Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de invordering en heffing van reclamebelasting Verordening reclamebelasting Deurne 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de invordering en heffing van reclamebelasting Verordening reclamebelasting Deurne 2018

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2017, nr. 69i;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de:

Verordening reclamebelasting Deurne 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen de gebieden zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per openbare aankondiging, ongeacht de oppervlakte van de aankondiging.

  • 2. Het bedrag van de belasting is afhankelijk van het gebied waarin de openbare aankondiging wordt gedaan.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel worden openbare aankondigingen die bij één bouwwerk of gedeelte daarvan behoren, aangemerkt als één openbare aankondiging. Indien meerdere bouwwerken of gedeelten daarvan naast elkaar zijn gelegen en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige, worden de openbare aankondigingen die bij deze bouwwerken of gedeelten daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als één openbare aankondiging.

  • 4. Openbare aankondigingen behoren in ieder geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het tarief bedraagt per openbare aankondiging:

  • a.

    In tariefgebied C1 €750,00

  • b.

    In tariefgebied C2 €550,00

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel vierde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kwartalen overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd voor zoveel vierde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kwartalen overblijven.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven over openbare aankondigingen:

  • a.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente geschiedt respectievelijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • b.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • e.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen, die zijn opgenomen op de actuele lijst van Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) zoals die door de rijksbelastingdienst wordt vastgesteld, zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • f.

    op parasols welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming;

  • g.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • h.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • i.

    voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • j.

    die zijn gedaan in verband met de huur of de verkoop van de desbetreffende onroerende zaak.

Artikel 10 Betalingstermijn

  • 1. De aanslag(en) moeten worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. De tweede termijn vervalt twee maanden later.

  • 2. Indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moet(en) de aanslag(en) worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. De tweede termijn vervalt twee maanden later.

  • 3. Automatische incasso is slechts mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen minder is dan € 5.000,-.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2018.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening reclamebelasting Deurne 2017 ingetrokken.

  • 4.

    De verordening als bedoeld in het derde lid blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2018 hebben voorgedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2017.

De griffier, R.J.C.M. Rutten

De voorzitter, H.J. Mak