen. Dit dient dan plaats te vinden in een afzonderlijk besluit.

Zoals hiervoor reeds aangehaald is het uitgangspunt van het mandaatbesluit dat meervoudig mandaat wordt verleend. Dit heeft tot gevolg dat de bevoegdheid aan meerdere functionarissen toekomt. Primair de functionaris in de organisatie die daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van die bevoegdheid gebruik maakt (dus afdelingshoofd, unithoofd etc.). De twee directeuren, voor zover het bevoegdheden betreft die tot hun taakveld behoren, en de secretaris/algemeen directeur geven in tweede instantie uitvoering aan de mandaten. Zij kunnen altijd als vangnet dienen. Let op: Enkele mandaten zijn uitsluitend aan de directeur Organisatie toegekend.

Het register bestaat uit een algemeen deel en mandaten per afdeling. In een algemeen hoofdstuk zijn mandaten ondergebracht die voor de gehele organisatie gelden. Dit verbetert de toegankelijkheid en leesbaarheid van het register. Voorbeeld:

  • Vertegenwoordiging van de provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen ingevolge artikel 176, tweede lid Provinciewet, zoals het ondertekenen van bepaalde privaatrechtelijke overeenkomsten (bijvoorbeeld aan- en verkoop-/huurovereenkomsten; overeenkomsten met externe deskundigen of met advies/onderzoeksbureau’s); ook het mandaat tot ondertekening van privaatrechtelijke overeenkomsten tot levering, werk of dienst die een budgethouder namens gs mag aangaan op grond van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland is hier opgenomen.

Tot slot een praktisch 'stappenplan':

Stap 1

Kijk in het mandaatregister onder het hoofdstuk "algemeen" of het hoofdstuk van je eigen afdeling.

Kijk in de kolom "omschrijving bevoegdheid" en kijk of het besluit of de (rechts)handeling die je wilt (laten) nemen of verrichten of wordt genoemd.

Er zijn twee mogelijkheden:

  • 1.

    De bevoegdheid wordt niet genoemd. Dit betekent dat je je tot de cvdK dient te richten om toestemming tot het namens hem mogen uitoefenen van de bevoegdheid. Het mandaat-besluit en -register is dan niet meer van toepassing.

  • 2.

    De bevoegdheid wordt wel genoemd. Ga dan naar stap 2.

 

Stap 2

Kijk in de kolom "namens de cvdK uitgeoefend door". Hier staan de functionaris(sen) genoemd die de bevoegdheid mogen uitoefenen. Deze functionarissen mogen tevens ondertekenen.

Naast de daarin genoemde functionaris(sen) is altijd de betreffende directeur en de secretaris/algemeen directeur bevoegd, tenzij het een uitzondering betreft. (zie hiervoor onder: ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, Artikel 1. Verlenen mandaat).

Bij ontstentenis of afwezigheid van de desbetreffende functionaris: raadpleeg de vervangingsregeling uit artikel 2.

 

Stap 3

* Stel een conceptdocument/brief op en maak gebruik van het model uit het iWRITER.

* Zorg voor een juiste ondertekening.