Werktijdenregeling 2016

Geldend van 01-05-2016 t/m heden

Intitulé

Werktijdenregeling 2016

Werktijdenregeling 2016

Werktijdenregeling 2016

Inhoudsopgave

  • Paragraaf 1 algemene bepalingen

    • Artikel 1 Begripsbepaling

    • Artikel 2 Toepassing

    • Artikel 3 Arbeidsduur

    • Artikel 4 Werktijden

    • Artikel 5 Aanwezigheid

    • Artikel 6 Tijd- en verlofregistratie

    • Artikel 7 Doktersbezoek

    • Artikel 8 Plusuren/Minuren

  • Paragraaf 2 De standaardregeling

    • Artikel 9 Dagvenster

    • Artikel 10 Bezetting en werkafspraken

    • Artikel 11 Thuiswerken

    • Artikel 12 Buitendagvenstervergoeding

    • Artikel 13 Beschikbaarheidsdiensten

  • Paragraaf 3 De bijzondere regeling

    • Artikel 14 Bijzondere regeling

    • Artikel 15 Arbeidsduur

    • Artikel 16 Overwerk

  • Paragraaf 4 Slotbepalingen

    • Artikel 17 Onvoorziene gevallen

    • Artikel 18 Citeertitel en inwerkingtreding

  • Bijlage A

Paragraaf 1 algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Bedrijfstijd De tijd per week gedurende welke de Gemeenschappelijke Regeling “De Kompanjie” diensten kan aanbieden aan burgers en bedrijven.

  • b

    Bloktijd De tijden waarop de medewerker, behoudens bijzondere omstandigheden, verplicht is aanwezig te zijn. De bloktijd ligt van maandag tot en met vrijdag van 9.00 – 12.00 uur.

  • c

    Dagvenster De tijden waarbinnen de ambtenaar zijn werkzaamheden verricht.

  • d

    Feitelijke arbeidsduur De arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld.

  • e

    Formele arbeidsduur de arbeidsduur volgens de aanstelling.

  • f

    Medewerker De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub a van de CAR-UWO, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins werkzaam zijn van bij de werkgever.

  • g

    Pauze Een periode van een onafgebroken aantal minuten waarop geen arbeid wordt verricht.

  • h

    Werkgever Het Dagelijks Bestuur van De Kompanjie, het College van de gemeente Pekela en Veendam en de werkgeverscommissies van de gemeente Pekela en Veendam

  • i

    Werktijd De periode tussen vastgestelde tijdstippen gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht.

  • j

    Plusuren De tijd die langer is gewerkt dan de formele arbeidsduur.

  • k

    Minuren De tijd die korter is gewerkt dan de formele arbeidsduur.

  • l

    Spaartegoed Het saldo van de meer dan wel minder gewerkte uren ten opzichte van de formele arbeidsduur.

Artikel 2 Toepassing

Lid 1

De werktijdenregeling is van toepassing op alle medewerkers. De regeling bestaat uit een standaard- en een bijzondere regeling.

Lid 2

De standaardregeling geldt voor de medewerkers die zelf regelruimte hebben voor het bepalen van hun werktijden en waarvoor de medewerker zelf verantwoording draagt in het kader van de van toepassing zijnde flexibiliteit en zeggenschap.

Lid 3

De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. De werkgever bepaalt welke functiegroep(en) onder de bijzondere regeling vallen. Deze functiegroep(en) en functies zijn opgenomen in Bijlage A van deze regeling.

Artikel 3 Arbeidsduur

Lid 1

De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband gemiddeld 36 uur per week en 1814,4 uur per jaar.

Lid 2

Bij een deeltijd dienstverband is de formele arbeidsduur per week het aantal uren dat in de aanstelling is vermeld. De formele arbeidsduur per jaar wordt naar rato berekend.

Lid 3

De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen uit hoofdstuk 4 van de CAR-UWO.

Lid 4

In geval van ziekte gedurende een hele week wordt de (formele) arbeidsduur conform het aanstellingsbesluit verantwoord.

Artikel 4 Werktijden

Lid 1

De werktijd bedraagt per dag maximaal 11 uren. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 50 uren per week.

Lid 2

De medewerker die tussen de 5,5 uur en 10 uur per dag werkt, heeft ten minste recht op 30 minuten pauze. De pauzetijd kan ineens of in 2 delen worden opgenomen.

Lid 3

De medewerker die meer dan 10 uur per dag werkt, heeft ten minste recht op 45 minuten pauze. De pauzetijd moet minimaal in 2 delen worden opgenomen.

Lid 4

Het 4x9 uur werken is mogelijk, mits de leidinggevende hiermee instemt en de openstelling van de organisatie en de adequate bezetting gewaarborgd zijn. Daarnaast worden medewerkers geacht aanwezig te zijn bij teamoverleggen.

