Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  afdeling: de afdeling Sociale Zaken van IJSSELgemeenten;

• b.

  IJSSELgemeenten; de gemeenschappelijke regeling IJSSELgemeenten;

• c.

  belangenorganisaties: organisaties van cliënten en Wsw-gerechtigden, alsmede organisaties die mede de belangen van cliënten en Wsw-gerechtigden behartigen, werknemersorganisaties en kerkelijke instellingen daaronder begrepen;

• d.

  cliënt: de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid van de Participatiewet, de persoon die een uitkering ontvangt op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) alsmede Wsw-gerechtigden;

• e.

  cliëntenraad: een uit vertegenwoordigers van cliënten, belangenorganisaties en Wsw-gerechtigden bestaand adviesorgaan met taken en bevoegdheden, zoals in deze verordening omschreven;

• f.

  college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

• g.

  gemeenteraad: de raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

• h.

  WSW gerechtigde: persoon die voor de Wsw geïndiceerd is of zijn wettelijke vertegenwoordiger

Artikel 3 Wijze van benoeming, zittingsduur, schorsing en beëindiging van het

Lidmaatschap

• 1.

  De leden van de cliëntenraad worden op voordracht van de cliëntenraad benoemd door het college. De cliëntenraad benoemt hiervoor een benoemingscommissie bestaande uit drie van zijn leden. Deze commissie doet aan het college een bindende voordracht. Het werk van de benoemingscommissie is vertrouwelijk.

• 2.

  De voorgedragen cliënten mogen gedurende een periode van drie jaren voorafgaand aan de benoeming geen boete of verlaging van de uitkering hebben gekregen wegens schending van de informatieplicht en/of de arbeidsplicht, noch mogen zij onderwerp zijn van een lopend fraudeonderzoek.

• 3.

  De zittingsduur voor leden van de cliëntenraad bedraagt drie jaar. De leden kunnen eenmaal worden herbenoemd. Na een afwezigheid van drie jaren kan een lid dat tweemaal drie jaren zitting heeft gehad in de cliëntenraad, opnieuw worden benoemd.

• 4.

  Een lid van de cliëntenraad kan op grond van disfunctioneren en/of het schaden van de werkzaamheden van de cliëntenraad bij het college voorgedragen worden voor schorsing. Een dergelijk besluit dient door de cliëntenraad met 2/3 van de aanwezige stemmen te worden genomen en wordt binnen 48 uur schriftelijk en gemotiveerd aan het lid meegedeeld.

• 5.

  Het lidmaatschap van de cliëntenraad eindigt door:

  • a.

    het terugtrekken van een vertegenwoordiger door zijn belangenorganisatie dan wel het beëindigen van het lidmaatschap van de belangenorganisatie;

  • b.

    een wijziging in de situatie van een cliënt gedurende de zittingsperiode, zodanig dat deze niet langer voldoet aan het begrip cliënt.

Artikel 4 Taken van het college

Het college vraagt over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk secretaris advies aan de cliëntenraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

Artikel 7 Taken en bevoegdheden van de secretaris

• 1.

  De leden van de cliëntenraad kiezen uit hun midden een secretaris.

• 2.

  De secretaris:

  • a.

    Overlegt met de ambtelijk secretaris over de organisatie van vergaderingen en

    andere bijeenkomsten.

  • b.

    Stelt het jaarverslag op van de cliëntenraad.

c. Ondersteunt de voorzitter bij overleg met ambtenaren, andere raden, werkgroepen

etcetera.

Artikel 8 Taken van de ambtelijk secretaris

1.Het college stelt een ambtenaar van de gemeente aan als ambtelijk secretaris om

te waarborgen dat de cliëntenraad in staat is zijn taken naar behoren te vervullen.

• 2.

  De ambtelijk secretaris:

  • a.

    stelt voor aanvang van het kalenderjaar in overleg met de voorzitter van de cliëntenraad een vergaderkalender samen;

  • b.

    stelt in overleg met de voorzitter van de cliëntenraad voorafgaand aan iedere vergadering de agenda samen;

  • c.

    verzendt de uitnodigingen en, indien van toepassing, conceptbeleid en adviesverzoeken, met inachtneming van artikel 3, tweede lid, uiterlijk 7 dagen voordat de vergadering plaatsvindt aan de leden;

  • d.

    ziet erop toe dat adviesvragen en conceptbeleid de leden op een zodanig tijdstip bereiken dat zij hun rol effectief kunnen vervullen. Indien nodig last hij een tussentijds extra overleg in, en;

  • e.

    maakt een verslag van de vergaderingen en zendt deze gelijktijdig met de uitnodiging van de volgende vergadering aan de leden.

Artikel 10 Presentiegeld

1.Voor het bijwonen van de vergadering van de cliëntenraad wordt, per vergadering, aan

cliënten die lid zijn van de cliëntenraad een presentiegeld toegekend.

• 2.

  De hoogte van het presentiegeld wordt door het college vastgesteld.

• 3.

  Het presentiegeld wordt uitbetaald door of onder verantwoordelijkheid van het hoofd van de afdeling.

• 4.

  Het presentiegeld wordt niet in mindering gebracht op de uitkering van de cliënt.

Artikel 11 Jaarverslag

Jaarlijks vóór 1 april brengt de cliëntenraad aan het college verslag uit van zijn activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbare budget.

Artikel 14 Citeertitel

1.Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken 2015.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 februari 2015-03-12