Prostitutiebeleid Gemeente Waalwijk

Geldend van 04-02-2010 t/m heden

Intitulé

Prostitutiebeleid Gemeente Waalwijk

Prostitutiebeleid Gemeente Waalwijk

INHOUDSOPGAVE

  • 1.

    Inleiding

    • 1.1 Achtergrond

    • 1.2 Locale verantwoordelijkheid en regionale afstemming

    1.3 Indeling branche

    1.4 Beleidskaders

  • 2.

    Locaal beleid

  • 2.

    1 Criteria

  • 2.

    2 Locatietoets

  • 2.

    3 Algemene vergunningsvoorschriften

  • 2.

    4 Overige regelgeving

  • 3.

    Handhaving

  • 3.

    1 Handhavingsinstanties

4.Samenvatting

Bijlagen

I Relevante artikelen uit de APV

II Samenvatting prostitutiebeleid 2000

III Aanvraagformulier vergunning seksinrichting

IV Kaart ruimtelijk beleid

1. INLEIDING

1.1Achtergrond

Het wettelijk bordeelverbod is in 2000 landelijk opgeheven. Doelstelling van deze opheffing was - en is nog steeds - om de exploitatie van prostitutie te beheersen en te reguleren en strafbare feiten beter te kunnen aanpakken. Gedwongen prostitutie, mensenhandel, prostitutie door minderjarigen en criminele randverschijnselen moeten worden tegengegaan. Om te zorgen dat deze doelen worden bereikt, kunnen gemeenten prostitutiebeleid opstellen, dit beleid vastleggen in regelgeving en de regels vervolgens handhaven.

In 2000 is daarom de beleidsnota ‘Prostitutiebeleid in de gemeente Waalwijk’ vastgesteld. Bijna tien jaar is inmiddels verstreken. Door onderliggende nota wordt het prostitutiebeleid van de gemeente Waalwijk geactualiseerd aan de hand van de inzichten en ervaringen die in de afgelopen jaren zijn opgedaan. Hiermee loopt de gemeente Waalwijk deels vooruit op het wetsvoorstel regulering dat hoogstwaarschijnlijk in het 1e kwartaal van 2010 in de Tweede Kamer zal worden behandeld.

1.2 Locale verantwoordelijkheid en regionale afstemming

De gemeente heeft de regierol bij het reguleren van de prostitutiebranche op locaal niveau. Er zijn (nog) geen landelijke richtlijnen, zoals bij het coffeeshopbeleid. De locale overheid kan dus zelf invulling aan haar beleid geven. Het ontwikkelen en vaststellen van het gemeentelijk prostitutiebeleid vergt een centrale gemeentelijke regie waarbij het locaal bestuur voorschriften vaststelt en met andere partners, zoals de politie en het Openbaar Ministerie, afspraken maakt over de handhaving van deze voorschriften.

Het op locaal niveau ontwikkelen van prostitutiebeleid is overigens niet verplicht. Toch is het van belang dat dit wel gebeurt, en wel om de volgende redenen:

  • ·

    Ook na legalisatie van deze branche – door opheffing van het bordeelverbod – blijft er sprake van een bijzondere branche. Risico’s zijn latent aanwezig. Door het formuleren van beleid kunnen eisen gesteld worden aan ondernemers op het gebied van gezondheid, veiligheid, openbare orde, bedrijfsvoering enz.;

  • ·

    Prostitutie is niet iets dat slechts één gemeente aangaat. De wijze waarop omliggende gemeenten ermee omgaan, kan gevolgen hebben voor Waalwijk (en andersom). Niet alleen kunnen door regionale afstemming negatieve (verschuivings)effecten beperkt worden, ook creëert het meer duidelijkheid voor alle betrokkenen: eenduidigheid van beleid heeft tot gevolg dat politie en justitie één standaard kunnen hanteren in de gehele regio.

Deze nota houdt daarom ook rekening met de districtelijke nota prostitutiebeleid uit 2000.

1.3 Indeling branche

Alvorens in te gaan op het prostitutiebeleid is het belangrijk om een duidelijke definitie te geven van wat prostitutie is en van de verschillende soorten bedrijven die actief zijn in de sector.

prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander

tegen vergoeding.

seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of daarmee naar

aard en omvang vergelijkbaar, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van

erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:

  • -

    een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon;

  • -

    een seksbioscoop of sekstheater;

  • -

    een seksautomatenhal;

  • -

    een seksclub of parenclub,

al dan niet in combinatie met elkaar, dan wel in combinatie met een sekswinkel, zulks

met uitzondering van woningen waarin niet meer dan één, aldaar woonachtig, persoon

als prostituee werkzaam is.

seksbioscoop/-theater:

een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische

en/of pornografische aard worden gegeven.

seksautomatenhal:

een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten

filmvoorstellingen en/of lifeshows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden

gegeven.

sekswinkel:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarbinnen detailhandel in goederen

van erotisch-pornografische aard plaatsvindt.

Hieronder het totaaloverzicht zoals dat in het beleid van de gemeente Waalwijk wordt gehanteerd.

In het beleid van de gemeente Waalwijk vallen escortbedrijven dus ook onder de definitie van seksinrichtingen.

  • Voor wat betreft straat- en raamprostitutie en thuiswerk wordt aangesloten op het regionale beleid. Straat- en raamprostitutie worden dan ook niet toegestaan. Gelet op de overlast die van deze vorm van het aanbieden van seksuele diensten pleegt uit te gaan, blijft dit verbod op straat- en raamprostitutie onverkort van kracht.

  • Thuiswerk is niet vergunningsplichtig mits:

  • ·

    het uitsluitend plaatsvindt in de eigen woning. De man of vrouw die prostitutie bedrijft in de eigen woning, moet volgens het bevolkingsregister op dat adres zijn ingeschreven;

  • ·

    slechts incidenteel geadverteerd wordt. Dagelijks of wekelijks terugkerend adverteren wordt niet beschouwd als incidenteel adverteren;

  • ·

    aan de buitenkant van het perceel niet te zien is dat er prostitutie wordt bedreven;

  • ·

    slechts de bewo(o)n(st)er prostitutie bedrijft;

  • ·

    de verdiensten uitsluitend ten goede komen aan de prostitué(e);

  • ·

    er geen sprake is van overlast of aantasting van het woon- en leefklimaat.

Wordt aan één of meer van deze eisen niet voldaan, dan valt de thuiswerker onder de omschrijving van seksinrichting en daarmee onder de in deze nota gestelde vestigings- en andere eisen. Het is niet onwaarschijnlijk dat er thuiswerkers actief zijn binnen de gemeente Waalwijk. De politie heeft echter geen signalen van overlast van Waalwijkse thuiswerkers.

Sekswinkels daarentegen vallen niet onder het begrip seksinrichtingen maar onder de detailhandel.

1.4 Beleidskaders

Een belangrijk instrument dat gemeenten kunnen inzetten ter regulering van prostitutie is de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Hierin is een vergunningstelsel voor seksinrichtingen opgenomen. Aan de vergunning die verleend wordt voor de exploitatie van een seksinrichting kunnen voorschriften verbonden worden. In de APV worden ook de gronden genoemd op basis waarvan een vergunning geweigerd kan worden.

In de APV is een bepaling (art. 3:3) opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan vaststellen. Op grond van deze bepaling is het in deze nota weergegeven beleid geformuleerd.

De APV vormt dus, samen met de regionale afspraken, het kader voor het locaal te ontwikkelen prostitutiebeleid.

2. LOCAAL BELEID

2.1 Criteria

Hoofdstuk 3 van de Waalwijkse APV bevat de regels over de seksinrichtingen en straatprostitutie. Grotendeels wordt het prostitutiebeleid dus gevormd door de bepalingen in dit hoofdstuk. Op grond van art. 3:3 kan het college echter nadere regels vaststellen, met name rondom het vergunningstelsel voor seksinrichtingen.

Een vergunningaanvraag om een seksinrichting te exploiteren wordt getoetst aan drie (hoofd)criteria:

  • 1.

    Mogelijk gevaar voor aantasting van de openbare orde c.q. het woon- en leefklimaat bij verlening van de vergunning. Dit wordt de locatietoets genoemd (art. 3:4 APV). Deze locatietoets wordt nader in deze beleidsnota uitgewerkt op grond van het bepaalde in art. 3:13 lid 2, gelet op het belang van de openbare orde, het voorkomen en of beperken van overlast, het woon- en leefklimaat en de verkeersveiligheid;

  • 2.

    Eisen aan de exploitant/beheerder (art. 3:5 APV). Doel hiervan is zoveel mogelijk te waarborgen dat zij van goed levensgedrag zijn. Artikel 3:5 van de APV omschrijft de gedragseisen aan de exploitant en beheerder. Omdat deze uitgebreid omschreven zijn in de APV zelf, is er geen noodzaak tot het nader vaststellen van beleidsregels.

  • 3.

    Eisen aan het pand, waarin de inrichting gevestigd is c.q. wordt (art. 3:4 APV). Deze inrichtingseisen worden ingesteld uit het oogpunt van veiligheid en gezondheid. Voor wat betreft de inrichtingseisen geldt dat alle panden en/of gebouwen die gebruikt zullen worden voor de exploitatie van prostitutie dienen te voldoen aan de eisen zoals neergelegd in het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening. Met betrekking tot de brandveiligheid en het vereisen van gebruikersvergunningen wordt aansluiting gezocht bij het reguliere gemeentelijke beleid.

Verloopt de toetsing positief, dan kan de vergunning verleend worden. Aan de vergunning dienen vervolgens voorschriften verbonden te worden om te verzekeren dat de bedrijfsvoering zodanig verloopt, dat ook daarin geen grond is voor de aantasting van de belangen zoals genoemd onder punt 1. Onder 2.3 wordt hier nader op ingegaan.

2.2 Locatietoets

Maximumbeleid

Het belangrijkste regulerende instrument dat de gemeente heeft op grond van de locatietoets, is het te voeren maximumbeleid. Het voeren van 0-beleid, d.w.z. het niet toestaan van seksinrichtingen in een gemeente, is niet toegestaan. Wel is het mogelijk om, ter handhaving van de openbare orde, bescherming van de leefbaarheid en beperking van de overlast, beleid te formuleren over het maximum aantal toelaatbare seksinrichtingen.

Waalwijk heeft in 2000 gekozen voor een stelsel waarbij maximaal aan één seksinrichting een vergunning wordt verleend. Er hebben zich de afgelopen jaren geen ontwikkelingen voorgedaan om af te wijken van dit beleid. Dit beleid wordt daarom gehandhaafd. De afgelopen jaren zijn overigens geen vergunningsaanvragen gedaan. Deze ene te verlenen vergunning voor een seksinrichting is dus nog te vergeven.

Ruimtelijk beleid

Naast het maximumbeleid kan ook ruimtelijk beleid worden geformuleerd. In deze beleidsnotitie wordt als uitgangspunt genomen dat het beleid in het kader van de APV in de eerste plaats bepalend is voor het beleid met betrekking tot seksinrichtingen. Daarom is het van belang om in dat kader te bepalen in welk(e) gebied(en) de vestiging van een seksinrichting kan worden toegestaan. Wanneer bedacht wordt dat het voorkomen of beperken van de aantasting van het woon- en leefklimaat een weigeringsgrond is voor het verlenen van een APV-exploitatievergunning, is duidelijk dat nagegaan moet worden, waar de vestiging van seksinrichtingen het beste aansluit bij het bestaande woon- en leefklimaat en vooral ook waar dit niet het geval is.

Ook hebben de mogelijkheden tot toezicht en de ruimtelijke voorschriften die in Waalwijk gesteld zijn aan de vestiging van sekswinkels en coffeeshops een rol gespeeld bij de afwegingen. Aansluitend hierop zijn voor de vestiging van seksinrichtingen in de gemeente Waalwijk de volgende criteria geformuleerd:

  • ·

    De aanwezigheid van een seksinrichting sluit het beste aan bij het woon- en leefklimaat in gedeelten van de stad waar allerlei verschillende activiteiten plaatsvinden en een behoorlijke mate van functiemenging aanwezig is.

  • ·

    Seksinrichtingen richten zich met name op het ‘uitgaansleven’ en passen qua functie in een gebied in de nabijheid van horecavestigingen, zoals cafés en bars.

  • ·

    Alleen die aanvragen komen voor honorering in aanmerking, die voorzien in vestiging in het centrumgebied Waalwijk (met uitzondering van het kernwinkelgebied binnen dit centrumgebied);

  • Overwegingen hierbij zijn:

  • ·

    De aanwezigheid van een seksinrichting past niet bij het woon- en leefklimaat in de buitengebieden;

  • ·

    De aanwezigheid van een seksinrichting past niet op industrieterreinen en de op die terreinen aanwezige bedrijvigheid;

  • ·

    De aanwezigheid van een seksinrichting past ook niet in de dorpskernen Waspik en Sprang-Capelle of gedeelten van de stad die hoofdzakelijk of uitsluitend een woonfunctie hebben. De vestiging van een dergelijk bedrijf zal op deze plaatsen snel als een aantasting van het heersende woon- en leefklimaat ervaren worden;

  • ·

    De aanwezigheid van een seksinrichting past niet bij het karakter van de hoofdwinkelstraat en die functie die deze vervult voor het winkelend publiek;

  • Concreet wordend, zou de vestiging van een seksinrichting gesitueerd kunnen worden gerealiseerd binnen het bestemmingsplan centrumgebied Waalwijk, met uitzondering van het kernwinkelgebied. In de bijlage vindt u een kaart die dit gebied verduidelijkt.

  • Daarbij worden de volgende overwegingen meegenomen bij de beoordeling:

  • ·

    Geen seksinrichting mag worden geëxploiteerd in een gebouw, waar de entree met anderen moet worden gedeeld;

  • ·

    Geen vestiging van een prostitutiebedrijf kan worden toegestaan op al te prominente plekken in de stad, zoals de hoeken van belangrijke kruispunten en bovengemiddeld karakteristieke panden.

  • ·

    Geen vestiging van een seksinrichting binnen een straal van 500 meter van een (onderdeel van een) onderwijsinrichting c.q. school waarin aan minderjarigen onderwijs of opleiding wordt gegeven;

  • ·

    Geen vestiging van een seksinrichting binnen een straal van 250 meter van een kerkelijke instelling;

  • ·

    Indien de seksinrichting zal worden gevestigd langs een doorgaande route, zal aanvullend beoordeeld moeten worden of in de nabijheid van het onderhavige pand voldoende parkeervoorzieningen aanwezig zijn.

  • ·

    Indien de aanvraag voorziet in de vestiging van een seksinrichting met horeca-voorzieningen, zal aanvullend moeten worden beoordeeld in hoeverre de aanwezigheid van een horeca-voorziening verenigbaar is met in de nabije omgeving aanwezige kwetsbare objecten als woningen.

Een aanvraag voor de vestiging van een seksinrichting die niet past binnen bovenstaande afwegingen zal worden afgewezen.

Naast de bovenstaande locatiecriteria dient de vergunningsaanvraag uiteraard ook getoetst te worden aan het bestemmingsplan (art. 3:13 APV weigeringsgronden). Voor zover het bestemmingsplan de vestiging binnen het aangeduide gebied niet toestaat, kan desgewenst wel een vrijstelling, een partiële herziening van het bestemmingsplan of een projectbesluit worden overwogen.

2.3 Algemene vergunningsvoorschriften

Gelet op de hiervoor genoemde belangen dienen aan de bedrijfsvoering een aantal voorschriften verbonden te worden.

Een voorbeeld van het geactualiseerde aanvraagformulier met daarin opgenomen de voorschriften is opgenomen in bijlage 3. Elke aanvrager die een vergunning aanvraagt voor een seksinrichting dient naast de standaardformulieren tevens de BIBOB-vragenformulieren in te vullen. Beide formulieren moeten gelijktijdig worden ingevuld en ingediend bij het gemeentebestuur (inclusief de vereiste bijlagen).

Algemeen voorschrift

De aanvraag mag niet conflicteren met (ander) sectoraal of generiek beleid van de gemeente, c.q. moet verenigbaar zijn met in voorbereiding of in uitvoering zijnde gemeentelijke projecten.

Sluitingsuur

In de regionale nota wordt aanbevolen om met de sluitingsuren van seksinrichtingen aan te sluiten bij de sluitingsuren voor de horeca. De APV biedt hierbij de mogelijkheid voor ontheffing. Vooralsnog gelden voor de toegestane seksinrichting de reguliere sluitingstijden van 03.00 uur ‘s nachts tot 08.30 uur ’s ochtends (art 3:6 APV). Er zijn geen redenen om hiervan af te wijken.

Ook zijn er in de APV regels opgesteld over de aanwezigheid van, en toezicht door de exploitant en/of beheerder en de beëindiging en wijziging van het beheer en de exploitatie, welke onverkort zullen worden toegepast.

Beslistermijn

Daarnaast staat in de APV aangegeven welke beslistermijn wordt gehanteerd (twaalf weken met een mogelijkheid om de termijn met twaalf weken te verdagen). Omdat deze vergunning wezenlijke belangen beschermt, vooral op het gebied van de openbare orde en volksgezondheid, is het hoogst onwenselijk als deze vergunning van rechtswege wordt verleend voordat er een inhoudelijke toets van de aanvraag heeft plaatsgevonden en is voltooid. Een lex silencio positivo is hier dan ook niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang. Het advies van de VNG op dit vlak sluit hierop aan.

2.4 Overige regelgeving

Voor prostitutiebedrijven is overige regelgeving zoals de Drank- en horecawet en de Wet milieubeheer gewoon van kracht.

3. HANDHAVING

Hoofdstuk 3 van de APV bevat geen bepalingen over opsporingsambtenaren en toezichthouders. Hun bevoegdheden zijn geregeld in hoofdstuk 6 van de APV en in het artikel 5:11 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van artikel 6:2 van de APV heeft het college voor het toezicht en de controle op het locale prostitutiebeleid de functionarissen van de politie Midden en West Brabant aangewezen. Ook zijn de functionarissen van de GGD - die belast zijn met het toezicht en de controle op de voorschriften die betrekking hebben op de gezondheid en hygiëne van de prostitué(e) s - aangewezen. Deze mandaten zijn opgenomen in het Waalwijkse mandaatregister.

Voor handhaving van de prostitutiebranche moet voldoende capaciteit worden beschikbaar worden gesteld. Het zoeken naar misstanden (zowel in het vergunde als het informele circuit) maakt onderdeel uit van handhaving.

3.1 Handhavingsinstanties

Politie

De politie kan niet gemist worden bij het uitoefenen van het toezicht op de prostitutiebranche gezien de verwevenheid met illegaliteit, mensenhandel en andere criminaliteit. De inzet en opgedane expertise van de politie zijn onontbeerlijk bij het uitoefenen van toezicht.

Op regionaal niveau zijn (mede daarom) afspraken gemaakt over controle en toezicht door de politie. De politie zal tenminste zes keer per jaar controles uitvoeren op inrichtingen waar prostitutie plaatsvindt. Hiertoe zijn speciale teams geformeerd. Omdat er vooralsnog geen seksinrichting is gevestigd in de gemeente Waalwijk, is deze controle niet nodig. Aandachtspunt is wel de controle op de escortbranche indien deze zich in of in de nabijheid van Waalwijk zich vestigt. Door het niet-locatiegebonden karakter en de kenmerkende vluchtigheid zijn exploitanten en prostitué(e) s minder zichtbaar. Dit maakt handhaving lastig.

Voor het verbod op straatprostitutie geldt dat het team commerciële zeden (TCZ) de controles (in opdracht van gemeente Waalwijk) uitvoert. De controles vinden vooral plaats op de parkeerterreinen Labbegat en Vaerland. Het is bekend dat op de parkeerplaatsen Vaerland en Labbegat langs de A59 incidenteel straatprostitutie plaatsvindt. De aanwijzing van bestuurlijke toezichthouders, in de vorm van een politieteam, is een instrument waar winst mee behaald is. Het TCZ voert zelf de strafrechtelijke controle uit (illegaliteit, dwangprostitutie).

GGD

Op het gebied van het geven van voorlichting over, en controleren van de gezondheids- en hygiënische voorschriften is een taak weggelegd voor de GGD.

Arbeidsinspectie

De arbeidsinspectie levert – in gemeenten waar seksinrichtingen zijn gevestigd – een belangrijke bijdrage aan het garanderen van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden.

Gemeente

Naast de strafrechtelijke handhaving door TCZ is ook bestuurlijke handhaving belangrijk. Voor Waalwijk is met name de handhaving op het verbod op straatprostitutie (APV) relevant.

Tot heden was er echter geen expliciete capaciteit vrijgemaakt binnen de afdeling handhaving om de naleving van het (APV)verbod op tippelen te verzorgen. Nu is afgesproken dat binnen het uitvoeringsprogramma 2010 tijd wordt vrijgemaakt voor de bestuursrechtelijke handhaving. De beleidsmedewerker integrale veiligheid c.q. de netwerkregisseur integrale veiligheid spelen hierbij een signalerende rol. Zij ontvangen van TCZ informatie over de controles. Indien deze controles aanleiding geven, zal de afdeling handhaving op verzoek van de dossierhouders integrale veiligheid het aanschrijvingstraject inzetten. Hiervoor zal binnen het jaarlijks uitvoeringsprogramma 2010 in ieder geval 50 uur worden vrijgemaakt. Monitoring van dit traject vindt plaats via de kwartaalafspraak tussen de coördinator handhaving en de beleidsmedewerker c.q. netwerkregisseur integrale veiligheid. Indien noodzakelijk op grond van klachten en/of overlast, zal opschaling plaatsvinden.

Advies is daarnaast om een bord te plaatsen op parkeerterrein Vaerland om parkeerders expliciet te wijzen op het tippelverbod op grond van de APV.

Waar het gaat om de controles op inrichtingseisen en brandveiligheidsvoorschriften is een taak weggelegd voor gemeenten. Dit is ingebed in het reguliere gemeentelijke beleid.

4. SAMENVATTING

Sinds 2000 is het algemeen bordeelverbod opgeheven. Het exploiteren van seksinrichtingen is sindsdien legaal als het gaat om het exploiteren van vrijwillige prostitutie door meerderjarigen met een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfstitel. Het ontwikkelen van prostitutiebeleid is een taak voor gemeenten.

Het locaal prostitutiebeleid in de gemeente Waalwijk steunt op twee pijlers: het maximumbeleid en het vestigingsbeleid. Deze houden het volgende in:

Maximumbeleid

  • ·

    Maximaal één seksinrichting (escortbedrijven daaronder begrepen);

  • ·

    Raam- en straatprostitutie zijn verboden;

  • ·

    ‘Thuiswerk’ is niet vergunningplichtig mits:

    • -

      het uitsluitend plaatsvindt in de eigen woning. De man of vrouw die prostitutie bedrijft in de eigen woning, moet volgens het bevolkingsregister op dat adres zijn ingeschreven;

    • -

      slechts incidenteel geadverteerd wordt. Dagelijks of wekelijks terugkerende advertenties is niet te beschouwen als incidenteel adverteren;

    • -

      aan de buitenkant van het perceel niet te zien is dat er prostitutie wordt bedreven;

    • -

      slechts de bewo(o)n(st)er prostitutie bedrijft;

    • -

      de verdiensten uitsluitend ten goede komen aan de prostitué(e);

    • -

      er geen sprake is van overlast of aantasting van het woon- en leefklimaat.

Vestigingsbeleid

  • ·

    Geen seksinrichting in de buitengebieden;

  • ·

    Geen seksinrichting op industrieterreinen en de op die terreinen aanwezige bedrijvigheid;

  • ·

    Geen seksinrichting in de kernen Waspik en Sprang-Capelle;

  • ·

    Geen seksinrichting in de winkelstraten van het kernwinkelgebied binnen het bestemmingsplan ‘centrumgebied Waalwijk’;

  • ·

    Geen vestiging van seksinrichtingen in, of aan woonstraten, voet- en rijstraten, wegen, lanen, kaden, hofjes, woonerven en pleinen waaraan bebouwing is gelegen die uitsluitend of in belangrijke mate dient ter bewoning/woonfunctie heeft. Vestiging van prostitutiebedrijven in woonwijken heeft een negatieve invloed op het woon- en leefklimaat in die wijk gelet op het karakter van een woonwijk. Hierbij valt tevens te denken aan de overlast zoals toenemende verkeersdrukte, komende en gaande bezoekers;

  • ·

    Geen prostitutiebedrijf mag worden geëxploiteerd in een gebouw, waar de entree met anderen moet worden gedeeld;

  • ·

    Geen vestiging kan worden toegestaan op afgelegen plekken, waar geen sociale controle mogelijk is;

  • ·

    Geen vestiging van een prostitutiebedrijf kan worden toegestaan op al te prominente plekken in de stad, zoals de hoeken van belangrijke kruispunten en bovengemiddeld karakteristieke panden.

  • ·

    Geen vestiging van een seksinrichting binnen een straal van 500 meter van een (onderdeel van een) onderwijsinrichting c.q. school waarin aan minderjarigen onderwijs of opleiding wordt gegeven;

  • ·

    Geen vestiging van een seksinrichting binnen een straal van 250 meter van een kerkelijke instelling;

  • ·

    Geen vestiging van een seksinrichting binnen een straal van 250 meter van een andere seksinrichting, ter voorkoming van concentratie van seksinrichtingen (juist daaronder begrepen de afstand tot een seksinrichting gelegen in een andere gemeente);

  • ·

    Indien het prostitutiebedrijf zal worden gevestigd langs een doorgaande route, zal aanvullend beoordeeld moeten worden of in de nabijheid van het onderhavige pand voldoende parkeervoorzieningen aanwezig zijn.

  • ·

    Indien de aanvraag voorziet in de vestiging van een prostitutiebedrijf met horeca-voorzieningen, zal aanvullend moeten worden beoordeeld in hoeverre de aanwezigheid van een horeca-voorziening verenigbaar is met in de nabije omgeving aanwezige kwetsbare objecten als woningen.

Seksinrichtingen in de gemeente Waalwijk zijn vergunningplichtig. In de vergunning worden diverse voorschriften opgenomen op het gebied van veiligheid, gezondheid, hygiëne en bedrijfsvoering.

Het college besluit:

  • 1.

    Onderhavige beleidsnota ‘Prostitutiebeleid Waalwijk 2010’ vast te stellen;

  • 2.

    De nieuwe bestuursrechtelijke handhavingsafspraken over straatprostitutie vast te stellen en na een jaar deze te evalueren;

  • 3.

    Een bord op parkeerterrein Vaerland te laten plaatsen om parkeerders te wijzen op het tippelverbod op grond van de APV;

  • 4.

    Het Waalwijks prostitutiebeleid regionaal af te stemmen.

Bijlage 1

Relevante artikelen uit de APV 2009

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 3:1 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

  • b.

    prostitué(e) : degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

  • c.

    seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

  • d.

    escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

  • e.

    sekswinkel: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd;

  • f.

    exploitant: de natuurlijke persoon of personen of rechtspersoon of rechtspersonen die een seksinrichting of escortbedrijf exploiteert en de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon of rechtspersonen bevoegde natuurlijke persoon of personen;

  • g.

    beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent in een seksinrichting of escortbedrijf;

  • h.

    bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:

  • 1.

    de exploitant;

  • 2.

    de beheerder;

  • 3.

    de prostitué(e) ;

  • 4.

    het personeel dat in de seksinrichting werkzaam is;

  • 5.

    toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6.2;

  • 6.

    andere personen wier aanwezigheid in de seksinrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bevoegd bestuursorgaan: het college of, voor zover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester.

Artikel 3:3 Nadere regels

Met het oog op de in artikel 3:13 genoemde belangen, kan het college over de uitoefening de bevoegdheden in dit hoofdstuk nadere regels vaststellen.

Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke

Artikel 3:4 Seksinrichtingen

  • 1. Het is verboden een seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren of te wijzigen zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan.

  • 2. In de aanvraag om vergunning en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld:

  • a. de persoonsgegevens van de exploitant;

  • b. de persoonsgegevens van de beheerder;

  • c. het aantal werkzame prostitué(e) s;

  • d. de aard van de seksinrichting of het escortbedrijf;

  • e. de plaatselijke en kadastrale ligging van de seksinrichting door middel van een situatietekening met een schaal van tenminste 1:1000;

  • f. de plattegrond van de seksinrichting door middel van een tekening met een schaal van tenminste 1:100;

  • g. bewijs van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel; en

  • h. bewijs waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is tot het gebruik van de ruimte bestemd voor de seksinrichting.

Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder

  • 1. De exploitant en de beheerder:

  • a. staat niet onder curatele en is niet ontzet uit de ouderlijke macht of de voogdij;

  • b. is niet in enig opzicht van slecht levensgedrag; en

  • c. heeft de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt.

  • 2. Naast de gestelde eisen in het eerste lid, is de exploitant en de beheerder niet:

  • a. met toepassing van de artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking gesteld;

  • b. binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;

  • c. binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van: - bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen; - de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273a, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht; - de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994; - de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen; - de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen; - de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.

  • 3. Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld:

  • a. vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid onder a van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, derde lid onder a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan 375 euro bedraagt;

  • b. een bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.

  • 4. De periode van vijf jaar, genoemd in het tweede lid, wordt:

  • a. bij de weigering van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van beslissing op de aanvraag van de vergunning;

  • b. bij de intrekking van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning.

  • 5. De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.

Artikel 3:6 Sluitingstijden

  • 1. Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben en daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven gedurende de hele week tussen 3.00uur en 8.30uur.

  • 2. Het bevoegd bestuursorgaan kan door middel van een voorschrift als bedoeld in artikel 1:4 voor een afzonderlijke seksinrichting andere sluitingstijden vaststellen.

  • 3. Het is bezoekers van een seksinrichting verboden zich daarin te bevinden gedurende de tijd dat die seksinrichting krachtens het eerste lid of tweede lid, dan wel krachtens artikel 3:7, eerste lid, gesloten dient te zijn.

  • 4. Het in het eerste tot en met derde lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften.

Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting

  • 1. Met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen of in geval van strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan:

  • a. tijdelijk andere dan de krachtens artikel 3:6, eerste of tweede lid, geldende sluitingsuren vaststellen;

  • b. van een afzonderlijke seksinrichting al dan niet tijdelijk de gedeeltelijke of algehele sluiting bevelen.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht, maakt het bevoegd bestuursorgaan het in het eerste lid bedoelde besluit openbaar bekend overeenkomstig artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder

  • 1. Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben, zonder dat de ingevolge artikel 3:4 op de vergunning vermelde exploitant of beheerder in de seksinrichting aanwezig is.

  • 2. De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:

  • a. geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en

  • b. geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.

Artikel 3:9 Straatprostitutie

  • 1. Het is verboden, door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.

  • 2. Met het oog op de naleving van het in het eerste lid gestelde verbod, kan door politieambtenaren het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen.

Artikel 3:10 Sekswinkels

Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.

Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke

  • 1. Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen:

  • a. indien het bevoegd bestuursorgaan aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt;

  • b. anders dan overeenkomstig de door het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving gestelde regels.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.

Afdeling 3. Beslissingstermijn; weigeringsgronden

Artikel 3:12 Beslissingstermijn

  • 1. Het bevoegd bestuursorgaan neemt het besluit op de aanvraag om vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2. Het bevoegd bestuursorgaan kan zijn besluit voor ten hoogste twaalf weken verdagen.

Artikel 3:13 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, wordt geweigerd indien:

  • a.

    de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de in artikel 3:5 gestelde eisen;

  • b.

    de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met een geldend bestemmingsplan, stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening;

  • c.

    er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting of het escortbedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht of met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1:8 kan de vergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, worden geweigerd:

  • a.

    in het belang van de openbare orde;

  • b.

    in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

  • c.

    in het belang van het woon- en leefklimaat;

  • d.

    in het belang van de veiligheid van personen of goederen;

  • e.

    in het belang van de verkeersveiligheid of verkeersveiligheid;

  • f.

    in het belang van de gezondheid of zedelijkheid;

  • g.

    in het belang van de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e) .

Bijlage 2

Samenvatting Waalwijks prostitutiebeleid uit 2000

Samenvatting

Op 1 oktober 2000 treedt een wetswijziging in werking die leidt tot de opheffing van het algemeen bordeelverbod. Dit betekent dat het exploiteren van seksinrichtingen vanaf dat moment legaal is, als het gaat om het exploiteren van vrijwillige prostitutie door meerderjarigen met een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfstitel. Het ontwikkelen van prostitutiebeleid is een taak voor gemeenten, een lokale verantwoordelijkheid. Het lokaal prostitutiebeleid in de gemeente Waalwijk steunt op twee pijlers: het maximumbeleid en het vestigingsbeleid. Deze houden het volgende in:

maximumbeleid

  • ·

    Maximaal één seksinrichting (escortbedrijven daaronder begrepen);

  • ·

    Geen raam- en straatprostitutie.

  • ·

    ‘Thuiswerk’ is niet vergunningplichtig mits:

  • -

    het uitsluitend plaats vindt in de eigen woning;

  • -

    slechts incidenteel geadverteerd wordt;

  • -

    aan de buitenkant van het perceel niet te zien is dat er sprake is van prostitutie;

  • -

    slechts de bewo(o)n(st)er prostitutie bedrijft;

  • -

    de verdiensten uitsluitend ten goede komen aan de prostitue(e)

  • -

    er geen sprake is van overlast;

vestigingsbeleid

  • ·

    Geen vestiging van seksinrichtingen in woonwijken;

  • ·

    Geen vestiging van een seksinrichting binnen een straal van 500 meter van scholen;

  • ·

    Geen vestiging van een seksinrichting binnen een straal van 250 meter van een andere seksinrichting;

  • ·

    Geen vestiging van een seksinrichting binnen een straal van 250 meter van een kerkelijke instelling;

  • ·

    Geen vestiging van seksinrichtingen in straten waar sprake is van een concentratie van recreatie-inrichtingen of winkels.

Seksinrichtingen in de gemeente Waalwijk zijn vergunningplichtig. In de vergunning worden diverse voorschriften opgenomen op het gebeid van veiligheid, gezondheid, hygiëne en bedrijfsvoering. Omtrent het toezicht en de controle hierop zijn afspraken gemaakt met de politie en de GGD. Van belang is dat dit beleid en deze afspraken geëvalueerd worden.

Bijlage 3

Aanvraagformulier vergunning seksinrichting

Aanvraag ter verkrijging van een exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf (art. 3.4 APV)

Algemeen

Er moet voldaan worden aan de regels omtrent seksinrichtingen zoals in de Waalwijkse APV zijn opgenomen en aan de beleidsregels in de nota ‘Prostitutiebeleid Waalwijk’.

De vergunning geldt voor de persoon en het pand. Als u een bedrijf overneemt, heeft u een nieuwe vergunning nodig. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden.

De gemeente of de politie controleert of u een exploitatievergunning heeft. Er moet altijd iemand aanwezig zijn die op de vergunning staat, op tijden dat de zaak voor het publiek open is.

Het is niet toegestaan de inrichting te exploiteren voordat de exploitatievergunning is verleend.

Als er in het bedrijf consumpties worden verstrekt is daar vaak een aparte vergunning voor nodig, zeker als het om alcoholhoudende drank gaat. Zonder het schenken van alcohol is alleen een exploitatievergunning nodig.

Kansspelautomaten (gokkasten) zijn niet toegestaan in een seksinrichting.

Indien deze voorschriften worden overtreden is onmiddellijke intrekking van de vergunning mogelijk. Daarnaast dienen onderstaand vermelde personen te allen tijde aan de gedragseisen te voldoen, zoals vermeld in de APV. Als dat niet meer het geval is, bijvoorbeeld vanwege een strafrechtelijke veroordeling, kan eveneens de vergunning ingetrokken worden.

1.Houder (exploitant)

naam en voornamen :........................................................................................

straatnaam/huisnr.:.........................................................................................

postcode :.........................................................................................

plaatsnaam :.........................................................................................

telefoonnummer :.........................................................................................

geboortedatum :.........................................................................................

geboorteplaats :.........................................................................................

Bedrijfsleider (persoon belast met de algemene leiding)

naam en voornamen :........................................................................................

straatnaam/huisnr.:.........................................................................................

postcode :.........................................................................................

plaatsnaam :.........................................................................................

telefoonnummer :.........................................................................................

geboortedatum :.........................................................................................

geboorteplaats :.........................................................................................

Beheerder (persoon belast met de dagelijkse leiding)

naam en voornamen :........................................................................................

straatnaam/huisnr.:.........................................................................................

postcode :.........................................................................................

plaatsnaam :.........................................................................................

telefoonnummer :.........................................................................................

geboortedatum :.........................................................................................

geboorteplaats :.........................................................................................

  • 2.

    Adres van het bedrijf waarvoor vergunning wordt aangevraagd

  • straatnaam/huisnr.

    :.........................................................................................

postcode :.........................................................................................

plaatsnaam :.........................................................................................

telefoonnummer :.........................................................................................

naam bedrijf :.......................................................................…................

het aantal werkzame prostituees :.................................................................

3.Aard van de inrichting (zoals bijvoorbeeld seksinrichting of escortbedrijf)

aard inrichting :.........................................................................................

Bij escortbedrijf

onder welke telefoonnummers biedt u de diensten aan: ........................................... ...........................................

  • 4.

    Andere informatie behorende tot het bedrijf bijvoegen

  • -

    de plaatselijke en kadastrale ligging van de seksinrichting aanduiden door middel van een situatietekening met een schaal van tenminste 1:1000 en aanduiden van parkeermogelijkheden;

  • -

    de plattegrond van de seksinrichting door middel van een tekening met een schaal van tenminste 1:100;

  • -

    bewijs van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;

  • -

    bewijs waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is tot het gebruik van de ruimte bestemd voor de seksinrichting;

  • -

    opgave van openingstijden, verdeling per dag en vermelding van het totaal aantal uren per week;

  • -

    overzicht van maatregelen die zijn genomen om overlast voor de omgeving tegen te gaan.

Aldus naar waarheid ingevuld:

................................................................ .................................

(plaatsnaam) (datum) (handtekening aanvrager)

Het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens is strafbaar en kan leiden tot weigering of intrekking van de vergunning.

Bijlage 4

Kaart ruimtelijk beleid