Artikel 5 Aanwezigheid

Lid 1

Wanneer er geen afwijkende regeling betreffende de bedrijfstijd is vastgesteld, geldt voor alle dienstonderdelen de volgende bedrijfstijd: maandag tot en met vrijdag van 7.30 uur tot 18.00 uur, alsmede voor het Klant Contact Center een vastgestelde avondopenstelling van 18.00 uur tot 20.00 uur.

Lid 2

De bloktijd is van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 - 12.00 uur. De werktijden van elke medewerker vallen in elk geval samen met deze bloktijd.

Artikel 6 Tijd- en verlofregistratie

Lid 1

De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk registreren van de gewerkte uren en het genoten verlof.

Lid 2

De leidinggevende is belast met het toezicht op de deugdelijke naleving van de registratie.

Lid 3

De medewerker registreert wekelijks in het digitale tijdsregistratiesysteem zijn of haar gewerkte uren en geeft deze wekelijks door aan de leidinggevende. Hierdoor vindt een vergelijking plaats met de in dit systeem ingebrachte formele arbeidsduur. De leidinggevende ziet toe op de inhoud van de weekstaat en fiatteert deze tijdig dan wel voert overleg over de plus/minuren.

Lid 4

Bij afwezigheid wegens verlof en ziekte dient de formele arbeidstijd geregistreerd te worden in het tijdregistratiesysteem. In het geval van volledige ziekte, zorgt de leidinggevende voor de registratie van de uren.

Lid 5

Bij afwezigheid van een of meerdere werkdagen in verband met een dienstreis geldt als uitgangspunt dat de werkelijke arbeidstijd wordt geregistreerd, met een maximum van 9 uur per dag, indien dit plaatsvindt in samenspraak en met voorafgaande toestemming van de leidinggevende. Indien de afwezigheid plaatsvindt op een vrije dag van een parttime medewerker vindt hiervoor compensatie plaats op basis van hetzelfde uitgangspunt. M.b.t. de afwezigheid van een of meerdere werkdagen i.v.m. opleiding, training, bijwonen van studiedagen, congressen, symposia, etc. zijn de bepalingen van de studiefaciliteiten regeling van toepassing.

Artikel 7 Doktersbezoek

Lid 1

Ziekenhuisbezoek, tandartsbezoek, doktersbezoek, e.d. dienen zoveel mogelijk buiten werktijd plaats te vinden, d.w.z. in de eigen tijd van de medewerker.

Lid 2

Wanneer het niet mogelijk is om een bezoek als bedoeld in het eerste lid buiten de werktijden plaats te laten vinden, treden leidinggevende en medewerker in overleg om tot een passende oplossing te komen. In dit geval kan de formele arbeidsduur van die dag niet worden overschreden.

Artikel 8 Plusuren/Minuren

Lid 1

Het aantal gewerkte uren wordt door de medewerker wekelijks geregistreerd in de digitale tijdsregistratie en daardoor vergeleken met de in dit systeem ingebrachte formele arbeidsduur.

Lid 2

Het verschil tussen de feitelijke en formele arbeidsduur bepaalt het spaartegoed.

Lid 3

Leidinggevende en medewerker bepalen in onderling overleg en met inachtneming van ter zake doende wet- en regelgeving, alsmede met inachtneming van de bedrijfseconomische belangen hoe en wanneer het spaartegoed wordt verrekend door middel van vrije tijd.

Lid 4

De leidinggevende is belast met het toezicht en de bewaking van de gewerkte uren.

Lid 5

Aan het einde van het jaar mag het spaartegoed niet meer bedragen dan 36 uren bij een volledig dienstverband en naar rato voor een deeltijd dienstverband. Dit tegoed wordt meegenomen naar het volgende jaar.

Lid 6

Het spaartekort mag niet meer bedragen dan 14,4 uren. Het meerdere wordt ten laste gebracht van de nog resterende verlofrechten voor het lopende jaar dan wel, bij het ontbreken daarvan, ten laste van de verlofrechten voor het daaropvolgende jaar.

Paragraaf 2 De standaardregeling

Artikel 9 Dagvenster

Medewerkers kunnen werkzaamheden verrichten binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 uur en 22.00 uur.

Artikel 10 Bezetting en werkafspraken

Lid 1

De leidinggevende is verantwoordelijk voor de bezetting van de afdeling.

Lid 2

Eenmaal per jaar worden basisafspraken gemaakt tussen de leidinggevende en de medewerker over de werktijden, verlof en werkplanning binnen het dagvenster. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.

Lid 3

Dit onderwerp wordt besproken tijdens de jaargesprekken zoals opgenomen in de gesprekscyclus.

Lid 4

Uitgangspunt bij het maken van de basisafspraken over werktijden is een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, een goede procesgang van de werkzaamheden op de afdeling, bereikbaarheid voor interne en externe klanten en een optimale samenwerking op en tussen de afdelingen.

Lid 5

De volgende onderwerpen dienen in ieder geval te worden besproken:

  • -

    Het aantal uren per werkdag dat de medewerker normaal gesproken werkt.

  • -

    De dagdelen dat een medewerker normaal gesproken per week werkt.

  • -

    De verdeling van de uren over het jaar in relatie tot de werkzaamheden.

Lid 6

Bijstelling van de afspraken kan in overleg plaatsvinden. In ieder geval worden tweemaal per jaar de basisafspraken over werktijden, verlof en werkplanning geëvalueerd. Overleg hierover is een vast onderdeel van de gesprekkencyclus.

Lid 7

Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en de medewerker maken samen afspraken om op korte termijn te compenseren. De uren worden geregistreerd in het digitale urenregistratiesysteem als spaaruren.

Lid 8

Indien er sprake is van dergelijke persoonlijke omstandigheden dat een medewerker niet in staat is om de uren te compenseren, kunnen hierover individuele afspraken worden gemaakt, mits deze binnen het kader van het gestelde in lid 4 hierboven vallen.

Artikel 11 Thuiswerken

De medewerker kan de leidinggevende verzoeken om thuis te werken. Een dergelijk verzoek zal worden bekeken in het licht van de werkzaamheden en de bedrijfsvoering op de afdeling. Er worden individuele afspraken gemaakt met de medewerker.

Artikel 12 Buitendagvenstervergoeding

Lid 1

Indien de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:12 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

Lid 2

De medewerker die een functie bekleedt waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is heeft conform artikel 3:12 CAR-UWO geen recht op een buitendagvenstervergoeding.

Artikel 13 Beschikbaarheidsdiensten

Lid 1

De medewerker die aangewezen is voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten kan recht hebben op een standaardvergoeding zoals opgenomen in artikel 3:13 CAR-UWO.

Lid 2

Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht binnen het dagvenster, heeft de medewerker recht op compensatie in tijd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

Lid 3

Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht buiten het dagvenster, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:12 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

Paragraaf 3 De bijzondere regeling

Artikel 14 Bijzondere regeling

Lid 1

De bijzondere regeling is van toepassing op de in bijlage A opgenomen functiegroep(en) en functies.

Lid 2

De leidinggevende stelt voor deze groep eenzijdig de individuele werktijden vast conform artikel 4:4 CAR-UWO.

Lid 3

De werkgever kan de in de bijlage A genoemde functies/functiegroep(en) wijzigen.

Lid 4

Medewerkers in de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR-UWO aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3:18 CAR-UWO), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:11) en beschikbaarheidsvergoeding (artikel 3:13 CAR-UWO).

Artikel 15 Arbeidsduur

Lid 1

Voor de medewerkers van de buitendienst geldt dat de feitelijke arbeidsduur plaatsvindt op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, gedurende 10 dagdelen, 40 uur per week.

Lid 2

Voor de teams van de buitendienst geldt als feitelijke arbeidsduur, de werktijd van:

  • -

    07.30 tot 12.00 uur.

  • -

    12.45 tot 16.15 uur.

Lid 3

De lunchpauze vindt voor de medewerkers van de buitendienst plaats tussen 12.00 en 12.45 uur. De lunchpauze maakt geen onderdeel uit van de formele werktijd.

Lid 4

In geval van ziekte gedurende een hele week wordt de (formele) arbeidsduur conform het aanstellingsbesluit verantwoord, in het geval van een volledig dienstverband is dit 36 uur.

Artikel 16 Overwerk

Lid 1

Van overwerk is slechts sprake indien:

  • 1

    hiertoe van te voren door de leidinggevende opdracht is gegeven;

  • 2

    het overwerk een incidenteel karakter heeft;

  • 3

    het overwerk buiten de feitelijke arbeidsduur valt.

Lid 2

Uren die de medewerker, zonder daartoe een opdracht van de leidinggevende te hebben gekregen, meer werkt dan zijn vastgestelde formele arbeidsduur, worden niet aangemerkt als overwerk, maar als plusuren.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 17 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 18 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Werktijdenregeling 2016” en treedt in werking met ingang van 1 mei 2016. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de regeling ‘Regeling flexibele werktijden ”De Kompanjie” 2011’ en “Werktijdenregeling Buitendienst ‘de Kompanjie’ 2012”.

Bijlage A

De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. Het Dagelijks Bestuur bepaalt welke functiegroep(en) onder de bijzondere regeling vallen. Dit betreffen de functiegroepen waarvan de roosters worden opgesteld op basis van de openingstijden (zwembad, VanBeresteyn, etc.) en/of van wie de werktijden worden bepaalt aan de hand van het werkaanbod (bodedienst, sociaal rechercheurs, etc.). Deze medewerkers hebben weinig tot geen inspraak in het rooster dat opgesteld wordt. Om deze reden vallen zij onder de bijzondere regeling. Deze functiegroep(en) en functies zijn opgenomen in deze bijlage.

Het betreffen de functiegroep(en) en functies:

  • -

    zwembadpersoneel

  • -

    buitendienst

  • -

    bodedienst

  • -

    VanBeresteyn

  • -

    beheerders sporthallen

  • -

    sociaal rechercheurs