Regeling vervallen per 01-07-2013

Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland 2012 (Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland 2012)

Geldend van 14-03-2012 t/m 30-06-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland 2012 (Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland 2012)

Besluit van Gedeputeerde  Staten van Zuid-Holland van 13 maart 2012 tot vaststelling van de  Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland 2012 (Prov. Blad 2012, nr. 26)

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Fietsplan 2008: fietsplan zoals vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland bij besluit van 26 maart 2008;

  • b. verordening: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

  • c. intakebrief: door Gedeputeerde Staten te bevestigen brief van subsidieontvanger waarmee projectafspraken over fietsprojecten vastgelegd worden;

  • d. fietsprojecten: fietsprojecten die opgenomen zijn in het Fietsplan 2008;

  • e. projectafspraken: afspraken tussen subsidieontvanger en Gedeputeerde Staten over fietsprojecten, waarbij ten minste de volgende projectaspecten worden benoemd:

1. scope;2. proces- en projectmanagement;3. ontwerpeisen;4. tijdsplanning;5. planologie en vergunningen;6. eigendom, beheer en onderhoud; 7. grondverwerving;8. financiering;9. subsidievaststelling.

 

  • f. CROW: Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek;

  • g. SSK-raming: Standaard systematiek kostenraming volgens publicatie 137 van het CROW;

  • h. Proces-verbaal van Oplevering: Ondertekend Proces-verbaal waarmee een fietsproject na realisatie wordt opgeleverd aan de opdrachtgever;

  • i. aanvraagformulier: een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regeling.

     

Artikel 2 Projectsubsidies

Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidies verstrekken voor de volgende activiteiten ten behoeve van fietsprojecten:

  • a. het uitvoeren van een verkenning en planstudie;

  • b. het opstellen van een definitief ontwerp;

  • c. de realisatie;

  • d. het beheer en onderhoud van nieuwe fietspaden;

  • e. het verwerven van gronden.

     

Artikel 3 Gecombineerde projectsubsidies

1. Gedeputeerde Staten kunnen:

  •  a. projectsubsidies als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, gecombineerd verstrekken indien deze activiteiten binnen 2 jaar na de datum van de beschikking tot subsidieverlening afgerond worden;

  • b. projectsubsidies als bedoeld in artikel 2, onderdelen b en c, gecombineerd verstrekken indien de aanbestedingswijze van de activiteiten daartoe aanleiding geeft;

  • c. projectsubsidies als bedoeld in artikel 2, onderdelen c en d, gecombineerd verstrekken indien de subsidieontvanger verantwoordelijk is voor zowel de realisatie als voor het toekomstige beheer en onderhoud van de activiteiten.

2. Gedeputeerde Staten kunnen eenmalig uitstel verlenen van de in het eerste lid onder a genoemde termijn.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidies als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met e, worden uitsluitend verstrekt aan publiekrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 5 Aanvraag- en beslistermijnen

1. In afwijking van artikel 36, eerste lid, van de verordening, kunnen aanvragen als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met e, gedurende het gehele jaar worden ingediend.2. In afwijking van artikel 38, eerste lid, van de verordening beslissen Gedeputeerde Staten uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikelen 12 tot en met 15 en artikel 40 van de verordening weigeren Gedeputeerde Staten de verlening van subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met e, indien:

  • a. het fietsproject niet is opgenomen in het Fietsplan 2008;

  • b. het fietsproject niet ontwikkeld wordt conform de CROW-richtlijnen voor fietsprojecten;

  • c. er geen wegbeheerder bereid is het toekomstig eigendom, beheer en onderhoud van het fietsproject op zich te nemen;

     

  • d. het te verstrekken subsidiebedrag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met e, lager is dan € 4.500,00.

