Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR490965
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR490965/1
Bouwverordening 2018
Geldend van 21-09-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2018
Intitulé
Bouwverordening 2018HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
bevoegd gezag:
-
bestuursorgaan, als bedoeld in de Woningwet, artikel 1, eerste lid, onderdeel e , dan wel, bij het ontbreken van een bestuursorgaan als bedoeld in dit artikellid, bevoegd gezag
bouwbesluit
- -
de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 van de Woningwet;
bouw- en woningtoezicht
- -
degene die ingevolge artikel 92, tweede lid, van de Woningwet in samenhang met artikel 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht belast is met het bouw- en woningtoezicht;
bouwwerk
- -
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, met inbegrip van een gedeelte daarvan, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
dorpsbouwmeester
- -
deskundige die aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt ten aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, waarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van dat bouwwerk is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand;
NEN
- -
een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;
NVN
- -
een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven voornorm;
Omgevingsvergunning voor het bouwen: vergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
straatpeil
- a.
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b.
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
Wabo
-
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
weg
- -
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
-
-
2. In deze verordening wordt mede verstaan onder:
- -
Bevoegd gezag: dat wat daaronder wordt verstaan in de Woningwet
- -
omgevingsvergunning voor het bouwen:
dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
- -
Artikel 1.2 Termijnen
VERVALLEN
Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente
-
1. Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:
- a.
het gebied binnen de bebouwde kom;
- b.
het gebied buiten de bebouwde kom.
- a.
-
2. Als gebied binnen de bebouwde kom geldt het gebied, dat in de vastgestelde bestemmingsplannen is aangegeven.
HOOFDSTUK 2 DE AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET BOUWEN
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden
Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning
Vervallen
Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens
Vervallen
Artikel 2.1.3 Bij de aanvraag in te dienen bescheiden
Vervallen
Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen
Vervallen
Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek
-
1. Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat uit:
- a.
de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740, uitgave 2009, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1
- b.
Vervallen
- c.
Indien op basis van het vooronderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707, uitgave 2003.
- a.
-
2. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht geldt niet indien het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II . Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II .
-
3. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport bedoeld in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht toe, indien voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruibare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.
-
4. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.5, onder d van de Regeling omgevingsrecht toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn, als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht , indien uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt, dat de locatie onverdacht is dan wel de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009 niet rechtvaardigen.
-
5. Indien het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.
Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag om bouwvergunning
Vervallen
Artikel 2.1.7 Bouwregistratie
Vervallen
Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen
Vervallen
Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning
Artikel 2.2.1 Ontvangst van de aanvraag
Vervallen
Artikel 2.2.2 Samenloop met vrijstelling ruimtelijke ordening
Vervallen
Artikel 2.2.3 Bekendmaking van termijnen
Vervallen
Artikel 2.2.4 In behandeling nemen en fasering bouwvergunningverlening
Vervallen
Artikel 2.2.5 In behandeling nemen en bodemonderzoek
Vervallen
Artikel 2.2.6 Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning
Vervallen
Paragraaf 3 Welstandstoetsing
Artikel 2.3.1 Welstandscriteria
Vervallen
Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem
Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem
‘Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:
- a.
waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;
- b.
voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en
- c.
dat de grond raakt, of waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.
Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht , kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van het in het de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.
Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen
(Vervallen)
Artikel 2.5.1 Richtlijnen voor de verlening van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen
Vervallen
Artikel 2.5.2 Anti-cumulatiebepaling
(Vervallen)
Artikel 2.5.3 Bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen
(vervallen)
Artikel 2.5.3A Brandweeringang
(vervallen)
Artikel 2.5.4 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
(vervallen)
Artikel 2.5.5 Ligging van de voorgevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.6 Verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.7 Toegelaten overschrijding van de voorgevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.8 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de voorgevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.9 Bouwen op de weg
(Vervallen)
Artikel 2.5.10 Plaatsing van de voorgevel ten opzichte van devoorgevelrooilijn. Afschuining van straathoeken
(Vervallen)
Artikel 2.5.11 Ligging van de achtergevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.12 Verbod tot bouwen met overschrijding van de achtergevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.13 Toegelaten overschrijding van de achtergevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.14 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de achtergevelrooilijn
(Vervallen)
.
