Regeling vervallen per 29-12-2016

Verordening bezwaarschriftencommissie Werk Zorg en Inkomen

Geldend van 27-12-2012 t/m 28-12-2016

Intitulé

Verordening bezwaarschriftencommissie Werk Zorg en Inkomen

Hoofdstuk I - Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer

  • b.

    raad: de gemeenteraad van Zoetermeer

  • c.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht

  • d.

    afdeling: de afdeling Werk Zorg en Inkomen van de directie Inwoners

  • e.

    commissie: de bezwaarschriftencommissie Werk Zorg en Inkomen

Hoofdstuk II – De commissie

Artikel 2 Taak

  • 1. Er is een commissie als bedoeld in art. 7:13 van de wet die het college adviseert ten behoeve van de beslissing op bezwaarschriften als bedoeld in art. 1:5 van de wet, voor zover deze bezwaarschriften betrekking hebben op door de afdeling uitgevoerde wetten en regelingen en voor zover die bezwaarschriften niet worden behandeld op de wijze als bedoeld in art. 7:5 van de wet.

  • 2. Van het inschakelen van de commissie kan worden afgezien als het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter die tevens lid is en tenminste twee leden. Tevens zijn er tenminste twee plaatsvervangende leden.

  • 2. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door een plaatsvervangend voorzitter. De commissie wijst deze uit haar midden aan.

  • 3. Leden moeten onafhankelijk zijn en deskundig op het gebied van de regelingen die het werkterrein van de commissie betreffen. De deskundigheid van de afzonderlijke leden draagt bij aan een zo breed mogelijke kennis binnen de commissie.

Artikel 4 Benoeming, zittingsduur, schorsing en ontslag

  • 1. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden door het college benoemd voor de duur van een raadsperiode van vier jaar. Het lidmaatschap eindigt derhalve op de dag waarop de zittingsperiode van de raad eindigt. Zij kunnen bij goed functioneren hoogstens één keer worden herbenoemd, mits zij blijven voldoen aan de criteria voor benoeming.

  • 2. De benoeming ter vervulling van een plaats die anders dan door periodieke aftreding is opengevallen, geschiedt zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de betreffende vacature en geldt tot het einde van de lopende raadsperiode. Aftredende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 3. Zolang er na afloop van de zittingsperiode van de raad geen nieuwe leden zijn benoemd, blijven de zittende leden in functie.

  • 4. De leden van de commissie worden door het college ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek

    • b.

      wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen

    • c.

      bij de aanvaarding van een functie als bedoeld in artikel 5

    • d.

      wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel hun bij zo’n uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft

    • e.

      wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zij surséance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld

    • f.

      wanneer zij naar het oordeel van het college ernstig nadeel toebrengen aan het in hen gestelde vertrouwen.

  • 5. Het college kan in afwachting van een beslissing als bedoeld in lid 6 het lid van de commissie in de uitoefening van zijn functie schorsen, van welke schorsing het zo spoedig mogelijk mededeling doet aan het betreffende lid.

  • 6. Voordat het college een beslissing neemt over een voorstel tot ontslag van een lid van de commissie, wordt het betreffende lid in de gelegenheid gesteld gehoord te worden.

  • 7. Als het college niet tot het verlenen van ontslag besluit, heft het de schorsing op, welke beslissing zo spoedig mogelijk aan het betreffende lid wordt meegedeeld.

Artikel 5 Incompatibiliteiten

Tot voorzitter of (plaatsvervangend) lid van de commissie zijn niet benoembaar:

  • a.

    personen die deel uitmaken van het college.

  • b.

    personen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college of de raad.

  • c.

    personen die deel uitmaken van de raad.

  • d.

    personen die in Zoetermeer als advocaat werkzaam zijn.

  • e.

    personen die deel uitmaken van een plaatselijke belangenorganisatie, voor zover dit enige relatie kan hebben met het werkterrein van de commissie.

Artikel 6 Kamers

  • 1. De commissie kan kamers instellen die worden belast met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2. Elke kamer bestaat uit tenminste drie leden, te weten:

    • a.

      een voorzitter, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen.

    • b.

      tenminste twee andere leden, door de commissie uit haar midden aangewezen.

  • 3. Met betrekking tot de werkwijze van de kamers is het bepaalde in de overige artikelen zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Secretariaat

Het secretariaat van de commissie en haar kamers wordt bekleed door een ambtenaar die door de afdeling wordt aangewezen.

Hoofdstuk III – De procedure

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

  • -

    2:1, lid 2

  • -

    6:6, voor wat betreft het stellen van een termijn waarbinnen het verzuim als bedoeld in art. 6:5 van de wet kan worden hersteld

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie

  • -

    7:4, lid 2

  • -

    7:6, lid 2

van de wet kunnen voor de toepassing van deze verordening worden uitgeoefend door de commissie.

Artikel 9 Quorum

Het horen van de bezwaarde vindt geen doorgang indien niet minstens twee leden in de vergadering aanwezig zijn.

Artikel 10 Onpartijdigheid

De voorzitter of een lid van de commissie neemt niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, als daarbij zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 11 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in art. 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Als belanghebbenden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, wordt dit in het verslag vermeld.

  • 4. Het verslag verwijst naar op de zitting overgelegde bescheiden.

Artikel 12 Raadkamer en advies.

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Bij staken van de stemmen beslist de stem van de voorzitter. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, als die minderheid dat verlangt.

  • 3. De commissie brengt advies over de bezwaarschriften uit op een zodanig tijdstip dat het college zijn beslissing op het bezwaarschrift binnen de in de wet gestelde termijn kan nemen.

Artikel 13 Toezending afschrift beslissing

Het college brengt de op een bezwaarschrift genomen beslissing ter kennis van de commissie, voor zover die beslissing afwijkt van het door de commissie gegeven advies.

Artikel 14 Geheimhouding

De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van wat hen bij de uitoefening van hun lidmaatschap ter kennis komt, voor zover het belang van de belanghebbenden dit vereist.

Artikel 15 Signalering

De commissie heeft de bevoegdheid om knelpunten met betrekking tot beleid en uitvoering binnen de afdeling aan het college te signaleren.

Hoofdstuk IV – Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking twee weken na de bekendmaking ervan, tenzij over (onderdelen van) de verordening een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.

  • 2.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening bezwaarschriftencommissie sociale voorzieningen 2005..

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening bezwaarschriftencommissie Werk Zorg en Inkomen.

Aldus vastgesteld in de raad van 3 december 2012

de griffier, de voorzitter,

dr. M.J.E.M. van Dam Ch.B. Aptroot