Regeling vervallen per 01-01-2022

Klachtenverordening gemeente Boxmeer 2008

Geldend van 03-07-2008 t/m 31-12-2021

Intitulé

Klachtenverordening gemeente Boxmeer 2008

De Raad van de gemeente Boxmeer;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 mei 2008

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuurs-recht;

gehoord hebbende het oordeel van de Ondernemingsraad;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Klachtenverordening gemeente Boxmeer 2008 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. Wet: Algemene wet bestuursrecht (Awb); b. klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon heeft gedragen;c. klager: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die een klacht heeft ingediend;d. bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de commissie voor bezwaar- en beroepschriften of de Klachtencom-missie; e. ambtenaar: een persoon die in dienst is of is geweest van de gemeente Boxmeer, in-clusief arbeidscontracten en gedetacheerden; f. klaagschrift: een schriftelijk ingediende klacht;g. klachtencommissie: de commissie, belast met de behandeling van en de advisering over klachten, als bedoeld in artikel 3 van deze regeling.  

Artikel 2 Fasering

De klachtbehandeling kent drie fasen:a. Informele bemiddeling (intern klachtrecht); Indien iemand zich met een klacht tot de gemeente wendt, wordt eerst getracht de klacht op informele wijze naar genoegen van de klager op te lossen, tenzij klager geen prijs stelt op een informele behandeling; b. Formele behandeling in eerste instantie (intern klachtrecht);Een klacht wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van Titel 9.1 van de Awb en met inachtneming van de bepalingen van deze verordening; c. Formele behandeling in tweede instantie (extern klachtrecht).Een klager kan – wanneer hij het niet eens is met de uitkomst van de formele klach-tenbehandeling in eerste instantie – overeenkomstig de bepalingen van Titel 9.2 van de Awb een verzoekschrift indienen bij de Nationale Ombudsman.

Hoofdstuk 2 Klachtencommissie

Artikel 3 Klachtencommissie

  • 1 Er is een klachtencommissie

  • 2 Op de klachtenafhandeling door de klachtencommissie zijn de bepalingen van Titel 9.1 van de wet van toepassing.

Artikel 4 Samenstelling klachtencommissie

  • 1 De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door burgemeester en wethouders.

  • 2 Burgemeester en wethouders benoemen overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3 De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de klachtencommissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4 De klachtencommissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 5 Secretariaat klachtencommissie

  • 1 De secretaris van de klachtencommissie is een door burgemeester en wethouders aan-gewezen ambtenaar.

  • 2 Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secre-taris aan.

  • 3 De secretaris is in de uitoefening van de functie uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de klachtencommissie.

  • 4 De secretaris is niet betrokken bij de behandeling van klachten die hem rechtstreeks aangaan.

Artikel 6 Zittingsduur en vergoeding

  • 1 De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de klachtencommissie worden be-noemd voor een periode van vier jaar.

  • 2 Zij kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3 De aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvol-ging is voorzien.

  • 4 De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden ontvangen een door burgemeester en wethouders te bepalen vergoeding voor hun werkzaamheden.

Artikel 7 Taak

  • 1 De commissie behandelt klaagschriften en adviseert daarover aan het bestuursorgaan, waaraan de gedraging waarover wordt geklaagd, kan worden toegeschreven.

  • 2 De commissie zorgt voor een klachtenregistratie en geeft inzicht in de wijze van behan-delen en afdoen van klachten.

  • 3 De commissie brengt één keer per jaar een jaarverslag uit.

Artikel 8 Bevoegdheid

De commissie kan de klager, de beklaagde, diens (direct-)leidinggevende of andere ambte-naren en bestuurders oproepen om te worden gehoord.

Hoofdstuk 3 Indienen van een klacht.

Artikel 9 De wijze waarop een klacht kan worden ingediend

  • 1 Een klacht kan mondeling, schriftelijk of langs elektronische weg worden ingediend. Een mondeling geuite klacht kan zowel telefonisch als tijdens een bezoek aan de gemeente worden ingediend.

  • 2 Een schriftelijk ingediende klacht wordt ondertekend en bevat ten minste de volgende gegevens:a. De naam en het adres van de klager;b. De dagtekening;c. Een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht. Desgewenst wordt van gemeentewege behulpzaamheid betracht bij het opstellen van een klaagschrift. 

  • 3 Een klacht wordt langs elektronische weg ingediend via www.boxmeer.nl, waarbij de in-structies op de website moeten worden opgevolgd. Een elektronisch ingediende klacht bevat ten minste dezelfde gegevens als de schriftelijke ingediende klacht.

  • 4 Artikel 6:5, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toe-passing met betrekking tot een klaagschrift dat in een vreemde taal is gesteld.

Artikel 10 Ontvangstbevestiging en afdoeningstermijn

  • 1 De secretaris van de Klachtencommissie bevestigt namens het bestuursorgaan de ont-vangst van een klaagschrift schriftelijk. Hij vermeldt daarbij informatie over de te volgen procedure, waaronder in ieder geval het aanbod om de klacht op informele wijze af te handelen.

  • 2 Indien een klager instemt met de informele procedure, wordt de klacht binnen vier weken afgehandeld. Deze termijn kan in overeenstemming met de klager worden verdaagd, wa-neer blijkt dat er meer tijd nodig is voor een informele afhandeling;

  • 3 Het bestuursorgaan handelt de klacht af binnen tien weken na ontvangst van het klaag-schrift of nadat klager heeft aangegeven dat de informele bemiddeling niet heeft geleid tot een voor hem bevredigende oplossing.

  • 4 Het bestuursorgaan kan de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 11 Buiten behandeling laten

  • 1 Een klaagschrift kan buiten behandeling worden gelaten indien:a. niet is voldaan aan de vereisten in artikel 9:4, tweede en derde lid, van de wet en kla-ger, nadat hij door de secretaris daarop is gewezen, niet binnen veertien dagen de vereiste gegevens heeft aangevuld; b. het een klacht betreft als bedoeld in artikel 9:8, eerste en tweede lid van de wet.

  • 2 Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien zij betrekking heeft op:a. een algemeen verbindend voorschrift of algemeen beleid;b. een gedraging waartegen bezwaar kan worden gemaakt onderscheidenlijk beroep kan worden ingesteld, tenzij die gedraging bestaat uit het niet tijdig nemen van een besluit, of waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure aanhangig is;c. een gedraging ten aanzien waarvan een administratieve rechter uitspraak heeft ge-daan; d. een gedraging ten aanzien waarvan een procedure bij een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter aanhangig is, dan wel beroep openstaat tegen een uitspraak die in een zodanige procedure is gedaan; e. een gedraging waarop de rechterlijke macht toeziet.

Hoofdstuk 3 Het onderzoek.

Artikel 12 De informele behandeling

  • 1 De informele behandeling van een klacht vindt plaats door de secretaris van de Klach-tencommissie.

  • 2 Klager wordt altijd gewezen op de mogelijkheid van een formele behandeling van zijn klacht, wanneer de informele behandeling niet naar zijn tevredenheid is afgehandeld.

  • 3 De behandeling wordt altijd afgerond met via een afdoeningsbrief, waarin zijn vastgelegd:a. de inhoud van de klacht; b. de wijze van behandeling en afdoening;

  • 4 De afdoeningsbrief wordt gezonden aan zowel de klager als degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 13 Onderzoek en advies klachtencommissie

  • 1 De klachtencommissie onderzoekt klaagschriften en beoordeelt of het bestuursorgaan zich in een bepaalde kwestie behoorlijk heeft gedragen.

  • 2 Het bestuursorgaan, onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen (ook na het beëindigen van de werkzaamheden) en de klager verstrekken de klachtencommissie alle inlichtingen die voor het klaagschrift nodig zijn, tenzij zwaarwegende belangen zich daar-tegen verstrekken.

  • 3 De klachtencommissie kan gedurende een onderzoek de klager en het bestuursorgaan of de personen werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid voorstellen doen teneinde onder-ling tot een oplossing van de klacht te komen. Zodra het bestuursorgaan naar tevreden-heid van de klager aan diens klaagschrift tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot verdere toepassing van de bepalingen van deze verordening. Dit wordt schriftelijk beves-tigd aan de klager en aan degene op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft.

  • 4 De klachtencommissie stelt de klager en degene op wiens gedraging het klaagschrift be-trekking heeft, en eventueel andere onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan werkzame personen en getuigen, in de gelegenheid al dan niet in tegenwoordigheid van elkaar te worden gehoord.

  • 5 Ter afsluiting van het onderzoek stelt de klachtencommissie zendt een rapport van be-vindingen, vergezeld van een advies en eventuele aanbevelingen, toe aan het bestuurs-orgaan, de klager en degene op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft. Het rapport bevat het verslag van het horen.

Artikel 14 Klachten over de klachtencommissie

Wanneer een klacht betrekking heeft op een gedraging van de klachtencommissie of van een van de leden van die commissie, dan treedt de commissie voor de advisering over be-zwaar- en beroepschriften van de gemeente Boxmeer op als klachtencommissie. In dat ge-val zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing op die com-missie.

Artikel 15 Beslissing op klaagschrift

  • 1 Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging het klaagschrift be-trekking heeft, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de beslissing op het klaagschrift alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 2 Indien de beslissing van het bestuursorgaan afwijkt van het advies van de klachtencom-missie, wordt in de beslissing de reden voor die afwijking vermeld.

  • 3 Het bestuursorgaan maakt bij de kennisgeving van de beslissing op het klaagschrift mel-ding van de mogelijkheid voor de klager om die beslissing voor te leggen aan de Nationa-le ombudsman.

  • 4 Indien het klaagschrift betrekking heeft op een gedraging van de burgemeester, wordt de beslissing op het klaagschrift genomen door de loco-burgemeester.

Artikel 16 Jaarverslag

Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks een verslag uit over het aantal in het voor-gaande jaar ingediende klachten, de aard van de klachten, de wijze van afdoening van de klachten (inbegrepen de adviezen van de klachtencommissie) en de maatregelen die even-tueel naar aanleiding van de klachten zijn getroffen.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening worden aangehaald als: "Klachtenverordening gemeente Boxmeer 2008".

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 3 juli 2008.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Boxmeer op 26 juni 2008