Artikel 2.5.15 Erf bij woningen en woongebouwen
(Vervallen)
Artikel 2.5.16 Erf bij overige gebouwen
(Vervallen)
Artikel 2.5.17 Ruimte tussen bouwwerken
(Vervallen)
Artikel 2.5.18 Erf- en terreinafscheidingen
(Vervallen)
Artikel 2.5.19 Bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen
(Vervallen)
Artikel 2.5.20 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.21 Toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.22 Toegelaten hoogte van zijgevels tegenover een achtergevel rooilijn
(Vervallen)
Artikel 2.5.23 Toegelaten hoogte tussen voor- en achtergevelrooilijnen
(Vervallen)
Artikel 2.5.24 Grootste toegelaten hoogte van bouwwerken
(Vervallen)
Artikel 2.5.25 Hoogte van bouwwerken op niet aan een weg grenzende terreinen
(Vervallen)
Artikel 2.5.26 Wijze van meten van de hoogte van bouwwerken
(Vervallen)
Artikel 2.5.27 Toegelaten afwijkingen van de toegelaten bouwhoogte
(Vervallen)
Artikel 2.5.28 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de toegelaten bouwhoogte.
(Vervallen)
Artikel 2.5.29 Vergunning in afwijking van het verbod tot overschrijding van de rooilijnen en van de toegelaten bouwhoogte in geval van voorbereiding van nieuw ruimtelijk beleid.
(Vervallen)
Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
(Vervallen)
Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheid-installaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 2.6.1 Beginsel inzake brandmeldinstallaties
Vervallen
Artikel 2.6.2 Aanwezigheid van brandmeldinstallaties
Vervallen
Artikel 2.6.3 Omvang van de bewaking door brandmeldinstallaties
Vervallen
Artikel 2.6.4 Kwaliteit van brandmeldinstallaties
Vervallen
Artikel 2.6.5 Beginsel inzake ontruimingsalarminstallaties
Vervallen
Artikel 2.6.6 Aanwezigheid van ontruimingsinstallaties
Vervallen
Artikel 2.6.7 Kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties
Vervallen
Artikel 2.6.8 Beginsel inzake vluchtrouteaanduidingen
Vervallen
Artikel 2.6.9 Aanwezigheid van vluchtrouteaanduidingen
Vervallen
Artikel 2.6.10 Kwaliteit van vluchtrouteaanduidingen
Vervallen
Artikel 2.6.11 Gelijkwaardigheid
Vervallen
Artikel 2.6.12 Communicatiesysteem voor publieke hulpverleningsdiensten
Vervallen
Paragraaf 7 Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen
Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding
(vervallen)
Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet
(vervallen)
Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet
(vervallen)
Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
(vervallen)
Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering
(vervallen)
Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen
(vervallen)
Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen
(vervallen)
HOOFDSTUK 3 DE MELDING
Artikel 3.1 De wijze van melden
Vervallen
Artikel 3.2 Welstandscriteria
Vervallen
HOOFDSTUK 4 PLICHTEN TIJDENS EN BIJ VOLTOOIING VAN DE BOUW EN BIJ INGEBRUIKNEMING VAN EEN BOUWWERK
Artikel 4.1 Intrekking bouwvergunning bij niet-tijdige start of tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden
Vervallen.
Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden
(vervallen)
Artikel 4.3 Wijzigingen in gegevens bouwregistratie
(vervallen)
Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw
(vervallen)
Artikel 4.5 Kennisgeving aan bouw- en woningtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
(vervallen)
Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen
(vervallen)
Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten
(vervallen)
Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein
(vervallen)
Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein
(vervallen)
Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder
(vervallen)
Artikel 4.11 Bouwafval
(vervallen)
Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
(vervallen)
Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen
(vervallen)
Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming
(vervallen)
.
HOOFDSTUK 5 STAAT VAN OPEN ERVEN EN TERREINEN, AANSLUITING OP DE NUTSVOORZIENINGEN EN HET WEREN VAN SCHADELIJK EN HINDERLIJK GEDIERTE
Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen
Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen.
(vervallen)
Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen
(vervallen)
Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
(vervallen)
Paragraaf 2 Staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 5.2.1 Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Vervallen
Artikel 5.2.2 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in gebouwen niet zijnde woningen, woongebouwen, logiesverblijven, logiesgebouwen of kantoorgebouwen
Vervallen
Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in woongebouwen van bijzondere aard
Vervallen
Artikel 5.2.4 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in logiesverblijven en logiesgebouwen
Vervallen
Artikel 5.2.5 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in kantoorgebouwen
Vervallen
Paragraaf 3 Aansluiting op de nutsvoorzieningen
Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding
(vervallen)
Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet
(vervallen)
Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet
(vervallen)
Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
(vervallen)
Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering
(vervallen)
Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen
(vervallen)
Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen
(vervallen)
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid.
Artikel 5.4.1. Preventie
(vervallen)
HOOFDSTUK 6 BRANDVEILIG GEBRUIK
Paragraaf 1 Gebruiksvergunning
Artikel 6.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk
(vervallen)
Artikel 6.1.2 Aanvraag gebruiksvergunning
(vervallen)
Artikel 6.1.3 In behandeling nemen
(vervallen)
Artikel 6.1.4 Termijn van beslissing
(vervallen)
Artikel 6.1.5 Weigeren gebruiksvergunning
(vervallen)
Artikel 6.1.6 Intrekken gebruiksvergunning
(vervallen)
Artikel 6.1.7 Verplicht aanwezige bescheiden
(vervallen)
Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar
Artikel 6.2.1 Gebruikseisen voor bouwwerken
(vervallen)
Artikel 6.2.2 Opslag brandgevaarlijke stoffen
(vervallen)
Artikel 6.2.3 Opslag en verwerking stoffen
(vervallen)
Paragraaf 3 Het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand
Artikel 6.3.1 Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen
(vervallen)
Artikel 6.3.2 Gebruik middelen en voorzieningen
(vervallen)
Paragraaf 4 Hinder in verband met de brandveiligheid
Artikel 6.4.1 Hinder in verband met de brandveiligheid
(vervallen)
HOOFDSTUK 7 OVERIGE GEBRUIKSBEPALINGEN
Paragraaf 1 Overbevolking
Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen
(vervallen)
Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens
(vervallen)
Paragraaf 2 Staken van het gebruik
Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid
(vervallen)
Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne
(vervallen)
Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen
(vervallen)
Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
Artikel 7.3.1 Vergunningsplicht nachtverblijf
Bepaling aantal personen nachtverblijf
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, wordt het aantal personen bepaald op 5.
Artikel 7.3.2 Hinder
(vervallen)
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 7.4.1 Preventie
(vervallen)
Paragraaf 5 Watergebruik
Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water
(vervallen)
Paragraaf 6 Installaties
Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties
(vervallen)
HOOFDSTUK 8 SLOPEN
Paragraaf Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen
(vervallen)
Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning
Vervallen;
Artikel 8.1.3 In behandeling nemen
Vervallen
Artikel 8.1.4 Termijn van beslissing
Vervallen
Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen
Vervallen
Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen
(vervallen)
Artikel 8.1.7 Intrekking omgevingsvergunning voor het slopen
(vervallen)
Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.2.1 Sloopmelding
(vervallen)
Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen
(vervallen)
Paragraaf 3 Verplichtingen tijdens het slopen
Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein
(vervallen)
Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden
(vervallen)
Artikel 8.3.3. Plichten van houder van omgevingsvergunning voor het slopen
(vervallen)
Artikel 8.3.4 Plichten van degene die sloopt
(vervallen)
Artikel 8.3.5. Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest
(vervallen)
Artikel 8.3.6 Plichten ten aanzien van de sloop van tuinbouwkassen
Vervallen
Paragraaf 4 Vrij slopen
Artikel 8.4.1. Sloopafval algemeen
(vervallen)
HOOFDSTUK 9 WELSTAND (Ruimtelijke Kwaliteit)
Artikel 9.1 De advisering door de dorpsbouwmeester
-
1. De dorpsbouwmeester adviseert over de welstandsaspecten van aanvragen voor vergunningsplichtige bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub a, van de Wabo, alsmede over welstandsexcessen.
-
2. De dorpsbouwmeester baseert zijn advies op de in de “lokale welstandsnota” genoemde welstandscriteria.
-
3. De dorpsbouwmeester en diens plaatsvervanger adviseren burgemeester en wethouders voor zover het aanvragen betreft om een omgevingsvergunning voor het bouwen en het bouwwerk een monument betreft als bedoeld in de Monumentenwet 1988, of een monument als bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening, dan wel gelegen is binnen een beschermd dorpsgezicht, als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
Artikel 9.2 Samenstelling
-
1. De dorpsbouwmeester is onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.
-
2. De dorpsbouwmeester wordt bijgestaan door een secretaris of diens plaatsvervanger.
-
3. Het reglement van de dorpsbouwmeester dat als bijlage 9 bij de toelichting op deze verordening is vastgesteld, bevat nadere bepalingen betreffende de taken en verplichtingen van de dorpsbouwmeester.
Artikel 9.3 Benoeming en zittingduur
vervallen (zie bijlage 9, artikel 3 Reglement van Orde van de dorpsbouwmeester)
Artikel 9.4 Jaarlijkse verantwoording
De stadsbouwmeester legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar onderscheidenlijk hem verrichte werkzaamheden. In het verslag wordt ten minste uiteengezet op welke wijze zij onderscheidenlijk hij toepassing heeft gegeven aan de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onderdeel a van de Woningwet.
De dorpsbouwmeester kan in zijn jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
Artikel 9.5 Termijn van advisering
-
1. De dorpsbouwmeester brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen uit binnen vier weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
-
2. De dorpsbouwmeester brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen, indien deze vergunning betrekking heeft op een deel van het project of een gefaseerde aanvraag betreft, uit binnen drie weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
-
3. Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de dorpsbouwmeester een langere termijn dan genoemd in de bovengenoemde leden van dit artikel geven voor het uitbrengen van het welstandsadvies. Een langere termijn kan door burgemeester en wethouders worden gegeven indien de termijn van afdoening van de aanvraag is verlengd met toepassing van artikel 3.9, tweede lid van de Wabo.
Artikel 9.6 Openbaarheid van vergaderen en mondeling toelichting
-
1. De behandeling van bouwplannen door of onder verantwoordelijkheid van de dorpsbouwmeesteris openbaar. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
-
2. Indien de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen hierom bij het indienen van de aanvraag heeft verzocht, wordt deze door of namens de dorpsbouwmeester in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan.
-
3. In het geval dat het bouwplan in de vergadering van de dorpsbouwmeester wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de dorpsbouwmeester waarin de aanvraag wordt behandeld.
-
4. Belanghebbenden hebben in toelichtende zinspreekrecht.
-
5. Het reglement van de dorpsbouwmeester dat als bijlage 9 bij deze verordening is vastgesteld, bevat nadere regels omtrent de openbaarheid van de vergaderingen.
Artikel 9.7 Afdoening onder verantwoordelijkheid
Vervallen
Artikel 9.8 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
-
1. De dorpsbouwmeester adviseert en motiveert zijn advies schriftelijk.
-
2. Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de bouw.
-
3. Het reglement van de dorpsbouwmeester dat als bijlage 9 bij deze verordening is vastgesteld bevat nadere vormen waarin het advies wordt vastgesteld en uitgebracht.
Artikel 9.9 Uitsluiting van gebieden en categorieën bouwwerken
Vervallen
HOOFDSTUK 10 OVERIGE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning
Vervallen
Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen
Vervallen
Artikel 10.3 Overdragen vergunningen
Vervallen
Artikel 10.4 Overdragen mededeling
Vervallen
Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen
Vervallen
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften
Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening - of in de bij deze verordening behorende bijlagen - wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.
HOOFDSTUK 11 HANDHAVING
Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw
Vervallen
Artikel 11.2 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming
Vervallen
Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen
Vervallen
Artikel 11.4 Onderzoek naar een gebrek
Vervallen
HOOFDSTUK 12 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12.1 Strafbare feiten
Vervallen
Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek
Vervallen
Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen
(vervallen)
Artikel 12.4 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning
Vervallen
Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding
Vervallen
Artikel 12.6 Slotbepaling
-
1. Deze verordening treedt in werking per 1 september 2018.
-
2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervallen:
de Bouwverordening 2016 en alle daarin aangebrachte wijzigingen;
-
3. Deze verordening kan worden aangehaald als "BOUWVERORDENING 2018".
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl