Regeling vervallen per 23-03-2023

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Boxmeer 2017

Geldend van 01-03-2017 t/m 22-03-2023

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Boxmeer 2017

Vaststelling van beheersverordening Gemeentelijke begraafplaatsen Boxmeer 2017

De raad van de gemeente Boxmeer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 december 2016;

gelet op ;

gelet op Artikel 33 van de wet op de lijkbezorging waarin is aangegeven dat een gemeente voor zich of met een of meer andere gemeenten tezamen tenminste een gemeentelijke begraafplaats heeft.

In deze wet is ook opgenomen dat elke gemeente tijdens een grote calamiteit opvangcapaciteit moet bieden om overledenen van een laatste rustplaats te voorzien.

B E S L U I T :

I. in te trekken de ‘Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke

begraafplaats Boxmeer 2004’, d.d. 17 juni 2004;

II. vast te stellen de volgende ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de

gemeentelijke begraafplaatsen Boxmeer 2017'.

Algemeen

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. begraafplaats:

  • -

    de gemeentelijke begraafplaats, gelegen aan de Torenstraat te Sambeek;

  • -

    de voormalig Nederlands Hervormde begraafplaats, gelegen aan de Spoorstraat te Vierlingsbeek.

b. particulier graf:

  • -

    een graf ten aanzien waarvan aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot;

    • a.

      het daarin doen begraven en begraven houden van lijken;

    • b.

      het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, met of zonder urnen, bevattende de as van overledenen;

    • c.

      het daarin doen verstrooien van as van overledenen.

c. particulier urnengraf:

  • -

    een graf ten aanzien waarvan aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot;

    • a.

      het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, met of zonder urnen, bevattende de as van overledenen;

    • b.

      het daarin doen verstrooien van as van overledenen;

d. algemeen graf (gemeentegraf):

-een graf, bij de gemeente in beheer, bestemd tot het doen begraven en begraven houden van lijken;

e. algemene urnennis:

-een nis, bij de gemeente in beheer, bestemd tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, met of zonder urnen, bevattende de as van overledenen;

f. algemeen natuurgraf

-een graf, bij de gemeente in beheer, bestemd tot het doen begraven en begraven houden van een lijk;

g. algemeen natuur-urnengraf

  • -

    een graf, bij de gemeente in beheer, bestemd tot

    • a.

      het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus, met of zonder urn, bevattende de as van een overledene;

    • b.

      het daarin doen verstrooien van as van een overledene.

h. asbus:

-een bus ter berging van de as van een overledene;

i. urn:

-een voorwerp ter berging van een asbus;

j. grafkelder:

-een betonnen of gemetselde constructie aangebracht in een of meerdere particuliere graven waarin een of meerdere lijken worden begraven of waarin meerdere asbussen worden bijgezet.

k. grafbedekking:

-gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf en een afdekplaat van een urnennis;

l. gedenkteken:

-voorwerp op het graf of in de urnennis voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

m.grafbeplanting:

-beplanting die door de rechthebbende en/of burgemeester en wethouders op een graf wordt aangebracht;

n. duurzame materialen:

-vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, die van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en die bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen, en dergelijke gewaarborgd is;

o.biologisch afbreekbare materialen:

-materialen die zo min mogelijk milieubelastend zijn, die zich gedurende de grafrusttermijn laten afbreken door de natuurlijke activiteit van micro-organismen.

p.rechthebbende:

-de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf of een particulier urnengraf;

q. gebruiker:

-de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of algemene urnennis is verleend;

r. eigenaar:

-de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

s. college:

-het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer;

t. beheerder:

-de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

u. grafrusttermijn:

-de termijn dat een lijk volgens artikel 31 lid 2 van de Wet op de lijkbezorging tenminste begraven moet blijven voordat het mag worden geruimd;

v. grafakte:

-de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens burgemeester en wethouders een grafrecht wordt verleend;

w. grafrecht:

-het recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf of particuliere urnennis.

x. gebruik:

-het gebruik van een algemeen graf.

Uitbreiding begrip particulier- en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier dubbelgraf, particulier kindergraf en particulier urnengraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder ‘algemeen graf’ mede verstaan: algemene urnennis, algemeen natuurgraf en algemeen natuur-urnengraf.

Beheer

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd door de sector Ruimte, onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders. Onder toezicht van burgemeester en wethouders worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de aanwezige administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het doen delven of openen en sluiten van graven.

Bestemming

  • 1.

    De onder artikel 1 lid a genoemde begraafplaats is bestemd voor het begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen van overleden en gecremeerde personen.

  • 2.

    Op de begraafplaats te Vierlingsbeek vinden enkel nog de laatste bijzettingen plaats in bestaande graven waarin begraven kan worden zonder het graf te schudden en waarvan door de rechthebbenden aangetoond kan worden dat zij het recht tot bijzetten hebben.

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde begraafplaats worden geen nieuwe grafrechten uitgegeven en wordt geen gebruik verleend voor het begraven in algemene graven.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen die worden omschreven in een uitvoeringsbesluit dat deel uitmaakt van deze verordening. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen van particuliere en algemene graven.

Indeling en administratie van de begraafplaats

Indeling begraafplaats

  • 1.

    Burgemeester en wethouders regelen de indeling van de gemeentelijke begraafplaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders dragen ervoor zorg dat er in tweevoud een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt gemaakt waarop de grafruimten genummerd zijn aangegeven.

Register en plaatsregistratie

  • 1.

    De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden door de administrateur de naam, de geboortedatum, geboorteplaats, de datum van overlijden en het identiteitskenmerk als bedoeld in artikel 17, tweede lid onder b opgenomen. Daarbij is vermeld de begraafplaats, de grafaanduiding en de dag van de begraving of de bijzetting.

  • 2.

    In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de gebruikers van de graven met hun naam, adres en woonplaats opgenomen. Deze gegevens zijn niet openbaar.

  • 3.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende of gebruiker laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.

Openstelling begraafplaats

Openstelling en tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De begraafplaats is kosteloos voor eenieder toegankelijk.

  • 2.

    De openingstijden zijn, behoudens door burgemeester en wethouders te verlenen ontheffing, van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang.

  • 3.

    De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as is op maandag t/m zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur. Op zondag wordt niet begraven, bijgezet of verstrooid.

  • 4.

    De zaterdag geldt voor de tariefbepaling als buitengewone tijd, evenals de dagen, omschreven in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet, die vallen op één van de dagen maandag tot en met vrijdag.

  • 5.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

  • 6.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Ordemaatregelen

Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      op de grafbedekkingen te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • e.

      grafbedekkingen te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • f.

      honden mee te voeren, met uitzondering van aangelijnde honden;

    • g.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • h.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    • i.

      werkzaamheden aan grafbedekkingen door derden te laten verrichten, behoudens artikel 23.

  • 2.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het verrichten van werkzaamheden door of vanwege de gemeente na schriftelijke toestemming van de beheerder;

    • b.

      met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 3.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot (een deel van) de begraafplaats worden ontzegd.

Plechtigheden

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Inrichting begraafplaats en onderscheid graven

Uitgifte en inrichting grafvelden

  • 1.

    Graven worden uitgegeven aansluitend op aanwijzing van de beheerder.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de volgorde van uitgifte, de inrichting van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

Soorten graven

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen, het gestelde in artikel 4 in acht nemende, worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere urnengraven;

    • c.

      recht tot uitstrooien van as in particuliere graven.

  • 2.

    Op de begraafplaats kan het gebruik worden verleend voor:

    • a.

      algemene graven;

    • b.

      algemene urnennissen;

    • c.

      algemene natuurgraven;

    • d.

      algemene natuur-urnengraven.

    • e.

      het strooiveld ten behoeve van het verstrooien van crematie-as.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders verlenen op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag voor de tijd van 20 jaar het uitsluitend recht op een particulier graf en voor de tijd van 10 of 20 jaar het uitsluitend recht op een particulier urnengraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven.

  • 4.

    De termijn van het uitsluitend grafrecht kan telkens met een termijn van 5 of 10 jaar worden verlengd op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn, wordt ingediend.

  • 5.

    Een recht als in lid 3 van dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen, met of zonder urn, er kunnen worden begraven en/of bijgezet in een particulier graf en hoeveel verstrooiingen van as er in een particulier graf kunnen plaatshebben.

  • 7.

    Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder voorwaarden en beperkingen van deze verordening.

  • 8.

    Het gebruik van algemene graven (gemeentegraven) is voorbehouden aan de gemeente en wordt verleend voor een termijn van 10 jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd. Het overblijfsel kan echter na afloop van de termijn in een nieuw particulier graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 9.

    Het gebruik van algemene natuurgraven en algemene natuur-urnengraven wordt verleend voor een termijn van 30, 40 of 50 jaren. Deze termijnen kunnen niet worden verlengd. Overblijfselen kunnen echter na afloop van de termijn in een nieuw particulier graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

10. Het gebruik van een algemene urnennis wordt verleend voor een termijn van 10 of 20 jaar. Deze termijn kan, in tegenstelling tot de andere algemene termijnen, telkens met een termijn van 5 of 10 jaar worden verlengd op verzoek van de gebruiker, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn, wordt ingediend.

11.Het in het derde lid bedoelde uitsluitende recht, respectievelijk het in het achtste, negende en tiende lid bedoelde gebruik wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden en gebruikers kunnen, tegen betaling der daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaat-akte verkrijgen.

Reserveren van graven

Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels het reserveren van graven toestaan indien de beschikbare ruimte dit toelaat.

Grafkelders

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig door hen nader te stellen voorwaarden.

Vereisten voor begraving of bijzetting

Kennisgeving begraven

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de gemeente.

  • 2.

    Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven of verbranden, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste lid bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of verbranding of een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overlegd.

  • 4.

    Indien het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven of verbrand, dient behalve het in het derde lid bedoelde verlof of document ook het in het tweede lid bedoelde verlof van de burgemeester te worden overlegd.

Kennisgeving begraven en asbezorgen

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf of algemeen urnengraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overlegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Aanwijzing en begraving

  • 1.

    De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 door de beheerder.

  • 2.

    Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

    • a.

      de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 15 en 16 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend;

    • b.

      alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.

  • 3.

    De rechthebbende die in een grafkelder wil doen begraven, is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven terstond te laten sluiten.

  • 4.

    Het openen van een grafkelder, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan twee uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder hiervoor toestemming heeft verleend.

  • 5.

    Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten van een grafkelder niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.

  • 2.

    Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht tot het schriftelijk aangeven van het gebruik van lijkhoezen aan de gemeente.

  • 3.

    Voor het begraven in een algemeen natuurgraf of natuur-urnengraf gelden de volgende aanvullende voorschriften: de kleding van de overledene, de materialen van de kist (of ander lijkomhulsel) en de asurn moeten biologisch afbreekbaar zijn en binnen de grafrusttermijn vergaan. Voorbeelden hiervan zijn een eenvoudige houten kist of een urn van cellulose, een vilten mand, een rieten korf of een lijkwade van hennep of linnen. Dat houdt in dat chemisch bewerkt, gelakt, geverfd of verduurzaamd hout of kunststof als kist of als versiering aan de kist niet zijn toegestaan in dit type graven.

Tarieven

Tarievenlijst

  • 1.

    De toegepaste tarieven worden vastgesteld door de gemeenteraad en openbaar gemaakt in de tarievenlijst van het betreffende jaar, behorende bij de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten".

  • 2.

    Daarbij wordt tevens aangegeven, voorzover zulks niet in deze verordening is geschied, wanneer of binnen welke termijn de betreffende kosten voldaan moeten zijn.

Verlenging en overgang grafrechten

Overdracht

  • 1.

    Een grafrecht op een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen persoon van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht.

  • 2.

    Het gebruik op een algemeen graf kan overgedragen worden op een andere gebruiker door overlegging aan de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen persoon van een door de gebruiker en de betrokken opvolger getekend bewijs van overdracht. Deze opvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 3.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van een nieuwe rechthebbende, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 4.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het derde lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 5.

    Na het verstrijken van de in het vorige lid bedoelde termijn kunnen burgemeester en wethouders het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een (urnen)graf dat inmiddels is geruimd.

Einde grafrechten

Vervallen grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien (een deel van) de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of de gebruiker van een (urnen)graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 20, lid 3 gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten. Van de ontvangst van een afstandsverklaring zoals bedoeld in het eerste lid onderdeel b, doen burgemeester en wethouders schriftelijke mededeling aan de rechthebbende.

Gedenktekens en grafbeplantingen

Vereisten grafbedekking

  • 1.

    Het plaatsen of verwijderen van gedenktekens, grafbeplantingen of andere voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis geschiedt niet dan met toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels stellen, die zijn omschreven in een uitvoeringsbesluit. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.

  • 3.

    Het college kan de in het eerste lid bedoelde toestemming weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 4.

    Voorwaarde voor het geven van toestemming is dat te allen tijde de rechthebbende op een particulier graf of de gebruiker op een algemeen graf eigenaar is en blijft van de grafbedekking zolang het graf niet geruimd mag worden.

  • 5.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van gedenktekens, afsluitplaten of van grafbeplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

Aansprakelijkheid

  • 1.

    Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom en de aansprakelijkheid houden van de in artikel 22 bedoelde gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen.

  • 2.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 3.

    Alle schade en eventuele gevolgschade voor derden is voor rekening en risico van de eigenaar en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.

Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de particuliere grafoppervlakken en de daarop geplaatste grafbedekkingen. Verzakkingen van de bodem worden door de gemeente aangevuld, ook binnen de grafoppervlakken voor zover hier geen grafbedekkingen aanwezig zijn.

Verplicht onderhoud door rechthebbenden en gebruikers

  • 1.

    Rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht voor het onderhoud van het grafoppervlak en de daarop geplaatste gedenktekens en grafbeplantingen zorg te dragen met uitzondering van de natuurgraven. Het college kan hiervoor nadere regels vaststellen.

  • 2.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen door het grafrecht te laten vervallen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    Het laten vervallen van het grafrecht en de verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken zoals bedoeld is in het tweede lid, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker is aangeschreven conform de bepalingen uit de Wet op de lijkbezorging ten aanzien van kennelijke verwaarlozing. Een oproeping geschiedt door mededeling op het informatiebord op de begraafplaats wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 5.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kunnen burgemeester en wethouders direct maatregelen treffen.

6. Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college van burgemeester en wethouders tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of gebruiker over te gaan.

Tijdelijke verwijdering

  • 1.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier- of algemeen (urnen)graf of een bestaand familiegraf geschiedt voor risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 2.

    Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op haar kosten tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

Ruimen van graven, urnengraven en urnennissen

Ruimen graven

  • 1.

    De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken of asbussen worden begraven of verstrooid op een door burgemeester en wethouders aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende op een particulier graf toestemming verlenen om de overblijfselen die zich bevinden in het graf waarop het uitsluitend recht betrekking heeft, opnieuw te doen begraven in een ander particulier graf.

  • 3.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving in een particulier graf elders.

  • 4.

    Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf, kunnen bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving in een particulier graf of voor verstrooiing elders.

  • 5.

    De rechthebbende van een particulier (urnen)graf kan bij burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving of bijzetting elders of te doen verstrooien.

Grafbedekkingen en losse voorwerpen bij einde grafrecht of gebruik

  • 1.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting alsmede losse voorwerpen kunnen gedurende één maand vóór het vervallen van het grafrecht of het gebruik door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd, op afspraak met de beheerder.

  • 2.

    Na afloop van het grafrecht of het gebruik vervalt het recht op deze voorwerpen aan het college zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is en kunnen rechthebbende of gebruiker geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

  • 3.

    Indien op de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Bevoegdheden

  • 1.

    Het openen, sluiten en ruimen van graven, het opgraven en het opnieuw begraven in een ander graf op de begraafplaats van stoffelijke resten, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen geschiedt uitsluitend door de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen personen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 2.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Overige bepalingen

Vestiging grafrecht en gebruik

Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.

Terbeschikkingstelling verordening

Een exemplaar van deze verordening wordt éénmalig aan de belanghebbende verstrekt; aanvullende exemplaren zijn via de gemeentelijke website te downloaden.

Beslissingsbevoegdheid

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslissen burgemeester en wethouders.

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Boxmeer 2017”.

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de begraafplaats en treedt in werking op 1 maart 2017.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Boxmeer

in zijn openbare vergadering van 9 februari 2017.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

A.W.J.M. Cornelissen MMC

K.W.T. van Soest

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen