Regeling vervallen per 26-04-2019

Regeling inzake het aanvragen en toewijzen van parkeervergunningen, parkeerabonnementen Zutphen 2003

Geldend van 27-01-2011 t/m 27-02-2013

Intitulé

Regeling inzake het aanvragen en toewijzen van parkeervergunningen, parkeerabonnementen en ontheffingen Zutphen 2003

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze regels wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1966: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens  van 4 mei 1966, Stb. 181;

  • b.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1999, Stb. 459;

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelmeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • d.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;

  • e.

    vergunninghoudersplaats: een parkeerplaats die

    • i.

      is aangeduid met bord 99a uit bijlage II van het RVV 1966, dan wel met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of;

    • ii.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord 99aa uit bijlage II van het RVV 1966, dan wel met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • f.

    parkeerschijfzone: een gebied dat is aangeduid met bord E10 uit bijlage I van het RVV 1990;

  • g.

    vergunning: een door ons verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen vergunninghoudersplaatsen;

  • h.

    abonnement: een door ons verleend abonnement, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen;

  • i.

    parkeerschijfontheffing: een door ons verleende ontheffing van het verplichte gebruik van een parkeerschijf, zodat de maximum geldende parkeerduur in de parkeerschijfzone, voor het voertuig ten behoeve waarvan ontheffing is verleend, niet van kracht is;

  • j.

    bewoner: de eigenaar of houder van een motorvoertuig die in het bevolkingsregister staat ingeschreven in het gebied waar een parkeerschijfzone van  kracht is en/ofvergunninghoudersparkeerplaatsen aanwezig zijn.

  • k.

    woonadres: onroerende zaak met een eigen huisnummeraanduiding, welke als zodanig door het college is toegekend.

  • l.

    bedrijf: een onderneming ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een instelling, een (semi-) overheidsinstelling of vrije beroepsbeoefenaar, die daadwerkelijk gevestigd c.q. werkzaam is in het gebied waar een parkeerschijfzone van kracht is en/of vergunninghoudersparkeerplaatsen aanwezig zijn.

Artikel 2: aanvragen

De aanvraag voor een bewonersvergunning, zakelijke parkeervergunning, een parkeerabonnement of ontheffing wordt ingediend door middel van een aanvraagformulier, waarvan het model door ons wordt vastgesteld.

Artikel 3: bewonersvergunningen

  • 1. Per woonadres kan maximaal één bewonersvergunning verleend worden.

  • 2. Op de vergunning wordt het kenteken van het motorvoertuig vermeld.

  • 3. Op de vergunning, kan op verzoek, een tweede kenteken vermeld worden.

  • 4. Het kenteken (de kentekens) moet(en) op naam staan van degene die bij de gemeente op het betreffende adres staat ingeschreven.

Artikel 4: parkeerschijfontheffing

  • 1. Een ontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze woont of is gevestigd in een parkeerschijfzone.

  • 2. Het kenteken (de kentekens) moet(en) op naam staan van degene die bij de gemeente op het betreffende adres staat ingeschreven.

  • 3. Op de ontheffing wordt het kenteken van het motorvoertuig vermeld.

  • 4. De ontheffing wordt per kalenderjaar uitgegeven en is maximaal één jaar geldig.

  • 5. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 5: Zakelijke parkeervergunning

  • 1. Een zakelijke parkeervergunning kan verleend worden aan:

    • a.

      de overheidsinstelling, thuis- of kraamzorgorganisatie, huisarts of verloskundige, die aantoonbaar maakt dat het voor de uitoefening van de functie of taak noodzakelijk is om structureel een of meer motorvoertuigen te gebruiken in het gebied waar vergunninghoudersparkeerplaatsen aanwezig zijn;

    • b.

      het bedrijf, dat een motorvoertuig bezigt bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden op een of meerdere locaties in de gebieden waar vergunninghoudersparkeer-plaatsen zijn, voor zover het aantoonbaar maakt dat dit motorvoertuig voor het uitoefenen van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locaties moet worden geparkeerd;

    • c.

      het bedrijf, wanneer dit gevestigd is in het gebied waar vergunninghoudersparkeerplaatsen aanwezig zijn, dat aantoonbaar maakt dat het voor de uitoefening van de functie of taak noodzakelijk is om structureel een of meer motorvoertuigen te gebruiken in het gebied waar vergunninghoudersparkeerplaatsen aanwezig zijn;

    • d.

      scholen, wanneer deze gevestigd zijn in het gebied waar vergunninghoudersparkeerplaatsen zijn, die aantoonbaar maken dat het voor de uitoefening van de functie of taak noodzakelijk is om structureel een of meer motorvoertuigen te gebruiken in het gebied waar vergunninghoudersparkeerplaatsen aanwezig zijn;

  • 2. De onder 1.c genoemde bedrijven en onder 1.d genoemde scholen moeten aantonen dat:

    • a.

      medewerkers gemiddeld vier keer per dag met de auto bij het bedrijf moeten zijn dan wel vier keer per dag vanuit het bedrijf moeten vertrekken in verband met werkzaamheden waarvoor het gebruik van een auto noodzakelijk is;

    • b.

      de bedrijfsauto dagelijks veelvuldig gebruikt wordt voor service- of bezorgdiensten of voor het vervoeren van zware, omvangrijke of kwetsbare goederen;

    • c.

      het voor een efficiënte bedrijfsvoering nodig is om de auto gedurende de perioden dat deze niet wordt gebruikt in de directe omgeving beschikbaar te hebben.

  • 3. Om voor een vergunning in aanmerking te komen moeten de onder 1.c genoemde bedrijven en de onder 1.d genoemde scholen voldoen aan de criteria die hiervoor genoemd zijn onder 2.a en 2.c respectievelijk 2.b en 2.c.

  • 4. Per organisatie/bedrijf kunnen maximaal de volgende vergunningen worden verleend:

    • a.

      1 tot 10 medewerkers: één vergunning;

    • b.

      10 tot 20 medewerkers: twee vergunningen;

    • c.

      20 of meer medewerkers: drie vergunningen.

  • 5. De aan de onder 1.a en 1.b genoemde organisaties/bedrijven verleende vergunningen kunnen gecombineerd worden met een parkeerabonnement voor de hele stad en een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor het parkeren in een parkeerverbodszone.

Artikel 6: Parkeerabonnementen

  • 1. In bijlage 3 van het Parkeerbeleidsplan 2003 is per locatie opgenomen hoeveel parkeerabonnementen maximaal door ons uitgegeven kunnen worden.

  • 2. Een parkeerabonnement kan, zolang het maximum niet is uitgegeven, op verzoek verstrekt worden aan bewoners of de in artikel 5, lid 1, genoemde instellingen, bedrijven of scholen.

  • 3. Eenmaal verleende parkeerabonnementen kunnen op verzoek van de oorspronkelijke aanvrager jaarlijks worden verlengd.

Artikel 7: Inschrijving op de wachtlijsten

  • 1. Per locatie waarvoor door ons parkeerabonnementen kunnen worden uitgegeven, wordt een wachtlijst bijgehouden.

  • 2. Bewoners of de in artikel 5, lid 1, genoemde instellingen, bedrijven of scholen worden op hun verzoek op een wachtlijst geplaatst indien: 

    • a.

      het maximum aantal uit te geven parkeerabonnementen voor een locatie is uitgegeven; en

    • b.

      aangegeven is dat de bewoner of een in artikel 5, lid 1, genoemde instelling, bedrijf, of school op de wachtlijst geplaatst wil worden.

  • 3. Bij de inschrijving wordt in ieder geval vermeld:

    • a.

      de naam en voorletters, het adres en de woonplaats van de betrokkene;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag is ontvangen;

    • c.

      de locatie waarvoor de betrokkene op de wachtlijst geplaatst wil worden.

    Van de inschrijving op de wachtlijst wordt een schriftelijk bewijs verstrekt.

  • 4. Bewoners of de in artikel 5, lid 1, genoemde instellingen, bedrijven of scholen kunnen maximaal voor twee locaties op de wachtlijst geplaatst worden.

  • 5. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 8: Doorhalen van inschrijving op de wachtlijsten

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een parkeerabonnement is verstrekt.

Artikel 9: Volgorde toewijzen parkeerabonnementen

Bij het toewijzen van parkeerabonnementen voor locaties waarvoor een wachtlijst geldt is de volgorde van inschrijving op de lijst bepalend.

Artikel 10: Diefstal, verlies en vermissing

Bij diefstal, verlies of vermissing van een bewonersvergunning, zakelijkevergunning, parkeerschijfontheffing, parkeerabonnement dient aangifte bij de politie te worden gedaan. Tegen afgifte van het proces verbaal kan tegen betaling een duplicaat verkregen worden.

Artikel 11: Overgangsregeling

  • 1. Aan zakelijke parkeervergunningen die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn afgegeven, kunnen géén rechten worden ontleend ten aanzien van het verstrekken van nieuwe vergunningen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 3 behouden bewoners die in 2003 over meerdere bewonersvergunningen voor hetzelfde adres beschikken het recht op maximaal een zelfde aantal vergunning als in 2003.

  • 3. Het onder 2 omschreven recht behouden deze bewoners bij aanschaf van een nieuwe auto of bij verhuizing binnen het vergunninghoudersgebied.

  • 4. Nieuwe bewoners kunnen géén rechten ontlenen aan het hiervoor onder 2 en 3 gestelde.

  • 5. Parkeerabonnementen die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn afgegeven, kunnen op verzoek van de oorspronkelijke aanvrager verlengd worden.

Artikel 12: Inherente afwijkingsbevoegdheid

Bij de behandeling van aanvragen wordt overeenkomstig deze regeling gehandeld tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze regeling te dienen doelen.

Artikel 13: inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2004.

Artikel 14: citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als de Regeling inzake het aanvragen en toewijzen van parkeervergunningen en parkeerabonnementen Zutphen 2003.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Zutphen,

de burgemeester, de secretaris,