Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018

Geldend van 23-06-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018

Invoering beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking de dag na publicatie.

  • 2.

    Met het in werking treden van deze beleidsregels worden de beleidsregels leerlingenvervoer 2014 ingetrokken.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018

  • 4.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst van 8 mei 2018.

  • 5.

    Beleidsregels behorende bij de Verordening leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018.

Uitgangspunt:

Algemene lijn in de beleidsregels is dat de regelgeving strikt wordt toegepast en dat de eigen verantwoordelijkheid van ouders/leerlingen en zelfredzaamheid van de leerlingen wordt benadrukt.

Beleidsregels leerlingenvervoer 2018

Beleidsregel 1: Berekening afstand

De verordening leerlingenvervoer stelt slechts dat er gerekend wordt volgens de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg. Voor berekening van de afstand hanteren wij de ANWB-routeplanner. Voor de berekening wordt voor de afstand van huis naar school de kortste route per fiets aangehouden.

Beleidsregel 2: Vaststellen reistijd

Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis van OV9292, via 0900-9292 of www.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer wordt de vervoerder geraadpleegd.

Beleidsregel 3: Vaststellen kosten openbaar vervoer

Het vaststellen van de kosten van het openbaar vervoer vindt plaats op basis van OV9292, via 0900-9292 of www.9292ov.nl.

Beleidsregel 4: Inkomenstoetsing

Bij de beoordeling om vast te stellen of een eigen bijdrage verschuldigd is, wordt het tweede kalenderjaar, voorafgaande aan het schooljaar, waarvoor de ouders aanvragen, gehanteerd. Hiervoor moeten inkomensverklaringen ingeleverd worden. Deze kunnen zelf worden gedownload in ‘Mijn Belastingdienst’.

Bij een structurele inkomensdaling van minimaal 15% kan het peiljaar verlegd worden en van een ander jaar worden uitgegaan. Als gedurende het schooljaar sprake is van een inkomensdaling kan geen peiljaarverlegging meer worden toegepast. Peiljaarverlegging moet schriftelijk worden aangevraagd. Alle overige inkomensdalingen (scheiding, schuldsanering, etc.) moeten schriftelijk aangevraagd worden. Bij de beoordeling zal bezien worden of gebruik gemaakt kan worden van de hardheidsclausule.

Beleidsregel 5: Begeleiding in het leerlingenvervoer

Veel leerlingen kunnen ondanks hun lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap prima onder begeleiding van een volwassene fietsen of gebruik maken van het openbaar vervoer.

Begeleiding is primair een taak van de ouders/verzorgers. Blijken zij niet in staat te zijn te begeleiden dan dienen zij zelf voor een oplossing te zorgen (bijvoorbeeld oppas, buren, familie).

Beleidsregel 6: Aangepast vervoer

In aanvulling op de Verordening leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018 is aangepast vervoer ook mogelijk als:

  • 1.

    het een eenoudergezin betreft, waarbij de ouder werkt om in levensonderhoud te voorzien of daarvoor een dagopleiding volgt en de werk- of lestijden het onmogelijk maken het kind te begeleiden;

  • 2.

    er een medische redenen zijn die beide ouders belemmeren het kind te begeleiden. Ouders moeten ter onderbouwing een medische verklaring meesturen;

  • 3.

    bij wijze van uitzondering kunnen lid 1 en 2 eveneens van toepassing zijn daar waar het gaat om een afstand van minder dan 6 kilometer

  • 4.

    de tijdsduur van begeleiding van een leerling meer dan 3 uur per dag bedraagt.

Beleidsregel 7: Medische noodzaak van aangepast vervoer

Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer op grond van een handicap, kunnen ter onderbouwing medische verklaring worden opgevraagd. Onder verklaring verstaan wij:

- een verklaring van een arts, specialist of andere deskundige over de aard van de handicap van de leerling.

Bij twijfel kan het college een (onafhankelijke) deskundige inzetten om te beoordelen wat de vervoersmogelijkheden van de leerling zijn.

Beleidsregel 8: Wisselende schooltijden

Het kan voorkomen dat de leerlingen te maken krijgen met wisselende schooltijden. Bijvoorbeeld in de opstartfase, om aan de nieuwe school te wennen, maar ook in het voorgezet onderwijs vanwege wisselende lesroosters.

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018 bepaalt in de algemene bepalingen dat aangepast vervoer slechts wordt georganiseerd op schooltijden die genoemd zijn in de schoolgids, tenzij de structurele handicap van de leerlingen deze tijden onmogelijk maakt. Dat betekent dat aangepast vervoer op wisselende tijden en afwijkende tijden niet wordt verzorgd.

De gemeente wil het aangepast vervoer afstemmen op het begin en einde van de schooldag, zoals genoemd in de schoolgids. Hiermee sluit de uitvoering aan op de regelgeving. Uitzonderingen worden gemaakt voor leerlingen die dit vanwege hun structurele handicap niet kunnen volbrengen.

Een gehandicapte leerling die aangepast vervoer naar een reguliere school voor voortgezet onderwijs krijgt, en die eerder klaar is dan in het schoolrooster is aangegeven, mag maximaal 2 lesuren inclusief de aansluitende pauze wachten als de taxi later op die dag nog een leerling moet ophalen.

Beleidsregel 9: Vervoer bij tijdelijk verblijf in een andere gemeente

Het komt voor dat leerlingen uit andere gemeenten in het kader van jeugdzorg tijdelijk worden opgevangen bij pleegouders in onze gemeente. Het omgekeerde komt ook voor, namelijk dat leerlingen uit onze gemeente tijdelijk ergens anders verblijven. De gemeente Bronckhorst wil leerlingen die in een crisissituatie in onze gemeente verblijven tegemoet komen en hen de mogelijkheid bieden hun oude school te bezoeken. Aanvragen om vervoer bij crisissituaties behandelen we met voorrang en laten we zo snel mogelijk ingaan. Gemeenten uit de regio werken met een overgangsperiode van 6 weken waarin de oorspronkelijke gemeente van herkomst de kosten voor vervoer voor haar rekening neemt.

Deze uitzondering geldt niet, indien het voorbeeld een leerling betreft die vanwege een vakantie van ouders ergens anders verblijft.

In alle andere situaties dat een leerling ergens anders verblijft, geldt dat het leerlingenvervoer moet worden aangevraagd bij de gemeente waar de leerling feitelijk verblijft.

Beleidsregel 10: Co-ouderschap

Aanvragen worden alleen gehonoreerd als er sprake is van regelmaat en structuur in het verblijf op beide adressen.

Beleidsregel 11: Vervoer naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres

Leerlingenvervoer is uitsluitend bedoeld voor vervoer naar en van school. In bepaalde gevallen staat het college vervoer toe naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres.

Vervoer van school naar een opvangadres na schooltijd is mogelijk als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    de leerling maakt gebruik van aangepast vervoer;

  • 2.

    er is één opvangadres naast het huisadres toegestaan;

  • 3.

    er dient sprake te zijn van een vast patroon, dat wil zeggen één vast adres alsook op vaste dagen per week. Een volwassene dient ter plekke aanwezig te zijn om de leerling op te vangen;

  • 4.

    de chauffeur moet de leerling aan de volwassene kunnen overdragen bij de taxibus. Het vervoer vindt plaats in aansluiting op de reguliere eindtijd van de school volgens de schoolgids. Vervoer vanaf het opvangadres naar het woonadres behoort in geen enkel geval tot de mogelijkheden;

  • 5.

    indien het vervoer naar het opvangadres leidt tot individueel vervoer of om andere redenen leidt tot hogere kosten dan het vervoer naar het woonadres, behoudt het college zich het recht voor het vervoer niet toe te staan.

Beleidsregel 12: Kilometergrens

Er geldt een kilometer grens van 6 km.

Een leerling die naar de dichtstbijzijnde toegankelijke basisschool gaat, waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare basisschool gaat, krijgt voor de bekostiging van leerlingenvervoer maximaal de vergoeding voor openbaar vervoer. Daarnaast wordt er een eigen bijdrage (drempelbedrag) of als dat van toepassing is een naar eigen bijdrage naar financiële draagkracht opgelegd.

Van deze niet gehandicapte kinderen mag vanaf de leeftijd van 9 jaar verwacht worden dat ze zelfstandig kunnen fietsen.

Beleidsregel 13: Afwijken van bepalingen en gevallen waarin de regeling niet voorziet (hardheidsclausule)

Burgemeester en wethouders kunnen van deze beleidsregels in individuele gevallen afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of- ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Nader uitleg van enkele begrippen

1. Welke soorten vergoedingen zijn er?

1a, Fietsvergoeding

Als uit de aanvraag en de regeling blijkt dat een fietsvergoeding van toepassing is, dan wordt maandelijks een vergoeding voor de kosten van het gebruikt van een eigen fiets a € 0.09 per kilometer vergoed. Ook de kosten voor een begeleider kunnen eventueel worden vergoed.

1b. Openbaar vervoer vergoeding

  • 1.

    Bekostiging openbaar vervoer voor de wintermaanden (herfstvakantie – carnaval) in combinatie met een fietsvergoeding voor de resterende maanden.

  • 2.

    Om het gebruik van openbaar vervoer zoveel mogelijk door middel van een financiële prikkel te stimuleren, worden de kosten van openbaar vervoer volledig betaald, eventueel ook voor een begeleider.

1c. Aangepast vervoer

Bij aangepast vervoer maken we onderscheid tussen:

  • 1.

    aangepast vervoer dat door de ouders zelf wordt geregeld (eigen vervoer) en

  • 2.

    aangepast vervoer dat door de gemeente wordt verzorgd (vervoer per taxibus)

2. Gehandicapte leerling

Een leerling die door zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap, niet in staat is - ook niet onder begeleiding – om van het openbaar vervoer gebruik te maken. Onder structureel verstaan we een blijvende handicap die langer duurt dan drie maanden.

3. Reistijd

Aangepast vervoer: Er zijn in het contract met de vervoerder(s) afspraken gemaakt over de tijd die een leerling maximaal onderweg mag zijn.