Regeling vervallen per 01-07-2013

Subsidieregel cofinanciering Operationeel Programma Landsdeel West (Subsidieregel cofinanciering Operationeel Programma Landsdeel West)

Geldend van 16-02-2010 t/m 12-07-2012

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 2 februari 2010 tot vaststelling van de Subsidieregeling cofinanciering Operationeel Programma Landsdeel West (Prov. Blad 2010, nr. 14)

Artikel 1: Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. programma: Het Zuid-Hollandse, niet-stedelijke deel van Kansen voor West, Operationeel Programma Landsdeel West, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013;

  • b. stadsprogramma: Het Zuid-Hollandse, stedelijke deel, van Kansen voor West, Operationele Programma West, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013;

  • c. managementautoriteit: de verantwoordelijke instantie, i.c. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, voor de uitvoering van het programma;

  • d. Actieprogramma Economische Clusters: beleidskader voor het provinciale economische clusterbeleid zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 20 mei 2008;

  • e. subsidiabele kosten: kosten die volgens de Regeling EFRO doelstelling 2 programmaperiode 2007-20013 en de Regeling van de Minister van Economische zaken van 30 november 2009, NR WJZ/9179936, tot wijziging van de regeling EFRO doelstelling 2 programmaperiode 2007-2013 subsidiabel zijn;

  • f. verordening: de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland.

Artikel 2: Subsidiabele activiteiten

1.Gedeputeerde Staten kunnen een cofinancieringsverklaring verstrekken voor de uitvoering van een project in het kader van van doelstellingen 1.1 en 1.2 van prioriteit 1 van het programma. Deze verklaring vervalt indien de managementautoriteit de bij haar gevraagde subsidie voor het project weigert.

2. Na de verlening van subsidie voor het project door de managementautoriteit verstrekken Gedeputeerde Staten bij wijze van cofinanciering projectsubsidie voor het project.

3. Een cofinancieringsverklaring wordt uitsluitend afgegeven en een projectsubsidie wordt uitsluitend verstrekt voor projecten die voldoende bijdragen aan de realisatie van het provinciale clusterbeleid zoals neergelegd in programmalijn 3: Innovatie en Duurzaamheid van het Actieprogramma Economische Clusters.

Artikel 3: Aanvraag cofinancieringsverklaring

In afwijking van artikel 36, eerste, derde, vierde, vijfde en zevende lid van de verordening kan een aanvraag voor een provinciale cofinancieringsverklaring op elk moment worden ingediend. In afwijking van artikel 37, eerste lid, van de verordening gaat de aanvraag vergezeld van een projectplan, een projectbegroting en een projectfinancieringsplan.

Artikel 4 : Behandeling cofinancieringsverklaring

De aanvragen voor een provinciale cofinancieringsverklaring worden in volgorde van ontvangst behandeld.

Artikel 5: Beslistermijn cofinancieringsverklaring

1. Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag voor het verkrijgen van een cofinancieringsverklaring.

2. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 6: Weigeringsgronden cofinancieringsverklaring

Artikel 15, eerste lid, sub a, sub c en sub d, van de verordening is niet van toepassing;

Artikel 7: Beslistermijn subsidiebeschikking

1. Gedeputeerde Staten geven uiterlijk 13 weken na ontvangst van de beschikking tot subsidieverlening van de managementautoriteit de beschikking tot verlening van subsidie bij wijze van provinciale cofinanciering af.

2. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 8: Subsidiebedrag

1. De subsidie voor een project bedraagt maximaal 22% van het totaal van de Europese en Rijkssubsidie die vanuit het programma aan het project wordt verstrekt.

2. Gedeputeerde Staten kunnen, bij het bepalen van de maximale subsidie, de Europese en Rijkssubsidie die vanuit het stadsprogramma aan het project verstrekt worden optellen bij het totaal van de vanuit het programma verstrekte EU en Rijkssubsidie.

Artikel 9: Bevoorschotting

Gedeputeerde Staten kunnen op gemotiveerde aanvraag voorschotten verlenen tot maximaal 80% van het bedrag van de subsidieverlening.

Artikel 10: Verplichtingen van de subsidieontvanger

1. De verplichtingen, voorwaarden en andere bepalingen die zijn opgenomen in de beschikking van de managementautoriteit tot verlening van de subsidie in het kader van het programma zijn –zo nodig in afwijking van de verordening- van overeenkomstige toepassing.2. Artikel 20, tweede lid, van de verordening is niet van toepassing.

Artikel 11: Vaststelling van de subsidie

In afwijking van artikel 42, eerste, vierde en vijfde lid, van de verordening dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in door toezending van de vaststellingsbeschikking van de managementautoriteit in het kader van het programma binnen 4 weken na dagtekening van de vaststellingsbeschikking.

Artikel 12: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 16 februari 2010.

Artikel 13: Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling cofinanciering Operationeel Programma Landsdeel West. 

Ondertekening

Den Haag, 4 februari 2010 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, J. FRANSSEN, voorzitter M.H.J. VAN WIERINGEN-WAGENAAR, secretaris