Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Den Haag.

Geldend van 16-06-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Den Haag.

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.

Wet:

de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

2.

Besluit:

het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

3.

De antidiscriminatievoorziening:

antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

4.

Klacht:

klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

5.

Klachtbehandelaar:

klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

6.

Klager:

Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

7.

Ingezetene:

ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

8.

Ombudsman:

ombudsman als bedoeld in de Verordening gemeentelijke ombudsman 2006.

Artikel 2 Aanwijzing antidiscriminatievoorziening

Als antidiscriminatievoorziening wordt aangewezen de ombudsman.

Artikel 2a Onafhankelijkheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. De ombudsman is ten aanzien van de uitoefening van zijn taken als antidiscriminatievoorziening niet ondergeschikt aan de raad, het college of enig ander gemeentelijk gezag.

  • 2. De beoordeling en begeleiding van de ombudsman hebben geen betrekking op de wijze waarop hij zijn taken als antidiscriminatievoorziening vervult.

  • 3. Disciplinaire straffen worden de ombudsman niet opgelegd ten aanzien van de behandeling van klachten op het gebied van de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 1.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de vereiste deskundigheid voor de klachtenbehandeling en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      Per post;

    • -

      Per e-mail;

    • -

      Telefonisch;

    • -

      Op locatie.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht op een centrale locatie van de antidiscriminatievoorziening in Den Haag te melden.

Artikel 6 Verslaglegging

  • 1. De antidiscriminatievoorziening brengt jaarlijks vóór 1 maart verslag uit aan het college over de door de antidiscriminatievoorziening in het daaraan voorafgaande kalenderjaar geregistreerde klachten.

  • 2. Het verslag, bedoeld in het eerste lid, omvat geanonimiseerde gegevens over het aantal klachten dat door de antidiscriminatievoorziening in het voorafgaande kalenderjaar is geregistreerd en deze worden onderverdeeld naar:

    • a.

      grond of gronden van onderscheid of discriminatie;

    • b.

      maatschappelijk terrein;

    • c.

      aard van de klacht;

    • d.

      plaats van het voorval;

    • e.

      wijze van behandeling.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen.