Regeling vervallen per 15-12-2017

Verordening Noodfonds Armoedebeleid gemeente Woensdrecht

Geldend van 01-08-2016 t/m 14-12-2017

Intitulé

Verordening Noodfonds Armoedebeleid gemeente Woensdrecht

De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 30 juni 2016;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat er behoefte is aan een noodfonds op basis waarvan in een acute en schrijnende financiële noodsituatie financiële ondersteuning verleend kan worden;

b e s l u i t :

vast de stellen de volgende “Verordening Noodfonds Armoedebeleid gemeente Woensdrecht”:

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a) College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht.

b) Noodfonds: het Noodfonds Armoedebeleid van de gemeente Woensdrecht.

c) Aanvrager: een inwoner van de gemeente Woensdrecht, die als zodanig staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen.

Artikel 2 Bevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders beheert het noodfonds.

Artikel 3 Doelstelling

Het noodfonds heeft tot doel inwoners van de gemeente Woensdrecht die in een acute en schrijnende financiële noodsituatie verkeren financiële ondersteuning te verlenen.

Artikel 4 Doelgroep

In aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit het noodfonds inwoners uit de gemeente Woensdrecht die:

a. minimaal zes maanden ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen van Woensdrecht;

b. een zelfstandige woonruimte bewonen;

c. een inkomen hebben tot 150% van het sociaal minimum;

d. niet beschikken over een vermogen dat groter is dan de benodigde financiële bijdrage, waarbij eigen woningbezit wordt vrijgelaten;

e. zich in een aantoonbaar schrijnende en acute noodsituatie bevinden.

Artikel 5 Voorwaarden en criteria

  • 1. Een bijdrage uit het noodfonds welke dient tot leniging van noodsituaties kan uitsluitend worden verstrekt indien de schrijnende noodsituatie:

    a. acuut is;

    b. incidenteel is;

    c. van beperkte omvang is;

    d. niet door een andere voorziening kan worden opgelost;

    e. oplosbaar is met een incidentele bijdrage.

  • 2. Beroep op het noodfonds is slechts mogelijk voor incidentele noden die het gevolg zijn van bijzondere omstandigheden van de persoon of het gezin; structurele aanvulling van een laag inkomen is uitgesloten.

  • 3. Het noodfonds voorziet niet in tegemoetkomingen indien de financiële situatie veroorzaakt is door verwijtbaar en/of onrechtmatig gedrag door de aanvrager.

  • 4. De hoogte van de noodbijdrage wordt afgestemd op de omstandigheden van het individuele geval.

  • 5. Per kalenderjaar kan een aanvrager in beginsel slechts éénmaal een beroep doen op het noodfonds.

Artikel 6 Procedure

  • 1. De aanvraag wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De aanvraag wordt gedaan op een ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

  • 3. Enkel volledig ingevulde, ondertekende aanvragen worden in behandeling genomen.

  • 4. Het college nodigt de aanvrager zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één werkdag, uit voor een persoonlijk gesprek.

  • 5. De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst beoordeeld.

  • 6. Binnen een termijn van vijf werkdagen na ontvangst wordt een besluit genomen.

  • 7. Het college kan het besluit intrekken indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegeven zijn verstrekt.

Artikel 7 Hoogte van het beschikbare budget

Het noodfonds wordt jaarlijks aangevuld tot € 15.000,--.

Artikel 8 Hoogte en vorm van bijdrage

  • 1. Steunverlening in het kader van het noodfonds vindt plaats, afhankelijk van de aard en omvang van de problematiek van de aanvrager volgens onderstaande rangorde:

    a. renteloze lening;

    b. bijdrage om niet.

  • 2. Het college kan in bijzondere situaties besluiten tot een andere vorm van uitbetaling, niet zijnde roerende zaken.

Artikel 9 Inhoud beschikking

  • 1. In de beschikking tot verlenen van een financiële bijdrage uit het noodfonds wordt aangegeven of het een renteloze lening of een bijdrage om niet betreft.

  • 2. Bij het verstrekken van een lening wordt in ieder geval vastgelegd:

    a. de termijnen waarin het wordt terugbetaald;

    b. de uiterlijke datum waarop het bedrag is terugbetaald.

  • 3. In alle gevallen wordt vermeld op welke wijze de financiële bijdrage wordt ingezet.

  • 4. Onderdeel van de beschikking is tevens het aangaan van de overeenkomst waarin de voorwaarden aan de renteloze lening c.q. bijdrage om niet worden vastgesteld.

Artikel 10 Evaluatie

Burgemeester en wethouders rapporteren jaarlijks aan de gemeenteraad over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 11 Hardheidsclausule

In zeer uitzonderlijke gevallen kan het college van burgemeester en wethouders in de geest van deze regeling afwijken van het in de verordening gestelde.

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Noodfonds Armoedebeleid gemeente Woensdrecht”.

