Verordening subsidiëring van woonconsumenten (organisaties)

Geldend van 01-04-1988 t/m heden

Intitulé

Verordening subsidiëring van woonconsumenten (organisaties)

De raad van de gemeente Brielle;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gehoord de commissie(s);

gelet op artikel 168 gemeentewet;

besluit:

vast te stellen:

de "Verordening subsidiëring van woonconsumenten (organisaties)".

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonconsumenten: bewoners, waartoe in ieder geval behoren: huurders en eigenaars-bewoners, en woningzoekenden, waartoe in ieder geval behoren: kandidaat-huurders en kandidaat-kopers;

  • b.

    woonconsumentenorganisatie: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die blijkens de statuten, de structuur en de werkwijze, zonder winstoogmerk, werkzaam is op het terrein van de volkshuisvesting ten behoeve van woonconsumenten;

  • c.

    activiteiten: werkzaamheden die verricht worden door woonconsumenten, door woonconsumentenorganisaties of door derden, die gericht zijn op het versterken van de positie van woonconsumenten in de volkshuisvesting of die gericht zijn op de realisering van een concreet project ten behoeve van woonconsumenten;

  • d.

    apparaatskosten: kosten voor secretariële werkzaamheden, de benodigde apparatuur en materialen, die een woonconsumentenorganisatie maakt ten behoeve van activiteiten;

  • e.

    subsidie: de met toepassing van deze verordening verleende geldelijke of op geld waardeerbare bijdrage van de gemeente aan woonconsumenten of aan een woonconsumentenorganisatie.

Artikel 2

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin een bedrag wordt vastgesteld voor de subsidiëring van woon¬consumenten (organisaties) .

Artikel 3

De gemeenteraad stelt vast welk percentage van het in het vorige lid genoemde bedrag bestemd is voor subsidiëring van activiteiten en welk percentage bestemd is voor de subsidiëring van apparaatskosten van woonconsumentenorganisaties.

Hoofdstuk 2 Bepalingen met betrekking tot het toekennen van subsidie.

Artikel 4

  • 1 Een woonconsumentenorganisatie of een groep woonconsumenten kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een woonconsumentenorganisatie of aan een groep woonconsumenten.

Artikel 5

  • 1 Ben woonconsumentenorganisatie kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een woonconsumentenorganisatie.

Artikel 6

  • 1 Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op een aanvraag rekening met steun die op grond van een andere regeling aan de aanvrager is of kan worden toegekend.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van subsidie voorschriften verbinden.

  • 3 Indien het bedrag, dat als subsidie voor een activiteit is toegekend, door de aanvrager nadat de activiteit verwezenlijkt is, van derden kan worden ontvangen, dan is de aanvrager verplicht om dit bedrag op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente geheel of gedeeltelijk terug te storten. Dit teruggestorte bedrag wordt toegevoegd aan het op grond van artikel 2, door de gemeenteraad vastgestelde bedrag voor de subsidiëring van woonconsumenten en woonconsumentenorganisaties.

  • 4 Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover het hiervoor door de gemeenteraad vastgestelde bedrag toereikend is.

Hoofdstuk 3 Bepalingen met betrekking tot aanvragen.

Hoofdstuk 4 Bepalingen met betrekking tot de afhandeling van aanvragen.

Artikel 8

Een begrotingsjaar is ingedeeld in 2 tijdvakken. De tijdvakken zijn:

- van 1 januari tot 1 juli;

- van 1 juli tot 1 januari.

Artikel 9

Het door de gemeenteraad op grond van de artikelen 2 en 3 vastgestelde bedrag ten behoeve van de subsidiëring van activiteiten wordt verdeeld over de tijdvakken.

Artikel 10

Burgemeester en wethouders beslissen binnen één maand na afloop van elke tijdvak over alle aanvragen voor de subsidiëring van activiteiten die gedurende het desbetreffende tijdvak zijn ingediend.

Artikel 11

Als tijdstip van ontvangst van een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten of voor apparaatskosten geldt het moment waarop de aanvraag aan de in deze, dan wel bij of krachtens deze, verordening gegeven voorschriften voldoet.

Artikel 12

Burgemeester en wethouders beslissen binnen drie maanden na indieiiingstijdstip, bedoeld in artikel 7, lid 7, over alle aanvragen voor de subsidiëring van apparaatskosten.

Artikel 13

  • 1 De. beslissing over een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten of voor apparaatskosten wordt schriftelijk door burgemeester en wethouders aan de aanvrager meegedeeld.

  • 2 Burgemeester en wethouders geven in deze beslissing aan:- het toegekende subsidiebedrag;- welke voorschriften aan de subsidie zijn verbonden.

Hoofdstuk 5 Bepalingen met betrekking tot de uitbetaling.

Artikel 14

Het bedrag dat burgemeester en wethouders hebben vastgesteld als subsidie voor een activiteit wordt terstond voor 70 % betaalbaar gesteld.Het resterende bedrag wordt betaalbaar gesteld nadat de aanvrager ten behoeve van burgemeester en wethouders aan de hand van declaraties heeft aangetoond dat de in artikel 5 eerste lid bedoelde, in de begroting opgenomen kosten daadwerkelijk zijn gemaakt ten behoeve van de activiteit waarvoor burgemeester en wethouders de subsidie hebben toegekend.

Artikel 15

Het bedrag dat burgemeester en wethouders hebben toegekend als subsidie voor apparaatskosten wordt terstond betaalbaar gesteld.

Hoofdstuk 6 Bepalingen met betrekking tot niet bestede subsidie.

Artikel 16

Indien burgemeester en wethouders niet het gehele bedrag dat b^st^md is voor de subsidiering van activiteiten gedurende een bepaald tijdvak besteed hebben, dan wordt het resterende bedrag door burgemeester en wethouders verdeeld over de resterende tijdvakken van het betreffende begrotingsjaar.

Artikel 17

Indien burgemeester en wethouders het door de gemeenteraad op grond van artikel 2, vastgestelde bedrag aan het eind van een begrotingsjaar niet geheel besteed hebben, dan wordt höt resterende bedrag toegevoegd aan het door de gemeenteraad vast te stellen bedrag op grond van artikel 2 voor het daaropvolgende begrotingsjaar.

Hoofdstuk 7 Het toezicht op de werkzaamheden en het financieel beheer van woonconsumentenorganisaties.

Artikel 18

  • 1 Een woonconsumentenorganisatie die subsidie krijgt op grond van deze verordening als tegemoetkoming in de apparaatskosten is verplicht ten behoeve van burgemeester en wethouders:- inzage te geven in haar boekhouding en administratie;- alle inlichtingen te verstrekken, desgewenst schriftelijk, welke van haar in het belang van een goede controle op het financiële beheer en administratie worden gevraagd;- alle inlichtingen te verstrekken, welke worden gevraagd in het belang van de beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de subsidie.

  • 2 De woonconsumentenorganisatie draagt er zorg voor dat dé financiële administratie zodanig is ingericht, dat er op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in haar boekhouding.

  • 3 De woonconsumentenorganisatie volgt de aanwijzigingen op, wdke haar in het belang van een goede administratie en de financiële controle door of vanwege burgemeester en wethouders woraen gegeven.

Hoofdstuk 8 Stopzetten c.q. terugvorderen van de subsidie.

Artikel 19

Burgemeester en wethouders kunnen een verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de aanvrager van verdere subsidietoekenning uitsluiten indien:

  • a.

    de, aan het toekunnen van de subsidie verbonden voorschriften niet worden of zijn nageleefd dan wel kennelijk wordt of is gehandeld in strijd met de bedoeling daarvan;

  • b.

    opzettelijk onjuiste gegevens worden of zijn verstrekt of juiste gegevens worden of zijn achtergehouden.

Hoofdstuk 9

Artikel 20

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, indien naar hun oordeel strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een onaanvaardbare beslissing, afwijken van de bepalingen van deze verordening. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de commissie financiën ca. is gehoord.

Artikel 21

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidiering van woonconsumenten(organisaties) . "

Zij treedt in werking met ingang van 1 april 1988.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Brielle van 15 maart 1988.