Regeling vervallen per 24-10-2017

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008

Geldend van 24-10-2008 t/m 23-10-2017

Intitulé

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008

1 Inleiding

Op 1 juni 2003 trad de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur - hierna: de Wet bibob in werking. Deze wet verschaft overheden een instrument om te voorkomen, dat het verlenen van vergunningen, ontheffingen en subsidies of het gunnen van opdrachten het plegen van strafbare feiten makkelijker maakt. Dit instrument bestaat uit de mogelijkheid om bepaalde vergunningen, ontheffingen en subsidies te weigeren of in te trekken indien ernstig gevaar bestaat dat de vergunning mede zal worden gebruikt om:

  • a.

    uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

  • b.

    strafbare feiten te plegen.

De reikwijdte van de Wet bibob beperkt zich voorlopig tot die sectoren van de samenleving, waarin criminelen herhaaldelijk met behulp van vergunningen, ontheffingen en subsidies dan wel overheidsopdrachten strafbare feiten plegen. Concreet betreft het vergunningen en ontheffingen op grond van de Woningwet, de Wet Milieubeheer, de Drank- en Horecawet, de Wet op de Kansspelen en bepaalde vergunningen op grond van verordeningen zoals de exploitatievergunning voor horeca (droge en natte horeca), de vergunningen voor prostitutiebedrijven, seksinrichtingen en speelautomatenhallen. Verder heeft de wet betrekking op overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten in de ICT, bouw- en milieubranche. De wet sluit aan bij de Europese richtlijnen voor aanbestedingen en geeft een nadere invulling van de in die richtlijnen opgenomen gronden om overheidsopdrachten niet te gunnen.

2 De reikwijdte van de beleidsregels van Bloemendaal

Deze beleidsregels Wet bibob hebben betrekking op horeca-exploitatievergunningen op grond van artikel 2.3.1.2 van de APV Bloemendaal en op bouwvergunningen.

De burgemeester in geval van een horeca-exploitatievergunning en het college van burgemeester en wethouders in geval van een bouwvergunning kunnen deze vergunningen weigeren of intrekken op grond van artikel 3 Wet Bibob indien:

1.ernstig gevaar bestaat dat de vergunning mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

strafbare feiten te plegen, of

2.feiten en omstandigheden erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd.

De bevoegdheid de vergunningen te weigeren of in te trekken in geval van en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 Wet bibob berust op de volgende wetsartikelen.

  • ·

    Horeca-exploitatievergunning: artikel 2.3.1.2 APV jo. artikel 7 Wet bibob (weigeren), artikel 1.6 APV jo. artikel 7 Wet bibob (intrekken);

  • ·

    Bouwvergunning: artikel 44a lid 1 onder a. Woningwet (weigeren) en artikel 59 lid 1 onder f. Woningwet (intrekken).

Voor de beoordeling of er inderdaad redenen zijn een vergunning te weigeren of in te trekken kan het bevoegd gezag (in dit geval de burgemeester of het college) advies vragen aan het Bureau bibob (artikel 9 Wet bibob). Het Bureau bibob is bevoegd een diepgaande integriteitstoets uit te voeren en aan het bevoegd gezag een advies uit te brengen over de mate waarin ernstig gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt voor criminele activiteiten of redelijkerwijs kan worden vermoed dat ter verkrijging van de vergunning een strafbaar feit is gepleegd.

Onder 3 is vastgelegd wanneer de burgemeester of het college overgaan tot het vragen van een advies aan Bureau bibob.

3 De beleidsregels Wet bibob Bloemendaal

3.1 Beleidsregels horeca-exploitatievergunningen

1. Reguliere weigeringsgronden gaan voor weigeringsgrond Wet bibob

Van de mogelijkheid de horeca-exploitatievergunning te weigeren in geval van en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bibob maakt de burgemeester pas gebruik wanneer is vastgesteld dat de vergunning niet op grond van andere voorschriften kan worden geweigerd (de reguliere toetsing).

Deze regel houdt verband met de mate waarin een onderzoek naar de vraag of een vergunning op grond van artikel 3 Wet bibob kan worden geweigerd of ingetrokken ingrijpt in de privacy van de aanvrager van de vergunning en andere mogelijke betrokkenen. Slechts wanneer het werkelijk noodzakelijk is een onderzoek uit te voeren, kan een diepgaande toets als hieronder onder punt 3 bedoeld worden uitgevoerd of advies worden gevraagd aan het Bureau bibob.

2.Verplichte invulling vragenlijst

Op grond van artikel 30 van de Wet bibob bestaat een onderdeel van de aanvraagformulieren voor een horeca-exploitatievergunning uit vragen die erop gericht zijn het Bureau bibob (zo nodig) in staat te stellen een integriteitsonderzoek uit te voeren (bijlagen I en II). Uit een oogpunt van efficiency worden niet alle aanvragers verplicht een ingevulde vragenlijst te overleggen. De gemeente beschikt niet over de personele capaciteit om alle horecabedrijven diepgaand te onderzoeken. Alle horecabedrijven (circa 70 na samenvoeging met de gemeente Bennebroek) moeten straks immers een horeca-exploitatievergunning aanvragen. De vragenlijst moet in ieder geval verplicht worden ingevuld wanneer:

  • -

    de gegevens die bij de aanvraag om vergunning worden overlegd, vragen oproepen omtrent de bedrijfsstructuur, de financiering van het bedrijf, omstandigheden rond de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd;

  • -

    de officier van justitie de gemeente adviseert ten aanzien van een bepaalde aanvraag een advies aan het Bureau bibob te vragen;

  • -

    de aard van de inrichting daartoe aanleiding geeft. Het betreft bijvoorbeeld een grote inrichting waar veel geld in omgaat of waarvan bekend is dat dergelijke inrichtingen regelmatig verweven zijn met de criminaliteit zoals bij prostitutiebedrijven het geval is;

  • -

    gebeurtenissen rondom de exploitatie van het horecabedrijf daartoe aanleiding geven (bijvoorbeeld drugsgebruik, verstoringen van de openbare orde);

  • -

    de aanvraag wordt ingediend door een nieuwe exploitant;

  • -

    de burgemeester andere informatie ter beschikking staat (berichtgeving in de media, politie-informatie en dergelijke) op grond waarvan een vermoeden van niet integer handelen bestaat.

Wanneer de vragenlijst niet volledig is ingevuld kan de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling worden gelaten.

3.Criteria voor diepgaande toets door burgemeester

Een diepgaande toets wordt uitgevoerd indien:

  • a.

    na de beoordeling van de aanvraag, de ingevulde vragenlijst en overige aangeleverde stukken nog onduidelijkheden of vragen bestaan en de aanvrager hierover geen helderheid heeft verschaft of antwoorden schuldig blijft;

  • b.

    het een inrichting betreft die op grond van artikel 174a van de Gemeentewet of artikel 13b van de Opiumwet gesloten is;

  • c.

    de officier van justitie de burgemeester op grond van artikel 26 van de Wet bibob wijst op de wenselijkheid het Bureau bibob om een advies te vragen;

Bij een diepgaande toets wordt nader onderzocht of sprake is van gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid Wet bibob en wat de mate van het gevaar is (artikel 3, tweede en derde lid Wet bibob).

Het bevoegde bestuursorgaan maakt bij deze toets gebruik van de ingevulde bibob-vragenlijst en de daarbij verstrekte gegevens. Ook kunnen alle mogelijke bronnen worden geraadpleegd om te kunnen vaststellen of er een grond is de vergunning te weigeren dan wel in te trekken. Voorbeelden van deze bronnen zijn de openbare registers bij het Kadaster, de Kamers van Koophandel en de griffies van de Rechtbanken.

4.Verplichting overleggen originele documenten

Wanneer de burgemeester twijfelt aan de authenticiteit van de overhandigde documenten, kan hij de aanvrager verplichten de originele exemplaren te tonen.

5.Criteria aanvraag advies Bureau bibob

De burgemeester vraagt op grond van artikel 9 van de Wet bibob advies aan het Bureau bibob wanneer na de diepgaande toets vragen blijven bestaan over:

  • a.

    de bedrijfsstructuur;

  • b.

    de financiering van het bedrijf;

  • c.

    omstandigheden rond de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd;

  • d.

    de officier van justitie de gemeente adviseert ten aanzien van een bepaalde aanvraag een advies aan het Bureau bibob te vragen.

Het Bureau bibob is onderdeel van het ministerie van Justitie en heeft inzage in een aantal openbare en gesloten bronnen zoals de Belastingdienst, de politieregisters, het Justitieel Documentatiebureau, de Immigratie en Naturalisatiedienst. Het Bureau bibob beschikt daardoor over meer bronnen van onderzoek naar de integriteit van betrokkenen dan andere overheden.

Een aanvraag om een advies aan het Bureau bibob is niet een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en daarom niet vatbaar voor bezwaar en beroep. De gemeente informeert de aanvrager, houder of inschrijver over zijn aanvraag om een advies aan het Bureau bibob.

Het Bureau bibob adviseert de gemeente binnen vier weken. Deze termijn kan het Bureau bibob met vier weken verlengen. Het Bureau bibob stelt de gemeente en de aanvrager van deze verlenging in kennis. Wanneer een advies wordt aangevraagd, wordt de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking moet worden gegeven opgeschort (artikel 31 Wet Bibob).

Het Bureau bibob geeft met betrekking tot de mate van het ernstige gevaar drie soorten adviezen:

er is geen sprake van een ernstige mate van gevaar; of

er is sprake van een mindere mate van gevaar; of

er is sprake van een ernstige mate van gevaar.

In het eerste geval leidt het advies ertoe, dat het bevoegde bestuursorgaan geen grond heeft om de gevraagde beschikking te weigeren of de bestaande vergunning in te trekken. In het derde geval is duidelijk, dat het bevoegde bestuursorgaan met het advies het weigeren van de gevraagde beschikking of het intrekken van een bestaande beschikking kan motiveren. In het tweede geval moet het bevoegde bestuurorgaan afwegen of zij de gevraagde beschikking weigert of onder voorwaarden verleent. Voor het geval het gaat om een bestaande beschikking gaat het dan om het stellen van aanvullende voorwaarden. Deze voorwaarden moeten strekken tot het voorkomen van het gevaar, waarvan in mindere mate sprake is.

Gemeente Bloemendaal stelt, indien er het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een bibob-advies, de betrokkene in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen. De betrokkene kan het bibob-advies inzien. Derden die genoemd zijn in de beslissing en zijn aan te merken als belanghebbenden in de zin van artikel 4:8 Awb moeten, indien te verwachten is dat zij tegen de beslissing bedenkingen hebben, ook in de gelegenheid worden gebracht hun zienswijze naar voren te brengen. Derden hebben overigens niet het recht om het bibob-advies in zijn geheel in te zien. Tegen de uiteindelijke beslissing van de gemeente waarin een bibob-advies is verwerkt, kan de betrokkene bezwaar en beroep aantekenen.

3.2 Beleidsregels bouwvergunningen

1.Reguliere weigeringsgronden gaan voor weigeringsgrond Wet bibob

Van de mogelijkheid een bouwvergunning te weigeren in geval van en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bibob maakt het college pas gebruik wanneer is vastgesteld dat de vergunning niet op grond van andere voorschriften kan worden geweigerd (de reguliere toetsing).

Deze regel houdt verband met de mate waarin een onderzoek naar de vraag of een vergunning op grond van artikel 3 Wet bibob kan worden geweigerd of ingetrokken ingrijpt in de privacy van de aanvrager van de vergunning en andere mogelijke betrokkenen. Slechts wanneer het werkelijk noodzakelijk is een onderzoek uit te voeren, kan een diepgaande toets als hieronder onder punt 3 bedoeld worden uitgevoerd of advies worden gevraagd aan het Bureau bibob.

2.Verplichte invulling vragenlijst

In geval van bouwvergunningen voert het college een integriteitsonderzoek uit wanneer de officier van justitie het college op grond van artikel 26 van de Wet bibob wijst op de wenselijkheid het Bureau bibob om een advies te vragen, dan wel wanneer op grond van andere concrete informatie (berichtgeving in de media, politie-informatie, informatie bij de intake en dergelijke) een vermoeden van niet integer handelen bestaat. In dat geval is de bouwaanvrager verplicht de betreffende vragenlijst volledig in te vullen en over te leggen bij een aanvraag om bouwvergunning. Wanneer de vragenlijst niet volledig is ingevuld kan de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling worden gelaten.

3.Criteria diepgaande toets door college

Een diepgaande toets wordt uitgevoerd indien na de beoordeling van de aanvraag, de ingevulde vragenlijst en de overige aangeleverde stukken nog onduidelijkheden of vragen bestaan en de aanvrager hierover geen helderheid heeft verschaft of antwoorden schuldig blijft.

4.Verplichting overleggen originele documenten

Wanneer het college twijfelt aan de authenticiteit van de overhandigde documenten, kan het de aanvrager verplichten de originele exemplaren te tonen.

5.Criteria aanvraag advies Bureau bibob

Het college vraagt op grond van artikel 9 van de Wet bibob advies aan het Bureau bibob wanneer na de diepgaande toets vragen blijven bestaan over:

  • a.de bedrijfsstructuur van de aanvrager;

    • b.

      de financiering van het bouwplan;

    • c.

      omstandigheden rond de persoon van de aanvrager, de financier(ing) van het bouwplan of de eigenaar van de grond waarop het bouwplan is gesitueerd;

    • d.

      de officier van justitie de gemeente adviseert ten aanzien van een bepaalde aanvraag een advies aan het Bureau bibob te vragen.

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008 en treden in werking op de dag na publicatie.

Overveen, 14 oktober 2008

Ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

Burgemeester en wethouders van Bloemendaal,

W.H. de Gelder ,burgemeester

A.Ph. van der Wees ,secretaris

De burgemeester van de gemeente Bloemendaal,

W.H. de Gelder

Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 23 oktober 2008.

In werking: 24 oktober 2008