Regeling vervallen per 15-06-2017

Beleidsregels van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende uitvoering Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020 Beleidsregel incidenteel cultuurbudget

Geldend van 01-01-2017 t/m 14-06-2017

Intitulé

Beleidsregels van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende uitvoering Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020 Beleidsregel incidenteel cultuurbudget

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 20 december 2016, nr A.19, afdeling ECP, zaaknummer 665909, is vastgesteld de Beleidsregel incidenteel cultuurbudget.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Gelet op het uitvoeringsprogramma cultuur 2017-2020,

Besluiten:

Vast te stellen hetgeen volgt:

Beleidsregel incidenteel cultuurbudget

Algemeen

Het Incidenteel Cultuurbudget (ICB) is één van de instrumenten in het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020, vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 12 juli 2016. Wij streven naar een breed en kwalitatief hoogstaand cultureel aanbod waarmee wij de culturele aantrekkingskracht van onze provincie vergroten. Ook willen wij de culturele identiteit van de inwoners van onze provincie versterken. Deze doelen willen wij bereiken via zes strategische lijnen: Het Verhaal van Groningen, Sterke basis en ruimte voor vernieuwing, Nieuwe verbindingen, Een leven lang cultuur, Samenleven met cultuur en Cultuur als economische propositie.

Op de te verstrekken subsidies is de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 van toepassing. In artikel 8 van deze verordening staat dat Gedeputeerde Staten bevoegd zijn om te besluiten op aanvragen tot verstrekking van subsidies. Deze bepaling brengt met zich mee dat Gedeputeerde Staten bevoegd zijn tot het stellen van regels over de uitoefening van deze bevoegdheid. Dit budget betreft dergelijke regels en heeft de status van beleidsregel in de zin van artikel 1:3, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht.

In deze beleidsregel zetten wij uiteen welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen en aan welke vereisten en verplichtingen moet worden voldaan.

Doelstellingen en subsidiabele activiteiten

Met de inzet van het ICB willen wij -vanuit onze provinciale rol- projecten stimuleren gericht op één of meerdere van de volgende specifieke doelen:

  • 1.

    Stimuleren van participatie: meedoen aan culturele activiteiten

  • 2.

    Stimuleren van presentatie erfgoed

  • 3.

    Stimuleren van publieksbereik

  • 4.

    Bevorderen van innovatie (nieuwe bovenlokale initiatieven of doorontwikkeling ervan)

  • 5.

    Bevorderen van (inter)nationale en regionale samenwerking

  • 6.

    Kennisvermeerdering/kennisdeling/bewustwording.

Met de inzet van dit budget willen we initiatieven ondersteunen, die bijv. inspelen op nieuwe ontwikkelingen, (nieuwe) allianties, samenwerking en verbindingen creëren en die een bijdrage leveren aan één of meerdere strategische lijnen, zoals geformuleerd in het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020. Daarnaast bijv. initiatieven die plaats vinden in gebieden waar weinig gebeurt ('witte vlekken'). Deze kunnen wij ook samen met partners bepalen. Zo streven wij tevens regionale spreiding en betekenis na. Verder kunnen nieuwe doelgroepen worden aangesproken en/of nieuwe vormen worden ingezet om publiek te bereiken.

Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door privaatrechtelijke rechtspersonen.

Subsidieaanvraag

  • -

    Aanvragen kunnen vanaf 1 januari 2017 worden ingediend bij Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen, Postbus 610, 9700 AP Groningen.

  • -

    De aanvraag dient uiterlijk 13 weken vóór de start van de activiteit te worden ingediend.

  • -

    Bij de subsidieaanvraag dient een duidelijke omschrijving van de activiteit (projectplan) gevoegd te zijn met een sluitende begroting en een dekkingsplan. De begroting is voorzien van een gespecificeerde toelichting op de begrotingsposten en de subsidiabele kosten.

  • -

    Op de subsidieaanvraag moeten duidelijk naam, adres, woonplaats, telefoonnummer, bankrekeningnummer en emailadres van de aanvrager staan.

Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten.

Voor alle aanvragen gelden de volgende algemene subsidievereisten:

  • -

    De activiteit heeft betrekking op amateurkunst en/of erfgoed. Activiteiten op het terrein van de professionele kunsten kunnen worden ingediend bij de Kunstraad en zijn uitgesloten van subsidiëring op grond van deze regeling.

  • -

    Aanvragers tonen in het projectplan overtuigend aan dat het project op regionaal (bovenlokaal) of provinciaal niveau georganiseerd is. Dit kan door middel van een beschrijving van herkomst en inzet van samenwerkingspartners en/of van de actieve deelnemers.

  • -

    De activiteit heeft betrekking op een doelgroep of herkomst van deelnemers die voor een substantieel deel uit de provincie Groningen komt/komen.

  • -

    Aanvragers tonen in het projectplan concreet aan hoe de samenwerking is vorm gegeven, met wie wordt samengewerkt en tot welke resultaten dit leidt om de genoemde doelen te realiseren.

  • -

    De activiteit is publiekelijk toegankelijk.

  • -

    De activiteit is aanvullend op het bestaande aanbod in de regio en -indien relevant- op andere programma's c.q. subsidieregelingen.

  • -

    Aanvragers nemen in een vroeg stadium contact op met de stichting De Verhalen van Groningen in verband met het gebruik van content en/of media en in verband met de agendafunctie van de stichting / Markting Groningen. Let wel, niet alles hoeft gebruikt/opgenomen te worden door de stichting in verband met haar selectieve werkwijze met betrekking tot de thema's en verhaallijnen. Als het project wél aansluit op de thema's / activiteiten van de stichting, dan worden alle relevante informatie, verhalen en materialen met betrekking tot het project kosteloos ter beschikking gesteld aan de stichting. Dit geldt ook voor de gebruiksrechten met betrekking tot alle relevante informatie, verhalen en materialen.

  • -

    De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd staat in een redelijke verhouding tot de begroting en de gevraagde subsidie (bijv. te relateren aan het aantal actieve deelnemers aan amateurkunst en/of erfgoedpresentaties).

  • -

    Er is in het dekkingsplan sprake van substantiële cofinanciering van de betreffende gemeente(n)* waar het project plaatsvindt en van andere partijen. * In een uiterste geval vindt gemeentelijke cofinanciering plaats door (kwantificering van) een bijdrage ‘in natura’. Wanneer de activiteit plaats vindt buiten de grenzen van de provincie Groningen, dient ook het bestuur van de provincie waar de activiteit plaatsvindt een financiële bijdrage te leveren.

  • -

    Uit de aanvraag blijkt duidelijk dat de mogelijkheden voor het verwerven van inkomsten, naast de subsidieaanvraag bij de provincie, optimaal zijn benut.

  • -

    Voor het publieksbereik worden gegevens opgenomen met betrekking tot het fysieke publieksbereik, tenzij het project zodanig is ingericht dat digitaal publieksbereik het doel is.

  • -

    Als er sprake is van het ontwikkelen van een website wordt overtuigend aangetoond dat een zelfstandige website noodzakelijk is en zo ja, hoe (de informatie op) deze website voor de toekomst up to date wordt gehouden en beheerd. Ook wordt aangetoond dat de mogelijkheden om aan te sluiten bij de stichting De Verhalen van Groningen zijn verkend.

  • -

    Projecten komen maximaal drie keer voor een subsidie in aanmerking tijdens de looptijd van deze regeling. Indien dezelfde aanvrager voor eenzelfde soort project een tweede of derde keer subsidie aanvraagt, is een vereiste dat er een ontwikkeling van het project zichtbaar is.

Voor aanvragen per doelstelling gelden de volgende subsidievereisten:

  • -

    Onder 'participatie' (doelstelling 1) verstaan wij actieve deelname door inwoners in de provincie Groningen aan (regionale (bovenlokale) of provinciale) activiteiten. Deze actieve deelname heeft betrekking op het uitoefenen van amateurkunst en op presentaties van erfgoed (geen professionele kunsten).

  • -

    Projecten op het gebied van 'publieksbereik erfgoed' (doelstelling 3) dienen tevens te voldoen aan de doelen 1 en/of 2: participatie (actieve deelname) en/of presentatie erfgoed (beide op regionaal/provinciaal niveau).

  • -

    Voor grootschaliger projecten gericht op publieksbereik (doelstelling 3) wordt in de aanvraag een goed uitgewerkt hoofdstuk opgenomen over de in te zetten communicatie(media) en de verwachte publieksaantallen.

  • -

    Doelstelling 4 (bevorderen innovatie) kan betrekking hebben op diverse niveaus, bijv. het digitaliseren van museale collecties van een organisatie. Hierbij dient expliciet te worden aangetoond wat hierbij aanvullend is ten opzichte van de reguliere taak van de organisatie.

  • -

    Doelstelling 4 (bevorderen innovatie) kan ook betrekking hebben op organisatorische ontwikkelingen van organisaties zoals samenwerking en/of het samenvoegen van functies, beide op bovenlokaal/regionaal niveau.

Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • -

    Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening en het ingediende projectplan.

  • -

    Wijzigingen (inhoudelijk en/of financieel) gedurende de looptijd van de projectuitvoering, die het detailniveau overstijgen, worden schriftelijk en onverwijld voorgelegd aan Gedeputeerde Staten.

  • -

    De uitvoering van het project is gereed binnen één jaar na start van het project. Verlenging van deze termijn is slechts mogelijk indien vooraf een schriftelijk verzoek bij Gedeputeerde Staten wordt ingediend met een toelichting over de voortgang van de activiteit en de reden van de opgelopen vertraging en de verwachte duur van de vertraging. De verlenging bedraagt maximaal één jaar.

  • -

    In of op alle communicatie-uitingen rondom het project waarvoor een subsidie is verleend maakt de ontvanger van deze subsidie kenbaar dat het project mede tot stand is gekomen dankzij de financiële steun van de provincie Groningen.

Subsidiabele kosten

Kosten voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van het Incidenteel Cultuurbudget komen voor een subsidie in aanmerking.

Niet subsidiabele kosten

In afwijking van het onderdeel 'Subsidiabele kosten' komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • -

    activiteiten die betrekking hebben op de eigen, reguliere activiteiten en exploitatie(s) van een organisatie en/of activiteiten die al op een andere wijze worden gesubsidieerd. Dit geldt bijv. voor de Cultuurpijlers in verband met subsidiëring van taken door het Cultuurpijlerfonds van de provincie en de gemeente Groningen.

  • -

    activiteiten die plaatsvinden in het kader van regulier onderwijs en opleiding, inclusief wetenschappelijk onderzoek.

  • -

    activiteiten op het terrein van Cultuuronderwijs. Hiervoor is de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit beschikbaar.

  • -

    cursusaanbod, bijv. het aanbod van muziek- en theaterscholen, zzp-ers.

  • -

    activiteiten die plaatsvinden in het kader van een jubileum, tenzij deze door een bijzonder karakter een aanvulling vormen op het bestaande aanbod.

  • -

    publicaties (óók van wetenschappelijke werken en leermethoden), cd's en dvd's. Voor aanvragen betreffende publicaties kunt u informatie opvragen bij het Huis voor de Groninger Cultuur.

  • -

    lokale kleinschalige culturele evenementen. Deze worden ondersteund via onze regeling 'matchfunding'.

  • -

    onderhoud of verbouw van gebouwen.

Alléén in uitzonderlijke gevallen kunnen Gedeputeerde Staten hiervan afwijken.

Looptijd beleidsregel en subsidieplafond

De beleidsregel wordt gepubliceerd in het Provinciaal Blad en treedt in werking vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020. Gedurende de looptijd van deze 4 jaren (2017-2020) is er per jaar een budget beschikbaar van € 425.000 voor realisatie van projecten. Mocht dit tussentijds wijzigen, dan zal deze wijziging na vaststelling door Gedeputeerde Staten worden gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

Verdeelcriteria

De aanvragen worden per ronde beoordeeld en afgehandeld. In 2017 zijn er 4 rondes vastgesteld, te weten 15 maart, 15 mei, 15 september en 1 november. In verband met de start van het budget worden aanvragen, afhankelijk van de planning van de projectactiviteit, beoordeeld en afgehandeld in de ronde van 15 maart óf al eerder individueel. Het aantal rondes kan minder dan vier zijn in geval het subsidieplafond voor het betreffende kalenderjaar is bereikt.

Binnen voornoemde rondes wordt subsidie verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 60.000. Er wordt uitsluitend subsidie verstrekt indien de hoogte van de subsidie ten minste € 15.000 bedraagt.

Werkwijze besluitvorming

Voor projecten op het terrein van publieksbereik (doelstelling 3) die raakvlakken hebben met (semi)professionele kunsten kunnen wij in 2017 op incidentele basis ter voorbereiding van een besluit tot subsidieverlening advies vragen van de Kunstraad.

Verlening en vaststelling subsidie

Op verstrekking van subsidie is de Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader van toepassing. Een aanvraag tot subsidievaststelling vindt plaats uiterlijk drie maanden na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Incidenteel Cultuurbudget.

Ondertekening

Groningen, 20 december 2016.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas , voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.