  • 2. Zij treedt in werking op de achtste dag na datum van publicatie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2016,
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,

Toelichting per artikel

Artikel 1: Begripsomschrijving

  • a)

    Deze definitie behoeft geen verdere toelichting

  • b)

    Deze definitie behoeft geen verdere toelichting

  • c)

    Deze definitie behoeft geen verdere toelichting

Artikel 2: Bevoegdheid

Het juridisch kader wordt gevormd door de Verordening Noodfonds Armoedebeleid gemeente Woensdrecht, de Algemene Wet Bestuursrecht en de Participatiewet. Het college van Burgemeester en Wethouders kan de bevoegdheid mandateren aan de portefeuillehouder Sociale Zaken. Bij politiek gevoelige zaken wordt het college vooraf geïnformeerd over het voorgenomen gebruik van het mandaat.

Artikel 3: Doelstelling

Het doel van de verordening noodfonds is om inwoners van Woensdrecht met een eenmalige financiële tegemoetkoming, in de vorm van een lening, uit een schrijnende noodsituatie te helpen.

Artikel 4: Doelgroep

Inwoners met een inkomen van 150% van de bijstandsnorm komen in aanmerking voor een financiële ondersteuning uit het noodfonds. Deze norm is gelijk aan de bijstandsnorm Participatiewet 2016. Indien sprake is van een gezinssituatie of een andere vorm van een gezamenlijke huishouding, dan wordt het inkomen als bedoeld in artikel 4 sub c van de Verordening op gezinsniveau bekeken. Thuiswonenden kunnen zich niet apart beroepen op de Verordening. Primair is de regeling bedoeld voor inwoners die zelfstandig in de gemeente Woensdrecht wonen. In zeer uitzonderlijke gevallen is het ook denkbaar dat het gaat om inwoners die zoekende zijn naar zelfstandige woonruimte (bijvoorbeeld ex-gedetineerden). Ouderen zijn een specifieke zorggroep: ouderen in een verzorgingsinstelling kunnen buiten de gemeentegrenzen verblijven, maar wel in de gemeente Woensdrecht ingeschreven staan, en dus aanspraak maken op het noodfonds. Met een schrijnende en acute noodsituatie wordt bedoeld een situatie die directe, nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid, huisvesting of veiligheid.

Artikel 5: Voorwaarden en criteria

Met acuut wordt bedoeld dat een situatie zich plotseling aandoet. Incidenteel houdt in dat de situatie niet van langdurige aard mag zijn. Met beperkte omvang wordt bedoeld dat de situatie opgelost moet kunnen worden met een eenmalige bijdrage het jaarlijkse budget voor het noodfonds niet overschrijdt. Er kan enkel beroep worden gedaan op het noodfonds wanneer bestaande voorzieningen geen oplossing bieden. De situatie moet tevens op te lossen zijn met een incidentele bijdrage uit het noodfonds: Bij structurele problemen wordt geen bijdrage verstrekt. Dit houdt tevens in dat personen die in een schuldhulpverleningstraject zitten, geen aanspraak kunnen maken op het noodfonds, aangezien dit een structureel karakter heeft waar bovendien reeds voorzieningen voor zijn ingeschakeld.

Artikel 6: Procedure

De aanvraag wordt direct ingediend bij de gemeente Woensdrecht. De aanvraag wordt, gezien het karakter van het noodfonds, zo snel mogelijk in behandeling genomen. Als een aanvraag op een werkdag wordt gedaan, dan vindt besluitvorming plaats binnen vijf werkdagen, de Algemene Termijnenwet in acht nemend.

Artikel 7: Hoogte van het beschikbare budget

Het noodfonds wordt structureel aangevuld tot € 15.000,-- , onverlet eventueel andere gemeentelijke baten die ten goede komen aan het Noodfonds. Bijdragen kunnen slechts worden verstrekt voor zover het budget toereikend is.

Artikel 8: Hoogte en vorm van bijdrage

In principe geschiedt de toekenning in de vorm van een renteloze lening. Er zijn echter situaties waarin het mogelijk moet zijn de lening in een gift om te zetten of als zodanig te verstrekken. Het college gaat over tot het betalen van een (of meer) rekening(en). Het voordeel hiervan is dat er zekerheid bestaat over de bestemming van het geld. Mogelijkerwijs zijn er overwegingen om niet over te gaan tot een betaling van een rekening en zal een directe uitbetaling van geld plaatsvinden. Er worden geen besluiten genomen die de € 15.000,-- te boven gaan.

Artikel 9: Inhoud beschikking

De beschikking op de aanvraag vermeldt ten minste in welke vorm de financiële bijdrage wordt vertrekt. Er wordt duidelijkheid verschaft over het dan wel niet terugbetalen van de bijdrage. Tevens wordt aangegeven op welke wijze de financiële bijdrage wordt ingezet ten behoeve van de aanvrager. De overeenkomst omtrent de lening c.q. bijdrage om niet is tevens onderdeel van de beschikking.

Artikel 10: Evaluatie

Jaarlijks wordt gerapporteerd. Daarbij wordt aandacht besteed aan het aantal aanvragen, de aard van de aanvragen en eventuele andere aandachtspunten. Ook wordt gekeken naar het gebruik van de regeling, de aansluiting van de criteria op de praktijk en de plaats van de regeling ten opzichte van andere regelingen (reikwijdte).

Artikel 11: Hardheidsclausule en artikel 12: Citeertitel en inwerkingtreding

Deze artikelen spreken voor zich.