Artikel 7 Maximale subsidiepercentage

1. Een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b, c en e, bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten.2. Indien subsidie wordt aangevraagd voor een fietsproject waarvoor Gedeputeerde Staten al een andere subsidie hebben verleend, kunnen Gedeputeerde Staten in aanvulling op artikel 10, derde lid, van de verordening, de te verlenen subsidie verminderen met het bedrag van die subsidie.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

1. De volgende projectkosten van fietsprojecten zijn subsidiabel:

  • a. proces-/projectmanagementkosten (intern/extern);

  • b. engineeringskosten (intern/extern);

  • c. vastgoedkosten (taxatie, aankoop gronden benodigd voor het project, notariskosten, onteigeningskosten, overdrachtskosten);

  • d. bouwkosten;

  • e. bewegwijzeringskosten;

  • f. kosten dan wel leges ten behoeve van het aanvragen van vergunningen en ontheffingen in het kader van realisatie van het fietsproject;

  • g. kosten die gemaakt worden voor onderzoeken in het kader van vergunningen, wetgeving, grondposities, bodemgesteldheid en archeologie;

  • h. kosten die gemaakt worden voor de in artikel 22, onderdeel d genoemde aanvraagvereisten voor een subsidieaanvraag voor grondverwerving, als bedoeld in artikel 2, onderdeel e.

2. Planschadekosten ten gevolge van de realisatie van fietsprojecten zijn niet subsidiabel.

Artikel 9 Tussentijds verslag

De subsidieontvanger overlegt ieder kwartaal een tussentijds verslag van het fietsproject aan Gedeputeerde Staten. In het tussentijds verslag wordt minimaal opgenomen:

  • a. de projectvoortgang in het afgelopen kwartaal;

  • b. de projectrisico’s en beheersmaatregelen voor het komende kwartaal;

  • c. een geactualiseerde projectplanning.

     

Paragraaf 2 Verkenning en planstudie van fietsprojecten

Artikel 10 Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bestaat uit:

  • a. de intakebrief;

  • b. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • c. een raming van de totale projectkosten van het fietsproject;

     

Artikel 11 Eisen verkenning en planstudie

Het uitvoeren van een verkenning en planstudie van een fietsproject omvat in elk geval:

  • a. het verzamelen, inventariseren, beoordelen en in kaart brengen van de uitgangspunten van de voorkeursvariant en mogelijke alternatieve varianten;

  • b. het verzamelen, inventariseren en in kaart brengen van planologische ontwikkelingen in het zoekgebied waarbinnen een mogelijk fietsproject gerealiseerd kan worden;

  • c. het verzamelen, inventariseren en in kaart brengen van gegevens in kader van vergunningen, wetgeving, grondposities, bodemgesteldheid en archeologisch onderzoek;

  • d. het opstellen van een voorlopig ontwerp van het voorkeurstracé waaruit de aard, de omvang, de realisatietijd, de bouwsom en exploitatiekosten blijkt.

  • e. het eenmalig inhoudelijk beschrijven van de risico’s en het uitvoeren van een risicoanalyse van de voorkeursvariant;

  • f. het begroten van de kosten en investeringsbedrag volgens de SSK-methodiek van de voorkeursvariant;

  • g. het in overleg met Gedeputeerde Staten opstellen van een algehele projectplanning;

  • h. het opstellen van een projectgroep ten behoeve van de verkenning en planstudie;

  • i. het onderhouden van correspondentie met leden van de projectgroep;

  • j. het opstellen van verslagen van de projectgroepvergaderingen;

  • k. het opstellen van een algehele rapportage over de uitgevoerde verkenning en planstudie.

     

Artikel 12 Afronding verkenning en planstudie

1. Een verkenning en planstudie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is binnen twee jaar na de datum van de dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening afgerond.2. Gedeputeerde Staten kunnen eenmalig uitstel verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.

Artikel 13 Subsidievaststelling

In aanvulling op artikel 42 van de verordening gaat een aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van het opgestelde voorlopig ontwerp als bedoeld in artikel 11, onderdeel d en een exemplaar van de opgestelde algehele rapportage over de uitgevoerde verkenning en planstudie als bedoeld in artikel 11, onderdeel k.

Paragraaf 3 Definitief ontwerp van fietsprojecten

Artikel 14 Subsidieaanvraag  

Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bestaat uit:

  • a. de intakebrief;

  • b. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • c. een SSK-raming van de totale projectkosten van het fietsproject;

  • d. een voorlopig ontwerp van het fietsproject;

  • e. een verkenning en planstudie van het fietsproject;

     

Artikel 15 Eisen definitief ontwerp

Het uitvoeren van een definitief ontwerp van een fietsproject omvat in elk geval:

  • a. het opstellen van een definitief ontwerp waaruit de aard, de omvang en realisatietijd van het fietsproject blijkt;

  • b. het opstellen van een SSK-raming van de totale projectkosten van het fietsproject, met als uitgangspunt het in onderdeel a genoemde definitief ontwerp, waaruit de bouwsom en exploitatiekosten van het fietsproject blijkt.

     

Artikel 16 Afronding definitief ontwerp

1. Een definitief ontwerp als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is binnen twee jaar na de datum van de dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening afgerond.2. Gedeputeerde Staten kunnen eenmalig uitstel verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.

Artikel 17 Subsidievaststelling  

In aanvulling op artikel 42, tweede lid, van de verordening gaat een aanvraag tot subsidievaststelling voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, vergezeld van:

  • a. het definitief ontwerp;

  • b. een SSK-raming van de totale projectkosten van het fietsproject, met als uitgangspunt het in onderdeel a genoemde definitief ontwerp.

     

Paragraaf 4 Realisatie van fietsprojecten

Artikel 18 Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, bestaat uit:

  • a. de intakebrief;

  • b. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • c. een SSK-raming van de totale projectkosten van het fietsproject, met als uitgangspunt het in onderdeel d genoemde definitief ontwerp;

  • d. een definitief ontwerp van het fietsproject;

     

Artikel 19 Subsidievaststelling

In aanvulling op artikel 42, tweede lid, van de verordening gaat een aanvraag tot subsidievaststelling voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, vergezeld van:

  • a. het Proces-verbaal van Oplevering van het fietsproject;

  • b. een overzichtstekening van het gerealiseerde fietsproject.

     

Paragraaf 5 Beheer en onderhoud van nieuwe fietspaden

Artikel 20 Subsidieaanvraag

1. Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, bestaat uit:

  • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • b. een schriftelijke verklaring van een wegbeheerder waarin deze aangeeft bereid te zijn het eigendom, beheer en onderhoud van een fietsproject, aangelegd in het kader van het Fietsplan 2008, op zich te willen nemen;

  • c. een overzichtstekening van het te beheren en onderhouden nieuwe fietspad waarvoor subsidie aangevraagd wordt;

2. In afwijking van artikel 42, eerste lid, wordt de aanvraag tot subsidievaststelling tegelijkertijd ingediend met de subsidieaanvraag als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 21 Subsidiebedrag

1. Een subsidie voor het beheer en onderhoud van een nieuw fietspad, aangelegd in het kader van het Fietsplan 2008, bedraagt € 14.000,00 per kilometer nieuw fietspad.2. Een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, kan eenmalig worden verstrekt.

Paragraaf 6 Grondverwerving

Artikel 22 Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, bestaat uit:

  • a. de intakebrief;

  • b. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • c. een SSK-raming van de totale projectkosten van het fietsproject;

  • d. een voorlopig ontwerp van het fietsproject;

  • e. een onafhankelijk taxatierapport van de te verwerven gronden;

  • f. een overzichtstekening van de te verwerven gronden;

     

Artikel 23 Afronding grondverwerving

1. Grondverwerving als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, wordt binnen twee jaar na de datum van de dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening afgerond.2. Gedeputeerde Staten kunnen eenmalig uitstel verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.

Artikel 24 Subsidievaststelling

In aanvulling op artikel 42, tweede lid, van de verordening gaat een aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van de door partijen ondertekende koopovereenkomst van de met de subsidie verworven gronden.

Artikel 25 Verplichting  

1. Binnen vier jaar na de datum van de beschikking tot subsidieverlening zijn de met de subsidie verworven gronden in gebruik genomen ten behoeve van de realisatie van een fietsproject.2. Gedeputeerde Staten kunnen eenmalig uitstel verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.

Paragraaf 7 Gecombineerde projectsubsidie verkenning en planstudie en definitief ontwerp

Artikel 26 Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, bestaat uit:

  • a. de intakebrief;

  • b. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • c. een raming van de totale projectkosten van het fietsproject;

     

Artikel 27 Afronding gecombineerde verkenning en planstudie en definitief ontwerp

1. Een gecombineerde verkenning en planstudie en definitief ontwerp als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, wordt binnen 2 jaar na de datum van dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening afgerond.2. Gedeputeerde Staten kunnen eenmalig uitstel verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.

Artikel 28 Subsidievaststelling

In aanvulling op artikel 42, tweede lid, van de verordening gaat een aanvraag tot subsidievaststelling voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, vergezeld van:

  • a. een exemplaar van de opgestelde algehele rapportage over de uitgevoerde verkenning en planstudie als bedoeld in artikel 11, onderdeel k;

  • b. het definitief ontwerp;

  • c. een SSK-raming van de totale projectkosten van het fietsproject, met als uitgangspunt het in onderdeel b genoemde definitief ontwerp.

     

Paragraaf 8 Gecombineerde projectsubsidie definitief ontwerp en realisatie van fietsprojecten

Artikel 29 Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, bestaat uit:

  • a. de intakebrief;

  • b. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • c. een SSK-raming van de totale projectkosten van het fietsproject, met als uitgangspunt het in onderdeel d genoemde voorlopig ontwerp;

  • d. een voorlopig ontwerp van het fietsproject ten aanzien waarvan tussen Gedeputeerde Staten en de subsidieaanvrager overeenstemming bestaat;

  • e. een verkenning en planstudie ten aanzien waarvan tussen Gedeputeerde Staten en de subsidieaanvrager overeenstemming bestaat over het resultaat;

     

Artikel 30 Subsidievaststelling

In aanvulling op artikel 42, tweede lid, van de verordening gaat een aanvraag tot subsidievaststelling voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, vergezeld van:

  • a. het Proces-verbaal van Oplevering van het fietsproject;

  • b. een overzichtstekening van het gerealiseerde fietsproject.

     

Paragraaf 9 Gecombineerde projectsubsidie realisatie en beheer en onderhoud van fietsprojecten

Artikel 31 Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, bestaat uit:

  • a. de intakebrief;

  • b. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • c. een SSK-raming van de totale projectkosten van het fietsproject, met als uitgangspunt het in onderdeel d genoemde definitief ontwerp.

  • d. een definitief ontwerp van het fietsproject.

  • e. een schriftelijke verklaring van een wegbeheerder waarin deze aangeeft bereid te zijn het toekomstig eigendom, beheer en onderhoud van een fietsproject, na realisatie ervan in het kader van het Fietsplan 2008, op zich te willen nemen;

     

Artikel 32 Subsidievaststelling

In aanvulling op artikel 42, tweede lid, van de verordening gaat een aanvraag tot subsidievaststelling voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, vergezeld van:

  • a. het Proces-verbaal van Oplevering van het fietsproject;

  • b. een overzichtstekening van het gerealiseerde en nieuw te beheren en onderhouden fietspad waarvoor subsidie is aangevraagd.

     

Paragraaf 10 Slotbepalingen

Artikel 33 Intrekking

Paragraaf 5 van de Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland vervalt.

Artikel 34 Overgangsrecht

De Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland blijft van toepassing op subsidies die zijn aangevraagd en verstrekt op grond van de Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland.

Artikel 35 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Artikel 36 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland 2012.

Ondertekening

Den Haag, 13 maart 2012.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
J. FRANSSEN, voorzitter
M.M. VAN DER KRAAN, wnd. secretaris

 Bijlage

Aanvraagformulier Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland 2012