BOUWVERORDENING DOETINCHEM 2007

Geldend van 10-05-2012 t/m heden

Intitulé

BOUWVERORDENING DOETINCHEM 2007

BOUWVERORDENING DOETINCHEM 2007

13e wijziging

BOUWVERORDENING DOETINCHEM 2007 13e wijziging

De raad van de gemeente Doetinchem;

gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten,

kenmerk ECGR/U201000875 van 22 april 2010;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 juni 2010;

gelet op de artikelen 8 en 11 van de Woningwet;

b e s l u i t :

  • 1.

    de Bouwverordening Doetinchem 2007, 13e wijziging vast te stellen;

  • 2.

    de Bouwverordening gemeente Doetinchem 2007, 12e wijziging in te trekken.

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    asbest: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, letter a van het Asbestverwijderingsbesluit 2005;

    bevoegd gezag: bestuursorgaan, als bedoeld in de Woningwet, artikel 1, eerste lid, onderdeel e, dan wel, bij het ontbreken van een bestuursorgaan als bedoeld in dit artikellid, het bevoegd gezag;

    bouwbesluit: de Algemene Maatregel van Bestuur als bedoeld in artikel 2 van de Woningwet;

    bouwtoezicht: degenen, die ingevolge artikel 92, tweede lid van de Woningwet in samenhang met artikel 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht belast zijn met het bouw- en woningtoezicht;

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

    deskundig bedrijf als bedoeld in hoofdstuk 8: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 6, eerste lid van het Asbestverwijderingsbesluit 2005;

    gebruiksoppervlakte: de gebruiksoppervlakte als bedoeld in het Bouwbesluit;

    hoogte van de weg: de hoogte van de weg zoals die door of namens het bevoegd gezag is vastgesteld;

    NEN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;

    NVN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven voornorm;

    straatpeil:

    • a.

      voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

    • b.

      voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

    • c.

      weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

    omgevingsvergunning voor het bouwen: vergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    omgevingsvergunning voor het slopen: vergunning voor een sloopactiviteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 2. In deze verordening wordt mede verstaan onder:

    • -

      bouwwerk: een gedeelte van een bouwwerk;

    • -

      gebouw: een gedeelte van een gebouw.

Artikel 1.2. Termijnen

[Vervallen]

Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente.

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:

    • a.

      het gebied binnen de bebouwde kom;

    • b.

      het gebied buiten de bebouwde kom;

    • c.

      het gebied dat is uitgesloten van welstandstoezicht, als bedoeld in artikel 9.9, eerste lid.

  • 2. Als gebieden, bedoeld in het vorige lid onder a tot en met c, gelden de gebieden die op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig zijn aangegeven.

2. De omgevingsvergunning voor het bouwen

Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden

Artikel 2.1.1 t/m artikel 2.1.4.

[Vervallen].

Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek

  • 1. Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid van de Woningwet bestaat uit:

    • a.

      de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740, uitgave 2009, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1;

    • b.

      [vervallen];

    • c.

      indien op basis van het vooronderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of -stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707, uitgave 2003.

  • 2. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht geldt niet indien het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in het Besluit omgevingsrecht, bijlage II.

  • 3. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht toe, indien voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.

  • 4. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.5, onder d van de Regeling omgevingsrecht toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingstermijn, als bedoeld in artikel 2.23 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht, indien uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt dat de locatie onverdacht is dan wel de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009 niet rechtvaardigen.

  • 5. Indien het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.

Artikel 2.1.6 t/m artikel 2.1.8

[Vervallen].

Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning

Artikel 2.2.1 Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning

[Vervallen]

Paragraaf 3 Welstandstoetsing

[Vervallen].

Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem

Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem

Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:

  • a.

    waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;

  • b.

    voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist, en

    • 1.

      dat de grond raakt, of

    • 2.

      waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.

Artikel 2.4.2 Omgevingsvergunning voor het bouwen

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4,

onder d van de Regeling omgevingsrecht, kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van het in de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel, maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.

Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen

Artikel 2.5.1

[Vervallen]

Artikel 2.5.2 Anti-cumulatiebepaling

[Vervallen]

Artikel 2.5.3 Bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.3 A Brandweeringang

[Vervallen]

Artikel 2.5.4 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.5 Ligging van de voorgevelrooilijn

[Vervallen]

Artikel 2.5.6 Verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn

[Vervallen]

Artikel 2.5.7 Toegelaten overschrijding van de voorgevelrooilijn

[Vervallen]

Artikel 2.5.8 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de voorgevelrooilijn

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.9 Bouwen op de weg

[Vervallen]

Artikel 2.5.10 Plaatsing van de voorgevel ten opzichte van de voorgevelrooilijn. Afschuining van straathoeken

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.11 Ligging achtergevelrooilijn

[Vervallen]

Artikel 2.5.12 Verbod tot bouwen met overschrijding van de achtergevelrooilijn

[Vervallen]

Artikel 2.5.13 Toegelaten overschrijding van de achtergevelrooilijn

[Vervallen]

Artikel 2.5.14 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de achtergevelrooilijn

[Vervallen]

Artikel 2.5.15 Erf bij woningen en woongebouwen

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.16 Erf bij overige gebouwen

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.17 Ruimte tussen bouwwerken

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.18 Erf- en terreinafscheidingen

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.19 Bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.20 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.21 Toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.22 Toegelaten hoogte van zijgevels tegenover een achtergevelrooilijn

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.23 Toegelaten hoogte tussen voor- en achtergevelrooilijnen

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.24 Grootste toegelaten hoogte van bouwwerken

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.25 Hoogte van bouwwerken op niet aan een weg grenzende terreinen

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.26 Wijze van meten van de hoogte van bouwwerken

  • [Vervallen]

Artikel 2.5.27 Toegelaten afwijkingen van de toegelaten bouwhoogte

[Vervallen]

Artikel 2.5.28 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de toegelaten bouwhoogte

[Vervallen]

Artikel 2.5.29 Ontheffing voor overschrijding van de rooilijnen en van de toegelaten bouwhoogte in geval van voorbereiding van nieuw ruimtelijk beleid

[Vervallen]

Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen

  • [Vervallen]

Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen

Artikel 2.6.1 Beginsel inzake brandmeldinstallaties

[Vervallen]

Artikel 2.6.2 Aanwezigheid van brandmeldinstallaties

[Vervallen]

Artikel 2.6.3 Omvang van de bewaking door brandmeldinstallaties

[Vervallen]

Artikel 2.6.4 Kwaliteit van brandmeldinstallaties

[Vervallen]

Artikel 2.6.5 Beginsel inzake ontruimingsalarminstallaties

[Vervallen]

Artikel 2.6.6 Aanwezigheid van ontruimingsalarminstallaties

[Vervallen]

Artikel 2.6.7 Kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties

[Vervallen]

Artikel 2.6.8 Beginsel inzake vluchtrouteaanduidingen

[Vervallen]

Artikel 2.6.9 Aanwezigheid van vluchtrouteaanduidingen

[Vervallen]

Artikel 2.6.10 Kwaliteit van vluchtrouteaanduidingen

[Vervallen]

Artikel 2.6.11 Gelijkwaardigheid

[Vervallen]

Artikel 2.6.12 Communicatiesysteem voor publieke hulpverleningsdiensten

[Vervallen]

Paragraaf 7 Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen

Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding

Vervallen

Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet

Vervallen

Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet

  • Vervallen

Artikel 2.7.3 A Eis tot aansluiting aan de publieke voorziening voor verwarming

Vervallen

Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering

  • Vervallen

Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering

  • Vervallen

Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen

  • Vervallen

Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen

Vervallen

3. De melding

Artikel 3.1 De wijze van melden

[Gereserveerd]

Artikel 3.2 Welstandscriteria

[Gereserveerd]

4. Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk

Artikel 4.1 Intrekking bouwvergunning bij niet-tijdige start of tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden

[Vervallen]

Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden

Vervallen

Artikel 4.3

[Vervallen]

Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw

Vervallen

Artikel 4.5 Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden

  • Vervallen

Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen

Vervallen

Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten

Vervallen

Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein

  • Vervallen

Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein

  • Vervallen

Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder

  • Vervallen

Artikel 4.11 Bouwafval

  • Vervallen

Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden

  • Vervallen

Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen

  • Vervallen

Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming

Vervallen

5. Staat van open erven en terreinen, aansluiting op de nutsvoorzieningen en weren van schadelijk en hinderlijk gedierte

Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen

Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen

  • Vervallen

Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen

  • Vervallen

Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten

  • Vervallen

Paragraaf 2 Staat van brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen

Artikel 5.2.1 Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen

[Vervallen]

Artikel 5.2.2 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in gebouwen, niet zijnde woningen, woongebouwen, logiesverblijven, logiesgebouwen of kantoorgebouwen

[Vervallen]

Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in woongebouwen van bijzondere aard

[Vervallen]

Artikel 5.2.4 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in logiesverblijven en logiesgebouwen

[Vervallen]

Artikel 5.2.5 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in kantoorgebouwen

[Vervallen]

Paragraaf 3 Aansluiting op de nutsvoorzieningen

Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding

Vervallen

Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet

Vervallen

Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet

Vervallen

Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering

  • Vervallen

Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering

Vervallen

Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen

Vervallen

Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen

Vervallen

Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte, Reinheid

Artikel 5.4.1 Preventie

Vervallen

6. Brandveilig gebruik

Paragraaf 1 Gebruiksvergunning

Artikel 6.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk

[Vervallen]

Artikel 6.1.2 Aanvraag gebruiksvergunning

[Vervallen]

Artikel 6.1.3 In behandeling nemen

[Vervallen]

Artikel 6.1.4 Termijn van beslissing

[Vervallen]

Artikel 6.1.5 Weigeren gebruiksvergunning

[Vervallen]

Artikel 6.1.6 Intrekken gebruiksvergunning

[Vervallen]

Artikel 6.1.7 Verplicht aanwezige bescheiden

[Vervallen]

Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar

Artikel 6.2.1 Gebruikseisen voor bouwwerken

[Vervallen]

Artikel 6.2.2 Opslag brandgevaarlijke stoffen

[Vervallen]

Artikel 6.2.3 Opslag en verwerking stoffen

[Vervallen]

Paragraaf 3 Het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand

Artikel 6.3.1 Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen

[Vervallen]

Artikel 6.3.2 Gebruik middelen en voorzieningen

[Vervallen]

Paragraaf 4 Hinder in verband met de brandveiligheid

Artikel 6.4.1 Hinder in verband met de brandveiligheid

[Vervallen]

7. Overige gebruiksbepalingen

Paragraaf 1 Overbevolking

Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen

Vervallen

Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens

Vervallen

Paragraaf 2 Staken van het gebruik

Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid

Vervallen

Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne

Vervallen

Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen

[Vervallen]

Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen

Artikel 7.3.1

[Vervallen]

Artikel 7.3.2 Hinder

Vervallen

Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid

Artikel 7.4.1 Preventie

  • Vervallen

Paragraaf 5 Watergebruik

Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water

Vervallen

Paragraaf 6 Installaties

Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties

Vervallen

8. Slopen

Paragraaf 1 Omgevingsvergunning voor het slopen

Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen

  • Vervallen

Artikel 8.1.2 Aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen

[Vervallen]

Artikel 8.1.3 In behandeling nemen

[Vervallen]

Artikel 8.1.4 Termijn van beslissing

[Vervallen]

Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen

[Vervallen]

Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen

Vervallen

Artikel 8.1.7 Intrekking omgevingsvergunning voor het slopen

Vervallen

Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen

Artikel 8.2.1 Sloopmelding

  • Vervallen

Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen

Vervallen

Paragraaf 3 Verplichtingen tijdens het slopen

Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein

Vervallen

Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden

Vervallen

Artikel 8.3.3 Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen

  • Vervallen

Artikel 8.3.4 Plichten van degene die sloopt

  • Vervallen

Artikel 8.3.5 Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest

  • Vervallen

Artikel 8.3.6 Plichten ten aanzien van de sloop van tuinbouwkassen

[Vervallen]

Paragraaf 4 Vrij slopen

Artikel 8.4.1 Sloopafval algemeen

  • Vervallen

9. Welstand en monumenten

Artikel 9.1 De advisering door de commissie welstand en monumenten

  • 1. De advisering over redelijke eisen van welstand is opgedragen aan de commissie welstand en monumenten.

  • 2. De commissie welstand en monumenten adviseert over de welstandsaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen. De commissie welstand en monumenten baseert het advies op de in de Welstandsnota genoemde welstandscriteria.

Artikel 9.2 Samenstelling van de commissie welstand en monumenten

  • 1. De commissie welstand en monumenten bestaat ten minste uit drie leden, waaronder een voorzitter.

  • 2. Ten minste twee leden van de commissie welstand en monumenten zijn deskundig op het gebied van architectuur en ruimtelijke kwaliteit; ten minste twee leden zijn deskundig op het gebied van cultuurhistorie met van elkaar verschillende specialismen zodat zij aanvullend zijn. De leden dienen ten minste deskundig te zijn op het gebied van bouwhistorie, restauratie en architectuurhistorie.

  • 3. Voor de voorzitter en leden worden twee plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.

  • 4. De commissie welstand en monumenten kan slechts adviezen uitbrengen, indien ten minste drie leden aanwezig zijn en waarvan ten minste twee leden beschikken over deskundigheid op het gebied van welstand als het gaat om welstandsadviezen en ten minste één monumentendeskundige als het gaat om monumentenadvisering. Ingeval van advisering over rijksmonumenten dienen beide monumentendeskundigen aanwezig te zijn.

  • 5. De voorzitter en leden van de commissie welstand en monumenten zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.

  • 6. De commissie welstand en monumenten wordt bijgestaan door een secretaris of diens plaatsvervanger.

  • 7. In de commissie welstand en monumenten kan een ingezetene van de gemeente anders als bedoeld in het tweede lid zitting hebben.

Artikel 9.3 Projectbouwmeester

  • Vervallen

Artikel 9.4 Benoeming en zittingsduur welstandscommissie en projectbouwmeester

  • Vervallen

Artikel 9.5 Jaarlijkse verantwoording

  • 1. De commissie welstand en monumenten stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:

    • -

      op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de Welstandsnota;

    • -

      de toegepaste werkwijze;

    • -

      op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

    • -

      de aard van de beoordeelde plannen;

    • -

      de bijzondere projecten.

  • 2. De commissie welstand en monumenten kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke Welstandsnota in het bijzonder.

Artikel 9.6 Termijn van advisering

  • 1. De commissie welstand en monumenten brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen uit binnen vier weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.

  • 2. De commissie welstand en monumenten brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen, indien deze vergunning betrekking heeft op een deel van een project of een gefaseerde aanvraag betreft uit binnen drie weken nadat door of namens het bevoegd gezag daarom is verzocht.

  • 3. Het bevoegd gezag kan in haar verzoek om advies de commissie welstand en monumenten een langere termijn dan genoemd in de bovengenoemde leden van dit artikel geven voor het uitbrengen van het welstandsadvies. Een langere termijn kan door het bevoegd gezag worden gegeven, indien de termijn van afdoening van de aanvraag is verlengd met toepassing van artikel 3.9, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 9.7 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

  • 1. De behandeling van bouwplannen door de commissie welstand en monumenten is openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie welstand en monumenten wordt tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Indien het bevoegd gezag - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doet tot niet-openbare behandeling, dient het bevoegd gezag daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 2. Indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen hierom bij het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie welstand en monumenten in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan.

  • 3. In het geval dat het bouwplan in de vergadering van de commissie welstand en monumenten wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de commissie of projectbouwmeester, waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 4. Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht in de vergadering van de commissie welstand en monumenten, met uitzondering van de fase van de beraadslagingen.

Artikel 9.8 Afdoening bij mandaat

  • 1. De commissie welstand en monumenten kan de advisering over een aanvraag om advies, in afwijking van artikel 9.2, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meerdere daartoe aangewezen leden. Het aangewezen lid of de aangewezen leden adviseren over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de commissie welstand en monumenten als bekend mag worden verondersteld.

  • 2. In geval van twijfel wordt het bouwplan alsnog voorgelegd aan de commissie voor welstand en monumenten.

     

Artikel 9.9 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

  • 1. De commissie welstand en monumenten adviseert en motiveert haar adviezen schriftelijk.

  • 2. Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens het bevoegd gezag gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen.

Artikel 9.10 Uitsluiting van gebieden en categorieën bouwwerken

  • Vervallen

Hoofdstuk 10. Overige administratieve bepalingen

Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning

[Vervallen]

Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen

[Vervallen]

Artikel 10.3 Overdragen vergunningen

[Vervallen]

Artikel 10.4 Overdragen mededeling

[vervallen]

Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen

[Vervallen]

Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften

Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening - of in de bij deze verordening behorende bijlagen - wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.

Hoofdstuk 11. Handhaving

Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw

[Vervallen]

Artikel 11.2 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming

[Vervallen]

Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen

[Vervallen]

Artikel 11.4 Onderzoek naar een gebrek

[vervallen]

Hoofdstuk 12. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12.1 Strafbare feiten

[Vervallen]

Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek

Vervallen

Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen

Vervallen

Artikel 12.4 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning

[Vervallen]

Artikel 12.4 A Overgangsbepaling met betrekking tot de kwaliteitseisen van brandmeldinstallaties zoals bepaald in artikel 2.6.4

Vervallen

Artikel 12.5 Algemene overgangsbepaling

Op een aanvraag om bouwvergunning, vrijstelling of toestemming anderszins, die is ingediend voor het tijdstip waarop deze verordening van kracht wordt en waarop op genoemd tijdstip nog niet beschikt, zijn de bepalingen van de Bouwverordening van toepassing, zoals deze luidden voor de onderhavige wijziging, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de gewijzigde bepalingen worden toegepast.

Artikel 12.6 Overgangsbepaling kwaliteitseisen brandmeldinstallaties

Vervallen

Artikel 12.7 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als Bouwverordening Doetinchem 2007, 13e wijziging.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.

  • 3. Tezelfdertijd wordt ingetrokken de Bouwverordening gemeente Doetinchem 2007 12wijziging, vastgesteld op 22 maart 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 1 juli 2010,

griffier
voorzitter

Toelichting bij hoofdstuk 2

Motivering

De Invoeringswet Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) brengt onder meer wijziging in de Woningwet. Dit heeft gevolgen voor de Bouwverordening. De bouwvergunning wordt omgevingsvergunning. Omdat hoofdstuk 2 mede het toetsingskader vormt voor de omgevingsvergunning, wordt dit hoofdstuk afgestemd op de Wabo.