Regeling vervallen per 01-11-2018

Verordening commissie bezwaarschriften

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-10-2018

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften

De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;gezien het voorstel van het college van 2 november 2010, nr. GemHG/INTERN/4014;gelet op de relevante bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;b e s l u i tvast te stellen de volgendeVerordening commissie bezwaarschriften

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. verwerend orgaan : bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.b. commissie : vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.c. wet : Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1 Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2 De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:a. een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;b. personeelsaangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

  • 2 De voorzitter en de leden worden door de raad benoemd, geschorst en ontslagen op voordracht van het college.

  • 3 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

  • 4 De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

  • 1 De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2 Het college wijst tevens één of meerdere plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor vier jaar. Zij kunnen maximaal twee maal vier jaar worden herbenoemd.

  • 2 De zittende voorzitter en de leden van de commissie treden af volgens een daartoe opgemaakt rooster van aftreden.

  • 3 De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing voor de zittende voorzitter en leden. Zij treden af volgens een rooster van aftreden als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1 Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2 Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3 Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze Verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.- 2:1, tweede lid,- 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waar¬binnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als  gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld, - 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,- 7:4, tweede lid,- 7:6, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1 De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2 De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3 Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1 De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2 Binnen vijf dagen na verzending van de uitnodiging kunnen belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3 De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger, en minimaal twee leden aanwezig zijn.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1 De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2 De deuren worden gesloten indien een van de gevallen zich voordoet in de zin van artikel 8:62, sub a, c en d van de wet.

  • 3 Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1 Het verslag, als bedoeld in de artikel 7:7 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2 Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3 Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4 Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1 Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3 De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4 Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2 a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.b. Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter. c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3 Het advies omvat een gemotiveerd voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

  • 1 Het advies wordt, onder medezending van het verslag, als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen alsmede aan de belanghebbenden.

  • 2 Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3 Van een besluit tot verdaging ontvangen de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Bemiddeling

De voorzitter kan, na overleg met het verwerend orgaan en belanghebbenden onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten dan wel doen verrichten.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Intrekking oude regeling

De “Verordening commissie bezwaarschriften”, vastgesteld op 30 oktober 2008, wordt ingetrokken op 1 januari 2011.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening commissie bezwaarschriften".